“Vince! ...Vince!!” Riep ze
vanachter zijn kamerdeur.
“Wat is er?” Hoorde ze hem vanuit
de verte met een slaperige stem terug roepen. Hij had de hele dag
gewerkt en veel van zijn krachten moeten gebruiken om een paar
ernstig gewonden te helpen. De strijders hadden gevraagd of hij met
hen mee ging een nieuw ontdekte schuilplaats van de Kortanen binnen
te vallen, maar hij had hen moeten afwijzen. Hij was te uitgeput.
“Er zijn er 4 nieuwe.”
“Ik kom” Zijn stem klonk nu veel
wakkerder en ze hoorde hem uit bed springen.
De vrouw wachtte op hem en terwijl ze
naar de ziekenzaal liepen gaf ze hem een korte briefing.
“3 Watchers en een Wielder. Hij is er
vrij goed aan toe, ik denk niet dat ze hem echt veel mishandeld
hebben, maar vooral gebruikt om te trainen. Volgens Darvo was het
niet nodig hem binnen te brengen, maar ik wilde zeker zijn. De
vrouwen zijn er slechter aan toe. Ze zitten onder de blauwe plekken
en ik denk dat ze heel wat inwendige kneuzingen en misschien zelfs
wel wat breuken en dergelijke hebben. Er is er echter maar eentje die
me echt zorgen baart. Ze zou onderweg heel wat terug gevochten hebben
en wilde eigenlijk niet meekomen, maar ze is er het slechtst aan toe
en heeft dringend hulp nodig. Toen ik je ging halen...”
“Laat me los!” Klonk het geschreeuw
door de gang die uitkwam op de ziekenzaal. “Blijf van me af!”
Geluiden van een gevecht en geroep van anderen klonken op.
Vince en Hima versnelde hun pas.
“Au! Kreng!” Hoorde ze een mannen
stem roepen.
“Houd haar tegen!” “Pas op!”
De deur van de ziekenzaal vloog vlak
voor hen open en er verscheen een verwilderde jonge vrouw. Ze droeg
nog slechts fracties van kleding dat lang geleden al aan stukken
gescheurd was, haar haren zaten in de war en haar lichaam was op
verschillende plekken van paars tot lichtgeel gekleurd.
Vince reageerde snel en greep de vrouw
vast. Zonder te kijken haalde ze naar hem uit en probeerde zich van
hem los te maken. Ze schopte, sloeg en dreigde zelfs hem te bijten.
Snel draaide hij haar arm achter haar rug en trok haar tegen zich
aan. Hij legde zijn hand op haar voorhoofd en fluisterde zachte
woorden.
“Nee! Niet doen, niet...” Verder
kwam ze niet en zakte in zijn armen ineen. Hij tilde haar van de
grond en bracht haar naar een van de bedden. Verschillende mannen en
vrouwen zuchtte opgelucht. De meeste waren gewone mensen, familie of
goed bevriend met een magiƫr en hadden geen schijn van kans tegen
haar gehad.
“Zoals ik al zei; ze wil koste wat
kost hier weer weg. We hebben geprobeerd uit te leggen dat we haar
willen helpen, maar het dringt gewoon niet door.” Ronde Hima haar
briefing af.