Welke stoffen de mens wel en welke niet kunnen dienen tot voedsel is in de loop der tijden gebleken door natuurlijke selectie. Door schade en schande is vastgesteld wat giftig is en dus schadelijk voor het organisme. Deze kennis is mondeling of schriftelijk overgeleverd. Een voorbeeld van schriftelijke overlevering vormt de Thora waarin voorschriften over de voeding en de voedingsbereiding staan die door God zijn doorgegeven aan Mozes. Sommige van de kosjere voedingsvoorschriften (o.a. geen varkensvlees, strikt gescheiden bereiding) speelden, in een tijd dat hygiëne nagenoeg onbekend was, een rol in het voorkomen van ziekten.
Voedingsvoorschriften zijn terug te vinden in (bijna) alle religies. Dat maakt, dat voedingsleer een van de oudste vormen van kennis is, die de mensheid heeft. Voedsel voor mensen heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Eerst at de mens het voedsel voornamelijk rauw, maar al snel werd het de gewoonte het eten te bereiden, hoewel er uitzonderingen zijn. Door koken of braden werd het eten niet alleen smakelijker, maar ook beter verteerbaar.
Voedingspatronen
In de westerse wereld is het voedsel erg veranderd, vooral vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Met de opkomst en vergrote beschikbaarheid van de levensmiddelentechnologie en nieuwe bereidingswijzen veranderde en verbeterde ook ons voedsel. Conserveringstechnieken maken het mogelijk, voedsel lang te bewaren.
In de jaren zestig ontstond een reactie op de massaproductie van voedsel. Mensen gingen zich toeleggen op het maken en verkopen van biologisch voedsel, dat voortkomt uit de ecologische landbouw. Ook biologisch-dynamisch voedsel won aan belangstelling door de voedingsleer uit de antroposofie. Door de opkomst van de bio-industrie ontstonden ook mensen die vegetariër of veganistisch werden.
Tegenwoordig wordt de voeding van de westerse mens ingedeeld in een aantal categorieën:
hygiëne: dat is een verzamelnaam voor alle handelingen en handelingswijzen die ervoor zorgen dat mensen en dieren gezond blijven door ziekteverwekkers uit de buurt te houden. vb:
afwassen;
baden of douchen;
gedragen kleding wassen;
handen wassen;
handschoenen dragen bij riskante karweitjes;
keuken schoonhouden;
schoon werken bij het bereiden van eten (hieronder vallen onder andere koken en het smeren van een boterham);
bederfelijke etenswaren in de koelkast bewaren;
sterilisatie en desinfectie van besmette voorwerpen of oppervlakken;
uitwerpselen in een toilet deponeren;
rioolwaterzuivering;
handen wassen of ontsmettingsgel aan de handen smeren na elke patient.
ergonomie: de wetenschappelijke studie van de mens in relatie tot zijn omgeving. Dit kan een product, ruimte of werkplek zijn. Ergonomie zit vervat in ons dagelijks leven, maar is vooral bekend in arbeidssituaties. Het is afgeleid van de Griekse woorden ergon (werk) en nomos (wet) en moet ervoor zorgen dat de veiligheid en gezondheid van de werknemers verzekerd wordt. Bij het ontwerpen van consumentengoederen en interieurs speelt vooral comfort en het doeltreffend functioneren een rol.
economie: is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie, distributie van goederen en diensten .
Smaakzin is het vermogen van een organisme om bepaalde chemische samenstellingen direct als smaken waar te nemen. Het is één van de vijf klassieke zintuigen van mensen en sommige diersoorten. Het orgaan waar de smaakreceptoren liggen, is de tong. Maar ook achterin de mondholte bevinden zich smaakreceptoren.
Werking van het smaakzintuig
Bij mensen bestaat het smaakzintuig uit smaakpapillen op de tong en achterin de mondholte, die 'smaakknoppen' bevatten welke daarop aangetroffen chemische samenstellingen omzetten in actiepotentialen naar drie van de twaalf hersenzenuwen.
De zevende gezichtszenuw, de nervus facialis, draagt (via een aftakking, de chorda tympani) smaaksensaties van voorste twee derde van de tong, terwijl de nervus glossopharyngicus de smaaksensaties van het achterste één derde van de tong draagt. De nervus vagus ontvangt de smaaksensaties van de rug van de mondholte.
De informatie van de schedelzenuwen wordt verwerkt door het smaakcentrum in de hersenen.
Primaire smaken
Als algemene regel is de smaak een perceptie van de interactie van de fundamentele smaken van zoet, zuur, bitter, zout, en umami.
De gevoeligheid van de voor de smaakwaarneming verantwoordelijke chemoreceptoren is vele male geringer dan die van de chemoreceptoren in de neus. Hierbij moet wel aangetekend worden dat alcohol een van de weinige zuivere stoffen is die zowel een smaak- als een geursensatie veroorzaakt.
Zuur is gerelateerd aan een hoge concentratie van waterstofionen.
Zuivere zoutsmaak wordt slechts opgewekt door NaCl.
Zoet kan worden opgeroepen door suikers, maar er is geen eenduidig verband tussen de mate van zoetheid en een specifieke chemische eigenschap.
Umami geeft een indruk van hartigheid, heeft een stimulerende invloed op de perceptie van andere smaken en wordt veroorzaakt door aminozuren, met name mononatriumglutamaat (Ve Tsin).
Bij experimenteel onderzoek wordt gebruikgemaakt van: azijn voor zuur, rietsuiker voor zoet, kinine voor bitter, NaCl voor zout en mononatriumglutamaat voor umami. Alle smaken kunnen worden gemaakt door menging van deze primaire smaken met uitzondering van de zeepsmaak waarvoor alkalische stoffen nodig zijn.
Tetra Pak is een Zweedsemultinational en wereldwijd marktleider in kartonnen verpakkingen voor de voedingsindustrie, zoals verpakkingen voor melk, vruchtensappen en conserven. Ruimtebesparing en stapelbaarheid zijn grote voordelen van de door Tetra Pak gebruikte verpakkingen. Tetra Pak verpakt enkel vloeibare levensmiddelen. Het materiaal van een drankkarton als geheel wordt ook wel gelamineerd papier genoemd.
Tetra Pak is actief in 150 landen en beschikt over zestig productielocaties. Het hoofdkantoor van Tetra Pak is gevestigd in Zwitserland. De omzet bedroeg in 2007 zo'n 8,6 miljard euro en in 2011 10,4 miljard (netto) euro met wereldwijd een verkoop van bijna 70 miljard verpakkingen. Er werken wereldwijd ongeveer 21.000 mensen.
een tetra pak bestaat uit:
75% karton: voor de stevigheid
20% plastiek: voor een perfecte sluiting als bindmiddel tussen de verschillende lagen
5% aluminium: als bescherming tegen licht en lucht