Prediker Het boek Prediker ontleent zijn naam, die sinds Luther gangbaar geworden is, aan diens vertaling van de Hebreeuwse titel Kohelet. Vermoedelijk gaat het om een functieaanduiding die in het bijbelboek als eigennaam wordt gebruikt. In de Hebreeuwse bijbel maakt Prediker als een van de vijf Feestrollen (Megilot) deel uit van de Ketoeviem, de Geschriften. Het wordt in de synagoge traditioneel gelezen tijdens het Loofhuttenfeest (Soekot). In veel bijbeluitgaven behoort Prediker tot de poëtische boeken.
Het is moeilijk vast te stellen wanneer en door wie het boek geschreven is. Het opschrift in 1:1 schrijft het boek toe aan Salomo. De vermelding van deze dichtende koning (zie 1 Koningen 5:12) dient vooral om het karakter en het belang van de tekst te onderstrepen. Onder meer op grond van het taalgebruik (invloed van het Perzisch en Aramees) wordt wel aangenomen dat de tekst in de derde eeuw v.Chr. zijn huidige vorm heeft gekregen.