Adam's Peak
Gisteren, maandag 24-03-2014 besloot ik om mijn kuitjes te pijnigen op de 2243 meter hoge berg Adam's Peak (Sri Pada). Voor zowel het boeddhisme, het christendom, het hindoeïsme en de islam geldt de berg als heilig.
Pelgrims lopen de berg op, over een van de routes naar boven, die alle bestaan uit duizenden traptreden; de kortste route via Hatton bestaat uit 6442 treden. De tocht omhoog duurt enkele uren. Langs het pad dat verlicht is met lantaarns wordt drank en fruit verkocht en kan gerust worden. Iedere Sri Lankaan wordt geacht deze tocht minstens eenmaal in zijn leven te maken.
Ik besluit echter het pad berg op te lopen via Ratnapurna, dit betreft de langste weg goed voor meer dan 8000 treden en volgens de Lonely Planet goed voor 6 à 7 uren trapjeslopenplezier ;-).
Waar de meeste mensen er voor kiezen om de tocht in de nacht aan te vatten en alzo bij aankomt de zonsopgang te zien besluit ik om in de ochtend reeds mijn tocht aan te vatten en zowel de zonsondergang als opgang mee te pikken. Daarvoor moet je wel overnachten in een slaaphal op te top. Voor wat hoort wat natuurlijk.
Om vijf uur loopt mijn wekkertje af om vervolgens om half zes te ontbijten, echter is de vrouw die het ontbijt bereidt in mijn guesthouse dit vergeten. De manager en hulp doen er echter alles aan om toch mijn ontbijt nog in tijd te kunnen serveren alvorens de tuktuk mij komt ophalen om me naar het busstation te brengen. Ja hoor, het lukt hen een heerlijk ontbijt bestaande uit Rice coconutmilk, dal curry en sambal te serveren. We kunnen er tegen aan.
Na een busrit van een uurtje, vergezelt van vele schoolgaande kinderen, kom ik aan op de bestemming 'Carney Estate'. De lokale mensen zetten mij op weg en via een aantal kleine shopjes, alwaar ik rantsoen insla (roti, bananen, crackers en pindarepen) vat ik de eerste treden aan van velen.
Ik besluit om het uur een aantal minuten te rusten om nadien verder te gaan. Het is vrij bewolkt, maar toch een unieke kans om te genieten van het hooggebergte gepaard gaande met zijn natuur. Onderweg kruis ik vele lokale mensen die reeds de top hebben bereikt. Zij ogen allen vermoed, maar een vriendelijke lach kan er nog altijd af.
Hoe hoger ik stijg hoe kouder het wordt en na uiteindelijk 4 uurtjes en een half zet ik mijn voeten op de laatste treden. Ik moet eerlijk zeggen dat het laatste half uurtje toch pittig begon aan te voelen in mijn bovenbenen. Zou zeggen alle lady's die een strakke poep en billen willen ga je gang ;-).
Wil hierbij vermelden dat dit een pelgrimstocht betreft, die vele lokale mensen ondernemen om spiritualiteit te winnen. Zij doen dit ook vaak om een ziek persoon in de familie beterschap toe te wensen.
Ik heb dan ook vaak tijdens deze tocht stilgestaan bij mijn grootmoeder, die opnieuw opgenomen is in het ziekenhuis voor haar longen. Ik vernam reeds van mijn mama dat ze terug aan de betere hand is, toch blijft het nog afwachten...
Iets na 12 uur ben ik al op de top, nog een tijdje tegen zonsondergang denk ik bij mezelf. Ik ben nog niet goed bekomen of er komt me een militair te gemoed om mij vriendelijk te verzoeken mijn schoenen te ontdoen en een t-shirt met mouwen aan te trekken. Dat was ik sowieso van plan aangezien deze kan worden uitgewrongen van al het zweet  .
Wanneer ik mij aan het omkleden ben in de slaaphal word ik onmiddellijk aangesproken door een vriendelijke lokale man, die me vraagt of ik geen honger heb na al dat wandelen. Ik vraag hem vriendelijk 'Yes, how much for à meal ?'. Waarop hij me zegt dat ik niets hoef te betalen. Het is namelijk voor zijn gemeenschap een belangrijke offerdag, waarbij eten werd bereid en dit wordt geschonken als Dana ( in het boeddhisme: iets geven met vreugde uit je hart, zonder iets terug te verlangen ). De man neemt me mee naar een hal, alwaar ik een bord rijst met curry en patatjes krijg voorgeschoteld. Voor het eerst dien ik hier wel te eten met mijn handen zoals de lokale bevolking. Moet zeggen dat lukt vrij aardig. Ik moet wel opletten dat ik als linkshandige het eten niet aanraak met dit hand, aangezien dit hier voor iets anders dient ;-).
Na op kracht te zijn gekomen besluit ik mijn slaapplaats te installeren in de slaaphal. Daar zijn geen bedden voorzien, dus dat wordt op de grond slapen.
Op het ogenblik dat ik mijn slaapzak aan het uitladen ben stel ik vast dat alle lokale mensen hier reeds aanwezig hun gerief aan het pakken zijn om terug af te dalen. Ik denk bij mezelf oei dat wordt hier eenzaam.
Gelukkig krijg ik een meer dan aangenaam telefoontje van Valerie, waarna ik besluit eens de voetafdruk van Boeddha te aanschouwen in het tempeltje boven de slaaphal. Als je de hele geschiedenis wil moet je maar eens googelen. Kan je zeggen dat de voetafdruk wel 2 meter lang is  .
Rond 16 uur komen er geleidelijk weer nieuwe lokale mensen aan. Terwijl ik aan het uitrusten ben op mijn slaapzak komt er een vriendelijke meisje naar me toe die zich voorstelt als Dynouska. Zij is hier afgezakt samen met haar buren om een offer te brengen aan Boeddha.
Zij vraagt me bijna smekend of ze met mij wat mag praten om alzo haar Engels te verbeteren. Zij staat op het punt om naar de universiteit te gaan om Frans en Duits te leren. Zij zou namelijk graag in de toekomst als gids mensen rondleiden in haar thuisland. Waar bij ons meisjes op de leeftijd van 20 jaar al volwassen ogen zijn ze hier nog enorm jong, maar tegelijkertijd zeer wijs in hun denken.
Ik word nadien door haar buren gevraagd om hun ceremonie bij te wonen, waarbij een monnik overgaat tot chanten. Wanneer de lokale mensen opmerken dat ik heel wat teksten kan meechanten (geleerd in Nilambe meditation center) krijg ik veel bewondering en respect.
Het meisje zegt dat ik veel van boeddhisme ken en niet naar de hel zal gaan ( laat ons hopen  ).
Doorheen de avond heb ik nog enkele gesprekken met haar en de lokale politieagent. Ik verneem dat hun opleiding maar 2 maand duurt en ze op pensioen mogen op hun 55ste  . Hun salaris ligt wel ietsjes lager...
Tegen half 7 kan ik de zonsondergang minimaal op camera vastleggen door de vele wolken. Toch is het een gezellig gebeuren in aanwezigheid van een 30 tal lokale mensen. Inderdaad geen andere westerlingen op te merken.
Het is op dit uur behoorlijk koud dat ik zelf besluit om een trui aan te trekken alsook mijn muts.
Wanneer ik tegen 20 uur plaatsneem op mijn slaapzak stel ik vast dat er al een aantal mensen aan het slapen zijn. Het is onvoorstelbaar dat er eveneens heel wat oudere mensen deze klim maken alsook mensen met kinderen en zelfs baby's. Daar kan ik enkel respect voor opbrengen.
Daar is plots Daynouska terug. Zij heeft in haar handen een pakje vast verpakt in krantenpapier. Ze zegt 'prepared also diner for you'. Ik moet dit aanvaarden eveneens als Dana. Bij het openen zit mijn eten verpakt in een plastiekzakje. Opnieuw kan ik genieten van de enorme warme vriendelijkheid van de lokale bevolking. Ik kan er nog steeds niet bij hoe hartelijk zij zijn.
Nadien word ik ongeveer na elk uur gewekt door het lawaai van nieuwe lokale mensen die zijn gearriveerd en zich ook een slaapplekje aan het uitzoeken zijn. Tegen een uur of 3 stel ik vast dat een lokale man zo goed als tegen me aan ligt en aan de andere zijde eveneens enkele kinderen hun plekje aan het uitzoeken zijn naast me. Tegen 4 uur stel ik vast dat de hele slaapzaal vol ligt met mensen. Ik kruip nog eens diep in mijn slaapzak, draai me nog eens om aangezien het liggen op de vloer begint zeer te doen aan mijn heupen  .
Tegen 5 uur sta ik op om me vervolgens een weg te banen tussen alle andere slapende mensen. Even wat water in het gezicht en me vullen met enkele crackers. Bij buitenkomst stel ik vast dat er al heel wat mensen zich hebben geïnstalleerd op de tribune, georiënteerd naar de zonsopgang toe. Voor het eerst zie ik andere westerlingen. Deze staan bijna allen te trillen van de kou en zien er heel vermoed uit. Dan heb ik er toch nog goed aangedaan om hier te slapen, ook al was het heel primitief, maar zo'n mooie ervaring. Enkele lokale mensen merken me op en zeggen spontaan 'goodmorning. Sleep well sire ?'
Ik installeer me ook op de tribune. Alwaar ik in afwachting in gesprek raak met een Australische vrouw, dewelke reeds 30 jaar gehuwd is met een Sri Lankeese man. Zij runnen samen een restaurant in Colombo.
Tegen 6 uur kunnen wij heel langzaam de mooie warme tinten opmerken die zich blootstellen aan de horizon. Ongeveer tegen half 7 gaat de zon in al haar glorie schijnen aan de hemel. Echt prachtig om de eerste stralen te voelen op je snuit...
Nadien mijn buikje vullen met Roti ( brood ) en bananen, die ik nog over heb van mijn rantsoen. Slaapzak opgeborgen en weg zijn we naar beneden.
Na 3 uur en 15 minuten ben ik weer beneden. Ik moet wel toegeven dat mijn knieën en kuiten er genoeg van hebben. Ik ben vermoeid en op weg naar de bushalte. Onderweg staan een 5 tal straathonden al grommend me op te wachten. Ik besluit gewoon door te lopen en zelfzeker over te komen. Toch is er nog één die probeert in mijn been te bijten, maar draai me om en zet een grote stap in zijn richting ( dankjewel Cesar Milan voor je technieken  ).
Uiteindelijk zie ik een bus wegrijden van zijn halte en zet een spurtje in gang om alzo op de bus te springen. Blijkbaar verkeerde bus dus er terug af.
30 minuten later heb ik mijn bus richting Ratnapurna city. Aldaar een goeie maaltijd genuttigd in mijn guesthouse om nadien een tukje te doen, had dit echt nodig.
Nadien nog een bezoek gebracht aan Rafti en haar familie, dewelke ik beloofde om voor mijn vertrek afscheid te nemen. Onderweg koop ik wat fruit om aan de familie te overhandigen. Ik word weer hartelijk onthaalt met thee en verse kokosnoot. Opnieuw staan ze er op dat ik naar het trouwfeest van hun dochter zal komen.
Ik lig nu in mijn bed en klaar om in te dommelen. Morgen zak ik af naar Hikkaduwa een strandstadje, om even tot rust te komen en een frisse duik te nemen. Wordt vervolgd.
|