Zogenaamde typosquatters verdienen een smak geld met de vergissingen die surfers begaan bij het intikken van een webadres. Leuvense onderzoekers kwamen tot de verrassende conclusie dat, ondanks de draagwijdte van deze piraterij, relatief weinig merkeigenaars zich ertegen beschermen.
Typosquatters zetten doelbewust domeinnamen op die gebaseerd zijn op mogelijke tikfoutvarianten. Googlz.com bijvoorbeeld. De piraten slaan er op verschillende manieren munt uit. In de studie die onderzoeksgroep iMinds-DistriNet samen met Stony Brook University aan de hand van data-analysetools uitvoerde, kwam het plaatsen van advertenties op de valse sites als meest gebruikte praktijk 50 procent van de gevallen naar voor.
Iets ingenieuzer is het misbruik van affiliate programmas. Amazon biedt bijvoorbeeld zon programma aan, legt onderzoeker Pieter Agten uit. Als ik op mijn website een knop voorzie met de mededeling koop dit op Amazon en iemand drukt daarop, dan stuur ik een potentiële klant door naar Amazon. Schaft die persoon zich daar vervolgens iets aan, dan krijg ik daar een commissie op. Typosquatters bouwen met die automatische doorverwijzing een lucratief handeltje. Je hebt er ook die zich uitgeven voor internetmarketingbedrijven die beloven dat ze voor meer trafiek naar je website kunnen zorgen.
Kleine fractie loont
Naar schatting bestaat typosquatting al zon 15 jaar. Onderzoek naar dit fenomeen beperkte zich voorheen tot het maken van een momentopname van het typosquatting-landschap. De Leuvense vorsers waren de eersten om deze vorm van piraterij over een langere periode, zeven maanden, te bekijken. Daardoor konden we bijvoorbeeld nagaan of bepaalde domeinen eerst in handen waren van typosquatters dan wel van de merkeigenaars. Het kan best dat sites waar legitieme content op staat, maar waarvan de registratie is vervallen, overgenomen worden door typosquatters, zegt Pieter Agten.
Liefst 95 procent van de 500 populairste domeinnamen is het slachtoffer van typosquat-aanvallen.
De onderzoekers traceerden meer dan 17.000 websites van typopiraten, waarvan 50 procent onder de hoede valt van amper vier hosts. Ook al gebeuren foutjes bij het typen van webadressen misschien niet zo frequent, als het gaat om populaire websites die tienduizenden of zelfs meer bezoekers per dag aantrekken, dan is een kleine fractie daarvan blijkbaar lonend genoeg voor de piraten. De onderzoekers concentreerden zich op de 500 meest populaire domeinnamen en stelden vast dat liefst 95 procent daarvan het slachtoffer is van typosquat-aanvallen.
Voorkomen is goedkoper
Bedrijven kunnen zich beschermen door zélf de domeinnamen met tikfouten te registreren. Het is opmerkelijk dat slechts de helft van de trademark owners tot zon defensieve registratie overgaat. Facebook liet in mei 2013 een 100-tal typosquatting-domeinnamen verwijderen via een gerechtelijke procedure. Een andere strategie had het bedrijf minder geld gekost, rekent Pieter Agten voor. Alleen al aan de opstart van een procedure om een domeinnaam te laten weghalen, hangt een prijskaartje van ongeveer 1.500 dollar, terwijl een domeinnaam registreren tussen de 10 en 15 dollar per jaar kost.
Huffington Post, American Express en Bloomberg geven het goede voorbeeld. Samen registreerden zij 138 defensieve domeinen. Vooral financiële instellingen mogen de risicos niet onderschatten. Van de drie buitenlandse banken die in het onderzoek voorkwamen, waren er twee uit India die geen toevlucht zochten tot de defensieve techniek. En dat terwijl typosquatters op elk moment een phishing-pagina kunnen starten om de klanten op te lichten.
"We geven dit jaar 3,7 biljoen aan informatica uit"
Volgens onderzoeksbureau Gartner zullen we globaal gezien dit jaar zo'n 3,7 biljoen dollar aan IT uitgeven. Het gaat dan van computers en tablets over smartphones tot volledige datacentra. De wereldwijde uitgaven blijven zo groeien, maar die groei begint wel te vertragen.
De belangrijkste reden voor de krimpende groei is dat we dure computers en software steeds vaker vervangen door goedkopere apparaten. Ook de wisselkoersen spelen een rol, aldus Gartner. Als alles bij elkaar wordt opgeteld, zullen we op 31 december 2013 afklokken op 3,7 biljoen, of 3.700.000.000.000 dollar. Volgend jaar komt daar naar verwachting nog eens 4,1 procent bij tot 3,9 biljoen.
De grootste kost voor de wereldbevolking zijn telecomdiensten. Zo geven we dit jaar zo'n 1,7 biljoen dollar uit aan internettoegang en telefoonabonnementen. Pc's staan nog steeds tweede op de lijst, maar de verkoopscijfers dalen razendsnel, in tegenstelling tot smartphones en tablets.
Informatica geen vak meer in tso en bso in katholiek onderwijs
Concreet betekent het dat tso- en bso-leerlingen vanaf volgend schooljaar tevreden moeten zijn met één uurtje ICT in het eerste middelbaar. Voor aso-leerlingen wordt een uitzondering gemaakt. Zij krijgen nog Informatica omdat het vak er, in tegenstelling tot in het tso en bso, tot de eindtermen behoort.
Geïntegreerd "Informatica verdwijnt niet uit het lessenpakket', reageert Chris Smits, hoofd van de koepel van het katholieke secundair onderwijs. "We bieden het alleen niet meer aan als apart vak in het tso en bso. Het zal geïntegreerd worden in de andere lessen."
In het Radio 1-programma 'De ochtend' benadrukt Smits dat elke school één tot twee lesuren vrij kan invullen. Voorheen beveelde de koepel aan de uren op te vullen met informaticalessen. "Die aanbeveling is geschrapt, maar elke school kan er nog steeds voor kiezen informatica aan te bieden", aldus Smits.
Gemeenschapsonderwijs In het gemeenschapsonderwijs wordt Informatica nog wel in de leerplannen van volgend schooljaar opgenomen. Al willen ook zij geleidelijk aan evolueren naar die meer geïntegreerde aanpak.