Klaus kwam tevoorschijn, hij sprak af
met Stefan op een open plek. Ook al wist Stefan hoe gevaarlijk het was, besliste
Stefan hem te doodden en hij wou niet dat mijn vrienden meekwamen.
Damon en de anderen gingen toch in het
geniep. Stefan kwam aan op de open plek, daar strijdde hij tegen de vijand.
Klaus won, en dat kon niet zomaar. De anderen vielen aan, maar Klaus was te
sterk en hij overwon hen. Bonnie probeerde weer in trance te komen met mij, ze
riep mijn naam. Ik hoorde haar en zag wat er gebeurde: ik moest hen helpen. Ik
kwam naar beneden als een engel, samen met alle dode geesten die niet meer
wouden dat er werd gevecht in deze stad hielpen me Klaus dood te krijgen. Het
lukte ons, de geesten brachten Klaus naar een plek waar hij geen geweld zou
kunnen brengen. Stefan, Bonnie, Meredith en Damon konden hun ogen niet geloven.
Maar ze wisten niet dat ik toch terug moest keren van waar ik kwam.
Ze waren allemaal verdrietig. Ze wisten
niet meer wat te doen. Bonnie probeerde in contact te komen met me, maar dat
lukte haar niet. Ik mocht haar niet meer zien.
Ik kon het niet meer verdragen om de mensen van wie ik het meest hield zo te zien.
Bonnie en de anderen zagen een naakt
meisje liggen op het moeras, tussen alle natte bladeren.
Ze kwamen dichterbij, toen ze zagen wie
het was konden ze het niet geloven. Ik was het, daarboven had mij toegelaten om
weer bij mijn vrienden te zijn, om weer een normaal leven te leiden. Dat was de
gelukkigste dag van ons leven. Al onze vijanden waren dood.