Op reis door Baskenland, Midden-Spanje en Catalonië
17-09-2018
Nog wat beelden uit Madrid
Na een lange rit zijn we vandaag in het Catalaanse Molins de Rei aangekomen, alwaar we in hotel Calasanz verblijven. Vandaag tonen we onze trouwe lezers nog wat beelden uit ons verblijf te Madrid: de Egyptische Debod-tempel, een aantal monumenten en tegelgevels en tegelstraatnaamborden en tenslotte het koninklijk paleis met bijhorende Almudena-kathedraal.
Dit hoofdpostgebouw heet in de volksmond "Nuestra Señora de los Correos" ofte "Onze-Lieve-Vrouw van de Post" ...
Deze Guardia Civil-petten zijn in Baskenland en Catalonië helemaal niet geliefd ...
Het penseel van Alberto Sánchez-Pérez verbeeldt "El pueblo español"
Het Madrileense openbaar vervoer is uitstekend georganiseerd. Dus namen we de voorstadstrein naar Alcalá de Henares, Spanje's oudste universiteitsstad met magnifieke oude straten en gebouwen en zeer aangenaam om in rond te wandelen. We bezochten het oudste universitair college en ook het geboortehuis van Miguel de Cervantes, de schepper van de dolende ridder Don Quijote met zijn aardse knecht Sancho Panza.
Op deze zaterdagochtend bezochten we het Reina Sofia Kunstencentrum waar Picasso's meesterwerk "Gernika" hangt; dit mag je niet fotograferen, maar de andere -- moderne -- kunstwerken wél. Hieronder een klein aantal ervan. In de namiddag gingen we met de voorstadstrein naar Aranjuez waar we alweer een koninklijk paleis van buitenaf zagen maar vooral lang in de uitgestrekte tuinen en parken rondwandelden. We begrepen Rodrigo.
In het wereldberoemde Prado-museum mag je geen foto's van kunstwerken maken. Maar Cecilia heeft er tóch enkele gemaakt, waarvan we er hier enkele tonen.
We bezochten eerst het Thyssen-Bornemisza-museum met zijn talrijke kunstwerken, waarvan we hier wegens plaatsgebrek slechts enkele kunnen tonen. Daarna wandelden we door het oude stadscentrum, de Plaza Mayor en de omliggende straatjes. Een aperitiefje op de Plaza Dos de Mayo en een avondmaal aan het - helaas wegens opkuiswerken lege - meer van ce Casa de Campo vervolledigden de dag. Vervoer ging met de metro.
Op weg naar Madrid, waar we in hotel "Sancho" verblijven, bezochten we uiteraard het beroemde kloosterpaleis van El Escorial van de voor ons land zo noodlottige koning Filips 2. Dichtbij bezochten we ook Spanje's schandelijkste monument, het "Valle de los Caídos" met de praalgraven van fascistenleider Primo de Rivera en van dictator Franco. Tenslotte kwamen we aan in Madrid en wandelden daar langs het Atocha-station en door het uitgestrekte Buen Retiro-park.
Tot in 1960 leverde het Romeins aquaduct uit 100 n.C. water uit de bergen aan de stad ... Verder is Segovia een netwerk van charmante smalle straatjes en heeft het als gewezen koningsstad een hele geschiedenis. Tijdens keizer Karels bewind kwam het in heel Spanje tot massale volksopstanden van de zogenaamde "comuneros", die hier door Juan Bravo geleid werden. Die opstanden werden naar traditie van de toenmalige vorsten bloedig neergeslagen.
Segovia's stadsbeeld wordt beheerst door de monumentale kathedraal die na de neergeslagen opstand van de "comuneros" gebouwd werd en door het Alcázar, het vroegere koninklijk paleis. We bezochten beide.
Ávila is Spanje's koudste stad en dat moet je Yvan uiteraard geen tweemaal zeggen! Bovendien is de middeleeuwse binnenstad geheel omwald -- zelfs de kathedraalmuur maakt deel uit van de stadsvestingen -- en kan je op de stadsmuur rondlopen, wat we dan ook gedaan hebben.
De stad Ávila telt de twee oudste gothische kerken van Spanje: de kathedraal en de Sint-Vincent-kerk. Beide kerken zijn rijkelijk versierd en leveren het bewijs dat gothisch níet synoniem voor kleurloos was.
Vandaag trokken we vanuit Baskenland een heel eind het échte Spanje in. Vóórdat we in Segovia met zijn beroemd Romeins aquaduct kwamen, waar we in hotel "Don Felipe" logeren, bezochten we het koninklijk buitenverblijf La Granja de San Ildefonso met zijn tuinen, die in het droge Spanje uiteraard niet de waterpracht van meer Noordelijk gelegen paleistuinen kunnen evenaren.
De oude binnenstad van Vitoria-Gasteiz, met zijn straatjes die alle naar één of ander werkmansgilde genoemd zijn, kwam tussen de 12de en de 18de eeuw tot stand. Af en toe een herenhuis of een kerk, vele lekkere eethuisjes en bars, een echte Spaanse "Plaza Mayor", een Baskische zanggroep, een boerenmarkt, we zagen en proefden het allemaal ... mét een flinke wandeling door de groene en rechtlijnige buitenwijken erbij!
We bezochten vandaag eerst de 6500 jaar oude zoutpannen van Añana in het binnenland van de provincie Araba en daarna reden we naar de Baskische hoofdstad Vitoria-Gasteiz, waar we in hotel "Duque de Wellington" verblijven en alwaar we alvast de oude Sint-Maria-kathedraal bezochten die al twintig jaar lang in de restauratiewerken zit.
Bermeo is nog steeds een belangrijke vissershaven waar sardienen en tonijn en ansjovis gevangen worden. Baskische vissers - aan de kaai lag nog een oude walvisjagersboot - waren al vóór Colombus in IJslandse en Newfoundlandse wateren bekend en op Magellaans reis rond de wereld waren vooral Baskische zeelui actief.
In het Noorden van Bizkaia ligt op een schiereilandje het Sint-Janskerkje van Gaztelugatxe, een toeristisch - en sportief - hoogtepunt. Ernaast zagen we het 12de-eeuwse San Pelaio-kerkje en dan reden we naar het imposante kasteel van Butro. Tenslotte bezochten we Gernika, dat als "heilige stad" van de Basken - met de "eeuwige eik" - in 1937 in opdracht van Franco op marktdag door de nazi's gebombardeerd werd - wat de aanleiding werd voor Picasso's gekende meesterwerk.
Vandaag doorkruisten we Baskenland van Oost naar West, en stopten even in Leitza (koninkrijk Nafarroa) en in Lekeitio (Gipuzkoa) om in de havenstad Bermeo aan te komen, waar we in hotel Txaraka verblijven. Elke Baskische stad zit altijd vól slogans zoals "Baskische gevangenen en ballingen naar huis" of "Spaanse politie en bezetters buiten" of "Welkom vluchtelingen!".
Met het smalspoortreintje uit 1923 bereikten we de top van Larrun, de eerste Pyreneese bergtop. Bergaf duurde drieënhalf uur langs een eindeloos pad wat wel mooie uitzichten bood. Daarna bezochten we het 17de-eeuwse Ortillopitz-huis en we besloten de dag in het mooie dorpje Sara.
Vandaag zondag was voor ons de kust aan de beurt. Eerst bezochten we in Frankrijk de drukke maar aangename stad Donibane Lohizune, daarna het kasteel van Abbadia in Hendaia en tenslotte het eerste Spaanse stadje Hondarribia met het kasteel van keizer Karel dat nu als "parador" in gebruik is.
Een lange wandeling naar Zugarramurdi, met zijn heksengrotten en heksenmuseum en dan naar de grotten van Sare. Op weg naar ons verblijf nog enkele bekende dieren langs de weg.
Op weg naar Zugarramurdi bezoeken we in Frans Baskenland Ainhoa, een van de 10 mooiste dorpjes van Frankrijk met zijn kerk waarin men balkons installeerde toen de gemeenschap te groot werd en waar nog een oude wasplaats is. Iets verder in Spaans Baskenland bezoeken we het klooster van Urdazubi en dan gaat het naar ons verblijf in Zugarramurdi.