😉 Alles over de aanlooptochten van Gent naar Roncesvalles, voettochten die we maakten met overnachting in onze camper kan je vinden op onze blog: www.bloggen.be/bo_en_bie
... samen op weg gaan is vooral steunen op elkaar als op een pelgrimstaf en de zekerheid ontdekken dat je elkaar liefhebt en samen oud wil worden ...
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
CAMINO DE SANTIAGO DE COMPOSTELA
👣 Met de rugzak op pelgrimstocht naar het graf van de apostel en verder naar het einde van de wereld 🚩 Camino Francés door Navarra, Rioja, Castilië en Galicië, van Roncesvalles naar Compostela 🚩
25-04-2015
vrijdag en zaterdag 24 en 25 april : Santiago de compostela
We logeren in hotel Hortas in de gelijknamige straat die vanaf het Plaza de Obradoiro westelijk de stad uitloopt richting Fisterra.
Het plaza de Obradoiro is overweldigend groot en is omringd door vier prachtige gebouwen, waaronder de kathedraal, een romaans-gotische kruiskerk met barokke voorgevel die -hoe kan het ook anders wanneer wij er zijn- in de steigers staat. Die omgeving zal de komende twee dagen (24/4 en 25/4) onze uitvalbasis zijn om op adem te komen. Geen grote culturele verkenningen -laat staan museabezoeken- wel kuieren en sfeer opsnuiven.
Door de onophoudelijke regenval en de middeleeuwse bouwstijl die het vooral van grijze rotsstenen moest hebben, geven deze -we geloven het graag- bij zonnig weer mooie oude stad, iets intriestig en somber, als wenend om zoveel zondaars op zoek naar vergeving. We pogen er het beste van te maken en doorlopen de kleine nauwe stegen aan beide zijden van de oude kathedraal en ontdekken er prachtige gebouwen. De stad imponeert en straalt vooral kerkelijke macht uit, wat met het sombere weer een donkere middeleeuwse sfeer creeert. Het barokke is overvloedig en de verschillende gevels vertellen stuk voor stuk geschiedenis, vooral uit de achtiende en negentiende eeuw, maar er zijn ook Romaanse parels uit de 12de en 16 de eeuw. Het bezoek aan de kathedraal laat op ons vooral een indruk na van overvloedige rijkdom en het streven om dat vooral te tonen -de grootste en mooiste te willen zijn-, waarbij opvalt dat samenhang en planning ontbreken. Het lijkt dan ook een chaotisch geheel van rond de kruisbeuken verzamelde kapellen -stuk voor stuk op zichzelf pareltjes- die in de pompeuse barokheid verloren gaan. Ook de kathedraal deprimeert ons wat.
Dan maar op zoek naar gezellige drukte in de honderden souveniertjewinkeltjes vol prullaria en nutteloze doch leuke hebbedingetjes, waarin toeristen zoals wij zich drummend staan te vergapen -of komen schuilen voor de aanhoudende regen- én af en toe ook wat kopen. Het geroezemoes, geschuifel en de babelse spraakverwarring waaruit iedereen zich poogt uit te redden door de meest gekke taalcolbinaties en os-achtervoegingen op de hulpeloos kijkende maar verkoopgrage spaanse verko(o)p(st)ers los te laten is zowat het enige dat ons in de grijze druilerige donkere stad ietwat kan opfleuren. Gelukkig is er ook de standvastige stroom van aankomende pelgrims, waartussen we geregeld een bekend gezicht herkennen.
Met dit weer hoeft het voor ons niet meer, we schrappen de voettocht naar Fisterra. We hebben meer dan genoeg regen gehad -de meteo voorspelt nog minstens twee dagen regen- én gaan op zoek naar andere opties om ons verblijf - tot onze vlucht op 5/5- te vullen op een ontspannende en aangename manier.
We boeken een minireisje naar Porto. We vertrekken morgen en komen dinsdagavond terug naar Santiago. Tegen dan voorspellen ze beter weer.
We zullen later een excursie naar Fisterra en Muxia maken en de misviering (vrijdagavond zegening pelgrims om 19u30), die we gisteren misliepen voor volgende vrijdag houden.
We zijn wandelmoe -doel bereikt, veer gebroken- en willen nog gewoon toeristen.
donderdag 23 april 2015 ✔ ARZUA naar COMPOSTELA ✔ 39 km
Het weer: Zonnig en zeer mooi / 24°
Het traject: Arzúa (388m) - Peroxa (400m) - A Calzada (390m) - Salceda (355m) Santa Irene (390m) - Rúa (290m) - Pedrouzo/Arca (289m) - Amenal (260m) - BArre Iran (360m) - Labacolla (280m) - Montes de Gozo (350m) - Compostela (260m)
Dagverslag:
23/4: We zijn om 18u26 aangekomen in Compostela na een tocht van 39 km (twee laatste etappes in één dag afgewerkt).
Te moe en te blij om nu nog verslag te maken. We bouwen een bescheiden feestje met Kim de Koreaan waarmee we weken geleden waren gestart, die inmiddels al terug is van Fisterra en die we hier terug treffen.
24/4: Ik ben eindelijk uit bed geraakt met een geblokkeerde schouder die door Lieveken liefdevol wordt gemasseerd. Maar nu eerst het verslag van 23/4.
Verslag 23/4:
We waren aanvankelijk gestart met als doel tot O Pedrouzo te stappen, een tocht van 19 km. Enkele pelgrims startten voor de volle resterende 39 km. Wij niet. Nog niet. Vooraf toch een rechtzetting. We hadden, met het oogmerk de groenen onder de volgers, in hun pen -of beter klavier- te doen kruipen, in het verslag van 22/4 laten vallen dat platanen hun bast verliezen. Dat is ook zo, maar in dit geval waren het eucalyptusbomen. We kregen enkel reactie van een canvascrack, die terecht opmerkt dat de bomen op de foto geen platanen waren. Wat het dan wel waren meldde hij niet omdat hij vermoedelijk nog op de meerkeuzevragen zat te wachten of het antwoord van een uitdager. 't Zijn dus eucalyptussen.
De tocht is er eentje om van te snoepen. We trekken bos in bos uit en jawel heuvel op heuvel af. Beslist niet van de poes en als laatste etappes kan dat tellen. Het weer is schitterend. We vorderen dan ook vlotjes. Tussendoor maken we de ons door Ellen toebedeelde rol van redders volledig waar, door een woelmuis van de dood te redden. Die was, om boodschappen voor haar kroost, op een marterachtige gebotst, die andere bedoelingen had dan even een praatje over het goede weer te maken. De kennismaking was volop aan de gang en verliep nogal heftig en zeker niet vredig. Toen wij dit rendez-vous en de voorbereiding van het diner van de marterachtige kwamen verstoren, greep de woelmuis de kans te baat de benen -nou ja de gekwetste poten- te nemen. Zonder dankjewel of ommezien strompelde ze recht naar huis -een spleet in de Romaanse brug waar we net over waren gekomen.
Het is onderweg weeral vrij druk en dat zijn we nog niet echt gewoon. De terrasjes zitten vol 'last 100' stappers en net als andere peregrinos voelen we ons daar niet echt mee verwant.
In O Pedrouzo op terras, zien we andere peregrinos verder trekken. Ze willen tot op Mont do Gozo, op 5 km van Compostela geraken. Na een zeer grote pint cerveza én witte wijn voor Lieve, worden we zo overmoedig dat we besluiten om Blane en Jane -die zonder bagage lopen- te volgen tot 5 km voor het einde. Blane vertelt ons dat ze al een paar keer een taxi namen op de moeilijkste stukken. Nu begrijpen we hoe het komt dat sommigen plots een dag voorzitten of eerder aankomen. Toffe pelgrims, nul aflaat zou ik zeggen.
Wat iedereen al kon voelen aankomen, voltrok zich dan ook in Villamayor, weliswaar op 10km van Santiago. Blake en Jane stoppen en wij gingen door. Geen sprake van dat wij met deze -would be-pelgrims Santiago zouden binnenstappen.
De kilometers liepen tot op Monte de Gozo super, met dank aan het weer en het afwisselend en mooi parkoers. En dan lag Santiago aan onze vermoeide voeten. In een roes zijn we door de straten getrokken en plots stonden we voor de kathedraal, monumentaal als passend bij de prestatie van de camino. Toch was de ontroering of het 'moment de gloire' minder dan verwacht. Kwam het door de moeite, die ons plots na al die dagen overviel ?
Met onze diploma trokken we een bar in, wat me terug brengt bij het begin van dit verslag.
We boekten nog een hotelletje via booking.com. waar we op ons positieven aan het komen zijn.
Nu eerst rust en genieten van de stad, alhoewel het weer niet meezit. Grijs en miezerig en vóór maandag geen verbetering te verwachten.
Zondag beginnen we de tocht naar Fisterra. We hebben het momenteel -in het regenachtige Compostela- moeilijk om onszelf terug op te peppen, nu ons hoofddoel is bereikt, maar we maken ons sterk dat eens terug op pad de goesting er vlug opnieuw zal zijn.
woensdag 22 april 2015 ✔ PALAS DE REI naar ARZUA ✔ 25,5 km
🚩 Het weer:
Regen / 14°
👣 Het traject: Palas de Rei (574m) - San Xiao (470m) - Casanova (475m) - Leboreiro (450m) - Furelos (420m) - Melide (457m) - Rio Catasol (410m) - Boente (425m) - Río (380m) - Ribadiso (300m) - Arzua (398m)
✉ Dagverslag:
Tijdens het kuieren gisterenavond in Palas de Rei kwamen we Gérard en Bernard opnieuw tegen. Zij kwamen pas aan. Vermits onze albergue -tis te zeggen die waar wij verbleven- inmiddels volzet was, waren ze op zoek naar een niet te prijzig onderkomen. Palas de Rei beschikt over tientallen albergues zodat dat geen probleem mag geweest zijn. Wij sliepen alvast goed.
We vertrekken deze morgen in dichte mist, waarvan we hopen dat die oplost in een schitterende dag. Niets is evenwel minder waar, want zo de mist al verdwijnt, hij maakt zeker geen plaats voor zon, wel voor regen. Die komt er evenwel pas nadat we in albergue "O Abrigadoiro" in San Xulián (km2) een goed ontbijt kregen voor 3,50 pp. De patron is een bierliefhebber die ons trots zijn verzameling flesjes toont, waaronder 5 Belgische trappisten. Eigenaardig zijn de WestVleteren, de Chimay en de Rochefort, bijna als enigen leeg. Hij vindt de Rochefort de beste en daar kan ik inkomen. Wanneer we ooit nog eens in de streek zijn komen we hier zeker logeren.
De regen heeft ondertussen de mist weggeveegd, blaast bellen in de plassen, etst grillige patronen in de onverharde paden -we zullen vandaag nauwelijks autowegen zien- houdt ons constant in de weer met de cape en zorgt voor een regendouche die bij deze temperatuur van rond de 14° en op sterk hellend terrein niet erg storend is.
We zien tientallen "last 100" wandelaars, touristica met hun keurig op een vouwtje gestreken hemdjes, splinternieuwe ritsbroeken, kleurige sportschoenen -maar verre van wandelschoenen- en kleine rugzakjes -bagage gaat per courier-, behangen met alle merchandising die rond de camino wordt gevoerd. Hun capes staan nog stijf en de vouwlijnen verraden een eerste gebruik. Ze flitsten ons de vorige twee dagen nog vrolijk voorbij, maar likken nu al hun eerste wonden (pijnlijke knieën, blaren, spierpijn). We zullen al gewassen op een terras zitten te eten, wanner zij binnenstrompelen.
Zoals elke dag lopen we tegen 11 uur de fransen Gérard en Bernard in -korte babbel en wij weg- en wat verder de Amerikaanse Ellen, die ons steevast aan iedereen die het horen wil als haar redders voorstelt. Ze werd eerder aangevallen door een varken op de plaats waar wij toen ook waren en daarom -al gebeurde dit achter ons en merkten we het niet eens- roept ze ons uit tot haar redders(?). We laten het gebeuren en noemen haar "big lady", wat zij dan weer anders verstaat.
Het landschap waar we doortrekken lijkt sterk op de Vlaamse Ardennen. De hellingen zijn van het koppenbergtype, maar dan ongekasseid. Korte nijdige hellingen die je eens boven, onmiddellijk terug naar beneden sturen, en dat de ene helling na de andere. Maar het gaat goed -we zijn tenslotte Padstappers- en we klaren de bijna 30 km dan ook probleemloos. Lieve beweert zelfs dat ze zo zou kunnen blijven stappen. Dat komt nog wel, naar het einde van de wereld (Finesterre).
We lopen in Arzua verschillende albergues voorbij en kiezen ver in het centrum van Arzua op de camino een kleine albergue uit. We hebben een houten stapelbed met propere lakens en goede matrassen op een kamer van vier personen. We zijn alweer gedoucht en klaar om de stad in te trekken om te gaan eten, wanneer we het gezelschap krijgen van een Duitse van tegen de Oostzee. Eerst gaan eten daarna socialisen.
Tot morgen beste blogbuiskinderen.
Eenwieweeterdatje: foto 3281 we zien hier ganse bossen met een soort loofboom die volledig zijn bast verliest. We denken dat het platanen zijn. Wat denken jullie?
dinsdag 21 april 2015 ✔ 30. PORTOMARÃN naar PALAS DE REI ✔ 23 km
🚩 Het weer: Na optrekken mist, zonnig en mooi / 20°
👣 Het traject: Portomarín (400m) - Toxibo (520m) - Gonzar (540m) - Hospital de la Cruz (680m) - Ventas de Narón (702m) - Airexe (630m) - Portos-Reboredo (570m) - Valos (630m) - O Rosario (630m) - Palas de Rei (574m)
✉ Dagverslag: Na onze copieuze maaltijd gisteren in de namiddag, konden we het 's avonds stellen met wat fruit alleen. Voordien profiteerden we honderduit van het zonnetje om onze rechterkant toe te laten zijn kleurachterstand tegenover onze linkerkant, die meestal tijdens de wandelingen in het zonnetje loopt, wat goed te maken.
Tegen 19 uur landde een grote groep (een twintigtal jongeren met begeleiders) in de albergue, zodat de rustige avond in enkele minuten vergleed in een drukte van jewelste, waarin de hospitalera verwoed orde probeerde te houden -wat gelukkig lukte. Rond 22 u30 was alles peis en vree,
De nacht verliep maar zus en zo, niet door noemenswaardig gesnurk of luidruchtige jongeren maar wel door verdomd slechte matrassen (metalen veren). We ontwaken wat stijfjes en zijn moeilijk uit de veren te lokken en dat betert er niet op wanneer we door het raam een dichte mist bespeuren. Wederzijdse peptalk en de wetenschap dat we in laatste 100 km zitten drijft ons toch nog vrij vroeg de camino op.
Zoals gezegd beperkt de dichte mist de eerste uren een ruim zicht op de omgeving en beleven we de tocht met oogkleppen en gevangen tussen de bermen -alweer bol van kleurenpracht. Het pad klimt fors gedurende de eerste 10 km en volgt in grote lijnen de autoweg LU633, hetzij er vlak naast hetzij evenwijdig een eindje er vandaan. Het inspireert me tot het schrijven van een ballade -die ik op een andere keer zal publiceren.
Tegen de middag, bij het doortrekken van de Sierra de Ligonde is de mist plots helemaal verdwenen en krijgen we stralende zon bij een helblauwe hemel. We trekken door bos, hei, berg en dal. De heuvels zijn niet zo steil meer, maar het is geen moment plat. Zoals zo vaak zingen we en bewonderen we de gele brem, paarse heide en de donkergroene tijm. Zij vechten een strijd uit om de heuvelflanken; de brem en de heide hoogsopschietend, de tijm en de kleine bodembedekkers breed uitwaaierend.
Mooi, mooi, mooi. Sorry, de herhaling begint de volgers wellicht te vervelen, maar wij kunnen er niet genoeg van krijgen.
Na 17 km komen we de Fransen Gérard en Bernard terug tegen. Hun tocht loopt al sinds Sahagun met de onze mee. Ook zij hebben het lastig met de vele afdalingen -klimmen gaat ook hen beter af. We praten bij en gaan terug onze eigen weg. Op de camino dringt niemand zich op. De laatste kilometers -ook dat wordt herhaling- slepen we ons met de klassieke laatste loodjes, over lange rechte stukken, naar Palas de Rei. Worden we moe?
In Palas de Rei vinden we in een op het eerste zicht uitermate sympathiek ingerichte albergue, een stapelbed in een kamer van drie op de tweede verdieping. 'The tird man' is in dit geval een Ierse vrouw, Maureen. We gebruiken onze IMLtochten in Castlbar als ijsbreker.
De albergue -van de 'red albergues' of ecologisch beheerde albergues- heeft op elk verdieping veel knusse hoekjes met stoeltjes en tafeltjes ('zona club social', 'reader corner', ... ), maar ook oud sanitair en een kleine onpraktische keuken. Alles is wel netjes en proper en het zijn houten bedden met goede matrassen.
Verdere planning: gaan eten en wat rond kuieren en dan .... ah ge weet het.
😴 Overnachting: Albergue Buen Camino Palas de Rei, Rúa de Peregrino 3
Oud, wat uitgeleefd spijts recente opfrisbeurt, wel gezellig, bar/restaurant op gelijkvloers.
✉ Dagverslag: Sarria is de startplaats van wat men de kleine camino noemt, de minimum afstand die men moet afleggen om als peregrino gecertificeerd te worden. De stad staat vol albergues, pereginomenu-restaurants, desayunos-bars en camino-winkeltjes. Het wemelt er van de -al dan niet bepakte- peregrinos. We ontmoetten gisterenavond dan ook heel wat van de stappers waarmee we de laatste week op baan waren: de Amerikanen John en Bill, de Japanse met de bloemetjesbroek die haar Koreaanse gezel is kwijtgespeeld, de twee Fransen Gerard en Bernard, de jonge Amerikaan en zijn Argentijnse kompaan, de Italiaanse Zwitser met zijn lief, ....
Deze morgen ontwaken we met het geluid van de bimbambeierende parochiekerkklok. We negeren de oproep tot geloofsbelijdenis en duiken de badkamer in voor een opfrissertje vooraleer we wat later tiktakkend met onze stokken het stadje verlaten.
De mist is aanvankelijk wat stoorzender, maar zelfs dan bevalt de camino ons vanaf de eerste meters. De Sierras zorgen nog voor wat behoorlijke klim- en daalpartijen, maar het zijn vooraleer de tussen muurtjes van gestapelde rotsstenen geklemde paden, afgezoomd met prachtige oude bomen, die ons in vervoering brengen. Tussen de stenen en in de bermen bloeit alles wat in een voorjaar aan bloem voorhanden is.
De schaarse behuizing op de percelen landbouwgrond en de afbaking der percelen is uitgevoerd in wat de mens van de natuur -overvloedig- ter beschikking krijgt: natuursteen, leien en hout.
En net als gisteren ontbreekt me de woordenschat om dit onder woorden te brengen en ik vraag me af wat schrijvers doen wanneer ze voor een dergelijk probleem staan. Ik weet het niet en ik bedenk dat ik maar beter gewoon opgeef en tot de essentie van het moment kom en het enige woord gebruik dat daar voor is voorzien: gewoon "mooi". Want zeg nu zelf, bestaat er iets mooier dan mooi?
Het woord vat in zijn samenstelling perfect samen wat we bedoelen: 'm' van mmmm, 'oo' voor twee ogen in bewondering en 'i' een door de overdondering omgekeerd !.
Wij wandelen door de foto's in bijlagen en laten deze dus beter woordeloos verder vertellen.
Na het beklimmen van de 58 treden na de brug in Portomarín kazerneren we in, in een albergue met meer dan 120 bedden -een gigantische zaal, onderverdeeld met gordijnen in 5 sectoren. We liggen in sector 1. Er is nog maar weinig volk, maar we kennen Bredero.
50m verder vinden we restaurant Mirador, waar we de pelgrimmenu links laten liggen -we eten op kosten van onze jarige schoonzoon- en een schotel gebraden vlees voor 2 personen bestellen. Lekker maar veel te veel -minstens anderhalve kilo vlees- zodat we de overschot (de kip en de chirozzo) in folie meekrijgen. De entrecotes, de T-bone en de cote-à-l'os hebben we met een paar frieten en een fles wijn smakelijk naar binnen gewerkt. Heerlijke maaltijd en meer dan voldaan!
Het zonneterras wenkt, dus tot morgen.
Een wistjemisschienaldatje: We zagen in de dorpjes, aan de boerderijen en in de landerijen eigenaardige bouwsels, hórreo genoemd (foto 3091). Navraag leerde ons dat het drooginstallaties betreft voor maïs (soms ook koren), hoog boven de grond (voor de ratten) en met ventilatie door de gaten in de stenen. Geniaal in z'n eenvoud.
zondag 19 april 2015 ✔ 28: TRIACASTELA naar SARRIA ✔ 21 km
🚩 Het weer: Geen zon, grijs maar droog / 12°
👣 Het traject: Triacastela (671m) - A Balsa (730m) - Alto de riocabo (910m) - Fontearcuda (660m) - Furela (680m) - Calvor (500m) - San Mamede (487m) - Sarria (453m)
✉ Dagverslag: Er zijn gisterenavond geen pelgrims meer bijgekomen, wat ons zeer verwonderde gezien de kwaliteit van de herberg en het bijhorende restaurant. Verklaring zou kunnen zijn: niet vermeld in de diverse gidsen.
Bij het ontbijt in het restaurant wel tientallen pelgrims. Verklaring zou kunnen zijn: als enige vroeg open (vanaf 6 uur).
We verorberen -na een verkwikkende nacht zonder gesnurk- een voor de prijs kwalitatief goed ontbijt en zien dat Triacastela, gehuld in de mist slaperig ligt te wachten op een nieuwe dag.
En die nieuwe dag begint mistig naast een autoweg zonder verkeer -we zouden haast gaan denken aan een autoloze zondag. De eerste kilometers zijn gauw te vergeten, ook al loopt de weg tussen de hoge flanken van het Siera de Orbido en de Montes da Arbela, wat een pracht van een decor oplevert.
Na een drietal kilometer worden we de natuur -het platteland is hier misplaatst gezien het bergachtig karakter- ingestuurd. We zullen pas in Samos voor heel even en later op een drietal kilometer voor Sarria nog eens, op de grote weg terugkeren.
Het terrein is meer dan 'valloné', ook al oogde het profiel van de etappe aflopend. De ene heuvel volgt de andere moeiteloos op als gold het een ploegentijdrit in de Tour. De veldwegen klampen zich -voor zover ze niet meedoen aan het op en af klauteren van de heuvels- vast aan de flanken van het gebergte van gene of andere Sierra, als bevreesd om neer te storten of af te glijden in de wat lagere kronkelende en klaterende rivier.
In Samos, niet meer dan een dorp, maar dan wel één met een mooie monasterio, stuiten we op twee Duitse brandweermannen (vrijwillige brandweer Hasloch) die de camino stappen in hun brandweeruitrusting voor een goed doel, in casu een brandwondencentrum voor kinderen. We doneren graag.
Daarna wacht ons weer den boeren buiten in de beboste heuvels. Het is wonderlijk mooi hoe doodgewone bomen een natuurlijke schoonheid weten te ontwikkelen enkel en alleen door het vrije samenspel van weer en tijd. Het ontbreken van menselijke tussenkomst lijkt hier een zegen of levert op zijn minst schitterende natuurpracht, zodat de teller van mijn fototoestel alweer in overdrive gaat. Bovendien zijn de schaarse 'dorpen' niet meer dan door elkaar vervlochten boerderijen, waar de dieren vrijuit de weg - of wat er voor moet doorgaan- innemen. De tijd is hier enkele decennia aan de bomen blijven hangen.
Het klauter- en daalwerk, in combinatie met het gebrek aan rustplaatsen of bevooradinsmogelijkheden, begint met het verstrijken der uren, door te wegen en we zijn blij -ook al betekent dit het einde van een heerlijke tocht- dat Sarria in zicht komt. Zoals gewoonlijk is het gewicht van de laatste kilometers dat van de spreekwoordelijke laatste loodjes.
In het centrum van Sarria, boven een reeks trappen naar de kerk, vinden we voor een prikje in een oud caféetje een onderkomen voor de nacht. De tweepersoonskamer is oud en klein, maar proper en vooral hebben we privacy, wifi en gewone bedden naast elkaar.
We kunnen zelfs een bad nemen in een gemeenschappelijke, uitgeleefde , maar propere badkamer. Straks gaan we op zoek naar een restaurant voor een pelgrimsmenu.
Tot morgen.
Een wadismedatje: foto 2958 eigenaardig verkeersbord in een dorp op de boeren buiten. Wat betekent dat?
Een wanneeristdemomentje: het voorjaar is misschien nog wel het mooiste seizoen om de camino naar Compostela te stappen. Prachtige kleurenpracht van heide, brem, gentiaan, daslook, bosanemoon, boshyacint, dovenetel, aronskelk, salamonszegel, madeliefje, margriet, dotterbloem, primula, enz.
zaterdag 18 april 2015 ✔ 27: O CEBREIRO naar TRIACASTELA ✔ 21 km
🚩 Het weer: Grijs, fris, af en toe een bui, weinig zon / min 2° max 11°
👣 Het traject: O Cebreiro (1345m) - Liñares (1240m) - Alto do Poio (1337m) - Fonfria (1295m) - Biduedo (1230m) - Filloval (1035m) - As Pasantes (840m) - Triacastela (665m)
✉ Dagverslag: Gisterenavond stellen wij bij terugkomst van de plaatselijke bar vast dat de slaapzaal zo goed als vol ligt. De meeste bovenbedjes zijn nu ook ingenomen, maar boven ons blijft het leeg -misschien doordat we er achteloos onze rugzakken hadden opgelegd. Het werd dan ook een concertueuze nacht, waartegen geen oordop was opgewassen. We ontwaken -vroeg of laat slaap je toch- met slippergekleppel, plastiekgefrommel en ritsgerits.
Buiten weigert de lucht kleur te bekennen en hult zich in nietszeggend grijs. Vandaag gaan we terug naar beneden en de temperatuur heeft alvast als eerste de daling ingezet (2°).
We krijgen al van bij aanvang mateloos veel natuur onder de voeten geschoven. De paden zijn onverhard, omringd met het beste wat de natuur in zich heeft. Bovendien kleuren de wegbermen in alle tinten die een voorjaarspalet te bieden heeft. En dat voorjaar manifesteert zich ook in de onvoorspelbaarheid van het weer: een regenbui, een windstoot, smeltende sneeuw, een streepje zon -ingrediënten van een soepje aprilse grillen.
Desondanks dat, ervaren we deze tocht als de mooiste die we tot nu toe maakten. Niet alleen de paden, de bermen en de dorpen, maar ook het ons omringende panorama van het violetpaarse gebergte maken er een absolute topper van. Het fototoestel maakt overuren en stapelt de digitaaltjes op (vandaag +200). Dit hadden we graag in de zon gezien. Hopelijk hebben Georges en Rozemie (nog) meer geluk.
En alsof dat nog niet volstond, krijgen we ook nog wat woudbewoners te zien, eerst een soort konijn dat het hazenpad kiest en daarna met veel geroffel een hertachtige die ons pad in enkele sprongen kruist. Het dier is zo snel dat het al verdwenen is vooraleer ik de kans krijg mijn geweer -in dit geval mijn fototoestel- te schouderen. Lieve die -met het hoofd in de grond- meters lager hijgend naar boven komt gekropen, heeft zelfs niets gemerkt.
In zo'n omgeving, over dergelijke paden en in dalende lijn verloopt de wandeling, op wat snel aantrekken en zwetend uittrekken van regenkledij na, vlot. De holle wegen op het einde van de dag, vóór Triacastela zijn echte parels en voor ons 'du jamais vu' (Foto's 2913 en 2914). De restauraties van het oude dorp -met een meer dan 800 jaar oude kastanjeboom (foto 2916)- zijn gestart in 2012 en tonen aan hoe groot het belang van de camino is voor de Spaanse economie.
Tegen 14u 30 stappen we Triacastela zelf binnen en schuiven aan in een restaurant voor een voortreffelijke dagschotel (restaurant Xacobeo is er eentje van de betere klasse, zonder daarom duurder te zijn). De bijhorende albergue -die er 50m voor ligt- bevalt ons ook en we trekken er in. We zijn voorlopig -samen met twee Amerikanen de enige gasten (alle andere albergues zijn goedkoper of staan in een gids vermeld). We liggen met z'n vieren op een kamer voorzien voor acht (vier stapelbedden). Afwachten wat het wordt.
Inmiddels is het beginnen water te gieten. Vanavond geen uitgang, maar vroeg naar bed.
Tot morgen
😪 Overnachting: albergue Xacobeo
9
Alle voorzieningen, restaurant (lunch, diner, ontbijt).
vrijdag 17 april 2015 ✔ 26: VILLAFRANCA DEL BIERZO naar O CEBREIRO ✔ 30 km
🚩 Het weer:
Grijs maar droog / 13°
👣 Het traject:
Villafranca del Bierzo (550m) - Pereje (510m) - Trabadelo (578m) - Ambasmestas (610m) - Vega de Valcarce (620m) - Ruitelan (630m) - Las Herrerias (630m) - La Faba (900m) - La Laguna (1200m) - O Cebreiro (1345m)
✉ Dagverslag:
Gisterenavond zijn we aan het verbroederen gegaan met Spaanse bejaardenverzorgers uit Cadiz in Andalousia. Maria de hospitalera deed haar duit in het zakje door af en toe een rondje van de zaak toe te staan op voorwaarde dat we zelf tapten. Nu wat dacht je. Meer willen we er niet over kwijt in dit verslag, maar op facebook Ivan onthullen enkele fotos een en ander.
Maria voorziet ons van een degelijk ontbijt en nadat we met wat piepers op vlaamse wijze (drie) afscheid hebben genomen (beste albergue tot nu toe) vertrekken we voor een tocht naar de voet van de Montes de O Cebreiro of verder.
De eerste 15 km zijn -op een paar korte afwijkingen na- volledig langs een door een meterhoge betonmuur van de rijweg afgescheiden strook van de N6 autoweg. Dit gedeelte van de dagetappe vergeten we zo vlug mogelijk. Het enige voordeel eraan was, dat we een redelijk tempo konden aanhouden en veel vroeger dan gepland de voet van de Montes de O Cebreiro bereikten. Gelukkig slingert en wringt de N6 zich door de Sierra del Calderón, wat ons toch wat mooie decorbeelden als troostprijs oplevert.
Na Vega de Valcarce worden we eindelijk weer langs landwegen -aanvankelijk nog verhard, daarna smaller en onverhard- gestuurd.
We besluiten -gezien de dorpen hier als paternosterbollekes aan elkaar zijn gerijgd- onze beslissing om te stoppen na elk dorp -zegge om de drie à vier km- opnieuw in overweging te nemen.
De klim vanaf 630m naar 1345m over een afstand van een 8tal km is zwaar, maar het pad is schitterend mooi en strooit de panorama's kwistig in het rond. Vooral de paarsrode heuvels voeren onze bewondering -en onszelf- naar ongekende hoogte. De wondermooie omgeving met de gigantische vergezichten, die in dit seizoen van mooie kleurpatronen zijn voorzien, drijft ons steeds verder de Montes op. Moe maar dankbaar om al het mooie bereiken we de top en het kleine, maar mooi gerestaureerde dorp O Cebreiro in Galicië.
We stoppen hier en krijgen in de albergue twee naast elkaar gelegen bedden op een slaapzaal met minstens 100 bedden. De albergue heeft zo'n 30 gasten, zodat de slaapzaal nog niet halfvol ligt. Hopelijk gaat het gesnurk verloren in de ijle lucht en de ruimte van de zaal.
De albergue heeft geen wifi dus moeten we naar een restaurant. Daar schrijf ik -bij wat inspirerend vocht- dit stukje.
een gewortagewoontje: vaak dreunt men bij het serveren van de drank een lijstje tapas af waaruit men vraagt te kiezen. Deze zijn gratis bij -de al goedkope- drankjes. We wisten dit eerst niet en bedankten, maar nu ...
Esperanza en Amelia (foto 2545) zorgden gisterenavond voor een lekkere maaltijd en doen dat deze morgen nog eens over door ons een uitgebreid ontbijt voor te schotelen. Ze sloven zich uit om het hun gasten naar de zin te maken en dat, en het huiselijke kader, zijn pluspunten die ervoor zorgen dat de dagtocht -in weerwil van het weer- aangenaam begint. Het geeft ons vleugels.
De perigrinos halen de regenjassen boven en de bicigrinos hullen zich in regenpakken. We weten hoe laat het is -tussen haakjes 8 u30-. Off we go!
Ponferrado valt groter uit dan verwacht, want naast de oude stad strekt zich een dichtbevolkte nieuwe stad uit, eentje van huizenblokken, appartementen, sociale wijken en villawijken; kortom kilometers verharde weg. Het duurt dan ook tot na Camponaraya (+10km) vooraleer we eindelijk een veldweg krijgen voorgeschoteld en ook dat duurt amper 5 km (tot voor Cacabelos). Dit is wat ze in de Tour een overgangsetappe noemen, eentje waarin -alleszins voor ons- weinig valt te beleven.
Het moet gezegd dat we vooraf in Fuentes Nuevas, in de kapel "Ntra. Sra. de la Asunción" (1742) een pracht van een interieur met magnifique muur- en plafondfrescos ontdekten. Zonder meer prachtig, ook al is men volop aan de restauraties bezig. De restaurateur is er in volle actie te bewonderen.
Is er dan niets te beleven? Bij ja. Wij ... die, om de eentonigheid van de lange tocht over asfalt -zij het over golvend landschap- te breken, liedjes aanpassen aan Spanje of aan de tocht en die -net niet met danspasjes- luidkeels toezingen aan verbaasd kijkende automobilisten. Een greep uit ons repertoire: "stap op de weeeeegen wij beeeenen, mooi op de maat van een lied, schele ..." of "we're going tot postella" en iets meer in de geest van de bedevaart "waar men gaat langs Spaanse-e-wé-e-gen, ... ... onze lie-ieve vrouw va-an Spa-aandren ...".
In Cocabelos (km 16) opschudding. Tientallen pelgrims zijn er in babelse gesprek met druk gesticulerende Spanjaarden. Na samenraapsel van wat elkeen heeft weten te verstaan, blijkt dat de enige brug over de Cua is onderbroken. Een behulpzame flik geeft ons te verstaan dat de pelgrims op kosten van de gemeente met taxis naar de andere kant zullen worden gebracht. Dit worden de gemakkelijkste 100m (8 km omrit) van de camino. Vooraleer we de taxirit aanvatten wippen we nog gauw even de kerk binnen, die onderdak biedt aan een aantal prachtige religieuze draagtaferelen voor processies (alla giesbergse processe van plaisance?).
Aan de overkant wacht ons weer het asfalt, dat zich over de met wijnranken begroeide heuvels eindeloos voor ons uitsmeert. We zwoegen ons -slechtverterend- door de kilometers heen en worden, een tweetal kilometer voor Villafranca voor die inspanning beloond met een veldweg door de wijngaarden, weg van alle verkeer. Op die manier krijgen we toch nog wat stiltegenot in een beregend groen kader onder een grijze lucht. Stilleven van twee peregrinos in een schaal druiven.
Zoals zo vaak zijn de laatste honderden meters de langste, maar ze gaan er ook door. We nemen nog een menu peregrino op het centrale plein (bar Compostela) vooraleer we inchekken in Albergue Leo. Amelia (weetjenogwel) raadde ons deze aan en reserveerde er voor ons een stapelbed in een met een gordijn afgesloten deel van een slaapzaal. Top!
Een hoekomenzerbijtje: Ooievaars (ciconia ciconia) zijn eigenlijk schaamteloze huis(mus)jesmelkers. Ze onderverhuren de onderste laag van hun nest (het oudste en meest uitgeleefde deel) aan allerlei inheemsen, die er soms met tientallen in samenhokken.
Een niettemissenlabeltje: de benaming van de herkomst van de wijn van de streek van Bierzo wordt gereguleerd door een kwaliteitslabel, te weten een sierlijke B boven een tros druiven.
😪 Overnachting:
Albergue Leo, C/Ribadeo 10
10 pp
verse lakens, knap kader, bar - TOPPER ! Beste tot nu toe.
woensdag 15 april 2015 ✔ 24: EL ACEBO naar PONFERRADO ✔ 16,5 km
🚩 Het weer:
Regen, niet koud / 15°
👣 Het traject:
El Acebo (1150m) - Riego de Ambros (940m) - Molinaseca (603m) - Campo (540m) - Ponferrado (540m)
✉ Dagverslag:
De beklimming naar het Cruz de Ferro en vooral de bruuske afdaling over het met rotspuin bezaaide smalle pad heeft voor wat averij gezorgd aan onze versleten knieën. Vooral de linkerknie van Lieve -gevolg van een fietsongeval op Kos- heeft de afdaling slecht verteerd. Vandaag wacht ons nog eens 8,5 km steil naar beneden. We zien er wat tegenop.😡
Gelukkig hebben we een zeer rustige avond en nacht achter de rug.
De natuur heeft besloten de vertoning van gisteren even te onderbreken en laat een vaag doorschijnend gordijn neer. Gelet op de concentratie die we beslist nodig zullen hebben om zonder kleerscheuren -of liever kniescheuren - beneden te geraken, malen we niet om deze onderbreking. Het gebergte op de achtergrond is ook zonder de volle zon best te genieten en mag er als achtergrond -zij het wazig- best wezen.
Spijts veelvuldige stops heeft het nog heel wat voeten in de aarde -al is die tussen de stenen en brokstukken moeilijk te vinden- vooraleer we veilig en wel in Molinaseca landen. De moeilijke afdaling heeft ons evenwel niet belet te genieten van de natuur in de onmiddellijke omgeving van het pad, ook al was het zicht beperkt door de regencape en de regen en is het pad glibberig en -door de los liggende stenen- best moeilijk begaanbaar. De regen viel niet bij bakken, maar hield het afwisselend, maar onophoudelijk bij gedruppel en fijn gesproei. De knieën hebben het gehouden -bedankje aan Sarah-, het zwaarste stuk is achter de rug, even pauze en dan naar Ponferrado en misschien verder, maar bij die beslissing krijgt het weer de beslissende stem.
Het moet gezegd dat de natuur, in de regen, niets van zijn schoonheid heeft ingeboet, integendeel lijken de struiken en bloemen extra schoonheid uit dit weer te puren. Ze stralen als het ware de grijsheid van zich af. Vaak wordt het pad aan ene zijde overheerst door wilde witte brem, terwijl aan de overkant -het pad als grensgebied- de wilde witte Hibiscus, die enkel de vlinderlavendel doogt, de scepter zwaait. Ze worden bevolkt door massa's vogels -we menen te herkennen lijsters, putters, groenling, citroensijsjes, grasmussen, koekoeken, ...- die elkaar in hun eigenste taal van onze komst verwittigen. Ze zingen misschien "wiedewiedewiet, je hoort me wel, maar ziet me niet" en dat klopt, op de stoutste exemplaren na, die net voor ons, het nog aandurven van schuilplaats te wisselen.
Vanaf Campo, komen we in het voorstedelijk gebied van Ponferrado en dat betekent stratenloop en een kerk die maar niet dichter komt. Uiteindelijk komen we er toch en staan we onverwacht voor een heus Gravenkasteel, een stukje Gent in Spanje. Ponferrado is leuk, maar de regen beneemt ons de zin om te toeristen. Verder gaan we evenwel niet meer. We negeren de gemeentelijke gratis refugio en kiezen de enige andere -private- albergue. Kamertjes van vier. De hospitaleras, Esperanza en Amelia koken voor hun gasten. Het salon is gezellig, de keuken ruikt naar goed eten. Wij laten het gebeuren. De pelgrims verbroederen bij de wijn. Dit is een 'thuis'.
Tot morgen.
Een datweettochiedereentje: Castilië y León is het overwinteringsgebied van de ooievaar. Op elke kerktoren of gelijkwaardig hoge torenachtige constructie vind je een ooievaarsnest met krijsende jongen en klepperende -vermanende- ouders. Straks komen ze terug naar ons, babys afleveren.
dinsdag 14 april 2015 ✔ 23: EL GANSO naar EL ACEBO ✔ 24 km
🚩 Het weer:
Droog, af en toe zon, helder / 17°
👣 Het traject:
El Ganso (1010m) - Rabanal del Camino (1162m) - Foncebadon (1420m) - Cruz de Ferro (1530m) - Manjarin (1450m) - Collado de las Antenas(1535m) - El Acebo(1150m)
✉ Dagverslag:
Gisteren: El Ganso bleek -in tegenstelling tot de vermelding in onze gids- slechts één albergue open en één restaurant gesloten te hebben. We hebben dus gisteravond ons potje zelf moeten koken in de keuken van de inmiddels volgelopen albergue. Met een tiental in een kleine keuken en aan een lange tafel met een waaier van zelf in elkaar geflanste gerechten verbonden door één gemeenschappelijke factor: wijn. Gezellige boel in de keuken van babel.
De nacht verliep rustig -geen snurkers- ook al deelden we de zolder met 14 (7 stapelbedden).
Deze morgen passen we voor het aangeboden ontbijt (koekjes) en beperken ons tot koffie vooraleer de ochtend in te stappen voor een -denken en hopen we- mooie dag.
En of het een mooie dag wordt! Ondanks het feit dat de zon haar medewerking danig beperkt houdt, stappen we al van bij het begin in een fantastisch kader over geërodeerde paden waartussen de mossen hun sporen hebben verdiend en waarlangs brem, lavendel en heidekruid een kleurenpracht ten toon spreiden waar je allen stil van wordt. Die stilte komt de vogels, krekels en anderen -die hun bestaan deels danken aan het maken van melodieuze geluiden- goed van pas om ons te begeleiden op onze doortocht van de Montes de León. De eerste stem wordt vertolkt door een pracht van een zangvogel, de Provençaalse grasmus.
Dit is met stip de mooiste tocht tot nu toe en het ontbreekt de Nederlandse taal zonder meer aan voldoende woorden om alles te beschrijven zoals we het zien, voelen, horen en ruiken. We beperken ons dus tot verwijzing naar de fotos, liever dan te vervallen in burleske superlatieven of melige metaforen.
Aan het Cruz de Ferro laten we -zoals de duizenden voor ons- een steen achter die we al de ganse tocht (in ons geval van in Gent) meedragen en die de last en de zorgen symboliseert die we hier achterlaten. We leggen hier ook de steen van Joost als eerbetoon aan een groot wandelaar en mens.
Bij het kruis ontmoeten we opnieuw Nele en Sarah, die een poging onderneemt haar drinkbus kwijt te spelen. We zullen ze verder gedurende de afdaling naar Acebo geregeld tegenkomen; een afdaling die de knieën danig martelt maar ook zorgt voor een band tussen Sarah en Lieve die moeilijk te verbreken zal zijn.
In Acebo nemen we -op het terras van La Casa del Pelegrino aan het begin van het dorp- na een overigens uitstekende maaltijd, afscheid van de vrolijke vlaamse chicas, die inmiddels de harten van alle aanwezigen STORMEnderhand innamen en nog een opkikkertje nodig hebben vooraleer verder te trekken. Veel succes in jullie verdere leven dames en blijf ons volgen.
We trekken in in de Albergue (Casa del Pelegrino) die behoort tot dezelfde eigenaar, maar gelegen is net buiten het dorp. De albergue is nieuw en chic, ook al bedraagt de prijs slechts 10 . Mede daardoor en door het overaanbod aan albergues in Acebo is de albergue niet gekend, wat voor ons mooi meegenomen is. We hebben dan ook het geluk slechts met 3 -wij en een Australische bicigrina- op een kamer van 8 te liggen. De kamer heeft bovendien een balkon met zicht op de Montes. Schitterend. (Georges en Rozemie: dit is topklasse - complex met de vlaggen net buiten Acebo).
😪 Overnachting:
Albergue Casa del Peregrinos net buiten bij het verlaten van het dorp.
maandag 13 april 2015 ✔ 22: SANTIBAÃEZ DE VALDEIGLESIAS naar EL GANSO ✔ 26 km
🚩 Het weer:
Zonnig / 21°
👣 Het traject:
Santibañez de Valdeiglesias (850m) - Crucero de San Toribio (920m) - San Justo de la Vega (853m) - Astorga (899m) - Murias de Richivaldo (885m) - Santa Catalina de somoza (980m) - El Ganso (1010m)
✉ Dagverslag:
Alle pelgrims zijn het erover eens dat de camino ons de laatste dagen niet heeft verwend wat de te volgen route betreft, zij het met uitzondering van de calzada Romano. Teveel verharde weg, teveel langs de autowegen, te weinig natuur. We zijn wel allen tevreden over de Albergue Camino Francés in Valdeiglesias, die -unaniem- zonder meer tot een van de betere wordt uitgeroepen (tot nu toe).
Maar gelukkig wist Bredero reeds dat het vandaag vanaf de eerste meters reeds kon verkeren. We worden van uit het dorp recht de terracotte landwegen opgestuurd die rollend over de heuvels dollen met de wilde lavendel en de witte brem. De heuveltjes rijgen zich aaneen als een rits molshopen door een net kortgereden grasveld. Het voelt direct opnieuw goed aan en we vergapen ons aan de weelderige flora en fauna.
En dan is er, zomaar uit het niets de "garden of paradise", een droomwereld in opbouw, geschapen en in stand gehouden door een jonge idealist. Hij leeft reeds 7 jaar op deze nihilistische plek, alleen met zijn hond, onder de beschutting van een zeil onder de blote hemel. Hij biedt drank en eten aan tegen "donativo", terwijl hij verder werkt aan zijn droomwereld. Dit is het summum van levenskunst en steevast voor de pelgrims gespreksonderwerp voor de volgende dagen.
Het blijft genieten van de natuur tot Astorga, een provinciestad met heel wat inhoud. Het paradepaardje van de stad, de kathedraal is evenwel gesloten, zodat we ons noodgedwongen moeten tevreden stellen met het bewonderen van de indrukwekkende voorgevel. Impressionante barok.
Zoals steeds neemt de doorsteek van de stad wat tijd en moet dat over straten en autowegen tot over de ring rond de stad, vanwaar de rust en de schoonheid van het platteland ongeduldig op ons ligt te wachten.
En wat een schoonheid. Het voorgebergte van de Montes de León wordt doorlopen over een grindpad, dat nauwelijks voelbaar naar een hoogte van meer dan 1000m klimt, terwijl voor ons de Montes wacht in al zijn grootsheid. Het pad is recht en lang en de pelgrims zijn van verre te zien, ze lopen alleen, soms slechts een tiental meter van elkaar. De camino is afstand houden en toch dicht genoeg lopen om niet alleen te zijn.
Een wistjemisschiennognietje : Astorga is, zoals Poperinge, omringd door hopvelden voor de Cerveza nacional.
Een gemeentatochnietje : We zijn Marc uit Galmaarden tegengekomen -letterlijk want hij kwam van de andere kant. Niets bijzonders ware het niet dat de brave man - brave in de zin van moedig- bezig is om van Compostela naar Rome -je leest het goed Rome, dat stadje in Italië- te wandelen. Te volgen op het wereldwijde web (www.marcgaatnaarrome.be).
zondag 12 april 2015 ✔ 21: VILLAR DE MOZARIFE naar SANTIBAÃEZ DE VALDEIGLESIAS ✔ 22 km
🚩 Het weer:
Zonnig, weinig wind, licht bewolkt / 19°
👣 Het traject:
Villar de Mozarife (879m) - Villavante (845m) - Hospital de Orbigo (824m) - Villares de Orbigo (834m) - Santibañez de Valdeiglesias (850m)
✉ Dagverslag:
06:05 - Ik ontwaak in een smal bed op een voor mij ongebruikelijke hoogte en ontwaar de contouren van een veel te kleine kamer, met boven een oude houten deur het gedempte licht van noodverlichting. Op de gang hoor ik gefluister en het geritsel van kledij dat zich vermengt met het scherpe gekrijs van scharnieren, het langerekte schuren van deuren over de krakende plankenvloeren en het gekreun van de uitgeleefde houten trap. Een zondag op de camino, die smeekt om te beginnen ! We negeren de oproep en blijven nog wat liggen in stand-by, dromend van ...
Pipi, kaka, ochtendhygiëne, desayunos of ontbijt op zijn Spaans (vers fruitsap, koffie en toast met jam), rugzakken klaar, voetverzorging (voeten invetten), de schoenen aan en de hort -in dit geval de camino- op. (08:00).
Bij het verlaten van Villar staan we voor een kaarsrechte asfaltweg, die dwars door braakliggende of pas gerooide velden de blauwe lucht doorklieft. Geen verkeer, maar waarom dan een verharde weg? We hebben zo ons eigen infrastructuurplan klaar, maar helaas geen gehoor. Na een vijftal km eindelijk een paar bochten en eureka terug een terracottaweg, niet dat dat veel verandert aan de omgeving, we blijven op onze honger zitten. Maar gelukkig verandert dat in Hospital de Órbigo. Schitterend dorp en het begin van een heuvelachtig gebied, de wachtkamer van een opdoemend gebergte. De goesting is er opnieuw, we zijn terug op de -voor ons althans- echte camino.
In Villares de Orbigo ontdekken we toevallig een albergue gerund door een koppel uit West-Vlaanderen. Zeer mooie, gezellige en propere albergue. Een aanrader. Wij hebben evenwel gepland om een aantal km verder te gaan en wijzigen onze plannen niet. Na dit dorpje kunnen we eindelijk opnieuw hellingen beklimmen en de eerste van hopelijk nog vele, smaakt naar meer.
In Santibañez ontmoeten we twee jonge Belgische meisjes, Sarah en Nele, die een stuk van de camino doen. Tof eens in je eigen moedertaal te kunnen babbelen, vooral wanneer het onderhoudend en gezellig is en blijkt dat de wereld slechts een bierviltje groot is. Ik zet er mijn cerveza op.
De albergue bevalt ons, dus wij blijven. Het terras is zonnig, wij genieten. Stilaan druppelen meer en meer pelgrims binnen. De kamer van tien (vijf stapelbedden ) loopt vol. Hopelijk geen snurkers.
In de bar staat de tv aan : Paris-Roubaix ! We volgen de ultimo kilometros (de camino is meertalig). Tot morgen.
Wistjemischientje : ooievaars zijn misschien doof want ze reageren niet op klokgelui.
😪 Overnachting:
Albergue Camino Francés, C/Real 68.
7 - alle faciliteiten - restaurant met pelgrimsmenu
zaterdag 11 april 2015 ✔ 20: LEON naar VILLAR DE MOZARIFE ✔ 21,5 km
🚩 Het weer:
Zonnig, af en toe licht bewolkt, weinig wind / 17°
👣 Het traject:
Léon (840m) - Trobajo del Camino (830m) - La Virgen del Camino (900m) - Fresno del Camino (880m) - Oncina de la Valdoncina (880m) Chozas de Abajo (880m) - Villar de Mozarife (879m)
✉ Dagverslag:
Vertrekken aan een kathedraal, 't heeft iets theatraals, maar het past perfect in de geest van de camino: relatieve grootheid.
Het verlaten van een stad als León doe je niet op één twee drie, maar gelukkig is de ochtendzon al vroeg op de afspraak. Ze streept met langgerekte schaduwen de gebouwen af op de trottoirs langs de brede lanen, die ons de stad uitleiden. Na het centrum, de rand en de voorsteden, moet ook nog een industrieterrein worden doortrokken, maar eerst vragen we om zegening in een kapelletje in Trobajo del Camino (foto's 2034).
Het kost ons 7 kilometer vooraleer we in "La Virgen del Camino", een aangrenzend dorp, de laatste plaveien inruilen voor een stoffig pelgrimspad. We hebben het een tijdje gemist het vertrouwde gekrisp onder onze voeten, maar het is er helemaal terug. We kozen immers voor het alternatieve traject via Villar de Mozarife in plaats van voor de kortere oude pelgrimsweg langs Villadangos del Páramo, die volledig langs de N120 loopt, wat ons te druk is.
Dit alternatief is alweer een schot in de roos. De aankondiging "route nature" is niet gelogen of overdreven. De naam verwoordt precies voor wat het staat. En rustig! Het moet gezegd dat de genootschappen die instaan voor het onderhoud van de weg regelmatig op zoek gaan naar mogelijkheden om aan het juk van keizer Otto te ontsnappen en het kader te creëren waarin de camino moet worden beleefd: rust, eenzaamheid, oneindigheid.
De weg loopt door de velden en kan de vergelijking met de Calzada Romana naar Reliegos (zie verslag 7 april) best doorstaan, al zijn er natuurlijk verschillen en was de Romana veel natuurlijker en ongerepter. Maar deze keer zijn er foto's!
En waar zijn al de anderen? Die andere pelgrims zijn inderdaad, na de twee dagen rust in León, allemaal anderen. 't Wordt dus weer kennismaken met het arsenaal aan vragen dat daartoe als vaste tool bij een pelgrim hoort -"vanwaar ben je? tot waar ga je? hoe noem je?" enz- en dat in naargelang de nationaliteit, in begrijpbare of onbegrijpbaar taal. Een Hongaar uit Budapest met een polo waarop een fotoafdruk van zijn vrouw en twee dochters, twee niet praatgrage Fransen, een jonge Duitser uit Hamburger, een Duitse vrouw met veel te zware rugzak en een Oostenrijkse weetal, zijn stappers die we vandaag meerdere keren zijn tegengekomen en waarvan we vermoeden dat ze de volgende dagen nog geregeld ons pad zullen -niet kruisen- maar meevolgen.
In Villar nemen we onze intrek in albergue Tio Pepe. We krijgen er kamer 3 toegewezen en dat is een klein kamertje met een stapelbed en een stoel (foto 2094 ). Goed voor ons.
Wistjenietje: de ondergrondse huizen (foto 2037), die we eerder ook al zagen en waarvan we dachten dat ze werden bewoond, in feite "casa bodega" of wijnkelders zijn.
Het is vandaag onze huwelijksverjaardag en dat valt bij toeval op onze rustdag en dan nog wel in Léon.
Het weer laat het afweten: Max 13° en lichte regen verwacht.
Toch gaan we van deze rustdag proberen te genieten. Heerlijk met ons tweetjes zonder gerommel, gesnurk, gewriemel, geschuifel en geprot van medepelgrims. We kunnen bovendien onze bagage eventjes met gerust gemoed achterlaten en ronddwalen. Een betere maaltijd zal natuurlijk niet ontbreken.
Geen foto's vandaag, we nemen de dag voor ons alleen.
😈 De camino is ook leren nee zeggen en durven -zonder schuldgevoel- je eigen ding doen.
Doordat we een dag vroeger in León zijn aangekomen, kunnen we een dagje extra besteden aan de viering van onze huwelijksverjaardag. Het verblijf in het hotel kon voor een prikje (naar Belgische normen) met een dag meer worden vervroegd, zodat we zorgeloos de stad in kunnen.
Het ontbijt is uitgebreid zoals van een viersterrenhotel mag worden verwacht en we voelen ons geen arme pelgrims, maar eerder vorst en vorstin op weg naar een volledige aflaat. We geven knecht Google de opdracht in het wereldwijde web een wassalon te zoeken en dat blijkt een koud kunstje te zijn. Rond de noen heeft hofdame Wasmagina alles gewassen en gedroogd en zijn we klaar voor een eerste rondje León. Het weer is niet zo best (geen zon, grijs, 14°), maar dat is slechts een onbeduidende bijkomstigheid op de camino.
León is een moderne grote stad met veel oog voor ruimte, die bovendien een op wandelmaat kleine oude historische kern in zich draagt. De kathedraal is buitengewoon bijzonder, maar dat niet alleen maakt León een interessante bestemming voor een citytrip (eventueel in combinatie met Burgos of Santander), ook de talloze bezienswaardigheden en de leuke wijnbars (!gratis tapas bij de wijn!) om te verpozen dragen bij dat León (what's in a name) ons meer dan bevalt.
Inmiddels is de zon onze afspraak vergeten en krijgen we een Belgisch druilregentje dat ons met zachte dwang naar ons hotel drijft, waar de wijn reeds gekoeld staat.
Tot morgen.
Ps: nieuwe mini SDCards aangeschaft voor geen geld. We waren niet van plan foto's te plaatsen van onze rustdagen, maar om de card in te zegenen, als bijlagen wat beelden uit León.
woensdag 8 april 2015 ✔ 19: RELIEGOS naar LEON ✔ 26km
🚩 Het weer:
Zonnig, afnemende wind, 20°
👣 Het traject:
Reliegos(820m) - Mansilla de las Mulas(800m) - Villamores de Mansilla(800m) - Puente Villarente(800m) - Arcahueja(840m) - Alto del Portillo(840m) - Léon(840m)
✉ Dagverslag:
Gisterenavond hebben we een gezellige avond beleefd in bar El Torres bij "de Elvis van de camino", een echt bruin cafeetje dat je moet gezien hebben als je in Reliegos bent geweest. Alhoewel de bar en zijn te gekke patron geen te frisse indruk gaven, was het eten (aanrader is de vis) toch lekker en verzorgd. Ivan beleefde met vier vrouwen en een paar flessen witte wijn een gezellige avond, de vrouwen hopelijk ook.
Deze morgen een anticlimax. Toen we probeerden het verslag van gisteren te posten, stelden we vast dat de mini SDcard niet meer in het fototoestel zat. Met verenigde kracht werd de ganse kamer ondersteboven gehaald en elk hoekje onderworpen aan een grondig onderzoek, evenwel zonder resultaat. We trommelden zelfs de patron van de Elvisbar van zijn matras (in zijn bar). Nada. Alle foto's dus verloren, op uitzondering van de foto's op de blog en facebook uiteraard. Maar van de tocht van gisteren langs de calzada romana dus totaal niets meer, gezien we nog niet hadden kunnen publiceren (foto's moesten nog worden opgeladen) en dat bedroeft ons zeer. We kunnen alleen hopen dat Rozemie en Georges ook de Romana doen en de foto's met ons delen. Ook vandaag kunnen geen foto's worden opgeladen, vermits de kaart waarmee we nu fotograferen een gewone SD is die niet in de tablet past, maar we hebben tenminste fotos, voor zover Ivan dat kaartje niet verliest. Vandaag komen we aan in Léon, dus morgen gaan we op zoek naar nieuwe mini SDCards (meerdere).
We liepen er zodoende wat bedrukt bij en bovendien was het traject van vandaag ook al niet om vrolijk van te worden, maar relativeren is iets wat op de camino wordt aangeleerd. De autowegen blijven de StJacobsroute immers schaduwen als een dedectieve een overspelige echtgenoot en bovendien worden ze drukker, hoe dichter bij Léon hoe drukker. Het stoffige pad gaat onder en over, langs en effe weg maar snel terug van de autowegen. Toch hebben ze enorm veel inspanningen gedaan om de pelgrims veilig door het voorstedelijk gebied te loodsen: afsluitingen, afzonderlijke bruggen, passerellen... Maar we stappen nu eenmaal naar een grote stad en daar is verkeer inherent aan.
Onderweg pauzeren we regelmatig, want de zon lijkt het vandaag definitief van de wind te winnen, met het gevolg dat laag na laag kledij de rugzak komt te verzwaren. We nemen de tijd om in Arcahueja rond 14u een menu peregrino te eten (goed, alleen er was enkel rode wijn) want het dreigt laat te worden vanavond. Achteraf gezien valt het mee, rond 6 uur 's avonds komen we aan in het hotel dat we vooraf boekten voor 2 nachten vanaf morgenavond. We zijn te vroeg, maar we kunnen een nacht bijnemen. Dat betekent twee volle dagen rust in León, waaronder onze huwelijksverjaardag.
We houden het rustig vanavond en morgen regelen we wat praktische zaken (was, mini SD card, ...). Genoeg Blabla hé Dirk, nu ...
En aan alle volgers bedankt voor al jullie reacties, ze stuwen, nou ja laat ons zeggen duwen (wij doen ook nog wat), ons vooruit. Groeten.
dinsdag 7 april 2015 ✔ 18: SAHAGUN naar RELIEGOS ✔ 31,5 km
🚩 Het weer:
Zonnig en warm, flauwe wind / +24 °
👣 Het traject:
Sahagun(815m) - Calzada del Coto(825m) - via de calzada Romano - Reliegos(820m
✉ Dagverslag:
We zijn gisteren niet alleen aan een pelgrimmenu, geld en een caminogids geraakt maar hebben bovendien in Sahagun een interessant stadje ontdekt met heel wat overblijfselen uit de donkere middeleeuwen en heel wat huizen met de voor deze streek zo typerende gevels bezet met in de zon gedroogd leem. Op de koop toe verkregen we in het Sanctuarium de la Vierge Peregrina het bewijs dat we de helft van de camino francés hebben gelopen (Carte de peregrina). Blij als kleine kinderen die een eitje van de paasklok hebben gevonden zijn we de nacht ingegaan, dromend van Santiago en de eeuwige roem.
We verlaten Sahagun via de Puente de Canto, een stenen brug over de Rio Cea. Het pad wordt geflankeerd door de autoweg en hoe verlaten die ook is, hij stoort ons mateloos. We hebben gisteren genoeg van dat gehad. We beslissen dan maar, om na Calzada del Coto (na 4 km naast de steenweg te hebben gelopen) het langere traject langs de calzada Romana te wandelen. Het probleem is dat de calzada een stuk van 27,5 km is, zonder enig huis, laat staan een bar, ook geen overnachtingsplaats, wat de afstand van de etappe naar 31,5 km opdrijft. Maar Sonja en Mia doen het, dus wij gaan er ook voor.
En we hebben goed gekozen. De calzada of Via Trajana was in de Middeleeuwen een koninklijke baan en ze is nu verlaten en eenzaam, dat wel, maar van een pracht die haar gelijke op deze camino nog niet heeft gevonden.
Het grind bikkelt onder onze voeten het stof in wolkjes achter ons over de weg, waarin grote keien verspreid liggen, als atols in een terracotta zee. Ze steken venijnig hun scherpe kanten naar boven in een poging de droom van argeloze pelgrims om Santiago te bereiken, stuk te slaan. Maar wij weten ze te ontwijken. Ons geschoffel in de kanten van de weg, waar de wilde tijm welig tiert, vult de lucht met die verrukkelijke bijzondere mediterrane geur, die nu en dan wordt verdrongen door de zoete geur van -ons onbekende- witte bloemetjes. De weidse vergezichten worden slechts sporadisch onderbroken door bosjes met -met zilvermos overwoekerde- dorre bomen. De met wintergras begroeide groene akkers steken schril af in het dorre land en worden constant besproeid middels een uitgebreid systeem van smalle irrigatiekanalen met sluizen, pompen en sproeimachines. De mens in gevecht met de natuur.
Hoe dichter we Reliegos naderen, hoe dichter ook het met sneeuw bedekte gebergte dichterbij schuift en de vlakte als in een wurggreep dreigt te omsluiten. Er staat ons binnenkort blijkbaar weer klimwerk te wachten.
Moe bereiken we Reliegos, waar nogal wat -enkel verraden door hun uit de heuveltjes opstekende schoorstenen- ondergrondse woningen zijn overgebleven en opnieuw in gebruik zijn genomen. Onze overnachtingsplaats is evenwel in een gewoon gebouw, een gewone confortabele albergue. We slapen met 6 (waaronder toevallig Sonja en Mia) op een kamer van 6 (3 stapelbedden).
We maken ons klaar om met Sonja en Mia te gaan eten in een wel heel bijzonder café (de Elvisbar). De muren zijn er bezet met honderden aantekeningen, namen en data van doortocht van pelgrims. Wij voegen onze namen en de datum toe aan één van de muren.
😪 Overnachting:
Albergue de peregrinos LA PARADE
7 pp (kamer van 3 stapelbedden)
alle voorzieningen + restaurant met menu peregrino
Calzadilla de la Cueza(870m) - Ledigos(870m) - Terradillos de los Templarios (865m) - Moratinos (860m) - San Nicolas del Real Camino (845m) - Ermita Virgen del Puente (830m) - Sahagun (830m)
✉ Dagverslag:
Gisterenavond verbleven wel echt in een zeer goede albergue en bovendien hadden wel de meeval dat we aankwamen op het moment dat de kleinere kamer met 12 bedden bijna vol was en we in de grote kamer mochten (moesten dachten we). De kamer had liefst 24 bedden, maar we moesten ze slechts met 4 delen. Bijzonder rustige nacht na een gezellige peligrinomenu. De StJacobsroute van vandaag wordt ons voorgeschoteld als een soort oud en nieuw traject. Wij lopen op een grindpad (oud) naast een autoweg (nieuw), gelukkig zonder verkeer. Het landschap is sedert gisteren nog niet veranderd: plat, platter, platst. De route evenmin : recht, rechter, rechtst. De wind is strak en maakt dat de hartjesfoto van Annelies met de kleinkinderen wapperend zwaait naar de achteropkomende pelgrims. We lopen op een gesappig tempo in de wetenschap dat elke stap er een is dichter bij Santiago. Onderweg krijgen we het gezelschap van een wel zeer praatgrage, maar oh zo sympathieke amerikaan, Dominique uit Wisconsin. Hij wandelt de camino alleen, alhoewel we hem al altijd in gezelschap hebben gezien. Met z'n drieën gaat het nog vlotter. Net als wij vraagt hij zich ook af tot welk doel de autoweg naast de StJacobsroute werd aangelegd? De schaarse landbouwers die er met hun tractor gebruik van maken om hun versgeslepen eggen te botvieren op de met stenen overladen dorre akkers, kunnen, als enige gebruikers die we zien, zeker de investering niet verantwoorden (of toch?). Net voor we Sahagun dreigen binnen te komen, worden we nog even rondgeleid langs de Ermita Virgen del Puente, een Romaanse kapel uit de 12de eeuw. Het is een gewezen pelgrimsherberg, nu gerestaureerd doch ongebruikt en plompverloren gelegen in de middle of nowhere. De plaats is evenwel wondermooi en nodigt uit tot rust. We ontmoeten er Carlos een oude Spanjaard, verweerd door de wind en de zon. Hij is samen met zijn ezel Marina en zijn hond Sancho onderweg en rust hier uit. Hij vertelt ons dat hij heen en terug (!) van Artzeniega (Spaans Baskenland) naar Compostela trekt met de ezel. Hij slaapt in een tent of gewoon buiten onder een afdak. Hij biedt ons wijn aan in een wijnzak en wat kaas. De camino verveelt dus toch nooit. Ik heb onderweg mijn handige etappewijzer achtergelaten en zo zitten we met een probleem om te bepalen of we nog verder dan Sahagun kunnen gaan. Ook de ingewikkelde Engelstalige caminogids van Dominique en het onderling overleg bij meer dan één cerveza helpt ons geen stap verder. We besluiten met Dominique te gaan kijken in de Albergue municipal, die is gevestigd in een gerestaureerde kerk tegenover de bar waar we het etappeconclaaf hielden. Het is er kraaknet en vrij nieuw. De stapelbedden staan per vier in chambrettes. We beslissen te blijven. We zijn nu precies halfweg de camino francés.
Verdere planning: 1. De stad in op zoek naar een nieuwe etappegids, want nu hebben we geen enkel zicht meer op wat komt. 2. Een bankautomaat met ons paswoord verleiden tot het verstrekken van wat onontbeerlijke fondsen. 3. Chillen met peregrinos. 4. Een menu peregrinos gaan eten. 5. Hopelijk de dag van morgen plannen met een nieuwe etappewijzer. 6. Zzzz
😪 Overnachting: albergue municipal Sahagun vrij nieuwe accomodatie in een kerk, alle voorzieningen. 5 pp Top
zondag 5 april 2015 ✔ 16: POBLACION DE CAMPOS naar CALZADILLA DE LA CUEZA ✔ 33 km
🚩 Het weer:
's morgens zonnig maar koude wind 10° / namiddag zonnig en warm 20°
👣 Het traject:
Poblacion de Campos(790m) - Villovieco(790m) - Villarmentero de Campos(790m) - Villalcazar de Sirga(800m) - Carrion de los Condes(840m) - Calzadilla de la Cueza (870m)
✉ Dagverslag:
Gisterenavond hebben wel genoten van een goede maaltijd met twee medepelgrims, de zweedse Sonja en de duitse Mia. Het is bijzonder amusant om in verschillende talen te communiceren, elkaar te verbeteren en samen te zoeken naar dat ene nog ontbrekende woord. Mooie avond. Vermits we maar zinnens waren 16 km te stappen, beginnen we de dag ietwat loom, zoals de zon die zich door de wind alweer laat ringeloren. Wisten wij dat diezelfde zon ons op andere gedachten zou brengen. De tocht naar Carrion de los Condes, het geplande eindpunt, loopt over de oude StJacobsroute, waarnaast later een autoweg werd aangeleg , die gelukkig nog door de automobilisten moet worden ontdekt. Het grind-aardepad loopt kaarsrecht -rechter is strafbaar- door het biljartvlakke land. Pas in het zicht van Carrion stoten we op een paar rimpels in het gladgestreken land. In de dorpskern bespreken we de overnachtingsmogelijkheden bij een cerveza en enkele tapas. En daar is ons gezelschap van gisterenavond ook. Ze overhalen ons -of is het uitdagen- om door te gaan naar het volgende dorp, op zo'n17km. We happen toe, maar laten hen al vlug achter. Op het geluid van het gekrisp van onze schoenen in het grind drijven we ons tempo op naar eurodaxniveau. We doorkruisen één van Spanjes belangrijkste Cañada (cañada Leonesa Oriental) of veedrijversroutes. Het is een route die vroeger door veedrijvers werd gebruikt om het vee van het zuiden naar het noorden en terug te drijven en nu drijven ze ons er dwars doorheen. Het desolate en monotone landschap nodigt uit tot stilte, blik op oneindig en stappen. De zon die inmiddels de wind wandelen heeft gestuurd zorgt voor kleur en warmte en dat vergemakkelijkt het verteren van de vlakke kilometers. Haast onopgemerkt bereiken we Calzadilla. We zijn blij met onze prestatie (33km) en zijn al gedoucht wanneer onze jonge uitdaagsters de albergue binnenkomen. Ze zijn onder de indruk van opa en oma ...
En er zijn zo van die zekerheden onderweg: de ooievaars op de kerktorens, de "buen camino" aanmoedigingen van de bevolking, de tapas, de perigrinomenus en het 'linkse kant warm (zon) - rechtse kant (wind)' gevoel en dito verkleuring.
Zalig Pasen aan alle volgers en hun familie. De kaarsjes branden.
PS: Rozemie en Georges blij dat jullie opnieuw posten.
😪 Overnachting:
Albergue municipal de Calzadilla 5 pp. Alle voorzieningen. Prima restaurant op 200m. Netjes en vrij nieuwe installaties. Top.