2 Koningen Het boek 2 Koningen sluit onmiddellijk aan op het voorgaande 1 Koningen. Deze twee boeken vormen samen een doorlopend verhaal dat het vervolg is op 1 en 2 Samuël. In bijbeluitgaven is het bijna altijd in tweeën gesplitst. Zoals de titel al aangeeft, gaan deze boeken over de vier eeuwen dat in Israël en Juda koningen regeerden (van de tiende tot de zesde eeuw v.Chr.).
In de Hebreeuwse bijbel hoort Koningen samen met Jozua, Rechters en Samuël tot de groep boeken van de Vroege Profeten. In deze boeken wordt verteld hoe de Israëlieten het land Kanaän in bezit nemen en er hun bestaan opbouwen. Profeten treden op om het volk te herinneren aan de wet van Mozes en te waarschuwen tegen het overtreden van de geboden. De koningen worden daar in het bijzonder op aangesproken.
Op grond van de geschiedkundige inhoud worden 1 en 2 Koningen ook wel gerekend tot de historische boeken. Zij vormen samen met de verhalende gedeelten in Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Rechters en Samuël een min of meer doorlopende geschiedenis. Tegenwoordig nemen velen aan dat deze boeken in hun huidige vorm het resultaat zijn van een langdurig proces van overleveren en redigeren. Het redactieproces is al in de tijd van de koningen van Israël en Juda begonnen (ongeveer 1000-586 v.Chr.) en werd pas afgesloten na de Babylonische ballingschap, in de Joodse gemeenschap in de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.).