Waarschijnlijk zit u nu in spanning te wachten. De televisie-uitzending van Paris-Roubaix begint over 10 minuten. Het zweet parelt van uw voorhoofd. Uw handen nemen bevend een glas porto vast en brengen het naar uw mond.
Ik heb het gemerkt de voorbije weken, u liep niet op uw gemak rond. Die dekselse Tom Boonen. Hij reed sterk, in zijn (en ook uw) koersen ging hij er staan. Gelukkig was er vorige week ene Fabian die toonde dat Tommeke nog niet klaar is met hem. Een kleine geruststelling misschien
Want, u kan uw record verliezen. Verliezen is een groot woord, het is mogelijk dat u na vandaag niet meer ALLEEN recordhouder bent. U, monsieur Paris-Roubaix zal eventueel iemand naast zich moeten dulden. U, de kampioen met uitzonderlijke klasse die met flair zoals geen ander over de kasseien dokkerde.
Uw tijd is voorbij beste Roger. Bij sommige zaken moet een mens zich neerleggen. Niets aan te doen. Een mens van 63 kan niet meer in alles de beste zijn.
Roger, ik heb tonnen respect voor uw vechtlust, uw wil om altijd opnieuw de beste te zijn. Dat Roger, dat toont aan dat u een man bent van grote klasse. Zeker en vast. Maar u bent niet de enige. Merckx was er, Hinault, Maertens, Museeuw, waren eveneens grote namen. En Roger, Boonen is dat ook! Het is daarom helemaal geen schande om SAMEN recordhouder te zijn met zon grote kampioen. Ik zou het persoonlijk een hele eer vinden.
Maak er je dus allemaal niet zoveel zorgen over. Geniet van uw porto, geniet van de koers, geniet van uw oude dag. U verdient dat!
Nog een opmerking Roger, gelieve in het algemeen een beetje meer respect te tonen voor de huidige generatie coureurs. Alles mag dan vroeger (in uw tijd) beter geweest zijn. De renners vandaag verdienen ook respect. Ok, een renner kan niet meer alles winnen, dat is gewoonweg onmogelijk. Renners specialiseren zich Roger, pieken op bepaalde momenten. Kiezen er hun wedstrijden uit. Als je het dan als renner die het ganse jaar door goed is moet opnemen tegen een renner die speciaal naar die ene wedstrijd heeft toegeleefd, strijd je niet met gelijke wapens. De tijden veranderen Roger
Meester Bert, zo zouden de leerlingen mij moeten aanspreken, zo zou ik mij ook moeten voelen. Dat gevoel heb ik spijtig genoeg nog niet helemaal. Het gevoel Bertje te zijn dat zijn vinger opsteekt is nog te nadrukkelijk aanwezig. Nog maar eens een slimme vraag stellen aan de meester of juf, daar was ik goed in. Nu is het de bedoeling dat ik op die vragen een antwoord geef.
Ik mag slimme meester Bert spelen. De meester die in de ogen van de leerlingen alles weet, prachtig toch. Iemand waar kinderen naar opkijken, waar kinderen zich aan spiegelen, dat wil je toch zijn. Natuurlijk wil ik dat, niets liever dan respect krijgen van kinderen, echt respect.
Mijn hoofd is daar blijkbaar nog niet helemaal klaar voor. Mijn lichaam misschien ook niet helemaal. Ik heb nog 2 maanden de tijd om mij klaar te stomen. De tijd gaat snel, 2 jaar en een half is het reeds geleden dat ik aan de lerarenopleiding begon. Nu zou ik er bijna klaar voor moeten zijn. Klaar om er elke dag te staan, elke dag verantwoordelijk te zijn voor een klas leerlingen. Leerlingen met ouders die toekijken als je het wel goed doet. Een inspectie die ook af en toe eens komt kijken als je het wel goed doet. Niet alleen je lessen, ook je papierwerk niet te vergeten
Schrik, schrik om er aan te beginnen, schrik om de verantwoordelijkheid niet aan te kunnen. Laat mij eerst nog even oefenen. Oefening baart kunst!
Want ik wil het wel, ik wil het zelfs heel hard. Ik doe het ook graag Maar toch heb ik schrik.
Respect, respect heb ik voor alle leerkrachten die er dagelijks staan voor hun leerlingen. Respect dat leerlingen moeten geven, dat respect geef ik hen nog steeds. Eigenlijk zou ik het bijna zelf moeten krijgen, en wat je krijgt geef je niet meer weg!
Met de familie gaan eten, het was gezellig. Toch zo snel mogelijk alles naar binnen gespeeld. Na het eten de sleutel gevraagd. Vlug teruggegaan, televisie aangezet. Net op tijd, de renners draaien de paterberg op. Hier begint de ronde! Breschel en Boonen gaan gemakkelijk naar boven. Het spektakel begint! 5 minuten later staan ze al aan de voet van de koppenberg
Ik hoor niets meer, enkel het commentaar van Michel en José. Het is dé ronde! Geen woord te missen.
De plannen waren er om op zaterdag de ronde voor wielertoeristen te rijden (helemaal wel te verstaan). Vrijdag echter kwam er roet in het eten, de stress was te groot. Zouden we het wel aankunnen? We hadden niet zo goed getraind en het is toch ver Met dit weer? Is het wel verantwoord? Tja, dan toch maar niet zeker Volgend jaar! Volgend jaar gaan we ervoor, ik doe mee!
Op zaterdag toch een ritje gemaakt. Niet de ronde, maar toch even op de fiets gezeten. Een kilometer of 50 op een gezapig tempo het hoofd leegrijden, kan deugd doen. De benen voelden goed. Goed genoeg voor de ronde? Ik denk het niet Misschien was het toch geen slecht idee om niet mee te doen.
De benen kriebelen terwijl ik Cancellara de muur zie opstuiven, wielrennen is een prachtige sport, Cancellara een prachtige atleet! Maar ik doe atletiek, ook een prachtige sport, misschien toch iets minder mythisch dan dé ronde. Wat kan er tippen aan deze koers? Dwars door mensenhagen, over molshopen, onder een gejoel van honderdduizenden. Misschien de Olympische Spelen. Die zijn ook mythisch.
Ooit reed ik al eens de ronde. Bij de junioren was dat, mijn derde koers ooit. Het gevoel was onbeschrijfelijk en dan stond er 100, neen zelfs 1000 keer minder volk langs de weg.
Dat gevoel heb ik in de atletiek nog nooit gehad. Dat gevoel wil ik graag ooit nog eens terug mogen beleven. Het onbeschrijfelijke gevoel dat ik hier toch probeer te beschrijven, maar dat waarschijnlijk enkel mensen die het hebben kunnen beleven voelen.