Ergonomie is de houding van het lichaam als je iets doet.
Als je een slechte ergonomie hebt kunnen er klachten zijn, bv. rugklachten, hoofdpijn en spataderen, depressiviteit, pijnscheuten en/of tintelingen in de vingers, bij het typen of bij muisgebruik. Ergonomie zit eigenlijk in ons dagelijks leven, als we zitten om te eten of aan onze computer zitten, als we iets van de grond halen en hoe we door onze benen gaan, ... Bijna bij alles wat we doen.
In 1857 gebruikte Jastrzebowski als eerste de term ergonomie in zijn
boek over de wetenschap van het werken. De ontwikkeling van het
vakgebied gebeurde in twee keren. Tijdens de Industriële Revolutie is
er de opkomst van de massaproductie, men ontwerpt niet meer voor een
individuele klant, maar iedereen moet het product kunnen gebruiken. Zo
groeit de aandacht voor de fysieke ergonomie (Autos, huizen, tafels en stoelen, heel de wereld is op maat van de "gemiddelde" mens gebouwd.). Dat is een probleem voor als je groter bent dan de gemiddelde mens, alles moet je laten aanpassen.
Dit is een voorbeeld van hoe het wel moet en hoe niet.