Een van de gelovigen heeft dit artikel vandaag meegenomen.
Wat liefde kan doen.
Deze foto die u ziet hoort bij een artikel getiteld reddende liefde. Het gaat over een tweeling van een paar dagen oud die 12 weken te vroeg werd geboren.
Bovendien werd één van de babys geboren met een ernstige hartkwaal. Doktoren hadden weinig hoop dat de pasgeborene in leven zou blijven.
De situatie verslechterde al snel dusdanig dat men er rekening mee hield dat de baby ieder moment kon komen te overlijden.
Een verpleegster vroeg toestemming om de tweeling bij elkaar in één couveuse te leggen. Omdat dit tegen het beleid van het ziekenhuis was, had het nogal wat voeten in de aarde.
De dokter stemde er uiteindelijk mee in omdat er eigenlijk geen enkele toekomstverwachting meer was voor de baby.
Op de één of andere manier kreeg het gezonde en sterkere meisje het voor elkaar om steeds dichter bij haar zieke zusje te komen en haar armpje om haar heen te slaan. Al snel, en zonder aanwijsbare reden, begon haar hartje te stabiliseren en te genezen. Haar bloeddruk nam normale waarden aan en haar lichaamstemperatuur werd op peil gehouden.
Langzamerhand kwam er verbetering in haar toestand en vandaag de dag zijn het twee kerngezonde kinderen.
Vanwege, Henk van der wal
Vergadering S.G.A.G.
Vergadering S.G.A.G.
Zaterdag 22 december 2012.
Cultureel Centrum Hasselt
Detmoldzaal gelijkvloers.
Programma:
- 14.00 u rozenhoedje
- 14.30 u conferentie door Dr. L. Kiebooms.
"De menslievendheid van God is
onder ons verschenen."
- 16.00 u koffiepauze
- 16.30 u mogelijkheid tot vragen stellen
- 16.45 u slotgebed
AANDACHT
De vergadering van volgende maand is op
26 januari 2013.
Verantwoordelijke uitgever: A. Spaas
Luikersteenweg 281, 3500 HASSELT (011/271445)
Penningmeester: L. Vos S.G.A.G.
Visésteenweg 159, 3770 RIEMST (012/453764)
Rekening: BE68.1032.2438.6734
BIC: NICABBEBB
(Voor wie ons wil steunen).
Afgiftekantoor
3770 RIEMST
P2A8750
S.G.A.G.
Studiegroep Actueel Geloofsleven
Schaapsdries 28 B 3600 GENK
Afdeling Thomas Moregenootschap Limburg
Maandblad: Verschijnt niet in JULI en AUGUSTUS.
Nummer 279 december 2012.
"Ik ben geheel de Uwe."
Het huwelijk in het licht van de catechese van Johannes Paulus II
Op 13 DECEMBER 2012 om 19 uur in de parochiekerk van Lommel-Kattenbosch zal een plechtige dankviering doorgaan, voorgegaan door Mgr. P. Hoogmartens, om te herdenken dat Paus Johannes XXIII, 50 jaar geleden, op 9 december 1962,
Pierre-Julien Eymard heeft ingeschreven in de catalogus van de heiligen.
"Het huwelijk in het licht van de catechese van Johannes Paulus II." deel 2.
Dr. L. Kiebooms.
Catechese JP II over de theologie van het lichaam
Overwegingen Mattheus 19 en Genesis 1-4
======================================
In deel I ervan bespraken we de bekende tekst van Mattheus 19 over de onontbindbaarheid van het huwelijk. Deze tekst verwijst tweemaal naar "in het begin" en citeert twee zinnen: één uit Genesis hoofdstuk 1 "Hebt u niet gelezen dat de Schepper hen vanaf het begin man(nelijk) en vrouw(elijk) heeft gemaakt? (zie Gen.1,27)" en "Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één zijn?(Gen 2, 24)" en "Hij zei hun: Omdat u verstokt van hart bent, heeft Mozes u toegestaan uw vrouw te verstoten, maar dat was niet zo vanaf het begin" (Matth 19, 8b). Johannes Paulus ontleedt deze teksten en toont aan hoe deze heel bevattelijk van het wezen zelf, het "verschijnsel mens" of "het mens-zijn", de anthropologie bevatten. Hoe de mens deel uitmaakt van de stoffelijke wereld, maar door zijn intelligentie en vrije wil niet tot het stoffelijke kan worden herleid. Hij is beeld van God.
(Catechese van JP II van 17/10/79).
Samenvatting van wat reeds gezegd is:
Het startpunt van deze overweging wordt aangeleverd door de volgende woorden van Genesis: "Het is niet goed dat de mens (man) alleen zou blijven, Ik zal hem een helper bezorgen die voor hem past." (Gen 2:18). God, Jahweh, spreekt deze woorden. Ze behoren tot het 2de verhaal van de schepping van de mens en komen dus vanuit de Jahweh-traditie. Zoals we reeds herhaald hebben, is het betekenisvol dat wat betreft de Jahweh-tekst, de schepping van de mens (man) een afzonderlijk hoofdstuk (Gen 2:7) vormt. Dit gaat vooraf aan het verhaal van de schepping van de eerste vrouw (Gen 2:21-22). Het is ook betekenisvol dat de eerste man (Adam), geschapen uit het "stof van de aarde", aangeduid wordt als een "man" (is) en niet alleen als mens, en dit alleen nadat de schepping van de eerste vrouw plaatsvond. Zodus, wanneer God, Jahweh, woorden spreekt over de eenzaamheid, betreft dit als referentie de mens als dusdanig en niet de "man" alleen.
Alhoewel het moeilijk is ver te gaan in het trekken van besluiten alleen maar op basis van dit feit. Nochtans de complexe context van deze eenzaamheid waarover Gen 2:18 spreekt, kan ons overtuigen dat het hier gaat om de eenzaamheid van de "mens" (man en vrouw) en niet alleen de eenzaamheid van de "mens", = man, veroorzaakt door gebrek aan een vrouw. Daarom, op basis van de hele context, lijkt het erop dat deze eenzaamheid twee betekenissen heeft: de ene van de natuur (= het wezen) zelf van de mens, dat is van zijn "mens-zijn" en de ander afgeleid van zijn man-vrouw relatie. De eerste betekenis is opmerkelijk in het verhaal van Genesis 2, en de tweede betekenis is evident in zekere zin, op basis van de eerste betekenis. Een gedetailleerde analyse van de beschrijving lijkt ons dit te bevestigen.
Het probleem van eenzaamheid is alleen duidelijk gesteld in de context van het tweede verhaal van de schepping van de mens. Het eerste verhaal (eerste Hfst Genesis) kent dit probleem niet. Daar is de mens geschapen als man en vrouw "God schiep de mens als zijn eigen beeld..man en vrouw schiep Hij hen" (Gn1:27). Zoals we reeds hebben vermeld: het tweede verhaal spreekt eerst over de schepping van de man (mens) en alleen daarna over de schepping van de vrouw uit de rib van de man.
Dit verhaal trekt ten eerste onze aandacht op het feit dat de "mens alleen is" Dit openbaart zich als een fundamenteel antropologisch (natuurkennis van de mens) probleem, eerder, in zekere zin, dan dat de mens een man en een vrouw is. Dit probleem is niet eerder van chronologische ("tijdstip") betekenis, als in "existentiële" "zijns" betekenis, het is eerder "door zijn natuur". Het probleem van de eenzaamheid van de mens (man) vanuit het gezichtsveld van de theologie van het lichaam zal ook als dusdanig geopenbaard worden indien we erin slagen een doorgedreven analyse te maken van het tweede scheppingsverhaal, Genesis 2.
De affirmatie van God, Jahweh: "Het is niet goed dat de mens (man) alleen zal blijven.", verschijnt niet alleen in de onmiddellijke context van de beslissing om de vrouw te scheppen. "Ik zal een helper maken die bij hem past!", maar ook in de bredere context van redenen en omstandigheden. Dit juist geeft een diepere betekenis van mens. De Jahweh- tekst verbindt de schepping van de mens eerst en vooral als noodzakelijk om de grond om te ploegen (Genesis 2,5). Dat komt dan overeen in het eerste verhaal met de roeping de aarde te onderwerpen en erover te heersen (Gen. 1:28). Het 2de verhaal plaatst de mens in de tuin van Eden, en zo plaatst Hij hem in de staat van het oorspronkelijk geluk. Tot op dat ogenblik is de mens het object van een scheppende daad van God-Jahweh, die terzelfde tijd optreedt als de Wetgever, en de voorwaarden van het eerste verbond daar stelt.
De subjectiviteit van de mens is reeds opgeroepen door dit verhaal. Dit vindt een verdere uitdrukking wanneer de Heer God "uit de aarde elk dier van het veld en elke vogel in de lucht schiep, en bracht ze bij de mens om te zien hoe hij ze zou een naam geven" (Gen 2:19). Op deze wijze en daarom wordt de eerste betekenis van de oorspronkelijke eenzaamheid van de mens bepaald op basis van een specifieke test of proef die de mens ondergaat voor God (en in zekere zin ook voor zichzelf). Door deze proef (het naamgeven) te ondergaan, wordt de mens bewust van zijn eigen superioriteit, zijn grootheid, dit wil zeggen, dat hij niet kan beschouwd worden op hetzelfde niveau te staan als andere soorten van de levende wezens op aarde.
En de tekst vervolgt: "Zoals de man elk levend wezen benoemde, zo werd zijn naam gegeven (Gen 2:19). De mens gaf namen aan al de tamme dieren en de vogels in de lucht en de dieren in het wild; maar voor de mens (man) werd geen helper gevonden die bij hem past.
Zonder twijfel is dit gedeelte van de tekst een voorbereiding van het verhaal van de schepping van de vrouw. Maar het bezit een diepe betekenis zelfs afgezonderd van de schepping. Vanaf het prille moment van zijn ontstaan is de geschapen mens staande voor God omdat hij in God zijn eigen ware identiteit zoekt. Men mag gerust stellen dat hij op zoek is naar de eigen definitie (bepaling). Heden ten dage zegt men op zoek naar zijn "identiteit". Het feit dat de mens alleen is te midden van de zichtbare wereld en vooral tussen de levende wezens ervan, heeft een negatieve betekenis in zijn zoeken, omdat het uitdrukt wat hij "NIET is".
Alhoewel het feit van niet in staat te zijn zichzelf te identificeren in essentie met de zichtbare wereld en andere levende dingen (animalia), heeft op het zelfde ogenblik een positief aspect voor dit eerste onderzoek. Zelfs als is dat feit niet echt een volledige definitie (bepaling) toch maakt het een van de elementen ervan uit. Indien wij de traditie die teruggaat op Aristoteles aanvaarden wat betreft logica en antropologie, dan zou dit nodig zijn deze elementen een definitie te geven als "proximate genus (genus proximum).
NB Dit is een term van de filosofie waarbij een soort wordt gedefinieerd als een verzameling van kenmerkende eigenschappen en in "soorten" ingedeeld ieder volgens zijn karakteristieken en abstraherend.
Inderdaad de Jahweh-tekst laat ons toe verdere elementen te ontdekken in deze wonderlijke passage. De mens bevindt zich alleen voor God in hoofdzaak om uitdrukking te geven, door een eerste zelfkennis, zijn eigen 'zelf kennis', als de oorspronkelijke en basisverschijning van wat "mensheid" is. Zelfkennis ontwikkelt op hetzelfde tempo (en parallel) als kennis van de wereld, van alle zichtbare schepselen, van alle levende wezens waaraan de mens een naam heeft gegeven, en dit doet hij om affirmatief (bevestigend) te stellen dat hij zelf daar volledig van verschillend en onderscheiden is ervan. Op die wijze openbaart het bewustzijn de mens als diegene die in het bezit is van het vermogen tot kennis ten aanzien van de zichtbare wereld. Met deze kennis, die in zekeren zin de mens wegvoert uit zijn eigen bestaan, openbaart op datzelfde ogenblik de mens zelf, aan zichzelf, in heel de bijzonderheid van zijn wezen. Hij is niet alleen in dit uitsluitend en in subjectiviteit alleen (eenzaam). Eenzaamheid betekent eveneens de subjectiviteit van de mens, die tot stand komt doorheen zijn zelfkennis. De mens is "alleen" (of eenzaam) omdat hij "onderscheiden", "verschillend" is van de zichtbare wereld, van de levende wezens. In de analyse van de tekst van Genesis zijn we als het ware getuige van hoe de mens "zichzelf onderscheidt" voor God-Jahweh ten overstaan van de ganse wereld of van de levend wezens (animalia) doorheen zijn eerste daad van zelfbewustzijn en hoe hij zichzelf aan zichzelf openbaart als een "persoon" in de zichtbare wereld. Zo scherp uitgetekend in Gen 2:19-20, is dat proces als een zoektocht naar een definitie van zichzelf. In verbinding met de traditie van Aristoteles leidt dit tot de aanduiding van proximate genus.
Hoofdstuk 2 van Genesis drukt dit uit in volgende bewoordingen: "De mens gaf namen.." Dit komt overeen volgens de (filosofische) traditie van Aristoteles met de definitie van nôus, zoon noetikon. Dit proces leidt tot de eerste afgrenzing van het menselijk bestaan en zijn wezen als een menselijke persoon met de specifieke subjectiviteit die hem karakteriseert.
Onmiddellijk na deze verzen begint Hfst 3 met zijn verhaal van de zondeval van man en vrouw, verbonden met de mysterieuze boom die reeds genoemd werd "de boom van de kennis van goed en kwaad" (Gn 2:17). Van dan af ontstaat een volledig nieuwe situatie, essentieel verschillend van de voorgaande. De boom van de kennis van goed en kwaad is een demarcatielijn (een afgrenzen) tussen twee oorspronkelijke situaties waarover Genesis spreekt.
De eerste situatie was de oorspronkelijke (staat van) onschuld, waarin de mens (man en vrouw) zich bevond, buiten de sfeer van de kennis van goed en kwaad, tot op het ogenblik waarop hij het verbod van de Schepper overtrad en heeft gegeten van de vrucht van de boom van de kennis. De tweede situatie echter, was deze waarin de mens zich bevond nadat hij het verbod van de Schepper overtrad nadat hij de boze geest was te gemoet getreden, deze is gesymboliseerd door de slang, en waarbij de mens zich bevindt in de sfeer van de kennis van goed en kwaad. Deze tweede situatie bepaalt de staat van de mens in zondigheid, in contrast tot de oorspronkelijke staat van onschuld.
Alhoewel de Jahweh-tekst heel beknopt is, toch voldoet hij aan voldoende helderheid om het onderscheid te maken tussen twee tegengestelde, oorspronkelijke toestanden. Het gaat hier om toestanden, wanneer we het verhaal beschouwen, dat vertelt over de beschrijving van gebeurtenissen. Nochtans, door middel van deze beschrijving en het specifieke ervan, kunnen we het essentiële van het verschil zien tot uiting komen, tussen de mens in zijn zondigheid tegenover de mens in zijn onschuld.
Het zondig-zijn behoort tot de mens van de geschiedenis, beiden zowel deze waarover we lezen in Mt 19, dit betekent de ondervragers van Jezus van Zijn tijd, en zo ook van elke ander ondervrager van alle tijden, en daarom, uiteraard ook de moderne mens. Dit "zijn" echter het historisch zijn- strekt zijn wortels uit in elke mens zonder uitzondering tot in zijn eigen theologische "prehistorie" (voorgeschiedenis), met name deze van oorspronkelijke onschuld.
Het gaat hier niet om dialectiek van de vraag. De wetten van het "weten" komen overeen met deze van het zijn. Het is niet mogelijk de toestand van de zondigheid van de geschiedenis te verstaan zonder te verwijzen en beroep te doen (en Christus deed daar beroep op) op de toestand van oorspronkelijke en fundamentele onschuld. Daarom, direct vanaf het begin, het te voorschijn komen van de zondigheid als een "zijn", een dimensie van het menselijk bestaan, staat dit verbonden met een werkelijke onschuld van de mens in zijn oorsprong en basisbestaan als een dimensie van zijn geschapen zijn naar het beeld van God.
Het gebeurde op die wijze niet alleen voor de eerste mens, man en vrouw, als "dramatis personae" (het drama van de personen) en de karakters die de leiding namen van de gebeurtenissen beschreven in de Jahweh-tekst van hfst 2 en 3 van Genesis, maar evenzo voor het geheel van de historische loop van de geschiedenis van het menselijk bestaan. De mens van de geschiedenis is als het ware, geworteld in zijn geopenbaarde theologische voorgeschiedenis. Zodus wordt elk punt van zijn geschiedkundig zondig zijn (zowel voor zijn lichaam als zijn ziel) verklaard met een verwijzen naar de oorspronkelijke onschuld. Het mag gesteld zijn dat deze verwijzing een "mede-erven" is van de zonde en juist duidelijk van de oorspronkelijke zonde. Indien deze zonde betekent dat elke historische mens in een staat van verloren genade is, dan houdt dit in dat dit verwijst naar deze genade, die juist de genade was van zijn oorspronkelijke onschuld.
Keren we terug naar Mt 19 waar Jezus verwijst naar "in den beginne". Door het gebruik van deze uitdrukking verwijst Hij niet zozeer naar die oorspronkelijke onschuld dan naar de verloren horizon van het menselijk bestaan in de geschiedenis. Bij de woorden die Hij uitsprak met Zijn eigen lippen, hebben we het recht tegelijkertijd daaraan de ganse welsprekendheid van het mysterie van de verlossing toe te voegen. Reeds in de Jahweh-tekst van Gen 2 en 3 zijn we getuige van de mens, man en vrouw, na het verbreken van oorspronkelijke verbond met de Schepper, van de eerste belofte in de woorden die genoemd worden het "proto-evangelie" in Gen 3:15 (Vijandschap tussen u en de Vrouw, tussen uw krooste en de Hare. Het (Hij) zal uw kop bedreigen en gij Zijn hiel) en waarbij het theologische perspectief van de verlossing tot leven kwam.
Op dezelfde wijze daarom neemt de historische mens deel - Jezus ondervragers in die tijd waarover Mattheus spreekt zowel als de mens van deze, onze tijd - in dat perspectief. Hij neemt niet alleen deel in de geschiedenis van de zondigheid van de mens, als hetgeen hij overerft, en als wat hij eveneens persoonlijk en als uniek subject van de geschiedenis is, maar hij neemt ook deel aan de redding, hier ook als het subject en als mede-schepper. Daarom is hij niet afgesloten, juist wegens zijn zondigheid, wat betreft zijn oorspronkelijke zondigheid, maar is terzelfdertijd open voor het mysterie van de verlossing, dat vervuld is in Jezus en door Jezus.
Paulus, de auteur van de brief aan de Romeinen, drukt dit perspectief van verlossing van de historische mens uit, wanneer hij schrijft: "wij zelf, die de eerste vruchten zijn van de Geest, "hunkeren" in ons binnenste terwijl we uitzien naar de komst van de verlossing van onze lichamen." (Rom:8,23). Of Filipenzen 3,20-21: "Maar ons vaderland is in de hemel, en van daar verwachten wij onze Verlosser, de Heer Jezus Christus, (21). Hij zal ons armzalig lichaam herscheppen en het gelijkvormig maken aan Zijn verheerlijkt Lichaam, met dezelfde kracht die Hem in staat stelt het heelal aan zich te onderwerpen." Zie ook 2 Korinthiërs 5de hfst. We mogen dit perspectief niet uit het oog verliezen als de woorden ontleden van Jezus Die, in Zijn gesprek over de onontbindbaarheid van het huwelijk, beroep deed op "in den beginne".
Indien dat "in den beginne" alleen de schepping van de mens als man en vrouw aanduidde zoals we reeds hebben vermeld dan bracht het de ondervragers alleen over de grens van de zondige staat van de mens naar de oorspronkelijke onschuld en zou dit geen opening hebben gelaten terzelfde tijd naar een perspectief van de "verlossing van het lichaam". Jezus antwoord zou dan helemaal niet juist begrepen zijn. Juist dit perspectief van de verlossing van het lichaam vormt de garantie van de continuïteit (de brug die wordt geslagen) en de eenheid tussen het geërfde bestaan van de zonde van de mens en zijn oorspronkelijke onschuld, alhoewel deze onschuld onherroepelijk verloren ging, is het evenzeer duidelijk dat Jezus ook elk goed recht had om de vraag, gesteld door de rechstgeleerden over de wet en over het verbond (zie Mt 19 en Mc 10), in het perspectief te plaatsen van de verlossing waarop het verbond berust.
In de context van de theologie van de lichamelijke mens, zoals we terdege op deze manier uiteenzetten, kunnen we denken aan een methode van, en verdere analyse van, de openbaring van "in den beginne". Hierbij is essentieel te verwijzen naar de eerste hoofdstukken van Genesis. We moeten eerst wijzen op een factor die speciaal belang heeft voor de theologische interpretatie omdat het bestaat uit de relatie tussen openbaring en ervaring.
Catechese JP II: 24 oktober 1979 "Het bewustzijn van de mens een "persoon" te zijn"
God, Jahweh, gaf de eerste mens die Hij zo had gevormd een opdracht die betrekking had op alle bomen die in de tuin van Eden groeiden en heel specifiek met verwijzing naar de boom van de kennis van goed en kwaad. Dit wordt toegevoegd aan de kenmerken van de mens zoals hierboven beschreven, als het ogenblik van keuzes maken, zelfbeschikking, dit betekent de vrije wil. Op die wijze wordt de eerste schets van de mens, verschenen als persoon, begiftigd met de subjectiviteit van zichzelf, vervolledigd.
Het concept van oorspronkelijke eenzaamheid sluit in het 'zelfbewustzijn' en 'zelf-beschikking'. Het feit dat de mens "alleen" is verbergt erin de structuur van zijn wezen en tegelijkertijd geeft het een aanduiding van het ware, het echte begrijpen ervan. Daarzonder kunnen we de woorden die erop volgen niet juist verstaan. Deze vormen de prelude tot de schepping van eerste vrouw: "Ik zal een hulp maken" Maar vooral is zonder deze diepe betekenis van de oorspronkelijke eenzaamheid van de mens, het niet mogelijk om de volledige toestand van de mens, geschapen naar Gods beeld, te verstaan. Het is deze toestand van het eerste of beter gezegd oorspronkelijke verbond met God.
Het verhaal van het 1ste hfst stelt dat de mens geschapen is naar Gods beeld. In het 2de openbaart hij zich als het subject (de persoon) van het verbond, hij wordt aangesteld in de dimensie van "partner van de Absolute". Hij moet bewust onderscheid maken en keuze tussen goed en kwaad, tussen leven en dood. De woorden van deze eerste opdracht van God-Yahweh (Gen 2:16-17) spreken onmiddellijk van de onderwerping en afhankelijkheid van de mens-schepsel van zijn Schepper. Zij duiden indirect juist aan, dit niveau van de mensheid als subject van het verbond en "partner van de Absolute". De mens is "alleen". Dit betekent dat hij door zijn mensheid zelf, door wat hij (in wezen) is, gevormd wordt op datzelfde ogenblik tot een unieke en exclusieve en onherhaalbare verhouding (verwantschap) met God zelf. Ten dele benadert de antropologische bepaling vervat in de Jahweh- tekst de theologische definitie van de mens, deze die we vinden in het eerste verhaal van de schepping: "Laat Ons de mens maken naar Ons beeld en gelijkenis." (Gen 1:26).
Op deze wijze gevormd behoort de mens tot de zichtbare wereld; hij is een lichaam tussen lichamen. Wanneer we nogmaals de aandacht trekken en in zekere zin de betekenis van de oorspronkelijke eenzaamheid reconstrueren, kunnen we dit toepassen op de mens in het algemeen. Zijn lichaam waarmee hij deelneemt aan de zichtbare geschapen wereld, maakt hem tegelijk bewust van "alleen" te zijn. Anders zou hij niet tot de overtuiging gekomen zijn die hij bereikte (in Gn 2:20), indien zijn lichaam hem niet had geholpen om dat te verstaan (te begrijpen) en zo de zaak een evidentie te maken. Het bewustzijn van de eenzaamheid kan ondermijnd zijn, juist omwille van het lichaam zelf. De mens "Adam" kan tot besluit zijn gekomen op basis van zijn eigen lichaam, dat hij wezenlijk (in wezen) gelijkend is met andere levende wezens (animalia). In tegendeel, zoals we lazen, komt hij niet tot dat besluit; hij kwam tot de overtuiging dat hij "alleen" was. De Jahweh-tekst spreekt nooit in directe bewoordingen over het lichaam. Zelfs wanneer deze tekst stelt: "God, de Heer, vormde de mens uit stof van de grond.", dan nog spreekt de tekst van de mens en niet van zijn lichaam. Nochtans, het verhaal als geheel biedt ons een voldoende basis om deze mens te zien als geschapen in de zichtbare wereld, precies als een lichaam tussen lichamen.
De analyse van de Jahweh-tekst laat ons eveneens toe een verband te leggen tussen de oorspronkelijke eenzaamheid van de mens en zijn bewustwording (zijn) van zijn lichaam. Juist daardoor wordt de mens onderscheiden van de animalia en gescheiden ervan, en ook daardoor is het dat hij een persoon is. Het mag met zekerheid bevestigd worden dat de mens op die wijze tot stand gekomen (met die vorming?), tegelijkertijd bewustzijn en bewustwording van de betekenis van zijn eigen lichaam heeft, op basis van de ervaring van zijn oorspronkelijke eenzaamheid. Al dit mag beschouwd worden als impliciet aanwezig in het tweede verhaal van de schepping van de mens, en de analyse van de tekst heeft ons toegelaten dit ten overvloede uiteen te zetten.
Aan het begin van de Jahweh-tekst, zelfs vooraleer te spreken over de schepping van de mens uit het "stof van de grond", lezen we dat "er niemand was die het land beploegde of waterkanalen maakte uit de aarde om het hele land te besproeien (onder besproeiing te brengen) (Gn: 2:5-6). Terecht associëren we deze passage met hetgeen in het eerste verhaal te lezen staat, waarbij Gods bevel als volgt wordt uitgedrukt: "Bewerk de aarde en onderwerp haar en heers over haar " (Gen1:28). Het tweede verhaal maakt specifiek allusie op het werk dat de mens uitvoert, met name de aarde te bewerken. Het eerste basismiddel om de aarde te overheersen bestaat uit de mens zelf. De mens kan de aarde beheersen omdat alleen hij en geen andere van de levende wezens, in de mogelijkheid is "de aarde te bewerken" en ze te om te vormen in overeenstemming met zijn eigen noden (hij maakte waterkanalen voor het water dat uit de grond opsprong om het hele land onder besproeiing te brengen.)
De eerste contouren van een specifiek menselijke activiteit lijken te behoren tot de definitie van de mens zoals het te voorschijn komt uit de analyse van de Jahweh-tekst. Bijgevolg kan het bevestigd worden dat deze contour intrinsiek (in zichzelf) behoort tot de betekenis van oorspronkelijke eenzaamheid waarbij de mens van in den beginne in de zichtbare wereld aanwezig is als een lichaam tussen lichamen en zo de betekenis ontdekt van zijn eigen lichamelijkheid.
Catechese JP II: "Het alternatief tussen dood en onsterfelijkheid treedt de definitie van de mens binnen." Woensdag 31 oktober 1979.
Wegens de zo grote beknoptheid van de Bijbelse tekst, het is, toegegeven, niet mogelijk deze stilzwijgende gevolgtrekking (bijgedachte) al te zeer te versterken. Wat zeker is echter, is dat we hier aan het centrale probleem raken van de antropologie. Bewustwording van het lichaam lijkt hier overeen te komen in dit geval, met de ontdekking van de complexiteit van iemands eigen structuur. Op basis van filosofische antropologie bestaat deze ontdekking heel beknopt als de relatie tussen lichaam en ziel. Het Jahweh-verhaal met zijn eigen taalgebruik (dat is: in zijn eigen terminologie) drukt dit uit door te zeggen: "God, de Heer, maakte de mens uit het stof van de aarde en blies in zijn neus de levensadem en zo werd de mens een levend wezen." (Gn2:7). Juist deze mens, "een levend wezen", maakt voortdurend zelf onderscheid tussen zichzelf en de andere levende wezens in de zichtbare wereld.
De premisse (elk der beide voorafgaande stellingen van een sluitrede waaruit, door eliminatie van de middenterm, de conclusie wordt gevormd of voorafgaande of vooropgezette stelling Van Dale) van de mens die zichzelf onderscheidt op deze manier, is juist het feit dat alleen hij in staat is om de "aarde te bewerken" (Gen 2,5) en "haar te onderwerpen" (Gen 1;28). Het mag gezegd worden dat het bewustzijn van zijn "superioriteit", vervat in de bepaling van wat mensheid is, van den beginne ontstaan is, geboren is uit en berust op het fundament van een typische menselijke praxis (een doen) of gedrag. Dit bewustzijn brengt met zich mee de heel eigen perceptie (waarneming) van de betekenis van zijn eigen lichaam, juist te voorschijn komend uit het feit dat het de mens toekomt om de "aarde te bewerken" en ze "te onderwerpen". Dit alles zou niet mogelijk zijn zonder een typische menselijke intuïtie (ingeving, aanvoelen) van de betekenis van zijn eigen lichaam.
Het ziet er naar uit dat men eerst dat aspect moet benaderen, eerder dan het probleem van antropologische complexiteit in de metafysische betekenis. De oorspronkelijke beschrijving van het menselijk bewustzijn, zoals weergegeven in de Jahweh-tekst, omvat ook het lichaam in het verhaal als een geheel. Het omvat de eerste getuigenis van de ontdekking van iemands lichamelijkheid en zelfs, zoals gezegd, de waarneming van de betekenis van het eigen lichaam. Dit alles is niet geopenbaard op basis van een oorspronkelijk (eerste of fundamentele) metafysische analyse, maar op basis van een concrete subjectiviteit van de mens. Dat is wel helder.
De mens is een subject (persoon, een ik-heid, het ik) niet alleen wegens zijn zelfbewustzijn en zelfbeschikking, maar ook op basis van zijn eigen lichaam. De structuur van dit lichaam laat toe dat hij de auteur wordt van waarachtige menselijke activiteit. In deze activiteit brengt het lichaam de persoon tot uitdrukking. Daarom, in al zijn stoffelijkheid ("God maakte mens uit stof van de aarde") is het indringbaar en transparant (doorschijnend), op zulke wijze als om het duidelijk te maken wie (hoe) de mens is ( en hoe hij zou moeten zijn), dankzij de structuur van zijn bewustzijn en zelfbeschikking. Daarop steunt de basiswaarneming van de betekenis van iemands eigen lichaam, die ontdekt kan worden wanneer we de menselijke eenzaamheid bij de oorsprong ontleden.
Hier, met deze basiskennis van begrip van de betekenis van zijn eigen lichaam wordt de mens de persoon van het oudste verbond met de Schepper, hij wordt geplaatst voor het mysterie van de boom van de kennis. "Vrij moogt ge eten van alle bomen in de tuin, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad zult gij niet eten, want op de dag dat ge daarvan eet zult ge sterven" (Gn2:16-17). De oorspronkelijke betekenis heeft als basis de ervaring van het bestaan, bekomen vanuit de Schepper. Dit bestaan als mens is gekarakteriseerd juist door deze subjectiviteit, waarin de betekenis van het lichaam is ingesloten.
Maar kon de mens in zijn oorspronkelijk bewustzijn, en waarbij hij uitsluitend ervaring heeft met het bestaan en daarom met leven en heeft hij verstaan wat de betekenis is van de woorden: "Gij zult sterven."? Kon hij bekwaam zijn, tot begrip te komen van de betekenis van deze woorden doorheen de complexe structuur van leven, dat hem als mens werd gegeven wanneer "God de Heer in zijn neusgaten de adem van het leven blies". Het moet toegegeven worden dat het woord "dood", een volledig nieuw woord is, dat aan de horizon verschijnt zonder dat hij de realiteit daarvan had ondervonden. Terzelfder tijd verschijnt dit woord als een radicale antithese van al datgene waarmee de mens begiftigd was.
Voor de eerste maal aanhoort de mens de woorden: "Ge zult sterven.", zonder ermee vertrouwd te zijn tot hiertoe door zijn ervaring. Anderzijds kon hij de betekenis van "dood" niet anders vergelijken met de betekenis en dimensie van "leven" dat hij tot dan toe had genoten. De woorden van God- Jahweh, tot de mens gericht, bevestigen (onderstrepen) de afhankelijkheid van het bestaan, zo dat de mens een begrensd iemand is en door zijn ware natuur (wezen) onderworpen aan (vatbaar voor, onderhevig aan) het "niet-bestaan".
Deze woorden doen het probleem oprijzen van dood in de voorwaardelijke wijze. "Op de dag dat ge ervan eet zult ge sterven". De mens die deze woorden beluistert, moet de waarheid vinden in zijn innerlijke structuur van zijn eigen eenzaamheid. Kort samengevat het hing van hem af, van zijn beslissing en vrije keuze, indien, met de eenzaamheid, hij de cirkel van de antithese zou binnengaan zoals ze door Schepper aan hem werd geopenbaard, dit samen met de boom van de kennis van goed en kwaad en dat hij daarbij zijn eigen ervaring zou opbouwen van sterven en dood zijn
Het beluisteren van de woorden van God-Yahweh had de mens moeten doen verstaan dat de boom van de kennis zijn wortels had, niet enkel in de tuin van Eden, maar ook in zijn mensheid. Verder had hij moeten begrijpen dat de mysterieuze boom in zich verborgen hield de dimensie van eenzaamheid, tot hiertoe onbekend, waarmee de Schepper hem begunstigd had in het midden van de wereld van de levende dingen. In aanwezigheid van de Schepper had de mens namen gegeven aan hen, voor zover te verstaan dat geen van hen op hem geleek. De basisbetekenis van zijn lichaam was reeds tot stand gekomen door het onderscheid met alle schepselen. Daarin wordt het duidelijk dat het "onzichtbare" de mens meer bepaalt dan het "zichtbare". Daarop werd hem een alternatief aangeboden en onmiddellijk verbonden door God met de boom van de kennis van goed en kwaad. Het alternatief tussen dood en onsterfelijkheid, die te voorschijn komt uit Genesis 2:17 gaat verder dan de essentiële betekenis van het lichaam van de mens.
Het (alternatief tussen dood en onsterfelijkheid ) raakt aan de eschatologische betekenis, niet alleen van het lichaam, maar van de mensheid, onderscheiden van alle levende wezens, van de "lichamen". Echter dit alternatief betreft in een sterk bepalende weg, het lichaam geschapen van "stof van de aarde".
We (JP II) willen deze analyse niet langer verder zetten, we noteren dat vanaf het begin het alternatief tussen leven en dood binnentreedt in de definitie van wat mens zijn is. Het hoort toe, en dat vanaf den beginne, tot zijn eenzaamheid voor God zelf. De oorspronkelijke betekenis van de eenzaamheid, doorgetrokken tot het alternatief van leven en dood en onsterfelijkheid, alsook de fundamentele betekenis van de hele theologie van het lichaam.
Met deze waarnemingen komen we tot besluit van de huidige overwegingen over de betekenis van de oorspronkelijke eenzaamheid van de mens. Deze beschouwing, die te voorschijn komt in een heldere en doordringende wijze uit de teksten van Genesis, doet ons nadenken zowel over de teksten als over de mens. Misschien is de mens al te weinig bewust van de waarheid die hem betreft en die reeds vervat is in de eerste hoofdstukken van de bijbel.
Einde van de uiteenzetting van JP II
De teksten van de zalige Johannes Paulus II zijn niet eenvoudig maar zijn van een ongekende diepte en waarheid. Lees ze samen met de oorspronkelijke hoofdstukken van Genesis.
L. Kiebooms.
++++++++++++++++++++++++++++++++
Laat ons leren bidden met de Heilige Pierre-Julien Eymard:
Oh Heilige Maagd, mijn goede Moeder, ik groet Uw Heilig Hart als het meest verheven in de heilige bezinning. Bekom mij van Uw welbeminde Zoon Jezus een kleine graad van deze geestelijke verhevenheid en aanbidding.
Oh Heilige Maagd, mijn goede Moeder, ik groet Uw Heilig Hart als het vurigste in Liefde tot God. Bekom mij van Uw welbeminde Zoon Jezus een vonk van dit heilig vuur.
++++++++++++++++++++++++++++++++
ADVENT IS ONS BEZINNEN
ADVENT IS ONS BEZINNEN
Advent is ons bezinnen,
't is een milde blik naar binnen,
waar de Heer zich vinden laat.
Advent is ons bekleden, met 't gewaad van dienstbaarheid;
t is onze gaven goed besteden,
handen vol ontvankelijkheid.
Advent is ons bekeren, kind zijn voor Gods aangezicht;
't is een woord van liefde leren, luisterend naar Gods nieuwsbericht.
Advent is ons verblijden, ingetogen zijn en stil;
't is een rechte weg bereiden, effen zoals God die wil.
Advent is weer gekomen, na het zwerven lange tijd;
't is onze eigen lichten doven, waar God zelf Zijn licht verspreidt
VRIJHEID?
VRIJHEID?
Een priester schrijft aan Kevin en Marijke,
Vrijheid! Ik wil vrij zijn! Wat betekent dat? Dat ik kan doen, wat ik wil.
Het is heel zeker een zeer modern verlangen. Het is kenmerkend dat slechts weinigen nog in staat zijn een verbintenis van welke aard ook aan te gaan. Men trouwt liever niet, want dan moet men telkens weer rekening houden met zijn partner. Men heeft liever geen kinderen, want dan moet men voor hen zorgen en die zorg kan langdurig zijn en een financiële zware dobber.
Een werkovereenkomst kan mijn vrijheid zeer beperken. Ik ben daardoor gebonden aan werkuren, aan productieregels. Natuurlijk krijg ik mijn loon, hetgeen mij meer onafhankelijk maakt van anderen. Men sluit contracten af met een aannemer voor het bouwen van een huis, een brandverzekering. Men gaat een lening aan en moet die terug betalen.
Het zijn maar enkele voorbeelden waardoor de persoonlijke vrijheid wordt ingeperkt. Ik hoor jullie denken goed, maar een zelfstandige, een ondernemer, heeft die beperkingen niet en doet wat hij wil. Neen, neen,ook een zelfstandige ondernemer is gebonden door zijn verantwoordelijkheid voor zijn personeel, en heeft zijn verplichtingen tegenover zijn klanten en opdrachtgevers, ook hij is gebonden aan de wetten van de economie en van het handelsrecht.
Kortom, beste Kevin en Marijke, vrijheid van dat soort, dat men ons voorspiegelt, bestaat niet. Niemand heeft een absolute vrijheid, die met niets of niemand rekening hoeft de houden. De koning kan niet alles doen wat hij wil evenmin als een paus of wie dan ook. Vrijheid in het belang van ons zelf en dat van onze medemensen is en moet altijd gebonden zijn aan het goede.
Als we voor de verleiding komen van het kwade, dan bieden we best weerstand. Roken in slecht voor onze gezondheid, dat is bewezen. Ik ben vrij en wil dat niet weten. Ik rook als ik wil. Dat is een dwaas gebruik van uw vrijheid, want je loopt groot gevaar op longkanker en een pijnlijke, langdurige ziekte. 'Ik ben baas in eigen buik' , ik weiger dat kind dat ik draag, want ik wens dat niet'. Dan maar abortus op een of andere manier. Jullie hebben toch al eens gekeken naar een filmpje over de ontwikkeling van een vrucht in de moederschoot!
Zo een beginnend leven doden! Is dat goed? Mogen we elkaar naar het leven staan? Hoe gaan we dan verder kunnen samen leven? Vrijheid ten kwade in welke vorm ook is nooit goed noch voor ons zelf noch voor de anderen.
Wij leven met en voor elkaar, dat is ons wezen. Wij ontvangen van anderen en wij geven aan anderen. Dat is onze mooiste vrijheid.
Jouw vriend Trebor
Vanwege Jules Jacomen.
Op de vorige pagina lazen we dat hedendaagse voorspellingen, die hun oorsprong vinden in het Schrift, meestal het gevolg zijn van verkeerde interpretaties van de heilige teksten. Een voorspelling maken, die gefundeerd is op argumenten uit het verleden is aartsmoeilijk. Dat kunnen we ieder jaar opnieuw vaststellen, wanneer beleid mensen niet in staat blijken om een begroting op te stellen voor het komende jaar! Een begroting is nu eenmaal een kortlopende voorspelling die stoelt op visies van machtige belangenverenigingen, die zelden op dezelfde frequentie redeneren. Begrotingen zijn in ieder geval ... het ultieme compromis van tegengestelde opties.
Wat moeten we dan wel denken van voorspellingen onder de vorm van "waarschuwingen"... en waarvan beweert wordt dat deze rechtstreeks vanuit de Hemel aan ons worden medegedeeld, bij middel van visioenen, en/of inspraken die begenadigde zielen (menen te) ontvangen.
Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat wij de laatste maanden werkelijk overspoeld worden door waarschuwingen, die dicht aanleunen tegen gebeurtenissen zoals de plagen van Egypte, maar dan nog enige gradaties erger.
Meer dan vijfentwintig jaar geleden (Internet stond nog in de kinderschoenen) werd ik geconfronteerd met een verrassend artikel, vanuit één der, toen nog zeldzame Amerikaanse websites, over een nakende gebeurtenis dat de titel droeg; "De drie dagen der duisternis." - Angstaanjagend doemdenken -, dat was de gedachte die door mij heen ging.
Nochtans heeft de Heilige Maagd op verschillende plaatsen, in Spanje, Italië en Zuid Amerika een scenario geschetst aan ziener(s) (ziensters), dat nauw aanleunt bij de brede betekenis van het woord "Waarschuwing"
Denken we maar aan hetgeen Onze Lieve Vrouw in 1917 in Fatima aan de kinderen gezegd heeft... de Eerste Wereldoorlog zou weldra eindigen... maar als de mensen zich niet bekeren zou er nog een meer wrede oorlog uitbreken. Weet u nog wat er nadien gebeurd is?
Hetgeen de Heilige Maagd nu op de gezegd over de toekomst zou zich kunnen realiseren in drie fazen.
Het merendeel van goed menende gelovige mensen beseffen dat de Barmhartige God, een naar menselijke begrippen, schier eindeloos geduld heeft met de zondige wereld waarin wij leven. Zijn geboden worden genegeerd, met de voeten getreden, belachelijk gemaakt in een duivelse sfeer van alles mag en niets moet.-
De wettelijke moord op ongeboren kinderen, onwezenlijke huwelijken tussen mensen van gelijk geslacht, bandeloze ontucht, diefstal moord en doodslag etc... etc...
God is oneindig consequent, daarom moeten wij beseffen dat, wat Hij deed met Sodoma en Gomora ook ons deel zal zijn ... wij weten alleen niet wanneer.
Maar in de natuur geeft Hij ons al vele kleine betekenisvolle prikjes... maar wij herkennen de betekenis ervan niet. Hoeveel rampen moeten we nog meemaken?
Maria wil Haar kinderen zoveel mogelijk beschermen, dat is één der redenen dat Zij ons wil verwittigen, ons wil waarschuwen, ons wil voorbereiden op wat komen gaat.
Daarom wellicht de drie fazen:
1. De Waarschuwing. God zal voor het eerst in de menselijke geschiedenis een onvoorstelbaar groot mirakel over de aarde en de zondige mensheid doen neerdalen. Op hetzelfde ogenblik zal ieder mens zijn eigen ziel zien, zoals God ze ziet. Iedere mens zal geconfronteerd worden met al zijn begane zonden, zijn tekortkomingen, zijn slechte daden ten overstaan van de evennaaste, de goede daden die hij kon doen en die hij niet gedaan heeft. De gevolgen van roddel en kwaadsprekerij, de gevolgen van zijn slechte daden. De mens zal ook zijn goede daden zien en uiteindelijk zal de mens zich bewust zijn van de plaats, waar hij naar toe gaan ... als hij op dat ogenblik zou sterven. Vele mensen zullen dit mirakel niet overleven.
2. Een Wonder. God zal na de waarschuwing, aan de mensheid een zichtbaar wonder geven. Op de Verschijningsberg in Medjugorje zal een wonderbaar en blijvend teken te zien zijn, dat tot het einde der tijden zal blijven bestaan. Iedereen die het wonderbare teken ziet, zal weten dat het alleen maar van God kan komen.
3. Een Kastijding.
Op de paginas 7 tot en met 9 van het tijdschrift "Stella Maris" nummer 496 (november 2012) wordt een omstandige beschrijving gegeven van gebeurtenissen die binnen afzienbare tijd zullen plaats grijpen. Omdat de mensen geen gevolg hebben gegeven aan de Waarschuwing en geen geloof hebben gehecht aan het Wonder, zal God het mensdom straffen met een straf zoals de schepping nooit gekend heeft. Het artikel in "Stella Maris" geeft aan de Waarschuwing als dusdanig relatief weinig aandacht, terwijl de Kastijding eerder omstandig wordt behandeld. De auteur vermeldt de drie dagen der duisternis als het begin van de grote straf. Andere begenadigde zielen beweren dat gedurende 72 uren de zon totaal zal verduisteren, en het licht van maan en sterren zal niet meer waarneembaar zijn (zie tweede sermoen hierboven). Alleen gewijde kaarsen zouden licht geven. De aarde zou na drie dagen totaal gezuiverd zijn, als het ware herboren in de oorspronkelijke staat EN toestand van onmiddellijk na de schepping.
WAT MOETEN WIJ DAAR VAN AANNEMEN?
Het is moeilijk om op deze vraag te antwoorden. Maar wat wij met zekerheid mogen aannemen, is dat God ons mateloos liefheeft. Een vader die zijn kinderen bemint, zal nooit zijn kinderen, zonder reden straffen. Daarom en dit geldt evengoed voor de sceptici, laten wij onze lampen brandend houden, de geboden naleven en alle raadgevingen van onze Hemelmoeder scrupuleus volgen en er kan ons geen kwaad overkomen.
Jules.
Die nog niet vergeven zijn in een goede biecht.
In San Sebastian en wellicht nog op enige andere plaatsen
Dit artikel bracht mij op de idee om een kleine bijdrage over de drie fazen van de "Waarschuwing" in te voegen in deze nieuwsbrief. Het artikel kan in de originele Italiaanse tekst gelezen worden op de website: it.gloria.tv/media=283279
EEN ANDER SERMOEN IN LIMBURG
EEN ANDER SERMOEN IN LIMBURG.
Dierbare broeders en zusters,
We hoorden onlangs in de lezingen over het einde van de wereld. Dit zou gepaard gaan met natuurgeweld, waarbij de zon verduistert, de maan geen licht meer geeft en de sterren van de hemel zullen vallen. De Mensenzoon verschijnt dan met grote macht en heerlijkheid. Hij zal Zijn engelen uitzenden om Zijn uitverkorenen te verzamelen. Zon boodschap roept bij velen van ons een beeld op van verschrikking, een moment dat we het liefst zover mogelijk van ons af willen schuiven.
Misschien zijn er gelovigen, vroeger meer dan nu, die denken dat alle ellende in de wereld een straf van God is voor onze zonden. Of moeten we ons eerder de vraag stellen of de mens zelf geen schuld heeft aan veel van die ellende? Het valt niet te ontkennen dat er heel wat onheil is in deze wereld ten gevolge van ons zondig handelen of onze nalatigheid. Denken we maar aan de vele oorlogen, de schendingen van mensenrechten en terrorisme.
Daarbij horen evengoed de dagelijkse inbraken, onveiligheden en allerlei verslavingen. Daarnaast gebeuren er ook vele natuurrampen, waarvan we moeilijk kunnen afmeten in hoeverre de mens deze door zijn misbruik van de schepping over zichzelf heeft afgeroepen.
Voeg daarbij ook nog eens de economische problemen, werkeloosheid en maatschappelijke problemen, dan hoeven we er niet verbaasd over te zijn dat vele mensen vervallen in doemdenken, in een denken dat alleen maar het allerergste doet verwachten. Gedachten in de zin van: alles is om zeep, het is ermee gedaan. Geen hoop meer!
Er zijn dan ook groepen van mensen, die zich op grond van dat alles, zich terugtrekken, wachtend op het eind van de wereld in de hoop dat zij bij de uitverkorenen zullen behoren. Zij baseren zich hierbij voornamelijk op de toekomstvoorspellingen uit de Bijbel, waarbij ze zich laten misleiden door zogenaamde hedendaagse profeten. In de krant las ik onlangs dat sommigen zich laten beetnemen door een voorspelling volgens een mayakalender, alsof volgende maand de wereld zou vergaan. Wat een onzin. Er worden kapitalen uitgegeven om schuilkelders te bouwen. Enfin, er is daar altijd iemand goed mee
Maar... wij weten wel beter! Wij hoeven niet bij de pakken neer te gaan zitten, zoals de leden van dergelijke sekten, die voorgehouden wordt dat het einde der tijden nabij is. Telkens weer moeten zij toegeven dat hun voorspellingen niet kloppen en dat ze de Bijbel verkeerd hebben geïnterpreteerd.
Het is wel zo dat ons geloof vertelt dat er een einde der tijden zal zijn. Maar wanneer? Het evangelie maakt ons duidelijk, dat niemand dat weet! De engelen in de hemel niet, zelfs de Zoon niet (in zijn hoedanigheid als mens, niet als God), maar alleen de Vader! Het evangelie van vandaag, over de ondergang van de wereld, is dan ook geen onheilstijding, maar juist een blijde boodschap. Tegelijkertijd is het een oproep, een aansporing en een opdracht!
Als wij God willen toebehoren, dan zal Hij voor ons een nieuwe hemel en aarde scheppen, waarin Zijn vrede, vrijheid en gerechtigheid centraal staan en waarin iedere mens zich inzet voor het behoud van Gods schepping. Hoe meer wij ons daarvoor inspannen, des te vreugdevoller zullen wij zijn, omdat we dan gerekend zullen worden tot Gods uitverkorenen.
We behoren immers tot de Kerk, Christus mystieke lichaam. De Kerk is als een boom in de lente, als een vijgenboom, zoals vermeld in het evangelie. Zij is het teken van de komende Heer. De Kerk zoekt geen zekerheid in wat voorbijgaat, ze berekent geen dag of uur, maar laat dit totaal over aan God de Vader, die ieder van ons draagt. Laten ook wij onze toekomst en ons leven, naar het voorbeeld van onze hemelse Moeder Maria, volledig in de handen van de Heer leggen, want Hij heeft zorg voor ieder van ons; wij zijn immers allen kinderen van éénzelfde Vader, God de Vader. Aan Hem behoren we toe! Amen.
Een Limburgs parochiepriester
V R E D E.
V R E D E
Heer maak van mij een instrument van Uw vrede,
Laat mij waar haat is liefde brengen,
Laat mij waar wrok is vergeving brengen,
Laat mij waar tweedracht is eenheid brengen,
Dat ik de waarheid spreek waar dwaling is,
Dat ik geloof breng, waar twijfel is,
Dat ik licht breng waar de duisternis regeert,
Dat ik vreugde mag brengen waar verdriet woont
O Lieve Heer maak dat ik er meer op uit ben
Te begrijpen, dan begrepen te worden,
Te troosten, dan getroost te worden,
Te beminnen dan bemind te worden,
Want het is door te geven dat men krijgt
Door te vergeven dat men vindt,
Door te vergeten dat men zelf vergiffenis krijgt
En het is door de dood dat men het eeuwig leven vindt.
AMEN.
( Gebed van St Franciscus)
ZUID-AFRIKA WIL KERSTDAG ALS FEESTDAG SCHRAPPEN
ZUID-AFRIKA WIL KERSTDAG ALS FEESTDAG SCHRAPPEN
BRUSSEL (KerkNet) 17 november 2012 In Zuid-Afrika wordt een hevig debat gevoerd over Goede Vrijdag en Kerstdag (25 december). De Commissie voor de bescherming van de rechten van culturele en religieuze gemeenschappen, evenals taalgemeenschappen wil beide feestdagen schrappen, omdat die geen recht doen aan Zuid-Afrika als multicultureel land. Bovendien zouden beide feestdagen discriminerend zijn voor andere religieuze gemeenschappen. Volgens de commissie is de nationale lijst van feestdagen te christelijk en te westers. "Dat vormt een hinderpaal voor de nationale eenheid."
Volgens officiële statistieken is:
79,5% van de Zuid-Afrikaanse bevolking christen,
15% behoort tot de traditionele Afrikaanse godsdiensten,
1,5% is moslim,
1,3% is hindoe en
0,2% is jood. Kenneth Meshoe, de voorzitter van de Christendemocratische Partij van Zuid-Afrika grijpt die statistieken aan om het voorstel als absurd te bestempelen: "Vier op vijf Zuid-Afrikanen is christen. Niemand wordt gediscrimineerd met een feestdag op Kerstmis of Goede Vrijdag."
"Engel van God.
"Engel van God, die mijn bewaarder zijt, aan wie de Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij. Amen."
Hoe kunnen mensen God leren kennen?
Hoe kunnen mensen God leren kennen?
Door Hoofdredacteur Bert Claerhout (Kerk & leven):
ANTWERPEN (RKnieuws.net) - De Nieuwe Evangelisatie is niet bedoeld om het geloof te verkopen, maar om de hedendaagse mens opnieuw met God in contact te brengen. Dat was een van de uitgangspunten van de bisschoppensynode die vorige maand in Rome plaatsvond. Onder de driehonderd deelnemers vooral bisschoppen uit alle continenten, maar ook lekenexperts en bevoorrechte getuigen.
Het begrip Nieuwe Evangelisatie heeft niets te maken met veranderingen aan de geloofsinhoud. Ook in de Nieuwe Evangelisatie staat of valt het geloof van de christen met zijn persoonlijke relatie met Jezus. De vraag is hoe we de Blijde Boodschap kunnen verkondigen in een cultuur die grotendeels afscheid heeft genomen van het christendom. Het gaat er nu niet langer om hoe en in welke mate de Kerk een openheid naar de moderne cultuur kan creëren - zoals vijftig jaar geleden, bij de opening van het Tweede Vaticaans Concilie - maar hoe ze als minderheidskerk haar evangelische boodschap kan brengen in een areligieuze cultuur.
Zoals te verwachten was, mondde de synode in Rome uit in een degelijke slotboodschap. De bisschoppen benadrukken daarin de nood aan vitale parochies, vragen aandacht voor het eigene van een stedelijke cultuur en onderstrepen het belang van persoonlijke getuigenissen bij catechese en geloofsverdieping. Voorts wijzen ze op de gelijkwaardigheid van man en vrouw en op de nood aan een levendige dialoog met andere culturen en godsdiensten. Kortom, een tekst die openheid en hoop ademt, ook al bevat die geen spectaculaire uitspraken. De tekst is veeleer een vertrekpunt, zei monseigneur. Andre-Joseph Leonard, die lid was van het redactiecomité, op een persconferentie in Brussel.
Hoe waardevol dat soort boodschappen ook is, meer dan bouwstenen aanreiken, kunnen ze niet. Bovendien mag de kerkleiding nog de meest mystieke argumenten naar voren brengen om de plaats van de vrouw in de Kerk te verantwoorden, een cultuur die de gelijkwaardigheid van man en vrouw alom erkent, heeft daar geen oren meer naar zolang vrouwen niet tot het priesterambt worden toegelaten. De media spelen daar trouwens gretig op in. Het nieuws over de synode ging nauwelijks verder dan de obligate meldingen dat er geen gehuwde en/of vrouwelijke priesters komen en dat gescheiden en hertrouwde gelovigen nog steeds de communie niet mogen ontvangen. Die patstelling maakt het voor de Kerk niet makkelijk om mensen aan te spreken die destijds zijn gedoopt, maar van het geloof zijn vervreemd. Hoe moet het nu verder? Je moet al over veel lef beschikken om de Nieuwe Evangelisatie met een voetbalwedstrijd te vergelijken.
Dat is nochtans wat de Mexicaanse leek Jose Prado Flores in Rome deed. Zoals een voetbalmatch bestaat ook de Nieuwe Evangelisatie volgens hem uit twee helften. De eerste helft wordt gespeeld door verkondigers van het evangelie, door mensen die getuigen hoe de wederopstanding van Christus hun eigen wederopstanding bewerkstelligde. In de tweede helft komen de catechisten en theologen aan bod om die ervaringen te verdiepen en uit te werken. Jose Prado Flores ziet de bisschoppen daarbij als coaches die tijdens de rust kunnen ingrijpen en bijsturen.
Wat Jose Prado Flores duidelijk wilde maken, is dat evangelisatie begint met het geraakt worden door Christus. En dus niet met het aanleren van doctrines en dogmas. Die zijn wel nodig, maar komen pas achteraf. Met andere woorden, geef voorrang aan Jezus heilsboodschap en laat zien hoe die ons leven en dat van anderen radicaal verandert, in plaats van meteen antwoorden te formuleren op vragen die (nog) niet worden gesteld. Zo een aanpak leidt ertoe dat het geloof niet als een onpersoonlijke en theoretische leer of als een codex van geboden en verboden wordt beschouwd, maar als een levendige oproep tot innerlijke bekering. Vanuit dat perspectief staat Nieuwe Evangelisatie voor een verkondiging met meer moed en passie. Dat is geen opdracht voor de kerkleiding alleen, maar voor al wie zich christen noemt.
VATICAAN : ((Mens herleid tot horizontale dimensie.))
VATICAAN :
((Mens herleid tot horizontale dimensie.))
Paus waarschuwt tegen hedendaags atheïsme
Geplaatst door Rorate op donderdag 15 november 2012.
ROME (RKnieuws.net)
-
Tijdens de algemene audiëntie in de Paulus VI zaal die bijgewoond werd door circa 8.000 gelovigen heeft paus Benedictus XVI op 14 november gewaarschuwd tegen het hedendaagse atheïsme dat de mens herleid tot zijn horizontale dimensie zoals de totalitaire regimes van de 20ste eeuw dat deden.
God is geen projectie van de menselijke geest. God is geen illusie, zei de paus. Het geloof mag niet verdreven worden naar de privésfeer, aldus Benedictus XVI. Alleen God kan de leegte van de mens vullen, zei hij. De mens hunkert naar het oneindige, voegde hij eraan toe.
Het christelijk geloof mag niet enkel gezien worden als een waardensysteem, het gaat om de eerste plaats om de ontmoeting met Jezus, ware mens en ware God, zei de paus, die de gelovigen opriep om zich te verzetten tegen atheïsme, scepticisme en onverschilligheid.
De Kerk LEEFT in ons land en strijdt als nooit tevoren!
Dit weekend bezocht Onze-Lieve-Vrouw van Częstochowa ons land!
Maria was er... en haar kinderen waren er... massaal!
De genade van de Zwarte Madonna vulde talloze kerken tot aan de nok. We beseffen het zelf nog maar amper, maar wellicht beleefden we de grootste bijeenkomst van de Rooms-Katholieke Kerk in België sinds decennia:
We willen iedereen bedanken die hieraan meewerkte: Monseigneur De Jong, hulpbisschop van Roermond (Nederland); alle priesters die Heilige Missen opdroegen, Biecht hoorden, de momenten van Aanbidding van het Allerheiligste Sacrament inrichtten; de priesters wiens basilieken en kerken we mochten gebruiken; alle mensen die enigszins betrokken waren bij de praktische aspecten van de organisatie van dit grandioze evenement (misdienaars, cantors, kosters, koorzangers en zangeressen, promoteam, webdesigners, fotografen, cameralui, dragers, technici, chauffeurs); alle deelnemers die zo talrijk in gebed en in de strijd voor de ongeboren kinderen aanwezig waren; de offerzielen die alle genaden die we hebben gekregen reeds van lang tevoren hebben afgesmeekt; maar bovenal willen wij onze Heilige Moeder Maria bedanken voor haar komst!
En Maria is nog steeds bij ons
. Ze woont in onze harten en daar wil ze ons bezielen om God en elkaar steeds meer lief te hebben. In het bijzonder wil Ze dat we de ongeboren kinderen, wier leven in gevaar is in deze maatschappij, bijzonder liefhebben! Laten we dus volharden in gebed en strijd voor deze belangrijke zaak! Samen kunnen wij een licht zijn voor dit land!
vanoceaantotoceaan.be
EEN SERMOEN IN EEN KERK ERGENS IN LIMBURG.
EEN SERMOEN IN EEN KERK ERGENS IN LIMBURG.
Dierbare broeders en zusters,
Allerheiligen is in feite één van de laatste hoogtepunten van het kerkelijke jaar: het feest van "de overkant". We voelen aan, dat het concrete leven van een persoon te kostbaar is om zomaar in het niets te eindigen. Op de één of andere manier móet het wel verdergaan. Op sommige momenten in ons leven, voelen we dat een overledene er bij is. Maar hoe? dat blijft ongrijpbaar. Sommigen zoeken langs allerlei wegen contact te maken met overledenen. Voor anderen lijkt reïncarnatie het goede antwoord, maar de ware Liefde verdraagt dit niet. Een concreet persoon kan niet zomaar ineens een ander worden. Dat past niet bij het jawoord van God tegenover iedere unieke mens die Hij persoonlijk vanuit zijn oneindige liefde heeft geschapen. Wij worden immers kinderen van God genoemd en wij zijn het ook. Na de dood gaat het leven verder, verder bij God, voor hen die Hem aanvaard hebben.
Maar is dit leven bij God enkel weggelegd voor heiligen? Voor speciale mensen? Spontaan denken wij, dat wij daar niet bij passen. Ik ben niet heilig geboren, dus is het niet voor mij. Maar heiligen werden niet heilig geboren. De lat lag voor hen even hoog of even laag als voor ons. Ook zij hebben moeten groeien. Heiligen zijn mensen die aan Gods uitnodiging gehoor hebben gegeven, stap voor stap, omdat zij volledig ja hebben gezegd tegen God. Ze hebben de Heer als koning van hun leven aanvaard, hun leven in Zijn handen gelegd, en Hem gevolgd door Zijn Kerk.
Dit is ook voor ons de weg die wij hebben af te leggen. Wij kunnen óók heilig worden en wel door ons door God te laten kneden en te laten omvormen. Heilig worden is het werk van de Heer, maar Hij kan slechts werken als wij aan Zijn uitnodiging beantwoorden. Dat is niet onmogelijk! De volgende stap zetten, is echter alleen mogelijk als wij die zélf zetten.
Maar daarbij moeten wij ons wel door God de Heilige Geest laten
leiden. Christus geeft ons in het evangelie richtlijnen om te leven zoals Hij het van ons wil, namelijk de zaligsprekingen.
Als we deze volgen, met de hulp van de Heilige Geest en de sacramenten van de Kerk, dan kunnen we zalig worden, heilig!
Moet men uitblinken in volmaaktheid of een of andere heldendaad hebben verricht?
Volgens Teresia van Lisieux, een heilige die we ook in oktober hebben gevierd, bestaat heiligheid in vertrouwen op en in overgave aan God.
Heiligheid bestaat dus in vertrouwen op God. Dat is niet weinig. Vertrouwen is immers een kwestie van alles of niets. Je vertrouwt iemand of je vertrouwt hem niet. Het is namelijk een tegenspraak te zeggen dat je al een beetje vertrouwen hebt in iemand, of dat je bijvoorbeeld iemand al voor 80 procent vertrouwt. Dat is immers een verbloemde manier om te zeggen dat je die medemens eigenlijk wantrouwt.
Het vertrouwen op God van degenen die wij heiligen noemen was een totaal, onvoorwaardelijk vertrouwen. En dat blijkt vooral uit hun overgave aan God.
Het begrip overgave roept meteen een leven op van strijd en gevecht. Men geeft zich over wanneer men tevergeefs al zijn krachten heeft ingezet; wanneer men tot het inzicht is gekomen dat alle moeite tevergeefs is en alle middelen nutteloos zijn. Men geeft zich pas over wanneer men beseft dat men niets meer van zichzelf, maar alles van de andere moet verwachten.
Om heilig te worden, zegt Teresia van Lisieux, volstaat het je zondigheid en kleinheid te aanvaarden en ze vertrouwvol voor God te leggen, om zijn barmhartigheid uit te lokken. Men geeft zich, met andere woorden, over aan de goedheid van God. Heiligen zijn mensen die geloven dat Gods Hart groter is dan dat van mensen en die daarop vertrouwen. Onze God is immers een God die doet opstaan uit dood en zonde, die opwekt uit de nacht. Een God van leven en toekomst, een God van de dageraad. Strikt genomen is alleen Hij heilig. Maar Hij vraagt dat wij ook heilig worden, zoals Hij meermaals daartoe uitnodigde in het Oude Testament:
Ik ben Jahwe uw God; zorg dat gij heilig zijt. Wees heilig, omdat Ik heilig ben.
De gemeenschap van de heiligen die we vieren, is de gemeenschap van allen die hier en nu, met vallen en opstaan, in vertrouwen op Christus leefden.
Zij gaven zich over aan de weg van Jezus, aan zijn richtingaanwijzers naar geluk en toekomst: Jezus prijst hen zalig.
Broeders en zusters, dit is dus ons doel op aarde: met de Heer leven dag in dag uit, om eens met Hem het eeuwig leven binnen te gaan. Laten wij de heilige Moeder Gods aanroepen om deze weg te kunnen gaan en erin te slagen.
Amen.
5,6 MILJOEN RELIGIEUZE TOERISTEN IN ITALIÃ
5,6 MILJOEN RELIGIEUZE TOERISTEN IN ITALIË
De Sint-Pietersbasiliek in Rome blijft een van de geliefde bestemmingen Bron: Kerknet
BRUSSEL (KerkNet/RadVat)
5,6 miljoen bedevaarders en toeristen bezoeken Italië omwille van religieuze motieven. Dat blijkt uit een rapport van het Italiaanse Instituut voor de Studie van het Toerisme. Volgens de onderzoekers toont de enquête dat Italië zijn succes bij toeristen in niet geringe mate dankt aan betekenisvolle religieuze culturele plaatsen en bekende bedevaartplaatsen. Van de 5,6 miljoen religieus gemotiveerde toeristen zijn er 3,3 miljoen uit het buitenland afkomstig. De andere 2,3 miljoen komen uit Italië zelf. Het religieuze toerisme is goed voor 1,5% van alle toerisme in Italië.
BOODSCHAP VAN 25 NOVEMBER 2012. ( MEDJUGORJE ).
BOODSCHAP
VAN 25 NOVEMBER 2012
Liefste kinderen, in deze tijd van genade roep Ik u allen op het gebed
te vernieuwen. Sta open voor de heilige biecht zodat ieder van u
mijn oproep van ganser harte kan aannemen. Ik ben met u en Ik bescherm u
tegen het bederf van de zonde, maar u moet zich openstellen voor de weg
van bekering en heiligheid, zodat uw hart van liefde voor God zou
branden. Schenk Hem tijd en Hij zal zich aan u geven, en zo zal u
in de wil van God liefde en levensvreugde ontdekken. Dank dat u aan
mijn oproep gehoor hebt gegeven.
Adventsgedachte.
HEILIGHEID IS VOLHEID VAN GENADE
Volmaakt christelijk leven
Jezus is geboren om ons ,allen' heilig te maken, het is Gods wil dat allen heilig worden. De heiligheid kan dus niet bestaan in buitengewone gaven van natuur en genade, die uitsluitend van Gods vrijgevigheid afhangen. Veeleer moet heiligheid bestaan in iets dat alle mensen van goede wil, hoe gering en eenvoudig ze ook mogen zijn, met Gods hulp kunnen bereiken. Heiligheid is volmaakt christelijk leven en bestaat in de volle ontplooiing van het bovennatuurlijk leven in ons. De heiligmakende genade, de ingestorte deugden en de gaven van de H. Geest liggen aan de oorsprong ervan.
Het doopsel heeft de kiem van heiligheid in ons neergelegd: de genade. Dat zaad kan uitgroeien en kostbare vruchten van bovennatuurlijk leven, van eeuwig leven, voortbrengen voor wie ijverig die ontwikkeling in de hand werkt.
De genade verheft ons tot de bovennatuurlijke orde en maakt ons daardoor geschikt met de Allerheiligste Drieëenheid om te gaan, d.w.z. God te kennen en te beminnen zoals Hij in zichzelf is, zoals Hij zichzelf kent en bemint. De genade verwekt en voedt in ons dus een nieuw leven van kennen en beminnen, een leven dat een deelnemen aan het Goddelijk leven is!
Wat zou er heiliger en meer heiligend kunnen zijn dan die intieme betrekkingen met de Allerheiligste Drieëenheid? Tot die hoogte brengt ons de genade en die gave wordt aan alle gedoopten geschonken.
Van zijn volheid...
Het bovennatuurlijk leven, voortkomend uit de genade, moet heel ons menselijk leven doordringen, zodat het in al zijn werkingen bovennatuurlijk wordt. Naarmate de genade in onze ziel toeneemt en rijpt, oefent zij een steeds verder- en diepergaande invloed uit. Wanneer die invloed zich daadwerkelijk over al onze activiteiten heeft uitgestrekt, zodat ze alle op de glorie van God gericht zijn, en ons zo geheel met Hem door de liefde verenigd heeft, dan zullen wij de volheid van het christelijk leven bereikt hebben, d.w.z. de heiligheid.
De genade is een geheel gratis geschonken gave die God ons verleent omwille van de oneindige verdiensten van Jezus. Door op het kruis te sterven heeft Hij ze voor ons verdiend in de rijkste overvloed. Sint Jan zegt van Hem dat Hij is: ,vol van genade... Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen; genade op genade' (Jo. 1, 14-16). Daardoor juist kunnen wij allen heilig worden.
Dat betekent echter niet dat wij allen tot dezelfde hoogte of vorm van heiligheid geroepen zijn. Er zijn ,grote' heiligen, die een grote zending te vervullen hebben gehad en bijgevolg bijzondere gaven van natuur en genade ontvingen! Maar daarnaast zullen er altijd meer bescheiden, meer verborgen heiligen zijn, die zich geheiligd hebben in de schaduw en in de stilte.
De heiligheid is niet gelegen in de grootheid van de verrichte werken of ontvangen gaven, maar in het kapitaal van liefde en genade dat men verworven heeft door getrouw gehoor te geven aan Gods uitnodigingen.
Waarom blijf ik zo achter?
Goede Zaligmaker, Gij hebt die volheid van het genadeleven waarin de heiligheid bestaat, dus niet alleen voor enkele bevoorrechte zielen willen verdienen, maar ook voor mij. Uw oneindige liefde heeft U ertoe gedreven, voor ons mens te worden, één van de onzen, ofschoon Gij God zijt. Zóveel hebt Gij willen lijden, dat Gij op het kruis gestorven zijt en al uw kostbaar bloed hebt vergoten. De oneindige verdiensten die Gij daardoor voor ons hebt verworven zijn meer dan voldoende, niet enkel om alle mensen te redden, maar ook om ze te heiligen.
Maar waarom zijn er dan zo weinigen die werkelijk heilig worden? Waarom blijf ik zo achter? Ik heb niet alleen de genade van het doopsel van U ontvangen, maar ook nog zoveel biechten en communies. Mijn genadeschat had zozeer moeten toenemen! Gij hebt mij geschapen zonder mij, maar zult mij niet heiligen zonder mij. Gij hebt reeds alles voor mij verdiend wat nodig is om heilig te worden; ontelbaar waren uw gaven, maar ik zal niet heilig worden zonder mij persoonlijk in te zetten.
Gij alléén zijt heilig en Gij alléén kunt mij heilig maken. Gij eist echter mijn vrije medewerking en wel zó, dat, als ik die weiger, Gij mij niet zult heiligen, niettegenstaande uw almacht en uw oneindige liefde.
Ik kan dus door mijn laksheid, door mijn geringe liefde en mijn koelheid uw oneindige verdiensten en het bloed dat Gij op het Kruis vergoten hebt, voor mijn ziel vruchteloos maken. Hoe kan een schepsel, dat alles van God ontving, de pretentie hebben uw werking in zijn ziel tegen te streven en te verhinderen? Waar haalt een klein mensenkind zoveel overmoed vandaan? Laat dat toch niet gebeuren, Heer! Achtervolg mij met uw genade, tot ik mij geheel aan U gewonnen geef.
Om U de oprechtheid van mijn gevoelens te bewijzen, wil ik met uw hulp edelmoedig zijn en mijzelf overwinnen op het punt wat mij het meeste kost. Ik wil ,ja' zeggen, juist als dit het meest met mijn tot het slechte geneigde natuur in strijd is. Sta mij bij met uw almachtige hulp, help en steun mijn armzalig pogen, Gij weet dat ik de zwakheid zelf ben. Sta mij toe, Heer, mijn lippen te leggen aan die bron van levend water die opwelt uit U, bron van leven en genaden, van kracht en heiligheid, opdat ik daaraan mijn dorst kan lessen en weer met nieuwe vurigheid de weg kan vervolgen die Gij mij wijst.
Bron; Van Hart tot Hart, 1962
Gabriel van de H.Maria Magdalene o.c.d. Uitgave: Stichting Immaculata 2012.
Vanwege, Broeder Hendrikus.
BOODSCHAP. God de Vader: Ik bied jullie de meest volmaakte toekomst aan
God de Vader: Ik bied jullie de meest volmaakte toekomst aan
Donderdag 22 november 2012 19.00u
Mijn liefste dochter, het Licht van Mijn liefde valt vandaag de dag over de aarde in de hoop dat het hart van Mijn kinderen bewogen kan worden.
Tot diegenen die Mij niet kennen - en er zijn er velen die bang zijn om Mij te benaderen: jullie moeten weten dat Ik verlang om jullie naar het Koninkrijk van Mijn Zoon te brengen.
Ik Ben de God van Liefde en de God die jullie het geschenk van de redding naliet.
Jullie mogen dit geschenk niet vergooien, want het werd aan de mensheid gegeven opdat zij zich opnieuw zouden kunnen verenigen om het Paradijs te genieten dat Ik in de eerste plaats voor hen schiep.
Dit is de tijd voor de Dag van de Heer en jullie, Mijn kinderen, worden op deze grote dag voorbereid.
De tijd van Mijn goddelijk ingrijpen, zodat jullie gered kunnen worden om de poorten van het Koninkrijk van Mijn Zoon binnen te treden, gaat spoedig plaatsvinden.
Wanneer de profetieën - voorzegd in Mijn Heilig Boek - zich beginnen af te spelen, zullen jullie eindelijk de waarheid aannemen.
De waarheid die Ik de mensheid voor deze tijden beloofd heb, wordt jullie nu gegeven.
Waarom, kunnen jullie je afvragen, moet de waarheid over Mijn heilig woord opnieuw aan Mijn kinderen geschonken worden?
Het is omdat zo weinigen in Mijn bestaan geloven in de wereld van vandaag. Zij slaan niet langer acht op Mijn Tien Geboden.
Arrogantie heeft de plaats van nederigheid ingenomen bij Mijn kinderen, met inbegrip van veel gewijde dienaren die aangesteld werden om de waarheid mee te delen. Velen leggen de waarheid van Mijn woord naast zich neer en nog meer mensen werd nooit de zin van hun bestaan op aarde geleerd.
Zoveel zielen kunnen nu omwille van Mijn liefde verlost worden en Ik heb jullie daarvoor, door Mijn geliefde Zoon, instructies gegeven over wat van jullie verwacht wordt.
Omhels de waarheid! Herinner diegenen, met wie jullie een hechte band hebben, aan Mijn grote liefde voor Mijn kinderen!
Ik zal, zoals elke goede vader, Mijn kinderen waarschuwen voor de gevaren die zij tegemoet treden.
Ik zal hen nooit blindelings in het bedrieglijke web laten lopen dat de mensheid, zoals het net van een visser over een nietsvermoedende school vissen, overvallen heeft.
Ik zal diegenen die trachten te verhinderen dat Mijn woord gehoord wordt, of diegenen die het woord van Mijn Zoon proberen onderuit te halen, niet laten begaan. Noch zal Ik Mijn plicht verzuimen om Mijn kinderen te waarschuwen voor de straffen waarmee zij geconfronteerd zullen worden als zij Mij blijven beledigen door de manier waarop zij anderen behandelen.
Ik Ben jullie Vader. Ik Ben verantwoordelijk voor het opnieuw bijeenbrengen van Mijn kinderen en Ik zal al het nodige aanwenden om Mijn kinderen voor kwaad te behoeden.
Elke tactiek, elke list zal door Satan en zijn toegewijde volgelingen gebruikt worden om te beletten dat jullie de waarheid horen.
Dit beloof Ik jullie plechtig: jullie zullen snel in Mijn armen en in de bescherming van de grote barmhartigheid van Mijn Zoon opgenomen worden.
De strijd om de zielen is begonnen, ook al is dat misschien voor velen onder jullie niet duidelijk.
Om Mijn Nieuw Paradijs op aarde te kunnen genieten, moeten jullie Mijn hand aannemen wanneer deze naar jullie uitgestoken wordt. Wees niet bang, want Ik bescherm met Mijn Zegel al diegenen die Mij, hun Eeuwige Vader, en Mijn dierbare Zoon eren.
Neem Mijn oproep ter harte! Wees sterk! Sluit jullie oren voor het gefluister van het Beest wanneer hij die zielen gebruikt, die bevlekt zijn door de zonde van hoogmoed, om jullie van Mij af te nemen.
Ik bied jullie de meest volmaakte toekomst aan. Jullie mogen dat Paradijs niet afwijzen want het is jullie erfdeel. Hoevelen onder jullie zouden de erfenis van een groot fortuin afwijzen in de wereld? Zeer weinigen. Bega niet de vergissing om dit geschenk de rug toe te keren!
Iedereen die jullie probeert tegen te houden, heeft jullie gebeden nodig want Ik houd van al Mijn kinderen.
Ik, jullie Vader, zal ervoor zorgen dat Mijn groot plan, om de Tweede Komst van Mijn Zoon in te luiden, niet vertraagd zal worden.
Kom tot Mij, door Mijn Zoon, en het zal jullie aan niets ontbreken! Ik houd van jullie. Ik ween om velen van jullie die te koppig zijn om te zien dat dit inderdaad de roep van de Hemel is, beloofd om jullie voor te bereiden op het Nieuw Tijdperk van Vrede.
Jullie geliefde Vader
God de Allerhoogste
BOODSCHAP. De ene helft zal niet van de waarheid afwijken. De andere helft zal de waarheid verdraaien
De ene helft zal niet van de waarheid afwijken. De andere helft zal de waarheid verdraaien
Woensdag 21 november 2012 23.30u
Mijn zeer geliefde dochter, denk er bij elke strenge boodschap, die Ik geef aan al Gods kinderen, altijd aan dat Mijn liefde steeds barmhartig is.
Mijn geduld is een en al lankmoedigheid en Ik zal iedere persoon - die een beroep doet op Mijn barmhartigheid - redden, ongeacht de ernst van hun zonden.
Hoe hunker Ik ernaar om allen te bevrijden uit de greep van de Bedrieger die zijn vat, op elke ziel die hij verleid heeft, verstevigt zodat velen machteloos staan tegenover zijn kracht.
Laat niet toe dat iemand het volgende niet begrijpt: wanneer jullie je ziel welwillend aan Satan verkocht hebben, zal hij jullie niet vrijwillig loslaten. Enkel Ik kan jullie dan bevrijden.
Wanneer die zielen, die voor Mij verloren zijn omwille van het zondige leven dat zij leiden, proberen hun gewoontes te veranderen, zullen ook zij worstelen met het Beest. Want dit is een Beest dat gekrenkt is en het is venijnig.
Voor velen zelfs diegenen die Mij, jullie Jezus toegewijd zijn zal hij van tijd tot tijd als een doorn in hun zijde zijn. Niets zal hem tevredenstellen tot jullie toegeven aan zijn bekoring die verschilt van persoon tot persoon.
Aanvaard zonde als een feit omdat ieder van jullie een zondaar is en dat zal blijven tot jullie van de zonde gereinigd zijn, maar vecht ertegen.
Tot diegenen onder jullie die Mij zeer goed kennen: jullie weten dat jullie altijd op Mij kunnen vertrouwen.
Jullie weten hoe belangrijk het is om dagelijks met Mij in contact te blijven. Dit kan gewoon door met Mij te praten tijdens jullie werkdag. Dat is de perfecte tijd om Mij kleine offers aan te bieden.
Als iemand jullie kwetst, bied Mij dan deze beproeving aan zodat Ik er zielen door kan redden.
Als jullie verontrust zijn over de strijd waarmee jullie geconfronteerd worden en waarover jullie geen controle hebben, moeten jullie Mij toelaten jullie last weg te nemen.
Veel mensen kloppen uren, zowel binnen- als buitenshuis. Al wat Ik vraag is dat jullie je in gedachten tot Mij wenden wanneer jullie steun en hulp nodig hebben, want Ik zal jullie gebed beantwoorden.
Maak nooit de fout te denken dat jullie alleen maar met Mij kunnen communiceren tijdens jullie tijd in de kerk, of voor en na het ontvangen van de Heilige Sacramenten. Ik ben er op elk moment van de dag. Ik reageer op elk verzoek als het in overeenstemming is met Mijn Heilige Wil.
Mijn geliefde leerlingen, jullie zijn allemaal Gods kinderen. Ik verenig jullie, natie met natie, zodat Ik vrede en eendracht kan brengen te midden van de chaos die zal komen.
Laat Mij jullie naar Mijn heilige familie voeren en jullie zullen versterkt worden.
Dan zullen jullie opstaan en voorwaarts stormen, vernieuwd en met nieuwe strijdlust, om Mijn strijdmacht die zich in veel landen nog niet gevormd heeft te leiden.
Blijf trouw aan Mijn instructies!
A.u.b. verspreid overal het Zegel van de Levende God. Het mag niet verkocht worden. Het moet beschikbaar gesteld worden voor iedereen. Geef kopieën door aan al diegenen die beschermd moeten worden.
De verdeeldheid tussen de trouwe volgelingen, diegenen die Mijn Vaders Boek, de allerheiligste Bijbel, aanvaarden en diegenen die de waarheid willen veranderen, gaat groter worden.
De ene helft zal niet van de waarheid afwijken.
De andere helft zal de waarheid verdraaien.
Zij zullen dat doen om tegemoet te komen aan hun eigen politieke en persoonlijke drijfveren, die verborgen zullen worden achter ingeklede bewoordingen.
De waarheid zal spoedig tot leugen uitgeroepen worden en aan God zal de schuld toegekend worden.
Zij zullen oneerbiedig verklaren dat de wetten, die door Mijn Heilige Plaatsvervanger voorgeschreven worden, ouderwets zijn en niet passen in de moderne samenleving.
Elk listig argument zal regelrecht in strijd zijn met de wetten van God, wat hierop neerkomt:
Deze mensen willen wetten invoeren die de zonde legaliseren. Zij houden niet van God. Zij zeggen dat zij dat wel doen en veel van diegenen die dergelijke wetten promoten, zijn atheïsten maar zij onthullen hun ware overtuigingen niet.
Veel van hun plannen omvatten het uitbannen van christelijke wetten.
Anderzijds tolereren zij de wetten die vrouwen toelaten kinderen te aborteren omwille van hun keuze van levensstijl. Zij maken gebruik van deze argumenten bij uitstek, maar deze keuze geldt voor de moeder en niet voor het kind.
Veel vrouwen zullen gekweld worden nadat zij op deze manier leven vernietigden. Veel zullen een gevoel van verlies ervaren omdat zij in hun hart zullen weten dat het leven dat zij vernietigden door God geschapen werd.
Elk krachtig en overtuigend argument zal aangevoerd worden om de legalisering van abortus tot stand te brengen. Elke list die gebruikt wordt om steun te vergaren, komt erop neer dat abortus voor iedereen ingevoerd wordt.
Voor deze zonde zal Ik hun landen neerhalen.
De zonde van abortus berokkent Mijn Vader veel pijn en Hij zal niet toestaan dat dit doorgaat.
De naties die voortdurend proberen om het aan meerdere vrouwen ter beschikking te stellen en die het uitdragen als iets goeds, zullen aangepakt worden en een straf toebedeeld krijgen waarvan geen herstel mogelijk is.
Zij zullen schuldig zijn aan de zonde van moord en zullen één van de voornaamste groepen zijn die tijdens de Waarschuwing pijn zullen lijden.
God zal niet toelaten dat jullie raken aan de levens die Hij schiep.
Zijn straf zal jullie toegemeten worden in de vorm van aardbevingen en veel naties zullen straf na straf blijven ontvangen tot de dag van de Heer.
Abortus en moord zullen de twee zonden zijn waarvoor Mijn Vader een strenge kastijding op de wereld zal neerwerpen.
Zonde, Mijn leerlingen, is zoiets als een vlek die jullie ziel elke dag doet verdorren. Maar wanneer jullie in staat van genade verkeren, doet dat afbreuk aan de zonde. Hoe meer jullie de Sacramenten van de Heilige Communie en de Biecht ontvangen, hoe groter de genaden die jullie krijgen.
Aan diegenen onder jullie die dagelijks de Mis bijwonen: er worden jullie heel bijzondere genaden geschonken. Want jullie, Mijn toegewijde volgelingen, zullen snel door de poorten van Mijn Paradijs gelaten worden.
Ga en breng een beetje meer tijd met Mij door! Praat met Mij! Ik houd van luchtig gepraat en het brengt Mij dichter bij jullie. Ik hunker naar jullie. Ik hunker naar de vertrouwelijkheid waar Ik om vraag zodat Ik jullie dichter bij Mij kan brengen.
Jullie kunnen een wonderlijke relatie met Mij opbouwen, gewoon door eerst een vriend te worden. Vervolgens zal onze liefde toenemen tot het moment dat jullie hart zal barsten van liefde voor Mij en dat van Mij voor jullie.
Het is niet ingewikkeld om te beginnen met een nieuwe start om jullie voor te bereiden op Mijn Koninkrijk. Begin nu! Aanroep Mij!
Als jullie van Mij houden, zullen jullie al snel op Mij vertrouwen en dat zal jullie naar de loutering van jullie ziel voeren. Jullie zullen gelukkiger zijn, in vrede verkeren en niets van de buitenwereld zal nog iets te betekenen hebben, behalve de pijn van de zonden waarvan jullie getuige zullen zijn.
Ik ben hier. Ik ben op jullie aan het wachten. Ik wil dat de mensheid Mij goed kan leren kennen.