Ik zie groene schimmen in een oogverblindend licht
een duivel op een motor en een ongeboren wicht
bliksems in de bomen, ridders te paard
in een kille kamer met een schoongemaakte haard
een serenade in dwarsfluit, eksters en kraaien
grootmoeder die aan een sprei zit te naaien
een priester klimt de heuvel naar het kerkhof in mijn hoofd
lantaarns en wierook, de Heer zij geloofd
er is een invasie van Russen, Chinezen,
mijn blikveld wordt diplomatisch beneveld
ze roepen mijn naam en als ik iets brom
hoor ik mijn eigen hartslag alom
Janne
|