Wij komen in de wereld en in ons leven veel nare en verdrietige dingen tegen. Het ergste is wel de dood. Hebben wij daarvoor een verklaring? Dat er zoveel ellende is, ligt niet aan God, de Schepper, maar aan de mens. (zie les 1). De wereld is niet meer zoals God haar bedoeld heeft. Door alles loopt zowaar een breuk: de zonde. Zonde betekent het ware levensdoel missen. Hoe is dit zo gekomen? We lezen dat God met Adam (en in hem met al zijn nakomelingen) een afspraak maakt (Genesis 2:16, 17). Als Adam in liefde gehoorzaam is aan zijn Schepper, zal hij voor zichzelf en al zijn nakomelingen het eeuwig leven kunnen verdienen. Die gehoorzaamheid moet blijken uit de volgende afspraak die God maakt: Van alle bomen in het paradijs mag hij eten, behalve van de boom van de kennis van goed en kwaad. Als hij dit gebod overtreedt, zal hij de dood sterven. Het gaat goed fout, want de duivel komt en spreekt d.m.v. de slang. Eerst benaderd hij Eva en vraagt heel insinuerend: is het ook, dat God gezegd heeft: Gij zult niet eten van alle boom van deze hof? Dit is de eerste leugen van de duivel. Eva zegt: Nee, we mogen alleen niet eten van de boom in het midden van de hof. Want als we daarvan eten, zullen we sterven. Dan komt de tweede leugen: Als je van de verboden vrucht eet, zal je niet sterven, maar je zult als God zijn en zelf uitmaken wat goed of kwaad is! En dan is de mens verloren. Eva eet, geeft ook haar man van de verboden vrucht en ook hij eet, ondanks Gods verbond, van de verboden vrucht (nergens staat dat dit een appel is!). De mens zondigt. Is ongehoorzaam aan Gods verbond. Mist het doel om in liefde tot Zijn eer met Hem te leven. Hij heeft de duivel geloofd boven God. Zo komt hij in opstand tegen God. Hij laat daarmee merken dat hij zelf wil uitmaken at goed en kwaad is. En daarmee verbreekt hij de relatie met God. Daarmee verliest hij het eeuwige zalige leven. En daardoor is alle leven op aarde bedorven. Daardoor is alle ellende als oorlog, ruzie, ziekte, pijn, zorg, moeite, verdriet, ja de dood in de wereld gekomen.
De straf op de zonde
De eerste mens, Adam, en zijn vrouw verbergen zich voor God: ze zijn bang. Maar ook de onderlinge relatie is verstoord. Man en vrouw verbergen zich voor elkaar: zij maken zich schorten. Ze durven niet meer open en bloot voor elkaar te zijn. Want de reine naaktheid van voor de zonde, die geen onreine gedachte opwekte, is aangetast door de zonde: ze verleidt tot egoïstische wellust. Zo doen allerlei ellendige dingen hun intrede in Gods schepping. Daarmee is ook de dood, als straf op de zonde, in de schepping gekomen. Want God had gezegd: ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven. Want de heilige God kan de zonde niet aanvaarden en kon dus niet dulden dat de zondige mens zou blijven leven. Door tegen God te zondigen heeft de mens, willens en wetens, de straf over zich uitgeroepen:
-De lichamelijke dood (= eenmaal zal ieder mens op aarde sterven)
-De geestelijke dood (= een ik-gericht leven en niet een leven tot eer van God. God niet kennen en erkennen)
-De eeuwige dood (= eens, na dit leven voor altijd gescheiden leven van God en Zijn toorn over de zonde te moeten dragen. Dit wordt in de Bijbel de hel genoemd. Dat alles omdat de mens niet naar God wilde luisteren, niet naar Hem alleen wilde horen = ongehoorzaam was) omdat hij eigen heer en meester wilde zijn!
Adam vertegenwoordigde in het verbond met God al zijn nakomelingen. Zo is het leven van de mens ontspoord en heeft hij het leven in heerlijkheid met God, zijn Schepper, verspeeld. Op het leven van ieder mens rust de vloek over de zonde. Niet één mens is niet meer in staat te leven tot eer van God. Het ik-gericht zijn zit ons in de genen. Allen komen we met een zondige natuur op de wereld. Die erven we van Adam. Vanuit de mens is er geen weg terug naar God. Onze redding kan alleen van God komen. Daartoe hebben we allen wedergeboorte, bekering en geloof nodig. Dan alleen komt er herstel. Gelukkig kan dat, bij God vandaan.
De moederbelofte
God zorgt voor een nieuw begin en bindt de strijd aan met de duivel. Ik zal vijandschap zetten tussen u (= de slang) en de vrouw, tussen uw zaad (nakomelingen) en haar zaad; dit zal u de kop (= totaal) vermorzelen en gij zult het verzenen (= hiel) vermorzelen (genesis 3:15). Dat wil zeggen: De slang zal eens eraan gaan, de duivel zal verpletterend verslagen worden. Dat zal niet gemakkelijk gaan, want de slang zal voor lijden zorgen. De komst en de voortgang van Gods beloofde redding zal met lijden, veroorzaakt door de satan, gepaard gaan. Maar de overwinning is zeker. Uit het zaad (nakomelingen) van de vrouw zal iemand voortkomen Die de duivel zal overwinnen. Wij mogen weten dat dit ook inderdaad is gebeurd: Jezus Christus heeft die strijd aangebonden. Met Gods belofte van de komst van de verlosser ontving de duivel de eerste slag al en moest hij het onderspit delven. Bij Jezus geboorte in Bethlehem kreeg de duivel de volgende slag: hoewel de duivel zovele malen had geprobeerd dit onmogelijk te maken, werd Jezus geboren, Die door te sterven de zonde, de dood en de duivel zou overwinnen. Op Golgotha kreeg de duivel de beslissende slag: Jezus gaf Zijn leven als een betaling voor de schuld van alle ware gelovigen. Hij verloste ze uit de klauwen van de duivel. Door het offer van Christus alleen is er verzoening, herstel tussen God en Zijn schepsel mogelijk. En eenmaal zal de duivel de laatste slag krijgen. Nu nog richt hij veel kwaad aan in de wereld, denk aan ruzies, criminaliteit, onderdrukkingen, oorlogen enz. Alle eeuwen door probeert de duivel te verhinderen dat mensen tot geloof in Jezus Christus komen. Ook is hier op aarde voor de gelovigen nog lijden aan het leven met Christus verbonden. En worden ze nog aangevochten door de duivel, die hun de hoop op God probeert te ontnemen. Maar eens zullen de duivel en de zonde definitief overwonnen zijn: in de hemelse heerlijkheid kunnen ze de gelovigen niet meer benauwen. Dan zal de duivel voorgoed opgesloten worden in de hel. Dan wordt het woord van de Heere Jezus vervuld: Ziet, ik maak alle dingen nieuw (Openbaring 21:5).
Genesis 3:15 wordt daarom de moederbelofte genoemd: het is de moeder van alle beloften, de zaligheid, wordt beloofd. Deze belofte is de rode draad voor deze cursus van het Oude Testament. Direct na de zondeval belooft God de komst van de Verlosser (Messias). Door de zonde was de band met de Heere verbroken. God moet de zonde rechtvaardig straffen. Vanuit de mens is er geen weg terug. Maar God zorgt zelf! Hij opent en wijst de weg waarlangs de verhouding met Hem weer hersteld kan worden. Zijn eigen Zoon zal komen en de straf op de zonde dragen en de Wet volmaakt houden. De Heere Jezus is de Middelaar tussen God en de zondige, schuldige mens. Johannes 3:16 :Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwig leven hebbe.
Het is voor ieder mens een persoonlijke zaak om de verzoening met God te ontvangen. Daarvoor is het nodig wederom geboren te worden. God wil dit schenken en Hij gebruikt daarvoor de verkondiging van Zijn woord. Door Zijn Heilige Geest werkt God geloof in Zijn Woord en bekering in de harten van de mensen.
Vragen
01.Wat betekent het woord zonde?
02.Van welke boom mag de mens niet eten? (Genesis 2:17)
03.Hoe komt de mens tot de zonde? Lees Genesis 3:1-6
04.Wat is de straf op de zonde?
05.Welke dood draagt ieder mens in zich?
06.Met welke dood wordt de eeuwige straf aangeduid?
07.Lees Genesis 3:15. Het zaad (= een nakomeling) van Eva zal de duivel de kop vermorzelen. Wie wordt hiermee bedoeld?
08.Genesis 3:15 wordt wel de moederbelofte genoemd. Waarom denk je?
09.Waarvandaan kan alleen de redding van de mens komen? Lees Johannes 3:15 en Romeinen 3:23-24
10.Lees Romeinen 10:17. Hoe komen wij aan het geloof in Jezus christus?
In den beginne schiep God... Het eerste bijbelboek is Genesis. Het woord 'genesis' betekent 'wording' of 'oorsprong'. Genesis begint dan ook met het Hebreeuwe woord beresjit = in het begin. De oorsprong van de hemel en de aarde en de oorsprong van het volk Israël worden in dit boek beschreven, maar ook de oorsprong van de zonde en daarmee van alle ellende in de wereld. Er wordt echter ook over de oorsprong van Gods belofte gesproken. God Zelf zal zorgen dat de Verlosser naar de wereld komt. Jezus Christus zal zorgen dat de zonden vergeven kunnen worden, dat er weer vrede en harmonie, eeuwig zalig leven met God mogelijk zal zijn. In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Dat is meteen een duidelijk antwoord op de vraag waar alles vandaan komt. God zegt dus dat Hij de Schepper is en dat alles van Hem komt. God schept uit het niets de hemel en de aarde. Op deze aarde is alles nog woest en leeg. Maar dan gaat God spreken. Alleen door te spreken zorgt Hij ervoor dat in zes dagen alles ontstaat: 1e dag: het licht 2e dag: het uitspansel (= de dampkring) 3e dag: de scheiding tussen water en land en schepping van de plantenwereld 4e dag: de lichtdragers: zon, maan en sterren 5e dag: de vogels en de vissen 6e dag: de landdieren en de mens. De 7e dag stelt God in als de rustdag
God schiep de hemel en de aarde: alles ontstaat doordat God spreekt. Hij heeft geen 'grondstof' nodig. Hieruit blijkt Zijn almacht. Zijn wens, Zijn wil, Zijn Woord liggen eraan ten grondslag. Je kunt dus nooit zeggen dat de aarde, met alles wat leeft, waardeloos is, onbelangrijk is. God heeft alles gemaakt. En God zag dat het goed was. Het staat er als een refrein. Na de schepping van de mens lezen we zelfs: En God zag al wat Hij gemaakt had en zie, het was zee goed (Genesis 1:31). Dat er in onze wereld zoveel niet goed is, ligt dus niet aan God.
Rustdag God stelt de rustdag in. God schiep alles in zes dagen en rustte op de zevende dag. Gods 'werkweek' staat voor de mens model: zes dagen werken en een dag rusten!
Geschapen naar Gods beeld God schiep alle dieren naar hun aard. Vanaf het begin zijn er verschillende diersoorten geweest. Er is dus geen evolutie van de ene soort naar de andere. In tegenstelling tot de dieren werd de mens naar het beeld van God geschapen (Genesis 1:26-28). De mens leeft niet op aarde om zomaar 'zichzelf' te zijn, maar om op aarde het beeld van God te vertonen. Zoals God is, heilig, rechtvaardig, vol liefde en volkomen goed, zoe moet de mens ook zijn. De mens is op aarde Gods vertegenwoordiger, representant, ambassadeur. Dat bepaalt ook de houding van de mens tegenover de schepper, maar ook tegenover zijn naaste en het geheel van Gods schepping. De mens is 'rentmeester'. Zoals ook blijkt uit de opdracht die God de mens -man en vrouw- geeft: om de aarde te bouwen en te bewaren (Genesis 2:15). Hiervoor ontvangt Adam van God zijn vrouw, Eva of Manninne geheten, als een hulp die bij hem past (Genesis 2:20). Man en vrouw horen bij elkaar, ieder met een eigen taak. Om de schepping te beheren en niet om die te beheersen.
Het leven van God ...alzo werd de mens tot een levende ziel (Genesis 2:7). De mens wordt geschapen met lichaam en ziel. Daarmee ligt het leven in Gods hand. Dit betekent dat de mens niet zelf kan beschikken over leven of dood. Dit gegeven bepaald ons denken over bijvoorbeel abortus, euthanasie en Zelfmoord.
Schepping of evolutie ja, maar... hoe zit het dan met de evolutietheorie? Die leert het toch anders? Heel primitief leven zou vanuit de oerknal (big bang) als vanzelf zijn ontstaan. Vanuit de meest eenvoudige vorm van leven heeft het hogere zich vanuit het lagere ontwikkeld, zonder ingrijpen van buitenaf. Nu is deze theorie ook in de wetenschap al niet zo simpel als het in menig aardrijkskunde- of biologieboek misschien lijkt. Maar één ding moet duidelijk gesteld worden: wij geloven op grond van Gods eigen Woord dat God alles geschapen heeft. Tegenover dit geloof lijkt de evolutietheorie te staan als wetenschap. Maar... de evolutietheorie is nog nooit wetenschappelijk bewezen! Zeker haar begin niet. Voor de beginstelling is dus ook 'geloof' nodig. Daarbij komt dat er zoveel 'missing links' zijn. Deze theorie berust ook op 'geloof': op het geloof (of liever het ongeloof!) dat er van een goddelijke Schepper geen sprake kan zijn. Voor heel de evolutietheorie, die uitgaat van miljarden jaren van ontwikkeling, is namelijk één vooronderstelling nodig: er is geen God Die in de gebeurtenissen ingegrepen heeft. Mensen die met Darwin aan het beging van deze theorie stonden, hebben dit ook toegegeven. Het was juist hun opzet om iets te stellen tegenover het Bijbelse geloof in God als Schepper van hemel en aarde. Want met goddelijke ingrijpen kun je immers niet werken in de wetenschap, zo was hun opvatting. Maar dit is eigenlijk een zeer onwetenschappelijke stelling! Want ze houdt in dat wat wij met ons verstand niet kunnen begrijpen, ook onmogelijk zou zijn. Hiermee doet de wetenschap een uitspraak die ze niet mag maken. Daarmee overschrijdt ze haar grensen. En juist op dit beslissende punt kan iemand die in de Bijbel gelooft niet meegaan. Heel duidelijk lezen we hierover in Hebreeen 11:1-3: Het geloof is nu een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. (...) Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord van God is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit de dingen, die gezien worden. Zou het niet de uiteindelijke reden van het onderwerpen van de evolutietheorie zijn, dat men niet wil weten van een Schepper, omdat men niet wil erkennen dat ieder mens eenmaal tegenover zijn Schepper rekenschap moet afleggen van alles wat we gedaan hebben? De apostel Paulus zegt in Handelingen 17:31 tegen de geleerde Atheners: dat Hij (=God) een dag gesteld heeft op welke Hij de aardbodem (=alle mensen die erop gewoond hebben) rechtvaardig zal oordelen door een Man (=Jezus Christus, Gods Zoon) Die Hij daartoe geordineerd heeft (=aangesteld).
Vragen: 001. Wat betekent het woord Genesis? 002. De dieren zijn 'geschapen naar hun aard', de mens 'naar Gods beeld'. Wat willen beide uitdrukkingen zeggen? 003. Welke opdracht geeft God aan de mens ten aanzien van Zijn schepping? (Genesis 2:15) 004. Waarom is de evolutietheorie op grond van de Bijbel af te wijzen? 005. Wat is de kern van het Bijbelse scheppingsverhaal? 006. God gaf de mens heerschappij over de schepping. De opdracht was: de aarde te bebouwen en te bewaren. Wat kun je zeggen over het uitvoeren van deze opdracht als je kijkt naar: het uitsterven van planten- en diersoorten/ de bio-industrie/ kernafval/ ons omgaan met het milieu/ ons omgaan met de medemens? 007. Lees Johannes 1:1-5 In het beging van het Evangelie naar de beschrijving van Johannes valt op dat er over het Woord gesproken wordt. Wat wordt van dit Woord in de eerste verzen gezegd? Wie wordt hiermee bedoeld? 008. Lees Genesis 1:16. a. Wat is 'het grote licht tot heerschappij des daags'? b. Wat is 'het kleine licht tot heerschappij des nachts'? 009. Lees Genesis 2:1-3. Waarom houden christenen de rustdag? 010. Lees Genesis 2:18-24. Wat zegt dit over het huwelijk t.o.v. andere samenlevingsvormen?
Vragen kunne opgelost worden en verstuurd worden naar het e-mail adres: volvo46011@hotmail.com
Beste bloggers, De eerste paar weken zullen wij een paar bijbelstudies volgen over het oude testament, iedere week zal ik er een bijbelstudie over geven en ik hoop dat het jullie welgevallig gaat, ik zal onder elke les een paar vragen zetten en als jullie willen kunnen jullie het oplossen, moeilijk is het niet, groetjes de leader