Ik lees een boek, na een lange tijd het niet te hebben gedaan lees ik opnieuw een boek. Een goed boek (tot nu toe). Nachtrein naar Lissabon, 414 bladzijde dik.Ik zit nu op bladzijde 103 en dit is tot nu toe het mooiste dat ik gelezen heb:
Van de duizenden ervaringen die wij opdoen, brengen we er hoogstens één ter sprake, en dan ook die ene alleen maar toevallig en zonder de zorgvuldigheid die de ervaring verdient. Tussen al die verzwegen ervaringen zitten diegene verborgen die ons leven ongemerkt zijn vorm, zijn kleur en zijn melodie geven. Wanneer we ons, als archeologen van de ziel, over die schatten buigen, ontdekken we hoe verwarrend ze zijn. Het onderwerp van onze beschouwing weigert stil te staan, de woorden glijden af op wat we beleefd hebben en uiteindelijk staan louter tegenstrijdigheden op papier. Lang heb ik geloofd dat dat een tekortkoming was, iets wat overwonnen moest worden. Tegenwoordig denk ik dat het anders in elkaar steekt: dat de erkenning van de verwarring de koninklijke weg is naar het begrijpen van die vertrouwde en toch raadselachtige ervaringen. Dat klinkt vreemd, ja eigenlijk absurd, dat weet ik. Maar sinds ik de zaak zo zie, heb ik het gevoel voor de eerste keer wakker en levend te zijn.