welk vervoersmiddel?
De afstand die goederen afleggen, is bepalend voor de keuze van het transportmiddel. Ook factoren zoals tijd, houdbaarheid van de vervoerde goederen... spelen een rol.
Bij het vervoer houdt men rekening met het soort goed.
Goederen die fris moeten blijven krijgen een 'koeltransport'.
Aantal voorbeelden :
- melk
- kaas
- yoghurt
Breekbare goederen krijgen ook een speciale behandeling. Dit zie je aan het pictogram onderaan.
Aantal voorbeelden :
- glazen
- vazen
- servies
DUS :
We kiezen de transportmiddelen afhankelijk van de aard van het goed en de af te leggen weg.
Iedere stof of voorwerp komt ook voor in een bepaalde vorm of toestand. Dit is de aggregatietoestand.
Er zijn drie toestanden :
- vast
- vloeibaar
- gas
Er is één stof die in alle toestanden voorkomt : water
- ijs (=vast)
- water (=vloeibaar)
- waterdamp (=gas)
|