Elektrische keuring bij verkoop van je huis of appartement?
Elektrische keuring bij verkoop van een woning of appartement
Bij de verkoop van een woning of appartement, dient de elektrische
installatie van de verkochte wooneenheid gekeurd te worden door een
erkend keuringsbureau. Deze verplichting geldt voor elke wooneenheid
(woning of appartement) die werd gebouwd voor 1981. Het keuringsverslag
dient aanwezig te zijn, ten laatste op het tijdstip van het verlijden
van de akte. Echter is het aangeraden om reeds bij de tekoopstelling te
beschikken over een elektrisch keuringsverslag. Het verslag mag zowel
positief als negatief zijn. Bij een niet-conform verslag mag de woning
alsnog verkocht worden. De nieuwe eigenaar (de koper) heeft de
verplichting om de inbreuken in orde te brengen en de elektrische
installatie opnieuw te laten keuren binnen de 18 maanden na de datum van
het verlijden van de notariële akte.
Indien koper en verkoper overeenkomen dat de elektrische installatie
van de woning volledig gerenoveerd zal worden, is geen elektrische
keuring vereist. Deze overeenkomst dient dan wel door de notaris in de
verkoopakte vermeld te worden.
Onder programmeertalen worden, in de normaal gebruikte definitie, talen verstaan die turingvolledig zijn. Dat wil zeggen dat het mogelijk moet zijn om in de programmeertaal een interpreter voor een turingmachine te schrijven, en dat het mogelijk moet zijn een interpreter te schrijven voor de programmeertaal op een turingmachine.
In een taal die niet turingvolledig is, kan een kleiner aantal problemen opgelost worden dan in een turingvolledige taal. In SQL kan men bijvoorbeeld wel totalen van tabellen met gegevens berekenen, maar men kan niet berekenen wat de kortste route tussen twee punten in een graaf is.
Er zijn verschillende manieren waarop een door een softwareontwikkelaar geschreven computerprogramma door een computer uitgevoerd kan worden. De code die de ontwikkelaar ziet en bewerkt, wordt de broncode van de programmatuur genoemd; die moet op de een of andere manier worden omgezet in de machinetaal van de computer in kwestie die door de processor kan worden uitgevoerd. Grosso modo zijn er de volgende mogelijkheden:
Geen omzetting: de programmeur voert machinecode direct
in het geheugen van de computer in. Dit is zo onpraktisch en tijdrovend
dat het niet of nauwelijks meer gebeurt.
Interpretatie: een interpreter
leest stukje bij beetje tekst van de broncode in, interpreteert deze in
termen van betekenisvolle instructies en voert die, gesteund door een
runtimebibliotheek, direct uit. Een programma dat zo werkt, wordt
meestal een script genoemd en de programmeertaal in kwestie een scripttaal.
Assemblage: een assembleertaal
maakt het mogelijk om programma's te schrijven als reeksen instructies
en gegevens die direct op machinetaal af te beelden zijn, maar waarin op
een wat meer symbolische manier gewerkt kan worden, bijvoorbeeld
doordat de machine-instructies namen hebben, geheugenadressen namen
kunnen krijgen en macro's kunnen worden gebruikt; een assembler zet zulke code om naar bestanden met objectcode, die door een linker samen met de al vooraf aanwezige objectcode van softwarebibliotheken tot een uitvoerbaar programma worden samengesteld.
Compilatie: vertaling van de broncode naar een andere taal (de doeltaal) door een compiler. De doeltaal kan assembleertaal zijn; of een speciaal voor het vertaalproces ontworpen machine-onafhankelijke tussentaal (bytecode, ook wel P-code genoemd), die vervolgens gecompileerd of geïnterpreteerd moet worden; of een andere programmeertaal.
Hiervan bestaan allerlei tussenvormen en varianten.
Een computervirus (in het dagelijks taalgebruik wordt meestal kortweg over virus gesproken) is een vorm van schadelijke software (malware). Het is een computerprogramma dat zich in een bestand kan nestelen, bijvoorbeeld in bestanden van een besturingssysteem.
Computervirussen worden als schadelijk beschouwd omdat ze schijfruimte
en computertijd in beslag nemen van de besmette computers. In ernstige
gevallen kunnen virussen binnenin de computer schade aanrichten,
bijvoorbeeld het wissen en verspreiden van gevoelige gegevens. In zeer
ernstige gevallen kan de gebruiker zelfs de totale controle over de
computer verliezen.
Hoewel er veel verschillende computervirussen bekend zijn, komt
er slechts een fractie daarvan "in het wild" voor. De Wildlist
Organization International houdt een maandelijkse lijst bij van de
virussen die in het wild zijn aangetroffen. Maandelijks worden er enkele
duizenden verschillende virussen in het wild aangetroffen. Veel
bestaande virussen zijn niet virulent genoeg om zich zelfstandig te
verspreiden.
Het in omloop brengen van een computervirus is een misdrijf, zowel in het Nederlandse Wetboek van Strafrecht als in het Belgische Strafwetboek.
In 1984 beschreef de Amerikaan Fred Cohen in zijn thesisComputer Viruses Theory and Experiments een functioneel computervirus voor het Unix-besturingssysteem. In 1987 publiceerde de Duitser Ralph Burger in het boek "Computer Viruses, a high tech disease" de complete broncode van een werkend virus voor MS-DOS.
Bijna alle computervirussen uit de periode 1987 tot circa 1991 zijn
gebaseerd op de publicaties van Cohen en Burger.
De Nederlander Jan
Terpstra pionierde in deze periode via zijn BBS
als een van de eersten met het opsporen en onschadelijk maken van
computervirussen. Hij wordt gezien als één van de grondleggers van de
antivirusindustrie.[bron?]
Oorspronkelijk (vanaf circa 1988) verspreidden virussen zich vooral via software op diskettes en (illegale) cd-roms. Sinds e-mail een grote vlucht genomen heeft verspreiden virussen zich vooral via e-mailprogramma's en dragen zij bij aan de hoeveelheid junkmail
die de doorsnee internetgebruiker ontvangt. Ze maken daarbij vaak
gebruik van het adresboek dat de gebruiker in zijn e-mailprogramma heeft
gemaakt.
Uit een verslag van IBM
bleek dat het aantal bekende computervirussen in 2004 met 25 procent
toegenomen was tot 112438. Ongeveer 6 procent van de gescande e-mails in
2004 bevatten een virus. Het aantal geïnfecteerde e-mails ligt daarmee
dubbel zo hoog als in 2003 (3 procent). In 2002 was dat slechts een half
procent
Ergonomie is de wetenschappelijke studie van de mens in relatie tot zijn omgeving.
Dit kan een product, ruimte of werkplek
zijn. Ergonomie zit vervat in ons dagelijks leven, maar is vooral
bekend in arbeidssituaties.
Het is afgeleid van de Griekse woorden
ergon (werk) en nomos (wet) en moet ervoor zorgen dat de veiligheid
en gezondheid van de werknemers verzekerd wordt. Bij het ontwerpen van
consumentengoederen en Variabelen bij werkplekontwerp, een onderwerp van ergonomisch onderzo
In 1857 gebruikte Jastrzebowski als eerste de term ergonomie in zijn
boek over de wetenschap van het werken. De ontwikkeling van het
vakgebied gebeurde in twee golven.
Tijdens de Industriële Revolutie is
er de opkomst van de massaproductie.
Men ontwerpt niet meer voor een
individuele klant, maar iedereen moet het product kunnen gebruiken
. Zo
groeit de aandacht voor de fysieke ergonomie en meer bepaald de antropometrie,
de leer van de menselijke lichaamsafmetingen. Nog belangrijker is de
organisatie ergonomie.
Onder invloed van het Taylorisme wordt gestreefd
naar een meer efficiënte organisatie van het werk met als doel de
productiviteit op te drijven. Dit is nu nog steeds terug te vinden in de
definitie van ergonomie.
Een tweede boost komt na de Tweede Wereldoorlog. In de militaire luchtvaart trachtte men te analyseren en te begrijpen waarom bepaalde ongevallen gebeurden om die kennis vervolgens toe te passen in het ontwerpproces
en bij het selecteren en opleiden van personeel.
Uit deze studies bleek
dat bedieningsfouten vaak te wijten zijn aan het niet aangepast zijn
van de machine aan de mens. Zo ontwikkelde de cognitieve ergonomie zich
vooral in de Angelsaksische landen en dit leidde tot de term "human
factors".
Toepassing van ergonomische kennis bij het ontwerpen van een
systeem, moet dit soort ongevallen ten gevolge van het verkeerd
inschatten, begrijpen of interpreteren van de situatie tegengaan.
Inmiddels klassieke voorbeelden van ongevallen waarin Human Factors een
belangrijke rol speelden zijn het kapseizen van de Herald of Free Enterprise en het ontploffen van de SpaceshuttleChallenger.
Buiten de ontwerpwereld speelt ergonomie sinds enkele decennia
ook een rol in de preventiewereld
. De Europese kaderrichtlijn over de
veiligheid en gezondheid op het werk creëert immers een wettelijk
draagvlak voor ergonomie. In de eerste plaats gaat de aandacht uit naar
het voorkomen van overbelastingsletsels ten gevolge van de
werkomstandigheden. De oplossingen hiervoor kunnen liggen bij de
organisatie van het werk, het technisch ontwerp van de werkpost of de
opleiding van het personeel.
Bill Gates
werd geboren als zoon van een advocaat en een onderwijzeres.
Hij heeft
twee zussen. Hij werd door zijn ouders naar de Lakeside Prep School in
Seattle gestuurd.
Daar zag hij in 1968 een terminal die was verbonden
met een timesharing-computer bij General Electric. Gates en Paul Allen, een vriend en latere zakenpartner, waren niet bij de terminal weg te slaan. Het tweetal werd zelfs hacker:
ze braken in in het systeem dat de hoeveelheid verbruikte computertijd
bijhield
. Een lokaal computerbedrijf, dat inmiddels de computertijd op
de terminal sponsorde, besloot hen daarom maar in dienst te nemen om bugs (programmeerfouten in een programma of spel) te vinden, in ruil voor een onbeperkte hoeveelheid computertijd.
Hij stopte daarmee toen Allen hem wees op de Altair 8800, een zelfbouwcomputer.
Gates realiseerde zich dat voor een computer software
nodig zou zijn. Hij belde MITS, de producent van de Altair, op en
blufte dat hij samen met Allen een programma had geschreven - een BASIC-interpreter
voor de Altair.
Dat wilde het bedrijf graag zien. Gates werkte
koortsachtig aan het programma en Allen kon het ten slotte aan MITS
laten zien. Op 22 juli 1975 sloot MITS een overeenkomst met Gates en
Allen om de rechten van hun BASIC-interpreter te kopen. Dit was de
geboorte van Microsoft, het bedrijf dat Gates en Allen beide multimiljardair zou maken.
In 1994 trouwde hij met Melinda French. Het echtpaar heeft drie kinderen.
Bill Gates legt een verklaring af in de zaak Verenigde Staten versus Microsoft (1998)
Tijdens een bezoek aan Mozambique in 2003 beloofde Gates om uit de Bill & Melinda Gates Foundation 168 miljoen dollar te spenderen aan onderzoek naar malaria, waar uit reguliere bronnen jaarlijks al zo'n 100 miljoen dollar aan wordt besteed. Het geld van de stichting zal worden besteed aan onderzoek naar een vaccin en naar nieuwe medicijnen tegen resistente varianten van de malariaparasiet.