Dit is dus geen multicultureel verhaaltje meer maar een kosmopolitisch verhaal dat Vlaanderen op de wereldkaart kan zetten als een open, creatieve, diverse en kosmopolitische regio.
Allez, vooruit. De statistici hebben hun werk weer gedaan. 1 op de 4 Vlamingen is van vreemde origine. In sommige steden nog veel meer. En in mijn eigen stad, Genk, zijn ze al in de meerderheid: de Genkenaren van vreemde origine. Dan vraag ik me af: hoe lang gaan ze nog vreemdeling blijven?
De Polen kwamen in de jaren 20 van de vorige eeuw in de mijn werken. Dat is 90 jaar geleden. De Italianen volgden in de jaren 40. Dat is bijna 70 jaar geleden. Daarna kwamen de Spanjaarden, Grieken, Turken en Marokkanen. 50 jaar geleden. Hun kinderen en kleinkinderen zijn dus nog steeds van vreemde origine. Hoelang nog?
Is het je trouwens ook opgevallen dat als we het over hen hebben, het altijd lijkt alsof ze een probleem zijn? Het wordt niet met zoveel woorden gezegd, maar dat toontje is toch altijd hetzelfde: problemen met integratie, taalachterstand, cultuurverschillen Ik word daar eerlijk gezegd een beetje moe van. Al die diversiteit zou misschien wel eens een grotere kans kunnen zijn dan we denken. Laten we daar voor de verandering dus eens positief over zijn. Vlaanderen is een kleine regio, die voor haar economisch en sociaal succes afhankelijk is van haar focus op de wereld. Dan zijn we dus goed af met die brede wereldbevolking die wij hier herbergen. Mensen die hier leren, werken en ondernemen. Superdiversiteit betekent immers ook culturele vaardigheden uit heel de wereld. Kennis van talen en culturen. Openheid. Dit is dus geen multicultureel verhaaltje meer maar een kosmopolitisch verhaal dat Vlaanderen op de wereldkaart kan zetten als een open, creatieve, diverse en kosmopolitische regio. Zouden we dit niet wat beter moeten uitspelen om bedrijven uit die grote wereld aan te trekken door onze kosmopolitische troeven uit te spelen?
Maar dan moeten we dringend anders tegen onze eigen bevolking aankijken. Wat gaan we doen om van onze diverse bevolking een kans te maken in plaats van een probleem? Wat gaan we doen om deze culturele diversiteit als een opportuniteit te zien voor onze welvaart, onze economie, onze samenleving? Worden wij die open, diverse samenleving die met een weidse blik naar de wereld kijkt? Of blijven wij dat enge, gesloten, monoculturele eilandje waar onze eigen navel het centrum van de wereld is?
Wat hoor ik? Taalachterstand is een probleem. Kennis van het Nederlands is de sleutel tot de oplossing. Ja, natuurlijk. Daarom moeten al onze kinderen ook meteen naar de kleuterklas en daarvoor liefst nog naar de kinderopvang, zodat ze zo vroeg mogelijk ook het Nederlands leren. Maar ik vind dit eerlijk gezegd toch ook een beetje beledigend voor al die Antonios, Ornellas, Mustafas, Yasins en Fatimas uit mijn stad. Want zij spreken allemaal Nederlands. En daar bovenop ook nog Frans, Engels, Duits, Italiaans, Spaans, Grieks, Arabisch, Portugees en nog tientallen andere talen. En toch zitten zij nog vaak op de verkeerde schoolbanken en worden ze gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. Want Vlaanderen is op dat terrein integratie dus de slechtste leerling van Europa. Nochtans hebben die jongeren zon rijke diverse culturele achtergrond, precies omdat hun ouders of grootouders van een andere origine zijn en thuis hun moedertaal spreken en hun culturele eigenheid bewaren. Dat is geen probleem, dat is een kans. In Zweden verlaat slechts 10% van de leerlingen van Turkse afkomst de schoolbanken zonder een diploma. Hier is dat meer dan de helft. Als dat in Zweden kan, moeten we toch eens dringend gaan kijken hoe zij dat doen. In Brussel wordt ieder jaar Déclic georganiseerd, een beurs waarop Brusselaars met een vreemde achternaam maar die het hier toch gemaakt hebben als rolmodel optreden voor jongeren uit de achterstandsbuurten. Wanneer een Déclic in Gent, Antwerpen en Genk?
Diversiteit is een kans. In Genk hebben we dat al lang begrepen omdat wij onze medeburgers niet beoordelen op de origine van hun ouders, grootouders of overgrootouders, maar op hun rol en leven als Genkenaar. We gaan hun talent en ijver nodig hebben om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen.
President Obama is de zoon van een Keniaan. Premier Elio Di Rupo de zoon van een Italiaanse mijnwerker. Laten we eens beginnen met te erkennen dat al die mensen onze samenleving kunnen verrijken en een kans zijn voor Vlaanderen. Begin dus met te investeren in kansen in plaats van te dweilen met problemen.
De uitspraken van Mark Demesmaeker over het Europees plan tegen homofobie (DM 6/2) baren mij zorgen. In Frankrijk verzamelde zich de afgelopen weken een bondgenootschap van extreem rechts en extreem religieus in een gemeenschappelijk protest tegen alle zieke Fransen die afweken van hun eigen seksuele en maatschappelijke normen. Wie dacht dat seksuele vrijheid en diversiteit 45 jaar na mei '68 voor altijd verworven was, wordt vandaag wakker met een kater. En, toegegeven, met enige angst.
Er worden in Europa onzichtbare muren gebouwd in de hoofden van zij die straks de toekomst van Europa moeten dragen: onze jongeren
Onzichtbare muur
Terwijl de wereld steeds kleiner wordt en steeds meer grenzen opengaan of verdwijnen, ontstaan er, vooral in de steden van Europa, steeds scherpere sociale grenzen, tussen wie kansen heeft en wie die niet heeft. En steeds scherpere ethische grenzen, tussen wie opkomt voor verworven (West-)Europese vrijheden, en diegene die die vrijheden 50 jaar willen terugschroeven. Net zoals Amerikaanse predikanten het hoofd van Oegandese kinderen volproppen met haat, worden in Europa onzichtbare muren gebouwd in de hoofden van zij die straks de toekomst van Europa moeten dragen. Onze jongeren. We lezen dat in onderzoeken over hoe ze denken, we ervaren dat aan den lijve in de straten van onze steden, we zien dat in de beelden van protestmanifestaties in Parijs. Zij lopen met ogen open in de val van wat de Fransen zo mooi een repli identitaire noemen. Of in die van het terugplooien op een perceptie van het verleden. Wat au fond hetzelfde is. Het is een fenomeen dat zichtbaarder en hoorbaarder wordt in Parijs, Athene, Londen. Het is dan ook evident dat Europa zijn eigen geschiedenis, zijn eigen gedeelde waarden van vrijheid, gelijkheid en verdraagzaamheid, zo moeizaam opgebouwd na 45, in resoluties wil verankeren. Europa herinnerde zijn lidstaten er zo de afgelopen tien jaar aan dat discriminatie van vrouwen, of van Roma's, niet thuishoorde in Europa. Dat doet Europa nu ook met discriminatie van en haat tegen homo's, lesbiennes of transgenders. Evident. Voor mij althans. Dat er Europese fracties zijn of Europese parlementsleden in sommige fracties die daar tegen stemmen of zich onthouden, bewijst dat die onzichtbare muur in het hoofd van radicaliserende groepen, ook stilaan door het Europese halfrond loopt.
Falen van Europa
Dat de financiële crisis een economische crisis zou baren, was onvermijdelijk. Dat we er niet in slagen om te vermijden dat die economische crisis ook een ongeziene sociale crisis veroorzaakt binnen en tussen lidstaten, daar kan een Europa dat niet alleen sanctioneert maar ook herverdeelt, wel iets aan doen. Dat die sociale crisis stilaan een crisis van de samenleven zelf wordt, dat wijst stilaan op het falen van Europa. Een falen, veroorzaakt door zij die twijfelen aan de redenen waarom dat Europa na 1945 opgebouwd is, steen voor steen. In 2003 werd Duitsland de zieke man van Europa genoemd. Zeven jaar later werd België door een Vlaamse partijvoorzitter in een Duits weekblad, overigens ten onrechte, de zieke man van Europa genoemd. Het ging toen over economie. De zieke man van Europa, dat is voor mij niet in de eerste plaats die lidstaat die zich niet wil of kan houden aan het budgettair-economische dwangbuis van Europa. De zieke man van Europa, dat is voor mij die state of mind die Europese solidariteit verengt tot begrotingsnormen, en vindt dat de discussie over ethische normen gevoerd moet worden op de grond van elke (deel)staat. Het is mij een raadsel hoe je dat rijmt op die grond waar 100 jaar geleden de Groote Oorlog uitgevochten werd.