Schoolgaan op Limbo heeft me altijd het maatschappelijke equivalent geleken van een eindeloze masturbatiesessie. Je doet een hele hoop moeite, zweet wat, zucht wat, constante beweging, maar een climax blijft uit. Hoezeer men ook probeert een wending te geven aan het verhaal van de geschreven wet, of nog noodzakelijker: de uitvoerende macht, je bokst tegen een gewapende muur op.
We hebben deze leerlingenraad. Het schoolorgaan dat leerlingeninspraak mogelijk hoort te maken. In een open brief heb ik het ooit vergeleken met een appendix: zeer mooi en modieus, leuk om te hebben, maar haar functie is de wetenschap nog steeds onduidelijk. Ik zag, zie nog steeds parallellen. Parallellen in mijn geest, Butters. Na in één (1) week achthonderd (800) keer te zijn bekeken, werd mijn briefwisseling met de afgevaardigde van de raad van het web gehaald.
Het was geen kwestie meer van respectvolle polemiek of opbouwende kritiek, maar regelrechte dissidentie, verklaarde mevrouwtje Doedels haar acties. Jou openbare afkeer tegen alles wat met het schoolwezen te maken heeft maakt me kotsmisselijk. Je spuit vergif in het rond als was dit een toilet en jij een bezoeker.
Maar, ging ik daar tegenin, het is mijn bedoeling de leerlingenraad aan te zetten tot het maken van een wezenlijk verschil; iets waarvan ze op dit moment het absolute tegendeel praktiseert. Ik wordt ijl in mijn hoofd elke keer ik die sinds september 2001 varende discussie hoor over het aanschaffen van een koekautomaat.
Je hebt geen poot om op te staan, siste het.
Ik kreeg aanhang, openlijke steun. Tijd om in te grijpen was dat voor mevrouwtje Doedels die, wil ik toch even opmerken, aan het hoofd staat van de bureaucratie hier. Zij is een mollige dame, zevenenvijftig (57) Jahren alt, wordt zelden of nooit buiten haar kantoor waargenomen, en geniet een gekend, maar stilgezwegen, drankprobleem. En die discussie over een koekautomaat is dus een werkelijkheid; eentje die me inderdaad nog steeds ijl doet voelen. Aan de andere kant: bekijk je de Afgevaardigde, weet je meteen hoe het komt dat de zaken een dusdanig pad opgaan. Maak hem kenbaar onder de naam Honing, ja. Dat zwijntje verdient een wasbeurt, en ik zou hem maar al te graag ontdoen van het vuil dat op zijn huid een strand heeft gevonden. Ik heb zin om verder uit te wijden, maar tu sais.