In de huidige wereld van grootschalige datavergaring en geavanceerde
analyse daarvan zijn gegevens cruciaal. Dat raakt de kwaliteit van data,
naast ook afspraken over aanlevering en gebruik ervan, plus toezicht op
de naleving van die afspraken. Het belang van kwaliteitsdata wordt vaak
wel erkend. Idem dito voor het belang van goed toezicht. Governance van
de diverse aspecten van data, zoals herkomst, formaten, (her)gebruik,
verantwoording, en meer.
Struikelblok is vaak de praktische uitvoering, vanuit de unieke
uitgangspositie van elke unieke organisatie. Het moeilijke is niet de
stip aan de horizon, zegt business solutions manager Anthony Severeyns
van SAS België & Luxemburg. Het moeilijke is hoe het operationeel te
krijgen, weet hij uit ervaring. Dat komt mede door de wirwar aan
belangen en raakvlakken: business, IT, afdelingen, divisies, onderlinge
verstandhoudingen, organisatiecultuur, en ga zo maar door.
Governance als discipline op zich is al heel oud, vertelt Severeyns.
Alleen is het wat betreft data relatief jong. Zo bestaat het Data
Governance Institute (DGI) nu tien jaar. Data governance in de huidige
vorm is iets van de laatste jaren. Een vaak opdoemende valkuil is dat
een organisatie op basis van governance-ervaring uit het verleden iemand
aanstelt voor data governance en denkt dat daarmee de kous af is.
Stap één, en dan
Natuurlijk, een hoofdverantwoordelijk is onmisbaar. Maar daar moet
het niet bij blijven. Die persoon moet ook ter verantwoording zijn te
roepen. Plus eigenlijk nog belangrijker die datahoeder moet
daadwerkelijk macht en bevoegdheid hebben. Kortom, je moet een mandaat
geven, legt Severeyns uit. Meer nog dan een ICT-zaak is data governance
een organisatiekwestie.
Hoe organiseer je dingen? Wat zijn je bedrijfsprocessen? Dát zijn
de vragen waarmee goede data governance begint. Om dan met de antwoorden
daarop verder te kunnen gaan. Wat leidt tot weer nieuwe vragen: Wat,
en hoe, en welke standaarden gebruik je om data te vergaren, te bewaren
en te benutten? Die standaarden betreffen niet alleen ICT-standaarden,
voor bijvoorbeeld bestandsformaten. Het gaat mede om standaarden voor
informatie, de aanlevering en het gebruik ervan.
Vermijd pappen en nathouden
Data governance kan volgens Severeyns het verschil maken tussen wel
of geen succes met datakwaliteit. Dat klinkt wat zwart/wit, geeft hij
toe. Maar toch: Goed ingerichte data governance is de sleutel. Want
slechte data governance leidt tot pappen en nathouden wat
datakwaliteit betreft. Het gaat om strategisch aanpakken in plaats van
alleen tactisch.
Data governance is het eerstgenoemde: de strategische aanpak. En
uiteindelijk levert dat veel meer op dan slechts tactisch opereren. Dat
laatste is bijvoorbeeld alleen datakwaliteit willen doen. En dat levert
hooguit op korte termijn een relatief klein resultaat op. Maar pas op
voor de valkuil om data governance gelijk te scharen aan datakwaliteit.
Ze kunnen sterk gerelateerd zijn, maar hebben zeker geen onlosmakelijke
band.
Onderzoekers aan de University of Washington hebben een nieuwe
technologie, PoWiFi genaamd, ontworpen waarbij een wifirouter dienst kan
doen als energiebron. De piekenergie die in onbewerkte wifisignalen
zit, komt namelijk dicht in de buurt bij de hoeveelheid stroom die
kleinere elektronica nodig heeft. Doordat wifisignalen worden
uitgestuurd met tussenpozen, lekt er echter energie tijdens de momenten
van rust. De onderzoekers hebben dit probleem opgelost door een speciale
router te ontwerpen, welke overvloedig signalen uitstuurt op kanalen
die momenteel niet worden gebruikt.
Tijdens de eerste testen slaagden de wetenschappers erin een
Omnivision VGA-camera vanop vijf meter afstand op te laden. Elke 35
minuten was de batterij van de camera voldoende opgeladen om een foto te
nemen. Na deze succesvolle experimenten trokken de onderzoekers erop
uit om hun toestel in een realistische omgeving uit te testen. In alle
geteste huizen kon het toestel succesvol energie leveren aan
verschillende sensoren, zonder invloed te hebben op de kwaliteit van het
internet.
De technologie is bij uitstek geschikt voor het Internet of Things.
Hierbij wordt namelijk gebruik gemaakt van kleine sensoren in alledaagse
voorwerpen, zodat deze met elkaar kunnen praten. Een groot probleem
hierbij is echter het voorzien van stroom aan deze sensoren. Aangezien
dit met behulp van wifi volledig draadloos kan gebeuren, zou PoWiFi wel
eens een boost aan de branche kunnen geven.