Spel Het stimuleren van de dieren om te spelen door ze verschillende speelvoorwerpen te geven. Ook het spelen met de trainer of een waterstraal vinden ze erg leuk.
Relation Het doel van deze training is het persoonlijke contact met de dieren zo goed mogelijk op te bouwen. Tijdens deze sessies krijgen de dieren vaak individuele aandacht en vragen we niets. Zo geeft het dier, door deze interactie, duidelijk aan wat het leuk vindt en leert de trainer de verschillende karakters van de dieren goed kennen.
Gezondheidstraining Dit is een training om de gezondheid van de dieren makkelijk te kunnen controleren. Zo trainen we de parallelpositie. Het dier ligt dan voor de trainer. Op deze manier kunnen we de dieren over het gehele lichaam bekijken en aanraken. We kunnen in de mond van de dieren kijken, een uitademing opvangen,nbloedtappen, temperaturen en zelfs een echoscopie is geen probleem. Ook worden de dieren gewogen via een vrij platte weegschaal op het platform.
Training Hierbij proberen we de dieren nieuwe gedragingen te leren, gebaseerd op natuurlijke gedragingen. Soms is het een van tevoren bedacht plan, maar vaak is het een interactie tussen mens en dier.
De uitleg/training kan per dier erg verschillend zijn, doordat de band en de karakters van de dieren verschillend zijn.
Geboorte Na een draagtijd van 12 maanden vindt de geboorte plaats onder water. De geboorte bij dolfijnen vindt in een andere volgorde plaats dan bij andere zoogdieren het geval is. Eerst komt de staart en als laatste het hoofd (af en toe wordt een jonge dolfijn met het hoofd eerst geboren en ook dat kan goed gaan. Toch schuilt er een gevaar dat het jong wil gaan ademhalen en dus kan verdrinken tijdens de bevalling). Binnen een aantal uren na de geboorte verliest de moeder de nageboorte. De navelstreng breekt af tijdens het laatste gedeelte van de bevalling. In het begin is er bij de jonge dolfijn nog een bobbeltje te zien op de plaats waar de navelstreng gezeten heeft. Langzamerhand wordt dit een deukje (de navel). Dit is bij de volwassen dieren goed te zien. Geboortestrepen Als we het jong goed bekijken kunnen we de eerste paar weken een aantal strepen zien op het lichaam. Dit noemen we ook wel de geboortestrepen en deze verdwijnen vanzelf. De strepen worden gevormd omdat het jong opgevouwen ligt in de baarmoeder.
Geslacht Het verschil tussen mannen en vrouwen is bij dolfijnen moeilijk te zien. Er zit vrijwel geen verschil in grootte of vorm van het lichaam. Het verschil is zichtbaar op de buik: bij een vrouwtje zien we een spleet. Bij een mannetje zit er onder de spleet ook nog een gaatje.
Zogen Tijdens het zogen legt het jong zijn tong om de tepel van de moeder. Het jong heeft geen zuigreflex, de moeder spuit de melk in de bek van het jong. Deze melk is vet, stroperig en voedzaam. Als het jong loslaat is vaak nog een wolk melk te zien. De tepels kun je vinden aan de buikzijde van de moederdolfijn, waar het witte gedeelte stopt. Tijdens een zoogperiode zijn de tepels opgezet en beter zichtbaar. Na ongeveer 3 maanden begint het jong met vis te spelen en langzamerhand ook te eten. Het zogen neemt dan geleidelijk af.
Risico De eerste periode na de bevalling blijft bij dolfijnen erg spannend. Het is belangrijk dat de moeder haar jong beschermt en regelmatig zoogt. Het jong heeft na de bevalling zelf geen weerstand. Het bouwt zijn afweersysteem op via moedermelk. Na de geboorte is het altijd afwachten hoe de moeder het jong beschermt en hoe de andere dieren gaan reageren. Naarmate het jong ouder wordt, wordt het steeds sterker en zelfstandiger en gaat het vaker "op onderzoek" uit. Na een paar weken zal de moeder toelaten dat andere dieren dichterbij komen. Op den duur zullen andere dieren het jong in de slipstream mogen meenemen. Andere dieren vervullen dan een "Tante-functie".
Slipstream Meteen na de bevalling gaat het jong in een reflex naar de oppervlakte om voor het eerst adem te halen. De moeder pikt het daarna meteen op en neemt het aan de zijkant van haar lichaam mee. Het jong komt in de zogenaamde "slipstream" terecht (een stroming die werkt als een magneet) en hoeft zelf bijna niet te zwemmen. De moeder kan het jong goed sturen en zo afschermen tegen de andere dieren of obstakels. Training en omgang In de omgang met dolfijnen gaan we uit van hun natuurlijke gedrag. Tuimelaar dolfijnen hebben van nature een speels en leergierig karakter. De beloning kan vis zijn, maar ook een aai, een kriebel over de tong of een kusje van de trainer. De communicatie tussen trainer en dieren gaat via handgebaren en lichaamstaal. Oogcontact is ook belangrijk. Het contact is verdeeld in verschillende onderdelen.
De Tuimelaar is op een leeftijd van 6 tot10 jaar geslachtsrijp. Op deze leeftijd krijgen de mannetjes en vrouwtjes belangstelling voor elkaar. Dit kan gepaard gaan met enorme stoei- en knuffelpartijen. De paring kan het hele jaar door plaatsvinden. Een mannetje kan aan het water proeven of er een bronstig vrouwtje in de buurt is. Het vrouwtje vertoont ook duidelijk bronstig gedrag. De paring vindt onderwater plaats, buik tegen buik.
Uiterlijk Tuimelaar dolfijnen zijn grote dieren met een gewicht van 250 tot 300 kilo. Hun lengte ligt tussen de 2 en 3 meter. Ze hebben 3 soorten vinnen: de borstvinnen die ze gebruiken om te sturen, de rugvin die dient om stabiliteit te bewaren in het water en de sterke staart waaruit alle kracht voortkomt voor de voortbeweging en de sprongen. Dolfijnen zijn zoogdieren met een totale aanpassing aan het leven in het water. Zo is het lichaam gestroomlijnd om zo min mogelijk weerstand te ondervinden. De neus is verplaatst naar de bovenkant van het hoofd en wordt blaasgat genoemd. De oren bestaan uit zeer kleine gaatjes aan de zijkant van hun hoofd. Dolfijnen kunnen goed horen, zelfs geluiden die voor menselijk gehoor te hoog zijn. Er bestaan vele soorten dolfijnen die in uiterlijk en manier van leven verschillend zijn. De meeste bekende soort is de Tuimelaar dolfijn. Deze soort is in Dolfinarium Harderwijk te zien op 2 verschillende locaties. Het karakter van deze soort dolfijn is speels en nieuwsgierig. Bovendien zijn het fanatieke sprongenmakers.
Huid De Tuimelaar dolfijn is niet helemaal grijs; de onderkant is wit. Ze hebben als het ware een schutkleur: van boven zijn ze donker en van onder zijn ze licht. Je kunt bij de dieren onderling kleurverschillen zien. Ook hebben ze onderling een verschillende tekening die vooral op het hoofd duidelijker zichtbaar is. De huid van dolfijnen voelt aan als: "een natte rubber laars". De buik voelt zachter aan omdat zich daar het meeste vet bevindt. Van een afstand is het nauwelijks te zien, maar bekijk je een dolfijn van dichtbij dan zie je op de huid een aantal krassen. Deze krassen krijgen de dieren tijdens het stoeien en spelen. Ze gebruiken dan hun tanden en maken zo oppervlakkige krassen. Deze genezen vrij snel, maar blijven zichtbaar: er komt een andere kleur pigment voor in de plaats. Op het moment dat dolfijnen echt vechten gebruiken ze hun sterke harde neus. Door te stoten op de vitale delen kunnen ze zelfs een orka of haai doden. Aan het einde van de staart, borstvinnen en rugvin zien we "rafels", een soort rimpels. Dit is een normaal verschijnsel. Naarmate dieren ouder worden krijgen ze meer "rafels".
Zicht Dolfijnen kunnen goed zien. Ze hebben sterke oogspieren en kunnen zo hun zicht aanpassen. Dolfijnen kunnen enkele kleuren onderscheiden. Groen en blauw kunnen ze goed zien, rood en oranje minder goed. Microscopisch onderzoek heeft uitgewezen dat tandwalvissen wel staafjes en kegeltjes hebben. Dit heeft te maken met de mogelijkheid kleuren te kunnen zien. Toch is het niet echt noodzakelijk voor dolfijnen om veel kleuren te onderscheiden, want op meer dan 5 meter diepte zijn er alleen nog blauwe en groen tinten te zien. Dolfijnen kunnen zowel boven als onder water zien. Hun zicht past zich aan waardoor ze door het wateroppervlak kunnen kijken zonder last te hebben van de breking van het licht.
Ruiken/proeven Ruiken kan een dolfijn vrijwel niet. Hij heeft het reukzintuig ook niet nodig onder water en de reukpapillen zouden tijdens de krachtige ademhaling snel beschadigen. Proeven kan een dolfijn wel. Dit is onder andere te zien tijdens het voeren, waarbij de dolfijnen zeker een voorkeur voor bepaalde soorten vis laat merken.
Dolfijnen behoren tot de walvisachtigen. Er bestaan 2 soorten walvissen:Baleinwalvissen en Tandwalvissen. Baleinwalvissen worden zo genoemd omdat ze in hun bek geen tanden hebben, maar een soort lange draden: baleinen. Deze dieren zijn erg groot en zwaar, soms wel 30 meter lang met een gewicht van 130.000 kg (de Blauwe Vinvis). Baleinwalvissen eten plankton en soms kleine visjes die ze met hun baleinen uit het water vissen. Tandwalvissen worden zo genoemd omdat, de naam zegt het al, deze walvissen tanden in hun bek hebben. De dolfijn behoort tot deTandwalvissen. Tandwalvissen verschillen in lengte van 120 cm (de Heaviside dolfijn) tot 70.000 kg! (de potvis). Tandwalvissen eten verschillende soorten vis. Onder tandwalvissen vallen onder andere de Potvis, de Orka, de Tuimelaar dolfijn en de Bruinvis. Dolfijnen zijn zoogdieren, net als een poes, een hond, maar ook de zeehond, zeeleeuw en walrus. Of neem nu jezelf. Nu zou je bijna in de war raken; een walvisachtige die geen vis is, maar een zoogdier! Dit komt doordat men vroeger dacht dat walvisachtigen vissen waren. Nu weten we dat walvisachtigen zoogdieren zijn.
Een zoogdier is een dier dat :
1. levende jongen ter wereld brengt 2. de jongen zoogt 3. adem haalt met de longen 4. warmbloedig is: een constante lichaamstemperatuur van ongeveer 37 graden heeft 5. behaard is.
Deze punten gelden dus ook voor dolfijnen. Dolfijnen zijn echter niet behaard. Een vacht zou onder water alleen maar lastig zijn. Toch kun je bij dolfijnen overblijfselen van haren zien aan puntjes op de snuit.
Aan iedereen die graag dolfijnen ziet of er wat meer wil over weten, kan terecht op deze blog. De inhoud van de blog gaat over het leven, de lichaamsbouw, hun voortplanting, enz .. Veel kijk en leesplezier!