ABVV-voorstellen voor een rechtvaardiger fiscaliteit

ABVV-voorstellen voor een rechtvaardiger fiscaliteit
	Zoals elk jaar valt bij iedereen de belastingaangifte in de brievenbus. Enkele maanden later volgt dan de ”belastingaanslag” met de afrekening; dan weet je dus hoeveel je moet betalen of hoeveel je terugtrekt. Belastingen betalen is rechtvaardig Niemand betaalt graag belastingen, toch zijn ze nodig voor de werking van de staat, de gewesten en gemeenschappen, de gemeentes... We mogen ook de staatsbijdrage aan de sociale zekerheid en aan het Zilverfonds (dat de toekomstige pensioenen moet waarborgen) niet vergeten. Zonder belastingen: geen scholen, geen wegen, geen politie, geen treinen, geen openbare diensten. Iedereen zou al deze diensten die nu meestal best betaalbaar of zelfs volledig gratis zijn, uit eigen zak moeten betalen. Iedereen, arm of rijk, zou dan de volle pot moeten betalen voor diensten die ons het leven makkelijker maken en die samenleven mogelijk maken. maar dan moeten die belastingen wel rechtvaardig zijn Belastingen betalen is rechtvaardig. Maar dan moeten de belastingen zelf wel rechtvaardig zijn. En dat zijn ze nu niet: de inkomsten uit arbeid worden veel te zwaar belast, terwijl de inkomsten uit geldbeleggingen weinig of helemaal niet belast worden. Op een bruto minimumloon van 1.350 € per maand (=netto 1.080 €) is het belastingpercentage 20 %. Op een middenhoog brutoloon van 2.750 € (=netto 1.670 €) is dat 28 % . Op hetzelfde inkomen maar dan uit geldbeleggingen (dat niet bij de andere inkomsten gevoegd wordt) bedraagt het belastingpercentage slechts 15 %. Op een meerwaarde uit de verkoop van aandelen wordt er zelfs helemaal geen belasting betaald. De belasting hervormen De vorige belastinghervormingen kwamen veeleer de hoge inkomens ten goede en niet de lagere. De hervorming die de liberalen vandaag voorstellen, gaat dezelfde richting uit. Indien de voorstellen van minister Reynders erdoor komen (optrekken van het vrijgesteld minimum, het aantal aanslagvoeten verminderen van 5 tot 3, een belastingplafond invoeren), dan zullen de hoge inkomens drie euro krijgen voor elke euro die de lage inkomens zouden krijgen. En het zijn juist de kleine en middenhoge inkomens die een koopkrachtprobleem hebben, die moeite hebben om hun energiefactuur te betalen, die hun auto niet altijd kunnen voltanken om naar het werk te gaan, die soms gezondheidszorgen moeten uitstellen Het ABVV vindt dat een echte belastinghervorming de belasting op de lage en middenhoge inkomens moet verlagen en de kapitaalinkomsten zwaarder moet belasten! VV voor? 1. BTW op energie verlagen tot 6 % Verwarming, verlichting, elektriciteit voor huishoudtoestellen, dat is allemaal levensnoodzakelijk. Het is dan ook niet normaal dat op de energie die hiervoor verbruikt wordt, 21 % BTW moet betaald worden (zonder te spreken over de recente fikse prijsstijgingen). Het ABVV stelt voor om de BTW op gas en elektriciteit te verlagen tot 6 %. Voor huisbrandolie stellen we een gelijkaardige maatregel voor (het BTW-tarief hiervoor wordt immers op Europees niveau bepaald). Voor een doorsnee gezin zou deze maatregel neerkomen op een daling van hun energiefactuur met 300 à 400 euro per jaar. 2. Een belastingkrediet van 1.000 € voor de lage en middenhoge inkomens Hoge inkomens hebben aan geen nood aan fiscale geschenken. De belastingverlaging moet integendeel op de bescheiden en middenhoge inkomens gericht worden. Een “degressief” belastingkrediet van € 1.000 per jaar voor de belastbare inkomsten van € 1.070 tot 1.340 per maand, komt neer op een winst van 83 euro per maand voor een werknemer met het minimumloon. Voor een werknemer met een middelhoog bruto maandloon (± € 2.750 ) zou dit netto 40 euro meer betekenen. Waar moet het geld hiervoor vandaan komen? Belastingverlagingen moeten gecompenseerd worden. De globale fiscale druk moet niet worden verlaagd, ze moet gewoon herschikt worden, met andere woorden beter verdeeld onder alle belastingplichtigen. Hoe? 1. Een betere belastingheffing op kapitaalinkomsten: opbrengst € 3 miljard Wel moet de vrijstelling van belasting op de intresten uit spaargeld (tot 1.630 euro) behouden blijven. 2. Het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting afschaffen: opbrengst € 180 miljoen Deze maatregel moedigt immers de (grote) zelfstandigen en de vrije beroepen aan om een vennootschap te stichten, louter en alleen om puur fiscale redenen. 3. Een betere controle op de aangegeven inkomsten en strijd tegen de fiscale fraude: opbrengst minimum € 3 miljard Volgens sommige schattingen zorgt de belastingfraude voor een verlies aan belastinginkomsten van € 30 miljard. Hiervan ‘slechts’ 10 % recupereren zou dus € 3 miljard opleveren.