Vasten 2009 Deel 1
Gebedsgroep
HET CENAKEL
Waregem
VEERTIGDAGENTIJD voor KRASSELAARS 2008*
In de Leer bij de Heiligen
Eén tekst per dag om op te gaan naar Pasen
Auteur : Abbé Max Huot de Longchamp, Centre St. Jean de la Croix, F-36230 Mers-sur-Indre
Oorspronkelijke Titel : Carême pour les Cancres, 2009. A lécole des Saints.
Vertaling : Hilaire Mestdag, Waregem
O mijn ziel, voorwerp van zegeningen van de opperste Schepper, kijk naar uw Redder die, verscheurd door duizend wonden, zijn blik op u richt. Kijk naar zijn voeten, door nagels doorboord, hoezeer zijn ze gekneusd door de hamerslagen ! Bedenk dat Hij nochtans in schoonheid alle schepselen te boven ging en dat zijn onschuldig vlees boven alle volmaaktheid verheven was.
Kijk naar die wonde, die Hij kreeg in zijn rechter zijde. Besef hoe zijn goddelijk bloed genoegdoening gegeven heeft voor al uw beledigingen. Zie hoe Hij gekwetst werd door een wrede lans en hoe Hij toeliet dat deze zijn hart doorboorde voor iedere gelovige ! Zie hoe Hij op het wrede hout langs alle zijden gekwetst werd, uit liefde voor u ! Hij is gestorven, uw zoete Meester, om uw misdrijf uit te boeten. Om u in zijn Rijk binnen te leiden, heeft hij toegestemd om gekruisigd te worden !
O, mijn ziel, vestig uw blik op hem, en moge dit gezicht u overspoelen met onuitsprekelijke genoegens.
H. Catherine van Boulogne (1413-1463)
Over de heilige wonden van Jezus.
2
WERKWIJZE
Elke dag tien minuten, hetzij 0,7% van ons leven wijden aan ons eeuwig leven. Daartoe:
- MEDITEREN : Elke dag wordt er een meditatie aangeboden, die geleid wordt door een tekst, ontleend aan de grote spirituele christelijke traditie. In dit jaar, dat door de Kerk toegewijd werd aan de Apostel Paulus, zullen deze teksten geordend worden rond acht themas, die overeenkomen met de essentiële themas van de Vasten : - Van Aswoensdag tot de daarop volgende zaterdag : Nu is er die gunstige tijd, vandaag is het de dag van het heil. (2 Kor. 6,2)
- De maandagen van de volgende weken : Laat u met God verzoenen !
- Op dinsdag : Strijd de goede strijd van het geloof ! (1 Tim. 6,12)
- Op woensdag : Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven. (Kol. 3, 13)
- Op donderdag : Hij heeft de Geest van zijn Zoon in ons gezonden, die roept :
Abba,Vader! (Gal.4,6) - Op vrijdag : Het streven van het vlees loop uit op de dood. (Rom. 8,6)
- Op zaterdag : Zeg aan de rijken dat ze goed doen, zich verrijken door goede daden en vrijgevig
zijn en milddadig. (1 Tim. 6, 18).
- Tijdens de goede week : Mij moge God er voor bewaren op iets anders te roemen dan op het
Kruis van Christus ! (Gal. 6,14.)
- BESLISSEN : Om deze teksten dag na dag te beleven, stellen we een concreet voornemen voor, om daadwerkelijk te beleven wat we gemediteerd hebben.
Nu is er die gunstige tijd !
WOENSDAG, 25.02.09, Aswoensdag (Vasten, vleesderven)
Een droevige of een blijde vasten?
Mijn God, dit is de tijd van onthouding en versterving. Het betekent niet veel, dat vlees te derven dat het lichaam voedt, indien men ook niet vast in al de dingen die de eigenliefde voeden. Geef mij dan ook, o Gij Bruidegom van de zielen, die innerlijke maagdelijkheid, die zuiverheid van hart, die onthechting van elk schepsel, die soberheid waardoor men eender welk schepsel enkel gebruikt uit noodzaak.
Ten andere, o mijn God, ik weet dat Gij wilt dat het hart dat U bemint het breed heeft. Ik zal handelen in vertrouwen, zoals een kind dat speelt in de armen van zijn moeder. Ver, verre, o mijn God, die droevige en bange braafheid, die altijd zichzelf opvreet, altijd met de weegschaal in de hand, om de atomen af te wegen, uit schrik de innerlijke vasten te breken !
Men beledigt U als men met U niet handelt in alle eenvoud. Die gestrengheid doet uw vaderlijke gevoelens onrecht. Gij wilt dat men U alléén bemint, dààrop slaat uw naijver ! Maar als men U bemint, laat Gij de liefde vrij handelen, en Gij ziet best wat er waarachtig uit die liefde voortkomt.
Ik zal dan vasten, o mijn God, mij onthouden van elke wil die niet de uwe is, maar ik zal vasten uit liefde, in de vrijheid en de overvloed van mijn hart. Wee het in zichzelf verkrompen en uitgedroogde hart, dat alles vreest, en door dit vrezen geen tijd heeft om lief te hebben en edelmoedig achter de Bruidegom aan te lopen !
Fénélon (1651-1715), Liefderijk Onderhoud X, voor de Vasten
3
OVERWEGEN
De vasten heeft een slechte pers ! Een tijd van treuren en ontzeggen ? Neen, een tijd van inkeer en liefhebben, en dus een tijd van vreugde en vrijheid. Die vrijheid van de echte liefde herwinnen : Ziedaar ons doel gedurende veertig dagen.
En daarom, eerst de essentie terugvinden van het christelijk leven : "De Heer alleen beminnen". Laten wij vandaag tijd maken om daarover na te denken, voor Hem staande, alles afwegend wat Hem niet waardig is in de loop van onze dag, al onze verslavingen die wij hebben toegelaten in ons leven, en die ons verhinderen vrij te zijn om Hem lief te hebben.
BESLISSEN
Ik bepaal van heden af het ogenblik in de dag, dat ik dagelijks, tot Pasen, zal wijden aan de "Vasten voor de Krasselaars".
De Schrijver:
Fénélon stamt uit oude adel uit de Périgord. Hij studeerde bij de Jezuïeten, later bij de Sulpiciërs. Priester in 1675; opgenomen in de entourage van Lodewijk XIV en Mme. de Maintenon, wordt hij de precepteur van de kroonprins, de hertog van Boergondië. In dat midden zal hij Mme. Guyon ontmoeten. Hij wordt een toegewijde volgeling, en haar onvoorwaardelijke verdediger tegenover Bossuet (zie vervolg : 16 maart).
DONDERDAG, 26.02.09, na Aswoensdag.
Christus heeft u gekozen.
Heel ons leven lang roept Christus ons. Het ware goed dat wij ons daarvan bewust zijn. Maar wij zijn traag om deze grote waarheid te begrijpen, dat Christus als het ware onder ons meegaat, en met zijn hand, zijn ogen, zijn stem ons beveelt Hem te volgen. Wij vatten zelfs niet eens zijn oproep die op dit eigenste ogenblik klinkt. Dat was zo in de tijd van de apostelen, zo denken wij, maar wij geloven er niet aan voor onszelf, wij verwachten hem niet. Wij hebben geen ogen om de Heer te zien, en in dit opzicht verschillen wij sterk van de geliefde Apostel, die Christus onderscheidde waar de anderen Hem niet eens herkenden.
Gij zijt niet alleen Gods schepsel, hoewel Hij zelfs zorg draagt over de mussen. Gij zijt een vrijgekochte en geheiligde mens, zijn aangenomen kind, begiftigd enerzijds met die glorie en die zegen die eeuwig uit Hem voortvloeien over de Enige Zoon. Gij zijt uitverkoren om de zijne te zijn ! Gij zijt één van hen voor wie Christus aan zijn Vader zijn laatste gebed offerde, en er de zegel van zijn kostbaar bloed op drukte. Wat een grootse gedachte, haast tè groot denkbaar voor ons geloof...
Wat is dan de mens, wat zijn wij, wie ben ik, dat de Zoon Gods zo om mij bekommerd is ? Wie ben ik, dat Hij mij omzeggens van de natuur van een demon doet overgaan naar die van een engel ?
John-Henri Newman (1801-1890), Parochiaal Sermoen VIII,2
OVERWEGEN.
Bewust worden van onze waardigheid als zoon, als dochter van God: "Gij zijt een vrijgekochte en geheiligde mens, een aangenomen zoon van God" ! Dat is het vertrekpunt van onze Vasten.
Christus roept mij. Een echte vasten beleven is een antwoord op die oproep. Maar wij zijn er zo weinig aan gewoon te luisteren naar de Christus ! Laten wij dan beginnen met tijd te maken om tot inkeer te komen, om Hem heel simpel te zeggen dat wij naar Hem willen luisteren. Zetten wij ons te bidden, al was het onhandig, met de woorden die wij zullen vinden, met onze twijfels, onze aarzelingen. Als wij er maar mee beginnen !
BESLISSEN.
Vijf minuutjes om na te denken over de grootsheid van mijn roeping. God heeft zich aan mij gegeven opdat ik eeuwig leve en gelukkig zou zijn
Hij is op het Kruis gestorven... Hij houdt geen rekening met mijn fouten...
4
De schrijver:
Een Londense bankierszoon, oudste van zes. Op 15 jaar getekend door een intense geestelijke ervaring. Krijgt in Oxford een briljante klassieke en patristische vorming en wordt er een van de animatoren van de Oxfordbeweging, een Anglicaanse vernieuwingsbeweging. Anglicaans priester in 1824, bekeert hij zich in 1845 tot het Katholicisme en wordt één van de bijzonderste actoren in de religieuze debatten van de XIXe eeuw.
VRIJDAG, 27.02.09, na Aswoensdag.
Veertig dagen verenigd met Christus.
O mijn Jezus, ik verlang om deze Veertigdagentijd met U en met uw heilige Moeder door te brengen, en zoals Gij beiden die hebt doorgemaakt, zoveel als mogelijk en met uw hulp. Ik zie dat Gij die hebt gebruikt in de eenzaamheid, ver van het gezelschap van de mensen, en zelfs van de zeer zoete conversatie van uw allerheiligste Moeder, in een eeuwige stilte, in eeuwig gebed, en in zeer strikte boete, in vasten, slapend op de blote grond, en in de woestijn lijdend aan vele andere uiterlijke en innerlijke kwellingen.
Ik wil, met U en om uwentwil, de eenzaamheid, de stilte, het gebed en de boete liefhebben. Geef mij uw genade, ik bid U, om mij te onttrekken aan ijdele en nutteloze gesprekken, mij te onthouden van elk slecht en ijdel woord, mijn genoegen te stellen in het spreken met U in het gebed, al mijn daden te stellen in geest van inwendig gebed en ingetogenheid, en om uit liefde tot U een of andere boete en versterving te verdragen.
O mijn Verlosser, ik offer U de onthouding en de vasten van deze Veertigdagentijd, met al de vastens en andere verstervingen van uw heilige Kerk, van alle heiligen en van uw heilige Moeder, ter ere van en in eenheid met uw vastens en penitenties, tot uitboeting van mijn zonden en de vervulling van uw goddelijke beschikkingen over uw Kerk, en mijn ziel in het bijzonder.
H. Jan Eudes (1601-80), Gebedenboek IV,II
OVERWEGEN.
De vastentijd zou slechts een pijnlijke morele oefening zijn, ware hij niet vooreerst een tijd van innige vereniging met Jezus. Onze vasten vergezelt Hem 40 dagen in de woestijn, in het vast besluit tot eenzaamheid, stilte en soberheid. Beter nog : Jezus zelf komt in ons die woestijntijd beleven, om er een tijd van intimiteit met Hem van te maken.
Een christen bootst Christus niet na. Hij laat Christus in zich één na één zijn mysteries beleven. Het mysterie van Jezus in de woestijn is dat van zijn gebed, zijn overwinning op Satan, zijn aanvaarden van het Koninkrijk dat Hij gaat aankondigen. Doen wat Hij gedaan heeft, zelfs heel gering, gedurende deze 40 dagen, is Hem toelaten om dit alles in ons te vervullen.
BESLISSEN.
Op deze vrijdag, bijzonder gewijd aan de boete, zoek ik mijn zwakke punten op om ze te maken tot voorwerp van mijn vasteninspanningen. Gulzigheid ? Luiheid ? Gierigheid ? Gramschap...
De schrijver:
Van boerenafkomst uit een piepklein dorp, Ri (Orne), studeert hij bij de Jezuïeten, en sluit zich aan bij het Oratorium van Bérulle. Onvermoeibaar predikant in het Westen van Frankrijk, toevlucht der armen, vertegenwoordigt hij best het mystieke Normandië van de XVIIe eeuw. Hij stichtte twee congregaties, o.m. de Eudisten voor de vorming van de priesters, en beïnvloedde zo de Franse clerus door de eeuwen heen. (Zie verder: 2 april).
5
ZATERDAG, 28.02.09, na Aswoensdag.
Een beetje realiteitszin !
Waar gij ook zijt, waarheen gij ook kijkt, ge zijt ongelukkig als ge u niet naar God keert. Maar beschouwt gij het hemelse goed, zo zult gij zien dat alle voorbijgaande goederen niets zijn, maar eerder onzeker en drukkend, want nooit bezit men ze zonder zorg of vrees. Het geluk van de mens komt niet van hun overvloed, en het volstaat dat hij er matig van bezit.
Wee dus degenen die geen weet hebben van hun ellende en de broosheid van het leven ! O dwaze en ontrouwe harten, zo diep verzonken in de aardse werkelijkheid, zodat zij niets anders smaken dan wat zinnelijk is ! Die ellendigen zullen op het einde pijnlijk ondervinden hoe laag en nietig was wat zij hebben begeerd.
Verlies, mijn broeder, het vertrouwen niet in de werkelijkheid van de geestelijke dingen. Gij hebt nog de tijd en het ogenblik is daar. Waarom uw goed voornemen tot later uitstellen ? Sta op, begin terstond, en zeg : Dit is het moment om te beginnen, om te strijden, om mij te beteren !
Wat zal er op het eind van ons geworden, als wij reeds zo vroeg in de morgen, laf zijn ? Wee ons, indien wij de rust verkiezen, alsof wij reeds in vrede en zekerheid verkeerden, terwijl er nog geen spoor is van echte heiligheid in ons gedrag?
Thomas à Kempis (1379-1471), Navolging Christi, I,22
OVERWEGEN.
Wij weten best dat geld geen geluk garandeert, noch de reputatie of zelfs de gezondheid... En nochtans leven wij meestal in de droom, alsof al wat ophoudt bij het graf meer gold dan wat eeuwig zal duren. Van dit gezichtspunt uit, is de vasten een oefening in geestelijke hygiëne, zelfs indien de "echte heiligheid" alleen beslissend is voor de christen.
Op het ogenblik dat wij beginnen te vasten, worden wij ons bewust van de broosheid en de ijdelheid van zoveel van onze keuzes. Is het leven dat ik leid wel de moeite waard ? Wat zal er van mij overleven indien ik morgen deze aarde verlaat ?
BESLISSEN.
Ik bekijk mijn laatste bankuittreksel. Wat was er werkelijk de moeite waard in al die uitgaven ? En wat ging er alleen naar mijn plezier(tjes) ?
De Auteur:
Thomas werd geboren te Kempen (benoorden Keulen), bracht zijn jeugd door te Deventer, bij de Broeders van het Gemene Leven (rond Geert Grote en Florent Radewijns), haard van de "Moderne Devotie". In de lijn van Ruusbroec de Wonderbare (+ 1381), cultiveerden de broeders er tegelijk de verinnerlijking, die zal open bloeien bij de Spaanse mystieken, en de studie van de grote schrijvers van de Traditie. (Zie vervolg : 9 april)
Jezus wordt bekoord in de woestijn.
ZONDAG, 1.03.09, 1e vastenzondag
Over het goed gebruik der bekoringen.
Jezus Christus en alle heiligen hebben de proef van de bekoring ondergaan, zonder dat die hun heiligheid in het minst heeft aangetast. Ziedaar waarom elke verslagenheid in de beproeving onredelijk is.
Er zijn enkele voorwaarden vereist voor, tijdens en na de bekoring. Vóór de bekoring moet men alles vermijden wat blootstelt of neigt naar het kwaad. Wie het gevaar bemint zal erin vergaan. Wie rekent op zijn kracht zal beschaamd worden. Anderzijds moet men de bekoring niet vrezen. Wie ze vreest, wekt ze op. Best is er niet aan te denken, en zich enkel te houden aan wat men te doen heeft.
Tijdens de bekoring moet men er niet mee spelen, omdat zij zogezegd licht is, zo niet zou ze de bovenhand op ons krijgen. Maar men moet ze vlug, ferm en rustig afwijzen, ze met misprijzen de rug toekeren zonder ze
6
één blik te gunnen, en indien zij enige indruk maakt, moet men ze rustig afkeuren en zich totaal toeleggen op wat men dan uitvoert.
Na de bekoring moet men ze vergeten. Er aan terugdenken doet ze herleven. Beter is rustig moed te verzamelen om zo nodig het voorbije kwaad te herstellen, door hetgeen waar men mee bezig is volmaakt uit te voeren, zich met God verenigen en zich in zijn armen werpen met vertrouwen en liefde, en zeggen zoals de verloren zoon : "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u".
André Hamon (1795-1874), Meditatie voor de 1e zondag v.d. Vasten.
OVERWEGEN.
De bekoring moet geen indruk maken op ons. Het voorbeeld van Jezus en de heiligen toont dat de bekoring geen zonde is. In de plaats dan van ontmoedigd te zijn als zij komt, maken wij er een gelegenheid van om ons hechter aan Jezus te binden. Van een hindernis maken wij een springplank !
Concreet bestaat de weerstand aan de bekoring er vooreerst in ze eenvoudig niet te zoeken ! Als ik b.v. de slechte gewoonte heb om mijn leven door te brengen voor de tv, leert de voorzichtigheid om die niet aan te zetten om te zien of iets er mij zou interesseren.
En indien ik bezweken ben, moet ik dringend naar iets anders overgaan, en mij daartoe helemaal instellen op wat God wil, door "volmaakt te doen dat waar men mee bezig is". Dat zal het beste middel zijn om Hem vergiffenis te vragen, en om te vermijden dat ik in de bekoring terugval.
BESLISSEN.
Ik zoek een veel voorkomende bekoring op in mijn leven ( die persoon maakt mij woedend, dit genot is onweerstaanbaar ...) en ik neem een radicaal besluit om dit te vermijden (ik vermijd de onderwerpen die mij kwaad maken... Ik verander van voetpad om niet stil te vallen voor die aantrekkelijke vitrine...)
De Schrijver:
Geboren in Mayenne in een zeer christelijk gezin van na de Revolutie, treedt André Hamon, priester in 1820, in bij de compagnie van St-Sulpice. Professor te Bordeaux, Clermont, Parijs, en later overste, onderscheidt hij zich als vormer van de clerus in de geestelijke lijn van St. Franciscus van Sales. (Zie vervolg : 18 maart)
"Laat u met God verzoenen!"
MAANDAG, 2.03.09. Van de feria
Niet wachten tot je heilig bent om je te bekeren !
De valstrik, die de duivel mij spande, door me te laten geloven dat ik, slecht als ik was, niet kon doorgaan met het inwendig gebed, was er de oorzaak van dat ik er 18 maanden mee ophield, of toch een jaar lang, want ik herinner mij niet hoe lang. Dat alleen had volstaan om mij in de hel te storten, ook zonder tussenkomst van de duivels.
Die vijand van de mens weet wel wat hij doet, wanneer hij ons zo in de afgrond tracht te duwen ! Die verrader weet dat een ziel, die volhoudt in het inwendig gebed, voor hem verloren is ! Hoe dwaas, het licht te vluchten om zich te wagen in de duisternis, waar men niet zou kunnen stappen zonder te struikelen bij iedere stap ? En wat een hoogmoedige nederigheid, waarvan de duivel zich bediende om mij de kolom van het inwendig gebed los te doen laten, wiens steun mij zulke zware val had kunnen beletten ?
Betrouwen wij op God ! Zijn goedheid is veel en véél groter dan onze kwaadwilligheid. Ons berouw doet Hem onze ondankbaarheid vergeten, en in de plaats van ons te straffen omdat wij zijn genaden verspild hebben, zetten die Hem aan om ons te vergeven. Dat wie zich in die staat bevinden, zich herinneren wat Hij daarover in het Evangelie zegt, en de manier waarop Hij tegenover mij gehandeld heeft, tegenover mij, die het
eerder moe was Hem te beledigen, dan dat Hij het moe was mij te vergeven.
Als Hij nooit moe wordt van geven en als de bron van zijn medelijden onuitputtelijk is, zouden wij dan niet erg ongelukkig zijn, als wij het zouden moe worden zijn genaden te ontvangen ?
H. Theresia v. Avila (1515-1582), Autobiografie XIX (Vertaling uit 1670 van Arn. d'Andilly)
7
OVERWEGEN.
Wij denken gewoonlijk over ons christelijk leven in termen van verdiensten, alsof Gods genade geen... genade was ! Wij zullen altijd bekoord worden om te denken dat God alleen met de heiligen bezig is, terwijl Hijzelf ons zegt dat Hij gekomen is voor de zieken en de zondaars.
Omdat het gebed helemaal bestaat in een bewuste relatie met God, is het de eerste stap naar de aanvaarding van die genade. Het gebed is de essentie zelf van het christelijk leven. Het is langs dààr dat wij moeten beginnen, zonder meer, in de overtuiging dat "de goedheid van God veel en véél groter is dan onze kwaadwilligheid".
Er is geen andere hel, dan van God gescheiden te zijn. Er is geen andere hemel dan met Hem verenigd te zijn. Daartoe moeten wij, en dat volstaat, ons naar Hem wenden.
BESLISSEN.
Ik zoek in mijn leven de grootste hinderpaal om mijn doopsel ten volle te beleven. Dan denk ik na : Wat ware de eerste stap om die hinderpaal te vermijden ? En dan beslis ik die eerste stap te zetten !
De auteur:
Zij is een van de emblemen van de mystiek der Spaanse Gouden Eeuw. In 1560 begint zij met de hervorming van de Karmel, om zijn beginideaal te hervinden van stilte en gestrengheid, waarbij St. Jan van het Kruis zal aansluiten in 1567. Meesteres in het geestelijk leven. Haar geschriften zullen haar maken tot de eerste vrouwelijke "Kerkleraar".
"Strijd de goede strijd voor het geloof!"
DINSDAG, 3.03.09. Van de feria
Het is God die in ons strijdt.
Wanneer gij opdringerig en hevig wordt aangevallen door passie of bekoring, bestrijd ze dan niet rechtstreeks, want deze neigingen blijven maar hangen in onze geest in de mate dat wij er mee bezig zijn om ze te verwerpen.. Ik houd als algemene regel dat elke storende bekoring en passie, welke dan ook, nooit beter verworpen wordt dan door ons misprijzen. Het gaat veel sneller om die suggesties te verwaarlozen en onze gedachte ervan af te wenden, zo subtiel en zacht als maar kan, om die dan te laten benemen door enige gedachte aan God, met een bijzondere zorg om onze wil te sterken mocht die soms zwak vallen.
Indien de bekoring u zeer nauw aanvalt, loop dan vlug naar die vaderlijke goedheid, die in u zo sterk liefdevol aanwezig is, zoals een kind zou doen dat zich in de armen van zijn vader werpt wanneer het voor iets schrikt. Omhels Hem in de geest, betuig dat gij nooit van Hem zoudt scheiden, en scheid u tegelijk van elke andere gedachte, uitgenomen dat gij nooit zoudt scheiden van zijn zo begerenswaardige liefde. Let op dat gij de bekoring zo goed als niet aankijkt, of geenszins met haar argumenteert. Verwerp ze van meet af aan met uiterst misprijzen, daar zij komen van de gezworen vijand van God, uw enige liefde.
Jean-François de Reims (1660), De waarachtige Volmaaktheid.
OVERWEGEN.
God is in ons aanwezig, niet mentaal, maar actief. Hij leeft in ons, strijdt in ons, veel meer bedacht op ons geluk dan wijzelf. Willen wat Hij wil, is Hem de deur openen van onze ziel, en vandaar vooraf alles overwinnen wat die liefde in de weg staat.
De kracht van de bekoring ligt helemaal in onze twijfel over Gods goedheid : "Indien de bekoring u zeer nauw aanvalt, loop dan vlug naar die vaderlijke goedheid", en de bekoring zal vanzelf verzwinden, want gij zult het vertrouwen, dat één ogenblik wankelde, teruggevonden hebben.
Men weerstaat niet aan de bekoring, men wendt zich ervan af. En daartoe wendt men zich weer tot God.
BESLISSEN.
Zoals verleden zondag.
8
De Schrijver:
Uit een familie van Kerkmensen uit Reims, treedt hij binnen bij de Kapucijnen van Troyes in 1615. Als volgeling van Martial d'Etampes incarneert hij met hem de aanzienlijke rol van de Kapucijnen in het mystieke renouveau van de Franse XVIIe eeuw. Predikant en geestelijk directeur in meerdere conventen van Champagne en Parijs, had hij een grote rol in het bestuur van zijn provincie. Hij liet twee werken na voor de zusters religieuzen: "De vredevolle directeur van de Gewetens" en "De ware Volmaaktheid van dit leven in de Oefening (van het beschouwen) van Gods Aanwezigheid".
"De Heer heeft u vergeven, doe gij op uw beurt hetzelfde".
WOENSDAG, 4.03.09. Van de feria of St. Casimir.
De genoegens van de wraak
Men offert de liefde tot het genot als men verzaakt aan de wraak. Van alle genot is die misschien het grootst, zij die het meest aangenaam de menselijke natuur flatteert. Niets is zo aangenaam als te zien hoe zij die ons haten, vernederd worden, en gedwongen om de beledigingen die zij ons aangedaan hebben te bezuren. Daarom is het, dat wie zich wreken op hun vijanden niet tevreden zijn met hen veel kwaad te doen, maar zij willen bovendien dat men weet vanwaar dit leed hen toekomt, en hoe zij zich dat hebben op de hals gehaald. Zo kan men genieten van de spijt die deze wetenschap hen veroorzaakt. Zodat degene die zich niet wreekt waar hij het kan, zich onthoudt van het grootste genot in het leven.
Iedereen is het erover eens dat de haat die wij onze vijanden toedragen een natuurlijk gevolg is van de eigenliefde. Wij kunnen immers niet nalaten te haten wat tegen datgene is waar wij veel van houden. Zo moeten wij dus, als wij willen beminnen wie ons kwaaddoen, ophouden met onszelf te beminnen, wij moeten die zo tedere en overdreven eigenliefde veranderen in waarachtige haat. Het is al te duidelijk dat wie hen bemint die zijn reputatie zwart maken, zijn eigen reputatie haat. Dat men afkeer moet hebben van zijn eigen vlees, om hen lief te hebben die ons het comfort van het leven ontnemen. Kortom, dat men het leven zelf moet haten, om geen kwaad te wensen aan wie ons dat plezier willen ontnemen.
Zal. Claude de la Colombière (1641-1682), Christelijke Overwegingen, 30
OVERWEGEN
De wraaklust staat ingeschreven in het diepste van onze instincten, daarom is zij "een van de grootste genoegens van het leven". Vergeven aan de vijand kan slechts absoluut bovennatuurlijk zijn, en alleen het Evangelie is gegaan tot het uiterste van die eis van de liefde.
Laten wij toegeven dat wij dikwijls vergiffenis schenken omdat ons dat goed uitkomt, oorlogen kost duur, stoffelijk en affectief. Maar de ware vergiffenis gaat steeds ten koste van onszelf.
Omdat de vergiffenis bovennatuurlijk is, veronderstelt zij dat wij onszelf totaal verliezen; meer nog : De vergiffenis is een offer. Juist dàt heeft Jezus op het Kruis beleefd, dàt is het waartoe deze vastentijd ons moet voeren.
BESLISSEN
Ik besluit een gebaar van verzoening te stellen voor iemand die mij heeft geschaad.
De schrijver :
Deze jezuïet, geboren uit een godvruchtige familie in de Dauphiné, werd te Paray-le-Monial de directeur van de H. Marguerite-Marie. Hij stelde zich garant voor de authenticiteit van haar innerlijk leven, en werd apostel van de devotie tot het H. Hart. Hij was ook een opgemerkt predikant, en ging om in de hoven van Frankrijk en Engeland. Maar zijn povere gezondheid was niet lang opgewassen tegen zijn apostolische ijver. (Zie vervolg : 1 april)
9
"God heeft in onze harten de Geest gezonden van de Zoon, die uitroept "Abba, Vader!"
DONDERDAG, 5.03.09. Van de feria
Leven in Gods aanwezigheid.
God heeft u lief, heb Hem lief ! Zijn genot is het om bij de mensen, bij u te zijn. Moge het genot zijn bij Hem te zijn, en zo mogelijk uw tijd door te brengen daar waar gij uw eeuwige zaligheid zult genieten, in zijn beminnelijk gezelschap. Maak het u gewoon om vertrouwelijk met Hem te spreken, vertrouwelijk zoals met uw vriend. Bedenk dat het een fout is en een zwakheid van onze blinde natuur niet vrij te zijn in Zijn aanwezigheid, en voor Hem enkel te verschijnen als bange en beschaamde slaven voor een prins, bevend van angst en alleen bedacht op vluchten om elders onze troost en vrijheid te gaan zoeken.
Men vraagt niet dat gij, door een extatisch inwendig gebed, noch door een heftige inspanning van uw gedachten, u een beeld voorstelt van zijn aanbiddelijke persoon. Het gaat hier alleen om een vertrouwelijk onderhoud... Een der eerste lessen van het geestelijk leven is, dat God, die de machtigste is en de meest te duchten waar Hij gebiedt, de meest vertrouwelijke vriend wil zijn als Hij liefheeft en dat Hij, gedurende de persoonlijke gesprekken met de mensen die Hij heeft uitverkoren, het kleinste schepsel Hem niet te klein is noch te misprezen... Hij is alleen God voor u alleen. Hij is daar slechts als de Almachtige om u te helpen, en de Allerbeminnelijkste om door u bemind te worden.
Michel Boutault (1604-1689), Methode om met God te converseren.
MEDITEREN.
Het hele christelijk leven ligt in de goddelijke intimiteit: "Hij is maar God voor u alleen". Die vriendschap onderhouden is het enige wat voor ons deugt.
Dikwijls is men verlegen om te bidden. Men weet niet hoe eraan te beginnen, men laat dat over aan enkele specialisten, terwijl er niets eenvoudiger is ! "Het gaat er niet om veel te denken, maar om veel te beminnen," zou Theresa van Avila ons zeggen, met de spontaneïteit van het kind dat alles meedeelt met zijn vader en moeder.
Het drama van de erfzonde is dat zij ons heeft gefixeerd in de vrees voor God. De vasten is om Hem toe te laten ons vertrouwd te maken met Hem.
BESLISSEN.
Zelfs als ik niet weet hoe te bidden, zelfs als het bidden mij verveelt, zelfs als het de eerste keer is dat dit mij overkomt, toch neem ik twee minuten om met God te spreken, zelfs gelijk hoe ! Tenslotte, moest het de koning zijn, dan zou ik zeer fier zijn het te doen, dus
De schrijver:
Boutault, °Parijs, + Pontoise. Jezuïet, leraar en predikant. Zijn "Methode om met God te converseren", enkele zeer aantrekkelijke bladzijden, resumeren de houding van vertrouwen en eenvoud tegenover God, die de Franse spiritualiteit beheerst sedert St. Franciscus van Sales.
"Indien gij leeft naar het vlees, zult gij sterven."
VRIJDAG, 6.02.09. Van de Feria (Vleesderven)
Sterven om te leven
Schep moed, liefste Godskind, sterf om te kunnen leven. Treed uit uzelf om in God binnen te gaan. Verbeeld u dat gij deze woorden verneemt van die grote Meester : "Houd op met te zijn wat gij zijt, dat is dat
10
mensje, dat klein geestje, dat kleine niet, die miserabele zondaar, lààt die ongelukkige omstandigheden van uw leven, die zo beperkte bezittingen, zo vermengd met kwaad, slijk en onvolmaaktheden, om te delen in mijn schatten en met Mij te zijn. Heel uw leven moge een voortdurende uittocht uit uw Egypte zijn, uit uw miseries, uw duisternissen. Kom toch deze woestijn binnen, in deze eenzaamheid van geest, gedachten, genegenheden, neigingen waartoe Ik u roep, opdat wij twee samen spreken, gij en Ik alleen.
Als men u zal vragen wat gij hier zijt komen doen, zeg dat Ik het ben die u hier heb geplaatst en dat gij er zult blijven zolang het Mij behaagt. Dat gij er zult doen en lijden alles wat Ik zal willen, en zoals Ik dat zal willen en daardoor zult gij van Mij afhangen als van Hem, die u in alles beweegt. Zeg dat gij gelukkig zult zijn omdat gij in mijn handen zijt gevallen, overgelaten aan mijn leiding, gelukkig omdat ge in u mijn heilig, goddelijk bestuur voelt, dat gij alleen nog door Mij handelt, alleen door vertrouwen, liefde, gehoorzaamheid, overgave, het afwijzen van elke bekommernis en inzet voor uw leven en uw bezigheden, voor uw dood, voor uw vervolmaking, en voor al wat u betreft in tijd en eeuwigheid."
Zal. Nicolas Barré (1621-1686), Brief 13 a.e. geestelijke.
OVERWEGEN.
Onze vasten past in de Heilige Schrift als de uittocht uit de slavernij waarin onze zondigheid en haar gevolgen ons sedert onheugelijke tijden, gevangen hielden. De eeuw van Barré was zeker niet bang voor grote woorden, maar kunnen wij tenslotte geen tijd winnen door onszelf te herkennen in dat "mensje, dat kleine geestje, dat kleine niet, die miserabele zondaar" ? Niet om Gods gaven te miskennen, maar om ze te erkennen, en te leven onder zijn liefdevolle afhankelijkheid, "alleen nog handelen door Hem, door het vertouwen, de liefde, de gehoorzaamheid, de overgave, het afwijzen van elke bekommernis".
Al onze inspanningen van deze vasten zijn er om het evenwicht te hervinden van deze kinderlijke afhankelijkheid, om alles te beleven "in liefde", en niet langer in de illusie dat wijzelf ons lot bepalen en beheersen.
BESLISSEN.
Ik neem één der punten die ik vorige vrijdag heb opgehaald, en ik leg voor vandaag één bepaalde inspanning vast op dit punt.
De schrijver:
Uit een begoede burgerfamilie uit Amiens, studeert Nicolas Barré bij de Jezuïeten in de stad. In 1640 treedt hij in bij de Miniemen (in 1474 gesticht door St. Franciscus van Paule). Na 20 jaar intellectuele opdrachten wordt hij te Rouen benoemd in 1659, en ontwikkelt in Normandië een intense werking van volksopvoeding, hij sticht o.m. het Instituut van de Zusters van het Kind Jezus.
"Dat de rijken van deze wereld goedhartig geven en weten te delen!"
ZATERDAG, 7.03.09. Van de feria of HH. Felicitas en Perpetua
Gezanten en beheerders.
Van zodra gij christen zijt, zijt gij enkel bezitter van uw goederen als hun verdeler. Geef weinig, als gij weinig bezit, maar geef ruim als gij veel bezit. Want welk groter patrimonium kan een vader zijn kinderen nalaten dan de volmaaktheid van Christus, die hij bijgestaan heeft door de behoeftige te helpen die hem om bijstand heeft verzocht ?
Gelukkig wie dit mysterie verstaat ! Dit geheim is de wereldse geest onbekend. Die kent het voordeel niet de nood van de behoeftige te zien, door het oprecht motief van de Christelijke liefde. Gelukkig, nogmaals, wie dit begrijpt ! Hij wordt niet afgeschrikt door dat schandelijk uiterlijk, noch de ellendige staat van de arme, omdat hij Jezus Christus ziet, verborgen onder dit lage voorkomen en onder deze lompen. Hij kijkt niet naar de armoede van zijn kledij, hij denkt aan de prijs van zijn ziel. Dit lichaam, met zweren overdekt onder de gescheurde kleren lijkt hem zijn hulp niet onwaardig, omdat de arme, als hij echt arm is, door de hemel gunstig aanzien wordt. Zo ontvangt de gever hem als een gezant, door God gezonden, om met hem over vrede te
11
praten en te onderhandelen over de zaak van zijn heil. Ziedaar wat de christen moet begrijpen als hij de arme ziet.
René Rapin (1620-1687), De Geest van het Christendom, hs VIII
OVERWEGEN.
De armen zijn de gezanten van Christus. De rijken zijn Christus' zaakvoerders. Normaal zijn ze geschapen om elkaar te begrijpen. Geen schrik voor de armen ! Zij brengen ons Christus, op het ogenblik dat wij hun brengen wat Christus ons gegeven heeft.
"Het is aan Mij, dat gij het hebt gedaan", zal Jezus zeggen tot hen die Hem in de armen hebben gediend. Zo zullen wij nooit teveel hebben gedaan voor hen, voor Hem ! Laten wij niet vermijden om te geven, maken wij ons niet af van de arme door een vlug vergeten gebaar. Laten wij in de armen investeren !
Een christelijk budget voorziet edelmoedig in het deel van de arme. Dit is geen luxe, maar een plicht van gerechtigheid en een verplichting uit liefde.
BESLISSEN.
Broederlijk delen is een fundamentele dimensie van de vasten. Maar er bestaat geen delen dat niet snijdt in onze beurs en onze tijd, evengoed als in ons hart. Laten wij nu reeds besluiten tot een betekenisvol gebaar dat deze vasten zal begeleiden. Een hoge nood die wij kunnen lenigen, een werk dat wij kunnen steunen, een gezin dat er niet uitkomt zonder onze hulp... En om dit niet te vergeten, zet ik een spaarpot op de goede plaats, die ik dan elke zaterdag zal spijzen, tot Pasen!
De auteur:
Apothekerszoon uit Tours. Rapin studeert er bij de Jezuïeten, vooraleer bij hen in te treden op 19 jaar. Befaamd leraar in de letteren, onderwijst hij te Parijs gedurende de laatste 30 jaar van zijn leven. Hij sluit er vaste vriendschappen met de Franse politieke, religieuze en culturele elite op haar hoogtepunt.
ZONDAG, 8.03.09 2e Vastenzondag.
Het Offer van Abraham
Arme Isaac, troost u ! De brandstapel die men u bereidt, wordt gebouwd door de eigen handen van hem, die u het leven heeft gegeven. Het zwaard dat men bestemt om u te kelen wordt in zijn rechter hand gelegd, opdat hij het zou gebruiken, niet als een beul, maar als goede vader. Die gewapende hand, dit besluit om u te verderven, heel dit onmenselijk opzet, al die bloedige voorbereidingen, moeten niet zoveel indruk maken van vrees en ontsteltenis in uw ziel, als het bewustzijn dat ge de zoon zijt van Abraham, en dat hij uw vader is.
Een goede vader zou alleen gedachten van liefde en goedheid kunnen hebben voor zijn geliefde kind. Isaac, kijk naar het hart van Abraham, keer uw ogen af van zijn arm ! Let goed op de kracht van zijn genegenheid, die in zijn hart beveelt, en schep lust in de schittering van het hakmes, dat lijkt u straks te gaan onthalzen. Bewonder de zware last hier aan de liefde opgelegd, en schrik niet voor de zwaarte van de slag.
Kijk dus niet, o ongelukkig kind, naar uw rampzalig avontuur, noch naar de valstrikken en netten waarin gij ligt gevangen. Kijk naar uw vader, en laat hem doen. Wacht rustig de uitwerking af van zijn welbehagen. Moge zijn wil u voldoende zijn, vermits die slechts zeer goed zijn kan, als de wil van een allerbeste vader voor een allerbeste zoon.
Louis Chardon (1595-1651), Jezus' Kruis, II, hs 20
OVERWEGEN.
Voor heel de christelijke traditie verbeeldt Abraham, die zijn zoon offert, de Vader die ons zijn Zoon Jezus geeft op het kruis. Dat gebaar, schijnbaar het wreedste, is in wekelijkheid het gebaar van de uiterste liefde : Wat kostbaarders kon Hij ons geven ?
Omdat Christus vandaag leeft in zijn leerlingen, omdat wij leden zijn van Christus' Lichaam, verstaan wij dat onze Vader niets anders kan willen dan ons geluk, zelfs indien wij, sedert de erfzonde, moeilijk de dagelijkse offers, die Hij ons oplegt, zo kunnen zien. Maar wat maakt dit uit ? Vermits wij weten dat Hij ons oneindig bemint, vertrouwen wij Hem oneindig.
12
"Kijk naar uw vader en laat hem doen". Een klein kind kent maar één vrees, de mensheid heeft maar één vrees : Verlaten te worden. Wij weten voldoende om nooit meer bang te zijn.
BESLISSEN.
Om deze zondag goed te beleven, bereid ik de teksten voor, die in de Mis zullen gelezen worden. Ik kom enkele minuten vroeger aan in de kerk, en ik maak er gebruik van om de schikkingen te lezen van mijn pastoor voor de vasten.
De Schrijver:
Uit een familie van juristen en kerkmensen, zal Louis Cardon het grootste deel van zijn leven te Parijs doorbrengen. Na zijn universitaire studies, treedt hij in 1618 in het klooster van de Dominicanen van de Annonciatie, die intellectueel en geestelijk volop aan het vernieuwen waren. Hij was een geëerd biechtvader en geestelijk leider, gemoeid in de politiek-religieuze twisten van de Fronde. (Zie vervolg 29 maart)