We leerden de diertjes benoemen en zochten informatie in boeken, op foto's en op internet. 

We maakten een puzzel waarbij we de stukjes van 3 kriebeldiertjes weer moesten samenkleven tot één geheel. 

We deden een sorteerspel waarbij we kriebeldiertjes in verschillende kleuren moesten nemen met een pincet in hetzelfde kleur. 

We bekeken een filmpje over ' van rups tot vlinder' en 'van bij tot honing'

We knutselden een bij waarbij we eerst de bij kleurden met gele wasco, daarna werd er tape overgekleefd. Dan beschilderden we de bij met bruine verf en verwijderden de tape . Zo kreeg onze bij strepen in bruin en geel. Het honingraat bekleefden we met gele propjes zijdepapier = honing ; 

we oefenden het versje : één spinnetje , één spinnetje dat zocht eens een vriendinnetje

het keek eens hier, het keek eens daar, 

Twee spinnetjes, twee spinnetjes, die zochten eens vriendinnetjes,

ze keken hier, ze keken daar en toen vonden ze elkaar. 

we zongen het lied : Vlindertje, fladder maar heen en weer , fladder maar overal over

  Vlindertje , fladder maar heen en weer , zit op een bloempje neer. 

En we beeldden dat ook uit in de klas. 

We maakten een afdruk van een vlinder : we schilderden de ene helft, vouwden ons blad dicht en bekeken de afdruk. 

We vertelden verhalen over kriebelbeestjes : Minie en Piepke en de krielbeldiertjs, Minie en Piepke en de vlinder, Rupsje nooitgenoeg

We bekeken de poppenkast over Rupsje Nooitgenoeg

Vanaf volgende week werken we rond 'vaderdag'