VIJF EN TWINTIGSTE VERSCHIJNING

Vrijdag, 7 maart 1975 om 16.00 uur in de kapel

Jezus verschijnt, lacht Madeleine toe en zegt, terwijl Hij naar de priester kijkt :

"Zegt de priester dat deze stad, die gezegend en geheiligd is, tegen elke ramp zal worden beschermd, en in het bijzonder ieder gezin dat elke dag het gebed bidt, wat Ik ze geleerd heb, gevolgd door een tientje van de rozenkrans."

Vervolgens kijkt de Heer niet meer in de richting van de priester. Hij kijkt naar Madeleine, strekt zijn handen naar haar uit, de rechter wat meer naar voren, en zegt :

"Ik richt nu het woord tot u (glimlachend) : Weest nederig, maar aanvaardt geen enkele hulp voor u zelf. U heeft niets te verwachten van deze wereld, maar uw Vreugde zal onmetelijk zijn in de andere."

Jezus laat zijn handen zakken en alles verdwijnt.

Na een verschijning vertelt de priester haar telkens hoe lang het heeft geduurd, want Madeleine verliest dan ieder gevoel voor tijd.

Zij heeft trouwens de indruk alsof zij niet ouder geworden is, dat zij terugkeert op aarde en in het halfdonker.

 Wordt  vervolgd.

Lezing uit het boek Deuteronomium 6,4-13.
Psalmen 18(17),2-3.4.47.51.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 17,14-20.

Lezing uit het boek Deuteronomium 6,4-13.

Hoor, Israël! Jahweh is onze God, en Jahweh alleen!
Bemin Jahweh, uw God, met heel uw hart, met heel uw ziel, en met heel uw kracht.
Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart staan geschreven.
Prent ze uw kinderen in; herhaal ze, wanneer ge in uw huis zijt gezeten, of wandelt op straat, wanneer gij gaat slapen of opstaat;
bind ze als een merk op uw hand en als een teken op uw voorhoofd,
en schrijf ze op de deurposten van uw huis en in uw poorten.
En wanneer Jahweh, uw God, u het land heeft binnengeleid, dat Hij aan uw vaderen, aan Abraham, Isaäk en Jakob onder ede beloofd heeft, u te zullen geven: een land met grote en prachtige steden, die gij niet hebt gebouwd,
met huizen vol allerlei kostbare zaken, waarmee gij ze niet hebt gevuld, met uitgehouwen regenbakken, die gij niet hebt gehouwen, met wijngaarden en olijfbomen, die gij niet hebt geplant: en wanneer gij zult eten tot verzadigens toe,
zorg er dan voor Jahweh niet te vergeten, die u uit het land van Egypte, uit het slavenhuis heeft geleid!
Jahweh, uw God, moet ge vrezen, Hem moet ge dienen, bij zijn Naam alleen moogt ge zweren.


Psalmen 18(17),2-3.4.47.51.

Ik heb U lief, o Jahweh, mijn kracht;
Jahweh, mijn toevlucht, mijn burcht en mijn veste; Mijn God, mijn rots, waarop ik kan schuilen, Mijn schild, de hoorn van mijn heil, en mijn schutse.
Ik roep: Geprezen zij Jahweh! En ben van mijn vijand verlost.
Leve Jahweh! Gezegend mijn Rots; Hoogverheven de God van mijn heil!
Machtige hulp verleent Hij zijn Koning, En genade aan zijn Gezalfde: Aan David en zijn geslacht voor altijd!


Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 17,14-20.

En toen zij bij de menigte waren gekomen, kwam een man naar Hem toe. wierp zich voor Hem op de knieën neer,
en zeide: Heer, ontferm U over mijn zoon, want hij heeft de vallende ziekte en heeft veel te lijden: dikwijls valt hij in het vuur, en dikwijls in het water.
Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht, maar ze konden hem niet genezen.
Jesus antwoordde: O ongelovig en boos geslacht, hoelang nog zal Ik bij u zijn; hoelang nog zal Ik u dulden? Breng hem hier bij Mij.
En Jesus bedreigde den bozen geest, en deze ging van hem uit; de knaap was genezen van dat ogenblik af.
Nu kwamen de leerlingen afzonderlijk bij Jesus, en zeiden: Waarom konden wij hem niet uitwerpen?
Jesus sprak tot hen: Om uw gebrek aan geloof. Voorwaar, Ik zeg u: Zo gij een geloof hebt als een mosterdzaadje, dan zult gij zeggen tot deze berg: Ga van hier dáár heen, en hij zal gaan; en niets zal u onmogelijk zijn.

Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling

Heer, hoe goed is het om met U te leven.
Vandaag zijn wij gezond misschien…
en kunnen wij mensen gelukkig maken,
door hen een hand reiken in momenten van pijn,
of hen een lieve blik toe te werpen bij verdriet.
Wij spreken een troostend woord bij wanhoop,
en zijn aanwezig als zieke mensen ons nodig hebben,
we maken een poosje tijd, komen dichterbij en luisteren…
Of vandaag zijn wij ziek misschien…
en hebben wij de moed herwonnen
om meer dan ooit voordien tijd te maken
om goed te luisteren naar hen die zo jachtig leven.
Wij kunnen vreugde brengen bij mensen die ons helpen,
en hen laten zien dat er meer in het leven is dan verdriet,
maar ook hoop, genegenheid en toekomst voor lieve mensen.
Heer, ik voel me blij als ik door U en met uw hulp
bij anderen een heel klein wonder van liefde mag doen.
Zorg voor allen die elkaar bijstaan als zieken of gezonden,
als dienstbaren, professionelen of vrijwilligers, …
zorg voor allen die uw naam eer aandoen.
Want zo Heer, weten wij
hoe goed het is het om met U te leven. Amen

Als je ziek bent
kom ik je bezoeken
als je eenzaam wordt
zal ik bij je waken
als je roept in het onbekende
wil ik in stilte bidden
als je zwijgt, zal ik
mijn hand te luisteren leggen
Als je weent van pijn
leef ik gekruisigd met je méé
als je je opstandig voelt, onmachtig, verloren,
blijf ik van je houden
als je droomt, hoopt en beeft,
ik beloof je,
ik zal hen die jou ter harte gaan niet vergeten
als je zoekt de vreugde te bewaren
en je lijden op te dragen
zal ik beide vruchtbaar maken.
Als je door eigen benauwenis heen
nog het leed van anderen ziet
zal ik je noemen, trouwe vriend
als je de ogen sluit
zal ik het licht wakker houden
Als je ziek bent
zal ik je zalven en zegenen
je tot vrede en tot leven zoenen.

Goede Vader, Vandaag zijn wij hier om U te danken voor de wonderen die Gij aan ons verricht.
Door uw liefde brengt Gij ons bijeen.
Gij helpt mensen lijden en angsten overwinnen als ziekte hen velt,
als de moed ontbreekt in het leven,
als de dagen eentonig verlopen en de toekomst leeg lijkt.
Gij komt ons dan door mensenhanden tegemoet.
Uw liefde geeft ons steeds weer vleugels om verder te doen.
Uw liefde leert ons de zin van iemands naaste te zijn.
Wij danken U voor al de zieken, al de vrijwilligers
en al diegenen die ons steunden om uw liefdeswerk te verrichten
naar het voorbeeld van Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen

Wees gegroet Maria, door uw jawoord
werd Gods liefde zichtbaar in Jezus, onze Heer.
Schenk ons de kracht nooit nee te zeggen tegen God.
Wees gegroet Maria, ….
Wees gegroet Maria U kent onze zorgen en deelt ons lijden.
Wees onze voorspreekster bij Jezus uw Zoon.
Wees gegroet Maria, …..

Wees gegroet Maria, U deed uw werk in stilte en eenvoud,
de eerste plaats hebt gij nooit gezocht.
Leer ons bescheiden te dienen en in verborgenheid te lijden.
Wees gegroet Maria,.
Wees gegroet Maria, U wilde onze moeder zijn.
Geef dat wij uw bijstand mogen ervaren.
Wees gegroet Maria, …..
Wees gegroet Maria, U hebt temidden van de apostelen gebeden
om Gods Geest.
Verkrijg voor ons die Geest van Jezus.
Wees gegroet Maria, ….. God, dit zijn de gebeden
die wij U willen voorleggen op voorspraak van Maria.
Wil ze genadig verhoren
en toon dat U voor ons wil zijn:
een goede en genadige God.
U zij lof en eer in eeuwigheid. Amen.

Ik groet u, Maria,
uw naam profeteert voor altijd
dat kleinheid op onze aarde
de enige troon is
die God kiest om Zich te tonen.

Ik groet u, Maria,
uw naam zingt voor altijd
dat het op aarde mogelijk is
een wieg te bereiden
om Gods Zoon waardig te dragen.

Ik groet u, Maria,
uw naam verkondigt voor altijd
dat tederheid onze aarde raakte
wanneer Gods Zoon
plaats vond midden de armoede.

Ik groet u, Maria,
uw naam juicht voor altijd
dat we langs aardse wegen
naar de Vader mogen opgaan
die in u zijn welbehagen vond.

Ik groet u, Maria
uw naam belooft voor altijd
dat van op deze aarde
God ons veilig brengt
waar gij in de glorie thuis bent.

God, brood is vrucht van menselijke arbeid.
Wij bestemmen het om uw Zoon onder ons aanwezig te brengen. Neem dit brood aan, alsook ons gegeven zijn aan elkaar.
Mensenhanden maakten druiven tot deze beker wijn,
bestemd om U onder ons aanwezig te stellen.
Met deze beker dragen wij op, onze verantwoordelijkheid, onze zorg en inzet voor elkaar.
Aanvaard, Heer, zo bidden we U, deze gaven.
Zij zijn een uitdrukking van onze verbondenheid met U en elkaar, alsook een uitnodiging
opdat zij mogen worden het lichaam en bloed van uw Zoon en onze Heer Jezus Christus.
Amen.

VIER EN TWINTIGSTE VERSCHIJNING

Vrijdag, 28 februari 1975 van 15.00 tot 15.30 uur

Jezus verschijnt met zijn armen langs zijn lichaam. Hij lacht Madeleine toe, legt zijn linkerhand op zijn borst en heft zijn rechter op alsof Hij wil zegenen. Zijn gelaat is vol van goedheid, de uitdrukking op zijn gezicht en van zijn ogen spreekt van meest verheven goedheid en grote zachtheid.

Na enkele ogenblikken zegt Hij :

"Zegt de priester :

“Ik wil mijn Barmhartigheid uitstorten in de mensenharten, allereerst bij hen die de Boodschap kennen en vervolgens bij de gehele wereld”.

Laten zij die tot taak hebben het Glorierijke Kruis te doen oprichten, niet blind zijn, want er zal geen ander teken zijn dan dat van deze profetes, die geroepen werd vanuit de duisternis tot het Licht.

Voorwaar, geen ander teken zal er zijn, want dit geslacht is het meest schijnheilig en boos."

Alvorens Madeleine te verlaten, heeft Hij zijn handen en armen langs zijn lichaam laten zakken. Hij heeft hem geglimlacht en verdwenen.

Wordt  vervolgd.

Lezing uit het boek Deuteronomium 4,32-40.
Psalmen 77(76),12-13.14-15.16.21.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 16,24-28.

Lezing uit het boek Deuteronomium 4,32-40.

Ondervraag de oude tijden, die u vooraf zijn gegaan, sinds de dag, dat Jahweh den mens heeft geschapen op aarde; ondervraag het ene eind van de hemel tot het andere eind, of er ooit zo iets groots is geschied en ooit zo iets is gehoord;
of ooit een volk de stem van een god heeft gehoord, die uit het vuur heeft gesproken, zoals gij hebt gehoord, en in leven bleef;
of ooit een god het heeft beproefd, midden uit een ander volk zich een volk te komen halen door rampen, tekenen, wonderen en oorlogen, met sterke hand, gespierde arm en onder grote verschrikkingen, zoals Jahweh, uw God, voor uw eigen ogen met u heeft gedaan in Egypte.
U is het getoond, opdat gij zoudt weten, dat Jahweh God is, en geen ander dan Hij.
Om u te onderrichten heeft Hij uit de hemel zijn stem laten horen en op de aarde u zijn machtig vuur laten zien, en hebt gij midden uit het vuur zijn woorden gehoord.
Omdat Hij uw vaderen heeft bemind en hun nageslacht heeft uitverkoren, omdat Hij u in eigen persoon met grote kracht uit Egypte heeft geleid,
om volken, groter en machtiger dan gij, voor u te verdrijven, u in hun land te geleiden en het u als erfdeel te schenken, zoals heden geschiedt:
daarom moet gij heden erkennen en in uw hart prenten, dat Jahweh God is in de hemel daarboven en op aarde beneden, en anders geen.
Onderhoudt zijn bepalingen en geboden, die ik u heden ga geven, opdat het u en uw zonen na u goed moge gaan, en gij lang het land moogt bewonen, dat Jahweh, uw God, u voor altijd gaat schenken.


Psalmen 77(76),12-13.14-15.16.21.

Ik dacht dus aan uw daden, o Jahweh, Dacht terug aan uw vroegere wonderen;
Peinsde over al uw werken, Overwoog, wat door U is verricht.
Ja, uw weg was heilig, o God; Welke God was ontzaglijk als Jahweh!
Gij waart de God, die wonderen wrochtte, En uw macht aan de heidenen toonde!
Gij hebt door uw arm uw volk verlost, De zonen van Jakob en Josef!
Zo hebt Gij uw volk als schapen geleid, Door de hand van Moses en Aäron!


Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 16,24-28.

Toen sprak Jesus tot zijn leerlingen: Zo iemand mijn volgeling wil zijn, dan moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen; maar wie om Mij het leven verliest, zal het vinden.
Wat baat het den mens, zo hij de hele wereld wint, maar schade lijdt aan zijn ziel? Of wat zal de mens in ruil geven voor zijn ziel?
Want de Mensenzoon zal met zijn engelen komen in de heerlijkheid van zijn Vader, en dan zal Hij iedereen volgens zijn werken vergelden.
Voorwaar, Ik zeg u: daar zijn er onder de hier aanwezigen, die de dood niet zullen smaken, voordat ze den Mensenzoon zien komen in zijn koninkrijk.

Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling

Bevrijd mij, Jezus

van het verlangen om bemind te worden

van het verlangen om bejubeld te worden

van het verlangen om geëerd te worden

van het verlangen om geprezen te worden

van het verlangen om verkozen te worden

van het verlangen om geraadpleegd te worden

van het verlangen naar goedkeuring

van het verlangen naar populariteit

van de vrees om vernederd te worden

van de vrees om veracht te worden

van de vrees om berispt te worden

van de vrees om belasterd te worden

van de vrees om vergeten te worden

van de vrees om onrecht aangedaan te worden

van de vrees om bespot te worden

van de vrees om verdacht te worden

Laat ons allen een ware en vruchtbare tak

aan Uw wijnstok worden door Hem in ons leven

te verwelkomen zoals Hij dat graag wil:

Als de Waarheid – om uit te spreken

als het Leven – om te leven

als het Licht – om aan te steken

als de Liefde – om te beminnen

als de Weg – om te volgen

als de vreugde – om te schenken

als de Vrede – om te verspreiden

als het Offer – om op te dragen

in ons gezin en met onze omgeving.

Psalm 37: 3-7