Dag 1 was nog maar net gedaan of we moesten al weer opstaan voor dag 2.
De ochtendstond heeft goud in de mond en dat hebben we ook gevoeld. In een kleine aerobic maakten we alle stramme spieren los om vervolgens weer aan tafel te gaan.
We moesten een goed ontbijt nuttigen want in de voormiddag stond het klimbos op het programma.
Gewapend met klimgordel en leeflijn mochten we ons uitleven op de vele klimparcours die het domein rijk was.
Niet iedereen was even scheutig op de enorme hoogtes maar iedereen ging zonder morren en met bijzonder veel goesting de hoogte in.
Na afloop wandelden we terug naar onze verblijfplaats om getrakteerd te worden op echte everzwijnballetjes rechtstreeks uit de Durbuyiaanse bossen.
In de namiddag werd het vandaag zeer spannend. We brachten een bezoek aan Wéris. Het mooiste dorpje in de streek maar ook het meest mysterieuze dorpje .
Wéris dankt haar bekendheid aan de vele dolmen en menhirs. Na zo'n dolmen en Menhir te hebben bezocht zetten we onze tocht verder naar de Pierre Haira. Ook wel de witte menhir. Ook daar werden we getrakteerd op enkele fijne verhalen.
Als laatste stond het Duivelsbed op het programma. Iedereen was zo bang dat niemand het aandurfde om het Duivelsbed aan te raken. Zelfs de meester niet.
Nu lekkere spaghetti eten en dan kruipen we de grotten in op zoek naar mooie spinnetjes.
Vandaag
was het dan zover. Voor één keer gingen we niet naar school met
wiskundeboeken en boterhammendoos ,maar gepakt en gezakt met valies en
slaapzak.
Eindelijk was onze langverwachte bosklassen daar.
De
meester en de juf stonden ons op te wachten vergezeld van juf Annik en
de directeur zelf. Juf Ingrid kon jammer genoeg niet mee vertrekken en
met tranen in de ogen stapten we op de bus. De tranen waren niet alleen
daarom daar, ook onze geliefde ouders zouden we moeten achterlaten/ Maar
niet getreurd we moesten verder.
De bus vertrok en na enkele uren rijden kwamen we aan in wat 'de kleinste stad van de wereld' wordt genoemd.
We
controleerden de kamers pakten onze spullen uit en zagen dat het goed
was. We vulden onze magen met heerlijke durbuyiaanse kippetjes en gingen
op stap naar het centrum. Aldaar genoten we van mooie vertellingen over
het ontstaan van de stad, en de vele capsones van de graaf Jean de
Bohême.