Op het moment dat u veel pijn heeft, ga dan uw binnenkamer in en gooi al uw tranen er uit voor het aangezicht van God. Jezus huilde ook en Petrus droeg een pijn met zich mee toen hij de Zoon van God verloochende. Hij liep alleen door de bergen, vol verdriet. Maar deze bittere tranen werkte een wonder uit in zijn binnenste en hij keerde terug om het koninkrijk van satan te doen laten beven.
Jaren geleden schreef een vrouw die een borstamputatie had ondergaan een boek met de titel Eerst begin je te huilen. En dat is zo waar! Recentelijk nog sprak ik met een vriend die net gehoord had dat hij een ongeneeslijke vorm van kanker had. Het eerste wat je doet, zei hij is net zo lang huilen totdat er geen tranen meer over zijn. Daarna begin je dichter bij de Heer te kruipen, totdat je er van verzekerd bent dat je stevig in Zijn armen ligt.
De Heere Jezus negeerde nooit een persoon die een verdriet en pijn in zijn/haar hart droeg. Hij zei Ik zal een verbroken hart niet verachten (zie Psalm 51:19). Er is geen enkel moment in de geschiedenis geweest waarin God zei Doe nou eens normaal, sta op en loop niet zo te janken. Zet je tanden stevig op elkaar, droog je tranen en loop door, je bent toch geen watje?!. Dit is nog nooit gebeurt en zál ook nooit gebeuren, de Heer gedenkt elke traan en is met u begaan.
Heeft u zich bezeerd? Dan is het toegestaan om te huilen, toe maar en blijf maar huilen net zolang totdat er geen traan meer over is, schaam u niet. Maar laat elke traan een traan zijn uit verdriet en pijn, en niet vanuit ongeloof of zelf-medelijden.
Moedig uzelf aan in de Heer. Wanneer de mist opkomt en u geen uitweg meer ziet uit uw problemen, rust dan uit in de armen van Jezus en leg uw vertrouwen simpelweg op Hem. Hij is in staat u te helpen! Maar Hij wil uw geloof en uw vertrouwen. Hij wil dat u het kunt uitroepen Jezus houd van mij! Hij is met mij! Hij zal mij niet teleurstellen! Hij werkt alles uit in mij, op dit moment! Ik zal niet teneergeslagen of verslagen zijn! Ik zal geen slachtoffer worden van de duivel, ik zal niet uit de richting geslagen worden! God staat aan mijn kant! Ik hou van Hem en Hij houd van mij!
Lezing uit het boek Isaïas 65,17-21. Psalmen 30,2.4.5-6.11-13. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 4,43-54.
Lezing uit het boek Isaïas 65,17-21.
Want zie, Ik zal een nieuwe hemel En een nieuwe aarde scheppen! Aan de vroegere denkt men niet terug, Ze komen niet weer in de gedachten op; Maar men zal zich verheugen en eeuwig verblijden Over wat Ik zal scheppen. Zie, Jerusalem schep Ik om in gejubel, In vreugde zijn volk; En Ik zal over Jerusalem juichen, In mijn volk Mij verblijden! Men zal er niet langer meer horen Het geklaag van geween of geschrei. Vandaar zal niet heengaan De zuigeling van enkele dagen; De grijsaard niet heengaan, Die zijn dagen niet vol heeft gemaakt. Want men sterft er als knaap, Al wordt men honderd jaar oud; En die de honderd jaar niet bereikt, Zal als een vervloekte worden beschouwd! Ze zullen huizen bouwen, en er in wonen, Wijngaarden planten, en de vrucht er van eten;
Psalmen 30,2.4.5-6.11-13.
Ik wil U prijzen, o Jahweh; want Gij trokt mij omhoog, Opdat mijn vijanden niet over mij juichen. Gij trokt mij uit het dodenrijk op, Ten leven uit het midden van die in het graf zijn gezonken. Jahwehs vromen, zingt Hem een lied, En verheerlijkt zijn heilige Naam: Want zijn toorn duurt maar een ogenblik, Zijn goedheid levenslang; s Avonds komt er geween, Maar s morgens is er weer vreugd. En Jahweh heeft het gehoord, en Zich mijner ontfermd; Jahweh heeft mij geholpen. Gij hebt mijn gejammer in een reidans veranderd, Mijn rouwkleed verscheurd, met vreugd mij omgord: Opdat mijn geest U zou prijzen, en nooit meer zou zwijgen, U eeuwig zou loven, o Jahweh, mijn God!
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 4,43-54.
Toen die twee dagen voorbij waren, vertrok Hij vandaar naar Galilea. Want Jesus zelf heeft verklaard, dat een profeet in zijn eigen vaderland geen aanzien geniet. Toen Hij dus in Galilea kwam, namen de Galileërs Hem gunstig op, daar ze alles hadden gezien, wat Hij te Jerusalem op het feest had gedaan; want ook zij waren opgegaan naar het feest. Zo kwam Hij dan opnieuw in Kana van Galilea, waar Hij het water in wijn had veranderd. Nu woonde er te Kafárnaum een zekere hofbeambte, wiens zoon ziek lag. Toen hij vernam, dat Jesus uit Judea naar Galilea gekomen was, ging hij naar Hem toe, en verzocht Hem, zijn zoon te komen genezen; want die lag op sterven. Maar Jesus sprak tot hem: Zo gij geen tekenen en wonderen ziet, gelooft gij niet. De hofbeambte zei Hem: Heer, kom mee, eer mijn kind dood is. Jesus sprak tot hem: Ga heen, uw zoon is gezond. De man geloofde het woord, dat Jesus hem zeide, en ging heen. Maar reeds onderweg kwamen zijn dienaars hem tegen en zeiden, dat zijn zoon weer gezond was. Hij vroeg hen naar het uur, waarop de beterschap was ingetreden. Ze zeiden hem: Gisteren, te zeven uur, heeft de koorts hem verlaten. De vader erkende, dat dit juist het uur was, waarop Jesus hem had gezegd: Uw zoon is gezond. En hij geloofde met heel zijn gezin. Ook dit tweede teken deed Jesus na zijn komst uit Judea in Galilea.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Bezinnen.
Op weg gaan De moed hebben, tegen stromen op te roeien, en te vertrouwen dat het kan; Geloof te hebben, dat God je doet groeien, en je wil helpen, zo nu en dan; Een lichtstraal in de nacht te mogen wezen, en op een dag een glimpje van God's zon' een brief van Christus, duidelijk te lezen, en voor de dorstige een heldere bron: Dat kan alleen, wanneer je God blijft vragen of Hij zijn vuur in je ontbranden doet. Wanneer je zo je leven durft te wagen, dan komt God jou en jij God tegemoet.
De Vader sprak.
De vader sprak: Kom, mijn kind, laten we op reis gaan. Waar gaan we heen, Vader? Naar een ver land, een ander Koninkrijk. Zal het een lange reis zijn? Ja, we moeten iedere dag reizen. Wanneer zullen wij onze bestemming bereiken? Aan het einde van jouw leven. En wie gaat er met ons mee? Vreugde en Verdriet. Kan Verdriet niet thuis blijven? Nee, zij is nodig om jou dicht bij mij te houden. Maar ik wil alleen vreugde. Alleen met Verdriet zul je de ware Vreugde kennen. Wat moet ik meenemen? Een hart dat Mij wil volgen. Wat moet ik doen op reis? Je hoeft maar een ding te doen: dicht bij Mij blijven. Laat niets je van Mij afleiden, Houd altijd je ogen op Mij gericht. Wat krijg ik te zien? Je zult Mijn Heerlijkheid zien. En wat zal ik leren kennen? Je zult Mijn hart kennen.
De Vader stak Zijn hand uit. het kind, dat wist hoeveel de Vader van hem hield, legde zijn hand in de Zijne en gingen op reis.
GOD.
God, graag horen we Jezus zeggen: 'Mensen worden gelukkig als ze het aandurven zichzelf te vergeten en er belangloos te zijn voor anderen.' Luisterend naar dat woord hebben we het geprobeerd, Heer, telkens opnieuw. Maar wat baat het! Er verandert zo weinig in onze wereld en ook wij vallen steeds op onszelf terug. Toch horen we Jezus zeggen: "Vaar nog maar eens het meer op, naar de diepte, en werp daar je netten uit!" Op uw woord, Heer, zullen we het doen en we hopen dat we zo'n succes hebben dat we er verwonderd en stil van worden en de moed vinden om telkens opnieuw te beginnen, vandaag en morgen en tot in eeuwigheid. Amen.
HEER.
Kom ons tegemoet Heer, en zeg wat wij kunnen doen. Ondersteun onze armen als wij uw taak niet meer kunnen dragen. Laat ons niet achter het net vissen als we de juiste keuzes moeten maken. Schenk hoop aan mensen die U volgen. Amen.
GOEDE GOD.
Goede God, om Jezus op zijn weg te volgen roept Hij zijn vrienden op een licht te zijn in de duisternis. Wij bidden U: geef dat wij in ons samenzijn de kringloop van het kwaad helpen doorbreken, dit vragen we u door Jezus uw dienaar en uitverkoren Zoon. Amen.
Bezinning .
Heel graag wil ik mensen in uw naam Tot bij Jezus brengen, God, net zoals Johannes dat deed. Bij mijn vormsel heeft U me immers uw Geest gegeven om met alles wat ik heb en kan mee te werken aan uw koninkrijk. En ik zal niet alle zonden van de wereld kunnen wegnemen,maar ik geloof dat ik die wereld wel mooier kan maken door vergeving aan te reiken. Wil me helpen mijn roeping als christen waar te maken en met heel mijn hart uw kind te zijn.
GOEDE GOD.
Goede God, de Doper wijst op Jezus: de heilige Geest daalt op Hem neer En blijft werkzaam in Hem. Wij bidden U: geef dat wij gedoopt met Gods Geest naar zijn goede boodschap durven leven. Dit vragen we U door Jezus uw dienaar en uitverkoren Zoon . Amen.
14-03-2010
DE SONS OF GOD.
Maria Esperanza Sierva de Dios.
Profiel van kardinaal Ruini, hoofd van Medjugorje onderzoek
GOD.
M.
GODS GEBODEN.
M.
( Ef. 4 ; 32 ) ( Neh. 9 ; 17 ).
M.
De wereld kookt vanwege de moeilijkheden.
De wereld kookt vanwege de moeilijkheden
Datum:
Zon, 2010-02-14
Profeet:
Carol Ameche
De wereld kookt vanwege de moeilijkheden Carol Ameche, VSA, 14 februari 2010
1. CAM10021405 - De Moeder van allen: « Hoe zeer bemin Ik u, geliefden. Ik bid voor al Mijn geliefde kinderen, dagelijks voor alle kinderen, die Ik zo bemin, want over de ganse wereld is elke persoon een kind van Mij. Hoe zeer heb Ik al die kinderen lief, óók degenen, die dwalen in hun wegen, en zij, die in feite vijanden van de Vader zijn, vijanden van Zijn plannen, van Zijn Kerk, van Zijn heiligen. Lieve kinderen, wij hebben een zware strijd uit te vechten. Bedenkt wel, dat Ik u altijd bij sta, met al Mijn macht als Moeder van God, als Koningin van de Engelen en de heiligen, als Koningin van alle mensen, die Mij aanvaarden als Koningin van de aarde. »
2. « Ik kom dagelijks naar u toe om u te bemoedigen bij alles wat gij doet voor de wereld, voor de plannen van de Vader, ingevolge de wil van de Vader, en dat met de grootste liefde en vreugde, die gij in uw eigen hart kunt vinden. Laat de vreugde toch elk woord, wat gij spreekt, doordringen. Stort die liefde uit over allen, die gij ontmoet, niet op opdringerige wijze maar op een belangstellende, liefdevolle en ernstige wijze, waarlijk blij om elkander te zien. Gij moet dat zeggen tegen al degenen, die naar u toe komen, hoe blij gij toch wel zijt hen te zien. En gij zult dat echt moeten menen, en dan zullen zij aanvoelen, dat zij welkom zijn, en zij zullen zich direct op hun gemak voelen. Ach, zij zullen in zulk een GROTE NOOD verkeren, kinderen. Door u op hun gemak te worden gesteld, zal het eerste verlangen zijn, het bovenste op hun wenslijst van al de gaven, die gij hun zult schenken. »
3. NOOT: Om het bovenstaande goed te begrijpen moet men weten, dat Carol Ameche in de nabijgelegen Amerikaanse staat, oostelijk van Californië, een groep mensen leidt, welke de vluchtelingen van de rampen, die Californië zullen treffen, moet opvangen. Die opvang betreft niet slechts materiële zaken, vooral ook geestelijke steun en warme nabijheid.
4. « Gij ziet wel, dat de GANSE WERELD KOOKT VAN DE MOEILIJKHEDEN, overal ziet men nieuwe uitdagingen. Gij herkent de vijanden van de Vader, tevens uw vijanden, zij zijn de vijanden van de liefde. Hun hart is koud, kinderen, en hard, zij willen slechts verwoesten, velen van hen hebben nimmer liefde ondervonden. Dat is de reden waarom gij medelijden met hen moet hebben. Gij toont immers de barmhartigheid Gods in deze wereld, lieve kinderen, omdat gij verenigd zijt met Jezus, die immers de barmhartigheid van de Vader is. »
5. « Lieve kinderen, gij bent blij vandaag en gij hebt feest vandaag, denkt toch heel bijzonder aan degenen, die in duisternis leven, die een koud hart hebben, die niemand hebben om hen te beminnen, die zich richten op de verwoesting, die de liefde uit de wereld willen bannen, die elke eenhied, die er bestaat, willen te niet doen, die elke warme nabijheid willen verwijderen. Het is waarlijk een VRESELIJK PLAN en het is natuurlijk een COMPLOT, een plan van SATAN zelf. »
6. « Ik spreek vandaag ernstige taal tot u, want het is ook de periode VLAK VOOR het begin van de ernstige gebeurtenissen overal op de wereld. Gij allen zijt aan het wachten, met ingehouden adem, zo gezegd, en daarom bemoedig Ik u, want gij moet bedenken, dat Ik altijd bij u ben, en dat Ik samen met u in afwachting ben. Ik draag u in Mijn armen en in Mijn hart, zowel als onder Mijn mantel. »
7. De Eeuwige Vader: « Lieve getrouwe, IK BEN is hier. DE WERELD STAAT OP HET PUNT TE ONTPLOFFEN zodra gij weergekeerd zijt van uw reis om de mensen te verzamelen, en met hen te bidden, en naar hen te luisteren, samen met andere geliefden (reis naar Californië van 26 tot 28 februari). Denk nu NIET aan de Waarschuwing (dat wil zeggen, denk NIET dat deze op korte termijn zal geschieden). Herinnert u dat eerst de noodzaak bestaat van voortgaande verwoestingen. Het zal echter EERDER optreden, dan gij vermoedt. Blijft in Mijn vrede, geliefde getrouwen. »
Jezus gebood Zijn discipelen in een boot te stappen die uiteindelijk zal in een botsing zal belanden. De Bijbel zegt dat Hij hen dwong om op het schip te gaan die op weg was naar onrustige wateren, waar het heen en weer geslingerd zal worden als een drijvende kurk. De discipelen werden geleid naar een kleine mini-Titanic ervaring en de Heere Jezus wist er de hele tijd van af.
En [terstond] dwong Hij de discipelen in het schip te gaan en Hem vooruit te varen naar de overkant, totdat Hij de scharen zou hebben weggezonden (Matteüs 14:22)
Waar was Jezus? Hij stond op de bergen en overzag alles wat er op die zee gebeurde. Hij stond daar te bidden voor hen dat zij niet zouden falen in deze beproeving waarvan Hij wist dat ze er doorheen moesten gaan. De boottocht, de storm, de golven, de oprukkende wind waren allemaal onderdeel van de toets die de Vader had geplanned. Ze stonden op het punt om de grootste les te leren die ze ooit zouden leren hoe de Heer te herkennen in de storm.
Op dit punt herkenden de discipelen Hem als een wonderwerker, de Man die van brood en vis een wonderbare maaltijd kon maken. Ze herkenden Hem als een vriend van de zondaren, degene die redding bracht naar een ieder ongeacht hun achtergrond. Ze konden Hem als de voorziener in hun noden.
Ze herkende Jezus als de Christus, de zoon van God. Ze wisten dat Hij woorden sprak van het eeuwige leven. Ze wisten dat Hij de macht had over alle werken van de duivel. Ze konden Hem als een leraar die hen leerde hoe te bidden, hoe te vergeven, hoe te binden en hoe te ontbinden. Maar ze hadden nog niet geleerd om Hem te herkennen in de storm.
Dit is de wortel van veel problemen van vandaag de dag. We vertrouwen de Heer op het gebied van wonderen en genezingen. We geloven Hem als het aankomt op onze redding en vergeving van onze zonden. We zien op Hem als de voorziener in onze noden en we vertrouwen er op dat Hij ons op een dag in de glorie zal leiden. Maar wanneer er een plotselinge storm opsteekt en het lijkt alsof alles uit elkaar stort vinden we het moeilijk om de Heer ergens in onze buurt te zien of te herkennen. We kunnen niet geloven dat Hij het toestaat dat er stormen over ons heen razen om ons te leren hoe we dienen te vertrouwen. We zijn nooit zeker dat Hij nabij is wanneer de dingen echt ruig worden.
Er was slechts één les die de discipelen zouden leren in deze storm slechts één! Een hele simpele les niet een of andere diepe, mystieke, wereldschokkende les. De Heere Jezus wou simpelweg vertrouwd worden als de Heer in elke storm van het leven. Hij wou simpelweg dat de discipelen hun vreugde en vertrouwen zouden behouden zelfs in de donkerste uren van hun beproeving. Dat is alles!
Lezing uit het boek Jozua 5,9.10-12. Psalmen 34(33),2-3.4-5.6-7. Lezing uit de 2e brief van de apostel Paulus aan de Corinthiërs 5,17-21. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 15,1-3.11-32.
Lezing uit het boek Jozua 5,9.10-12.
En Jahweh sprak tot Josuë: Heden heb Ik de smaad van Egypte van u afgewenteld! Daarom noemde hij die plaats Gilgal; zo heet ze nu nog. Terwijl de Israëlieten in Gilgal legerden, vierden ze op de avond van de veertiende dag der maand het paasfeest op de vlakten van Jericho; en daags na het Pascha aten ze van de opbrengst van het land ongedesemd brood en geroosterd graan. Op dezelfde dag, dat ze van de opbrengst van het land aten, hield het manna op. De kinderen Israëls kregen geen manna meer, maar ze aten dat jaar wat het land Kanaän opbracht.
Psalmen 34(33),2-3.4-5.6-7.
Altijd wil ik Jahweh prijzen, Steeds trilt zijn lofzang in mijn mond. Mijn ziel zal roemen in Jahweh; Bedrukten zullen het horen, en juichen. Verheerlijkt Jahweh met mij, Laat ons te zamen zijn Naam verheffen: Ik heb Jahweh gesmeekt; Hij heeft mij verhoord, En mij van al mijn angsten bevrijd. Ziet naar Hem op, dan straalt gij van vreugde, En uw gelaat zal niet blozen van schaamte. Hier is een rampzalige, die om hulp heeft geroepen: Jahweh heeft hem gehoord, en van al zijn ellende verlost.
Lezing uit de 2e brief van de apostel Paulus aan de Corinthiërs 5,17-21.
Derhalve, zo iemand in Christus is, dan is hij een nieuw schepsel; het oude is voorbij, zie het nieuwe is daar. Welnu, dit alles is uit God, die ons door Christus met Zich heeft verzoend, en die ons de bediening der Verzoening heeft toevertrouwd. Want het was God, die door Christus de wereld met Zich verzoende en haar de overtredingen niet toerekende, en die òns de prediking der Verzoening heeft opgedragen. In Christus naam treden we dus als gezanten op, alsof God zelf door ons vermaant. In Christus naam smeken we u: Verzoent u met God. Hem, die geen zonde heeft gekend, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat we door Hem zouden worden: gerechtigheid Gods.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 15,1-3.11-32.
Intussen kwamen alle tollenaars en zondaars naar Hem toe, om Hem te horen. Maar de farizeën en schriftgeleerden mopperden, en zeiden: Hij ontvangt zondaars, en eet met hen. Toen sprak Hij tot hen deze gelijkenis: Nog sprak Hij: Een man had twee zonen. De jongste van beiden zei tot den vader: Vader, geef mij het deel der goederen, dat me toekomt. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. Een paar dagen later pakte de jongste zoon alles bijeen, en vertrok naar een ver land. Daar verkwistte hij zijn vermogen door een losbandig leven. Maar toen hij er alles had doorgejaagd, kwam er een grote hongersnood in dat land, en begon hij gebrek te lijden. En hij ging zich verhuren aan een der burgers van dat land; en deze stuurde hem naar zijn velden, om zwijnen te hoeden. Nu had hij zo graag zijn buik willen vullen met de schillen, die de zwijnen aten; maar niemand, die ze hem gaf. Toen kwam hij tot inkeer, en sprak: Hoeveel knechten van mijn vader hebben brood in overvloed, en ik sterf hier van honger. Ik wil opstaan en naar mijn vader gaan, en hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik verdien niet meer, uw zoon te heten; behandel me als een van uw knechten. En hij stond op, en ging naar zijn vader. Nog was hij ver weg, toen zijn vader hem zag, en ten diepste ontroerd werd; hij vloog naar hem toe, viel om zijn hals, en overlaadde hem met kussen. De zoon sprak tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik verdien niet meer, uw zoon te heten. Maar de vader zei tot zijn knechten: Gauw, haalt het beste kleed, en trekt het hem aan; doet hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan zijn voeten; vooruit, slacht het gemeste kalf, en laat ons eten en vrolijk zijn. Want mijn zoon hier was dood en is levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden. En ze begonnen feest te vieren. Zijn oudste zoon was op het land. Maar toen hij terugkeerde, dicht bij huis kwam, en muziek hoorde en dans, riep hij een der knechten, en vroeg wat er gaande was. Deze zei hem: Uw broer is gekomen; uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem behouden heeft teruggekregen. Toen werd hij kwaad, en wilde niet naar binnen gaan. Zijn vader ging dus naar buiten, en drong er op aan. Maar hij antwoordde, en zei tot zijn vader: Zie, zoveel jaren dien ik u reeds, en nog nooit heb ik uw gebod overtreden; toch hebt ge mij nooit een bokje gegeven, om met mijn vrienden feest te vieren. En nu die jongen van u is teruggekomen, die uw vermogen verbrast heeft met eerloze vrouwen, nu slacht ge voor hem het gemeste kalf. Maar hij zei hem: Kind, gij zijt altoos bij me, en al het mijne is het uwe. Neen, feest en vreugde moet er zijn; want uw broer hier was dood, en is levend geworden, hij was verloren, en is teruggevonden.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
God.
God van alle leven, om de kleinheid van de mens zult U de aarde niet verwoesten. U maakt de band met heel uw schepping nieuw. Wij bidden u: geef dat wij beseffen en aanvaarden dat uw verbond ons zwakke leven zinvol maakt. Dit vragen we U voor nu en altijd. AMEN.
Oproep tot bekering.
Als deze aarde met al die grote, kleine mensen op het randje staat van de zelfvernietiging, als je God hoort schreien om zijn verloren schepping in machteloze liefde, laat ons dan op zoek gaan naar ons oorspronkelijk gezicht. Het is nog niet te laat! Heer ontferm U over ons
Als ik in mijn leven stoot op eigen fouten, op verzuim van het goede dat ik had kunnen doen, als de cirkel rondom mij al te klein wordt en ik niet meer de bevrijdende adem van God voel, laat dan de hemel boven mij weer opengaan van Gods grote barmhartigheid. Christus ontferm U over ons
Als wij te weinig geloven in wat er mogelijk is, en elkaar onvoldoende ruimte gunnen, als we teveel op zeker spelen en het vertrouwen missen, laat ons dan weer de verbondenheid ervaren die van God uitgaat naar al zijn mensen. Heer ontferm U over ons
Moge de God van het Verbond ons met zijn Liefde omspannen, onze zonden vergeven en ons weer vrij maken voor het volle Leven. Amen.
