Transport is het vervoeren van levende -en nietlevende voorwerpen tot tastbare -en niet-tastbare goederen. Tastbare goederen zijn bijvoorbeeld: dieren, mensen en vloeistoffen. Niet-tastbare goederen zijn bijvoorbeeld: Lucht, gassen en elektriciteit.Transporteren gebeurt door transportmiddelen zoals: Schepen, cargovliegtuigen, transporttreinen, vrachtwagens maar zelfs een fiets is een transportmiddel! Een transportmiddel kies je op basis van het goed. We spitsen de goederen op in 3 groepen: vloeibaar, gas en vast. Elke groep is een aggregatietoestand, er is maar één stof die in alle aggregatietoestanden voorkomt, namelijk water. Die kan voorkomen in de vaste toestand, ijs. In de vloeibare toestand, water. En in gas, waterdamp.