Dit jaar ben ik twaalf geworden. Het was een super verjaardagsfeestje
die ik had gekregen. Alleen zijn er niet veel personen gekomen naar mijn
feestje. De vrienden die ik heb, als je dat vrienden kunt noemen, lachen mij
meestal uit. Dit komt omdat ik nogal groot ben in vergelijking met mijn
leeftijd. Ik ben bijna net zo groot als mijn moeder. Ik moest vandaag mijn identiteitskaart
gaan afhalen aan het stadhuis. Alleen had ik 1 probleem. Mijn moeder kon mij
niet voeren en ik woon nog al redelijk ver ervandaan. Ik heb dan maar gezocht
naar het dichtst bij zijnde bushokje. Toen ik daar stond wist ik niet zeker of
ik de juist bus nam en vroeg het even aan een jong mannetje met een petje op
die blijkbaar veel ervaring heeft met bussen. Hij gaf de bevestiging dat hij
naar het stadhuis reedt. De bus kwam tien minuten later aan dan normaal en ik
was vertrokken. De volgende halte stapte het jongetje van de bus en keek nog
eventjes naar mij en glimlachte stilletjes. Ik dacht dat het een soort gebaar
was om dag te zeggen, maar toen de bus aan zin laatste halte kwam had ik al
door dat het jongetje mij erin geluisd had en dat deze bus helemaal niet ging
naar het stadhuis. Toen ik een tijdje later wel de juiste bus nam kwam ik te
laat aan het stadhuis. Met mijn kwaad gezicht waar er een gloed van boosheid
vanaf straalde ging ik terug naar huis. Ik was blij dat ik terug thuis was,
maar 1 ding weet ik zeker. Ik zal niet meer vlug een bus nemen.
Een paar dagen geleden waren mijn moeder en ik in Londen. Ik moest naar
de tandarts gaan. Deze vond een gaatje in mijn kies. Daarna zijn we naar een
eetcafé gegaan. Daar heb ik gesmuld van een lekkere Banane Royale. Het regende
buiten pijpenstelen toen we op een taxi stonden te wachten. Het enige dat we
aan hadden waren een hoed en een jas. Plotseling kwam een oude kleine man naar
ons. Deze had in zijn hand een dure paraplu. Hij was van zijde. Hij vroeg ons om
een gunst. Hij had zijn portemonnee vergeten en vroeg om een dollar in ruil
voor de paraplu. Hij had juist zijn wandeling gemaakt. Mijn moeder is een heel
wantrouwig persoon en vertrouwde die man niet, maar een tijdje later heeft ze
dan toch de ene dollar gegeven. Ik vond het een beetje zielig voor die man en
heb daarom ook mijn moeder kunnen overtuigen. Toen die man de dollar kreeg ging
hij de verkeerde kant op en nam hij het bij het lopen. Mijn moeder en ik zijn
hem dan maar gevolgd. We zagen hem binnen gaan in een café. Hij dronk een 3
dubbele whisky met onze dollar en verliet het café met een paraplu dat
hij nam uit het mandje vooraan. Daarna ging hij een andere man bedriegen
en ging naar een andere café.
Hieruit heb ik een iets geleerd van mijn moeder. Hoe aardiger de
persoon, hoe wantrouwiger je moet zijn.