De ontstaansgeschiedenis van tafeltennis is alleen te zien in samenhang met andere takken van sport, vooral tennis. Net als bij vele sporten, begon tafeltennis als een sociaal verzetje; het werd vermoedelijk voor het laatst gespeeld met geïmproviseerd materiaal ergens aan het einde van de 19e eeuw in Engeland. Sommige bronnen beweren dat het eerst gespeeld werd door Britse militairen in India of Zuid-Afrika en vervolgens meegenomen naar Engeland.
Tafeltennis is, net als badminton en het huidige tennis, ontstaan uit het middeleeuwse tennis. In Engeland werd in 1884 octrooi verleend op de naam "Miniature-Indoor-Tennis-Game". In 1901 ontdekte de Engelse tafeltennisliefhebber James Gibb tijdens een reis naar de Verenigde Staten celluloidballen, die de tot dan toe gebruikelijke lichte, doch erg harde canvasbal vervingen. Daarmee kreeg het spel een nieuw, meer sportief accent. Rond 1900 was het spel bekend onder de huidige namen ("tafeltennis" en "pingpong"), en verschillende merknamen als "Gossima", "Flim-Flam", "Pim-Pam" (Frankrijk) en "Whiff-Whaff" (Amerika). In 1926 is de International Table Tennis Federation (ITTF) opgericht in Berlijn, met Denemarken, Duitsland, Engeland, Hongarije, India, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Wales en Zweden als leden. Later dat jaar werd de Verenigde Staten ook lid.
In Nederland is de productie van tafeltennistafels begonnen door Heemskerk Sport, in 1962 in Roelofarendsveen opgericht door de gebroeders Heemskerk. De beide ex-tafeltenniskampioenen van Nederland hielden zich voordien bezig met het maken van schepen. Nadat zij in opdracht van een lokale tafeltennisvereniging hun eerste tennistafel hadden geproduceerd, kwam er ook vraag van buiten Roelofarendsveen. Begin jaren 60 werd een fabriekspand betrokken en steeg de productie mede vanwege het toenemende aantal buitenlandse partners. Gedurende de recessie in de jaren 70 bleef Heemskerk als enige van vier Nederlandse tafeltennistafelproducenten over.
Zo is ongeveer Ping pon of Tafeltennis bestaan


8.Hip Hop
OMG ZO COOL DANSEN NIET ALLEEN JONGE MENSEN KUNNEN DANSEN OOK OUDE MENSEN NOG VOOR DE LAATSTE KEER
OMG OMG OMG OMG OMG OMG OMMG OMG OMG OMG OMG
7.Motercross
Ouw dat moet zeker pijn doen daarom wil ik dat zeker niet doen ik vind het gevaarlijk
Maar het is wel een leuke sport.
6.Zwemmen
Wow leuk he toevallig doe ik ook zwemmen dat is toevallig maar echt heel toevallig maar echt heeeeeeeeeeeeeee....toeval echt heel t...
5.Frisbee
Ik heb er pas vorig jaar van gehoord het is zo cool de frisbee bestondDe Flying-Saucer (vliegende schotel) in 1948 Werd uitgevonden door Walter Frederick Morrison en mede ontwikkeld en gefinancierd door Warren Franscioni. Dit model was geen succes. Maar de rechten op een later model, eveneens gemaakt door Morrison in 1955 en verkocht als Pluto Platter, werden in 1957 gekocht door Wham-O, die het in 1958 herdoopte tot Frisbee. Dit was een (mogelijk bewust) verkeerde spelling van de naam van de bakkerij Frisbie Pie uit Bridgeport (Connecticut). De aluminium taartvormen van deze winkel werden door studenten van Yale gebruikt om over te gooien, te frisbeeën. Dit was in feite de uitvinding van de frisbee.
Ja echt waaar
4.Zevenkamp
Deze versie wordt alleen door vrouwen beoefend, duurt twee dagen en werd geïntroduceerd op de Olympische Spelen in 1984 (Los Angeles) als olympische discipline.
De regels van de afzonderlijke nummers zijn van toepassing, met een paar uitzonderingen. Bij de werpnummers en het verspringen, mogen er slechts drie pogingen worden gedaan in plaats van zes. Bij de loopnummers mag één valse start gemaakt worden, iedere volgende valse start leidt tot diskwalificatie.
Bij elke discipline kunnen atleten punten verdienen, volgens een systeem dat is vastgelegd door de IAAF (uitleg over de telling in het artikel over de meerkamp). Het wereldrecord staat op naam van Jackie Joyner-Kersee met 7291 punten en werd gevestigd op de Olympische Spelen van 1988 in Seoel.
3.Verspringen
Ik kan goed uitleg geven luister maarVerspringen is een onderdeel van atletiek waarbij het de bedoeling is om na een aanloop zo ver mogelijk te springen. Het is ook een onderdeel van de tienkamp (voor mannen) en zevenkamp (voor vrouwen).
De aanloop voor het verspringen is 1,22 m t/m 1,25 m breed en minimaal 40 meter lang. De atleet/atlete dient zijn/haar aanloop zelf te kiezen en komt na de sprong in een zandbak terecht. Eén meter voor de zandbak bevindt zich een houten afzetbalk. Vanaf deze afzetbalk (of ervoor) dient men te springen, anders is de poging ongeldig. Vaak plaatst men achter de afzetbalk een strook met plasticine ter controle: als de springer een voet voorbij de afzetbalk plaatst zal dit een afdruk achterlaten in de plasticine. De lengte van de sprong wordt gemeten vanaf de afzetbalk tot de eerste afdruk die de springer maakt in de zandbak, vanaf de afzetbalk gezien.
Een wedstrijd bestaat uit drie pogingen. In internationale wedstrijden en kampioenschappen krijgen de beste acht atleten daarna nog drie finale-pogingen. In meerkampen worden maar drie pogingen toegestaan.
Ik kan toch goed uitleg geven
2.Hoogspringen
kabouters kunnen ook hoogspringen
1.Boksen
IK ben echt geen poesie
Oke mischien een heel klein beetje
Hier komt een samenvatting van sporten