Voor woongebouwen met vergunningsaanvraag of melding vanaf 1 maart 2017, kunnen verschillende maatregelen gecombineerd worden om in totaal minstens 15 kWh/m².jaar te behalen voor nieuwe woongebouwen en minstens 10 kWh/m².jaar voor ingrijpende energetische renovaties (IER) . Voor IER tellen vroeger geplaatste zonnepanelen ook mee.
Voor nieuwe woongebouwen met vergunningsaanvraag/melding van januari tot maart 2017 is dat nog minstens 10 kWh/m².jaar voor nieuwe woongebouwen en is er geen verplichting voor ingrijpende energetische renovaties (dus zoals vóór 2017).
Voor alle nieuwe niet-residentiële gebouwen (EPN-eenheden), met vergunningsaanvraag of melding vanaf 1 januari 2017, kunnen verschillende maatregelen gecombineerd worden om in totaal minstens 10 kWh/jaar energie per m² bruikbare vloeroppervlakte uit hernieuwbare energiebronnen te halen.
Voor de ingrijpende energetische renovaties van niet-residentiële gebouwen is vanaf 1 maart 2017 een minimumaandeel van 10 kWh/m². jaar verplicht.woongebouwen: om aan de nieuwe EPB-eis te voldoen, heeft de aangifteplichtige de keuze om:
ofwel één van de zes maatregelen uit de onderstaande figuur toe te passen in het bouwproject, waarbij elk van de opgesomde maatregelen een voldoende hoeveelheid hernieuwbare energie moet produceren (= individuele kwantitatieve voorwaarde);
ofwel minstens 10 kWh/jaar energie per m² bruikbare vloeroppervlakte uit hernieuwbare energiebronnen te halen, via een combinatie van maatregelen uit die lijst. Bij die keuze vervalt de individuele kwantitatieve voorwaarde. Voor vergunningsaanvragen vanaf 1 maart 2017 verstrengt de eis naar minstens 15 kWh/m².
Het energievraagstuk verwijst naar het probleem dat - vooral - de rijke landen steeds meer elektriciteit en warmte willen produceren terwijl de voorraad fossiele brandstoffen (kolen, gas en aardolie) steeds kleiner wordt. Vooral de opkomende economische mogendheid China heeft ook een groot aandeel in de wereldwijde toename van de vraag naar energie. Bovendien draagt het gebruik van fossiele brandstoffen bij aan de luchtvervuiling en aan het versterkte broeikaseffect. Er wordt dus naarstig gezocht naar alternatieve, liefst duurzame energiebronnen, waarover veel maatschappelijke discussie is. Waterkracht is een relatief weinig omstreden energiebron, die in bergachtige gebieden op aarde al eeuwen wordt toegepast. De aanleg van stuwmeren kan echter wel leiden tot spanningen met de plaatselijke bevolking die, door de overheid gedwongen, moet verhuizen. Getijdenenergie is slechts enigszins rendabel op plaatsen waar de zeekust een geschikte vorm heeft en verstoort de natuurlijke getijdebeweging, wat invloed heeft op het milieu. Zonne-energie en windenergie zijn in principe onuitputtelijk, maar voorlopig nog niet voldoende om een volwaardig alternatief voor fossiele brandstoffen te vormen. Kernenergie die gewonnen wordt door kernsplijting kan in principe veel meer energie leveren, maar daaraan kleven bezwaren van het radio-actieve afval, de potentieel grote rampen bij ongelukken in kerncentrales (al is de kans daarop klein) en het in de hand werken van de proliferatie van kernwapens. Op de lange termijn ligt beheerste kernfusie in het verschiet als betrekkelijk schone, veilige en vrijwel onuitputtelijke energiebron, maar na tientallen jaren van onderzoek zijn de technische problemen nog lang niet opgelost.
Albert Einstein concludeerde in zijn speciale relativiteitstheorie van 1905 onder andere dat energie gelijkwaardig is met massa, hoewel de praktische betekenis daarvan op dat moment nog volstrekt onduidelijk was. De equivalentie van massa en energie wordt weergegeven in vermoedelijk de beroemdste van alle natuurkundige formules:
met E de totale energie, m de rustmassa in kilogram en c de constante lichtsnelheid in meter per seconde.
Een hardnekkige misinterpretatie van deze formule is dat het mogelijk zou zijn om energie te laten ontstaan of verdwijnen, en wel door energie in massa om te zetten of omgekeerd. Er zijn weliswaar kernreacties waarbij de totale massa van de eindproducten iets kleiner is dan die van de beginproducten en er inderdaad energie vrijkomt, maar het is verkeerd om dan te zeggen dat er massa is 'omgezet' in energie. Als je de kernreactie zou meten in een gesloten systeem vind je de uit de kern vrijgekomen energie ergens anders terug in dat systeem. Hetzelfde geldt voor de uit de kern verdwenen massa. Als je bijvoorbeeld de kernreactie laat plaatsvinden in een afgesloten bak water waaruit geen energie ontsnapt, dan worden de kernen lichter en (want!) ze verliezen bindingsenergie. De interne energie van het water neemt toe (want het wordt warmer) en ook de massa van het water neemt toe (want de interne energie is toegenomen). Het gesloten systeem bevat na afloop evenveel energie en evenveel massa als ervoor. Als de afgesloten bak water op een weegschaal staat, dan geeft die voor en na de kernreactie begon, dezelfde massa aan.
Een gevolg van de wet van behoud van energie is dat het niet mogelijk is om een experiment uit te voeren dat vanzelf energie genereert; het is dus niet mogelijk dat een apparaat vanzelf gaat draaien en blijft draaien zonder dat van buitenaf energie wordt toegevoerd. Er is door de eeuwen heen (en nog steeds!) heel vaak zo'n perpetuum mobile (letterlijk: een eeuwig beweeglijk iets) "uitgevonden", maar bij allemaal bleek er uiteindelijk toch energie van buiten aan te pas te komen.
Hoe zorgvuldig een machine ook wordt ontworpen, het is onvermijdelijk dat een deel van de beweging wordt omgezet in warmte door wrijving. In de ruimte is geen luchtwrijving, maar dan nog heeft de machine wrijving tussen zijn eigen onderdelen. Om van warmte weer arbeid te maken is wel mogelijk - denk aan een stoommachine - maar dat soort "warmtemotoren" heeft nooit 100% rendement, en het lukt dus nooit alle warmte weer terug te brengen naar arbeid. Volgens de Tweede wet van de thermodynamica kun je met zo'n warmtemotor arbeid verrichten door warmte naar een reservoir met een lagere temperatuur te laten stromen. Om àlle warmte weer in arbeid om te zetten moet dat reservoir een temperatuur van 0 K hebben, en houden. Maar in een gesloten systeem blijft dat reservoir niet zo koud: de temperatuur in het systeem wordt uiteindelijk overal gelijk en de machine komt tot stilstand.
De energie van een systeem is de totale hoeveelheid arbeid die moet worden verricht om vanaf een grondtoestand tot de huidige situatie te komen. Bijvoorbeeld hoeveel arbeid het kost om een zwaar voorwerp vanaf de grond op een tafel te zetten, of de hoeveelheid arbeid om een spiraalveer die eerst ontspannen was een bepaalde afstand in te drukken.
De totale energie van een systeem is de som van alle vormen van energie die op verschillende manieren zijn opgeslagen. Energie is een toestandsfunctie dat wil zeggen: de hoeveelheid energie is onafhankelijk van de voorgeschiedenis. Het maakt bijvoorbeeld niet uit of een veer eerst is ingedrukt, toen op de tafel is gehesen of andersom.
Als het systeem niet wordt tegengehouden, zal het altijd proberen de hoeveelheid vrije energie zo klein mogelijk te maken: de veer rolt van tafel af en ontspant weer. Als een systeem zich in zo'n toestand van minimale energie bevindt, is het in evenwicht
De totale hoeveelheid energie in een gesloten systeem (dat wil zeggen dat er geen materiaal of straling in- of uit kan) blijft altijd gelijk; dit heet de wet van behoud van energie. Dgase totale energie van een systeem is de optelsom van alle microscopische en macroscopische energieën, namelijk; thermische, mechanische, kinetische, potentiële, elektrische, magnetische, chemische en nucleaire energie. De inwendige energie (U) van een systeem wordt gegeven door de som van alle microscopische energieën; alle bovenstaande behalve kinetische, potentiële en mechanische energie. In veel processen wordt een soort energie in een andere omgezet. Zo wordt in een gaskachel de chemische energie in het omgezet in warmte. En tijdens het vallen van een voorwerp wordt zwaartekrachtsenergie of potentiële energie omgezet in bewegingsenergie of kinetische energie.