stroomkring
elektriciteit, elektronen en een stroomkring
Een stofzuiger, een wasmachine,..zijn allemaal voorbeelden van elektrische apparaten. Deze apparaten werken op elektriciteit.
Elektriciteit is een stoom van elektronen. Elektronen zijn kleine, onzichtbare deeltjes met een negatieve elektrische lading. Als een elektrisch apparaat aanstaat, stromen de elektronen door bepaalde onderdelen van dat apparaat. Elektronen stromen altijd van een plaats waar veel elektronen zijn, naar een plaats waar weinig elektronen zijn.
De elektronen stromen in een stroomkring. Een stroomkring bestaat uit een aantal onderdelen die er samen voor zorgen dat de elektrische stroom kan rondstromen. Als de stroomkring ergens onderbroken is, kan de stroom niet rond. Een elektrisch apparaat kan alleen werken als de stroomkring gesloten is.
schakeling
Een stroomkring kan bestaan uit een lampje, een batterij en twee stroomdraadjes. Dat kun je in een schematische tekening zetten. Zo'n tekening noem je een schakeling. Op de afbeelding van de schakeling zie je verschillende symbolen. Elk symbool toont een onderdeel aan. De lijnen die tussen de onderdelen lopen, zijn stroomdraden.
kortsluiting en weerstand
Bij kortsluiting stromen de elektronen supersnel van de minpool naar de pluspool (van een batterij). Er is niets dat de elektronen afremt. De batterij is dan direct leeg.
Een weerstand is een onderdeel van de stroomkring die ervoor zorgt dat de elektrische stroom niet te snel van de minpool naar de pluspool stroomt. Een weerstand zorgt ervoor dat er geen kortsluiting komt, door de elektronen af te remmen.
|