Het feest van Allerheiligen, dat we vandaag vieren,is eigenlijk een grootfamiliefeest
Het feest vanGods volk. Een feest dat alle mensenmetelkaar verbindt: Gods volk onderweg en Gods volk dat zijn bestemming al heeft bereikt. Gods volk hier op aarde, waarover Jezus als het ware hardop droomt in zijn bergrede, enGods volk in de hemel, zoalsJohannes datzietin een visioen. In de liturgie van vandaag worden we meegenomenop het ritme van getallen en namen. Namen noemen, elkaar verhalen vertellen over mensen die er niet meer zijn, is een stukje geschiedenis ophalen. Een geschiedenis waarvan wijzelf deel uitmaken. Ook uw verhaal, ons verhaal kanhet verhaal worden van eenheilige, een verhaal dat betekenis heeft vooronze dagen. Als we namennoemen, speciaalvermelden, dan is er een bijzondere reden voor. Die bijzondere mensen willen wij onthouden. Zij hebben waarschijnlijk geen beeld staan in de ene of anderekerk, maar voor ons zijn het heiligen. Wat is nu eigenlijk een heilige? Hoe kun je vaststellen ofiemand een heilige is? Een leraar vroeg het eens in de godsdienstles. Een van de kinderen antwoordde: dat is een mens die licht doorlaat, het kind dacht waarschijnlijk aan de gebrandschilderde glasramen in de kerk vroeger. Mensen die licht doorlaten. Heiligen zijn mensen waarlangs het licht van God in ons leven binnenvalt. En zulke mensen kennen wij allemaal; mensen dieliefde en goedheid, die vrede en vreugde uitstralen. Wanneer je zulkemensen ontmoet, word je er beter van, je hebt de indruk dat God een beetje nabij is. Het licht dat zij uitstralen is niet van hen. Het licht dat de maan uitstraalt komt ook niet van de maan zelf; het is de weerkaatsing van het grote licht, de zon..
Maar waar moeten wij nu heiligen gaan zoeken? Het evangelie wijst de richting aan: het zijn mensen die arm leven om met armen te kunnen delen; het zijn mensen die treurenom het leed in de wereld, mensen die een warm hart hebben voor de kleinsten en de zwaksten, die vrede brengen waar ruzie is, die troost brengen waar droefheid is. Heiligen zijn mensen die helen, die heil brengen; ik denk aan moeders die tranen drogen van kinderen; aan verpleegsters diemet een glimlach en zachte handen naar de zieken gaan. Het zijn mensen dieonheil afwenden, mannen die vrede stichten en opkomen tegen het onrecht dat anderen wordt aangedaan. Het zijn mensen diehet druk hebben en toch altijddienend klaar staan om anderen te helpen. Het zijngewone mensen vlak bij ons, midden onder ons. Wij kennen ze.
Zouden wij zelf ook niet een beetje heilig kunnen zijn door het licht van de Geest van Jezus, dieook in ons werkzaam is? Wij vormen hier op aarde de gemeenschap van de heiligen, wanneer wij meebouwen aan een betere wereld, een wereld naar Gods wil. Zo kan Allerheiligen ook ons eigen feest zijn, als wij die mensen zijn waardoor Gods licht in de wereld binnenvalt.
Ik wens jullie dan ook allemaal.een zalige feestdag.w..v
De tekst uit het Johannesevangelie die we vandaag lezen, wordt soms gekozen in een huwelijksviering: Een nieuw gebod geef ik u: gij moet elkaar liefhebben. We kunnen de keuze voor deze tekst gemakkelijk meevoelen en tegen elkaar zeggen: Precies, daar gaat het om! Als dat zo maar eens gebeurde Maar is dit gebodtot liefhebben wel nieuw?
Het is niet de eerste keer dat we dit woord horen.. Voor de meeste jonge mensen die gaan trouwen,kan het woord liefde niet vaak genoeg voorkomen: in gebeden, in liederen en in lezingen. Het is alsof de liefde gratis verkregen wordt. Je hoopt dan maar dat het hun wapent en sterk maakt voor de dagen dat de liefde wel iets kost. Want zij zullen merken dat de liefde wel degelijk een prijs heeft, die betaald wordt metinwisselingvaneigen belang en eigen gelijk, met het delen van ruimte, materieel en geestelijk. Liefde is een woord dat in alle toonaarden wordt bezongen, zo vaakzelfs dat hetsomsweleenbeetje gaat irriteren. . Ook buiten de kerk worden wij te pas en te onpas met liefde bestookt ouderliefde, moederliefde, kinderliefde, kalverliefde, dierenliefde, en ga zo maar door. Maar vandaag kunnen we er toch niet omheen. Het is Jezus zelf die zegt: Met de liefde die ik jullie heb toegedragen, moeten jullie ook elkaar liefhebben. We moetendus wel evenstilstaanbij dat evangelisch gebod van de liefde tot de naaste.
Laten wij eerst en vooral proberen er naar te luisteren, want het zijn geen gemakkelijke woorden. Die oproep lijkt vooronssoms onhaalbaar. Het typische van Jezus liefde is nochtans niet zo ongewoon of uitzonderlijk. Zij is de belichaming van de bergrede en de parabels. Volgens het verhaal van Johannes zijn deze evangeliewoorden gesproken bij het laatste avondmaal met zijn leerlingen.Juist voordat Hij hen dit gebod voorhield, is een van zijn vrienden, Judas, de kamer uitgegaan met geen andere bedoeling dan om Jezus over te leveren aan de overheid en Hem op die manier te dwingen van tactiek te veranderen,.Petrus daarentegen reageert helemaal anders . Directna de woorden over het elkaarbeminnen roept hij uit, dat Jezus in elk gevalop hem kan rekenen !. Maarde volgende morgen al, nog voor de haan helemaal is uitgekraaid, heeft diezelfde Petrus al driemaalgezegd, dat hij niets met Jezus te maken heeft. Judas en Petrus behoren nochtansch tot de kring van Jezus vrienden. Hier is een nieuw gebod hard nodig. Hoe zij zich ook gedragen, waarheen zij ook vluchten, zij raken niet uit Jezus aandacht want een van de kenmerken van Jezus liefde is het beminnen van de vijand.. Dat gaat ver. Té ver naar menselijke maatstaven. MaarJezus deed het. Want liefde is een werkwoord. Hij geneest het kind van een Romeinse vijandHij laat zich door Judas, zijn verrader, kussen. Op het kruis vergeeft hij zijn vijanden zij weten niet watzij doen zegtHij.Jezus liefde wasgratuit en onvoorwaardelijk, onbaatzuchtig,belangeloos. Ze was niet afhankelijk van schuldbesef, van berouw of verdienste. Jezus stelt bv. aan Zacherius, detollenaar, geen voorwaardenomhemteontmoeten.Aan deoverspelige vrouwvraagt Hij niet eerstboeteen bekering.Jezusbegon altijd metzijn liefde aan te bieden. Zijn liefde ging vooraf, was voor-komend. Daarom staat niet de deugd tegenover de zonde maar wel de genade.
Deze genadige, barmhartige, gratuite liefde is het nieuwegebod van Jezus. Menhad er in die tijd geen woorden voor. Toen kende men alleen eros en filia, erotiek en vriendschap. Men heeft voor de christelijke liefde een nieuw woord uitgevonden caritas.Moetenwe daaruit opmaken dat het door Jezus op datmoment werd uitgevonden?. Bestond de plicht tot naastenliefde daarvoor dan nog niet?. Natuurlijkwel.Ook in de boeken van hetOude Testament wordt de naastenliefde als gebod genoemd. Zo lezen we in het boek Leviticus : Wees niet haatdragend jegens uw broeder, neem geen wraak op een volksgenoot, u zult uw naasten liefhebben alsuzelf. Dat gebod van naastenliefde gold niet alleenegenovervolksgenoten, zoals door sommigen wel eens wordt gedacht. Neen, in hetzelfde boek lezen wij ook nog :Vreemdelingendie bij u wonen hebben dezelfde rechten als een geboren Israëliet. U moet hen beminnen als uzelf, want u bent zelf vreemdeling geweest in Egypte. Hetgebodvan naastenliefde, ook jegens de vreemdelingen, bestond dus al heel lang.Jezus en zijn leerlingen kenden het vanuit hun gelovige opvoeding. Toch zegt Jezus: ik geef jullie een -nieuw gebod. Watis dan dat nieuwe?. Misschien wel dat je niet alleen je volksgenoten en de vreemdelingen moet liefhebbenmaar ook je vijanden. Jezus was ervan overtuigd dat de mens fundamenteel goed is. Het kwaad is slechts één kant van de mens. De schaduwkant. Die word dan nog verduisterd door onzeblik die gefixeerd is op die ene kwade kant. We zeggen terecht dat mensen zwart gemaakt worden, gedoodverfd, omdat we hen geen nieuw leven gunnen. Terwijl we zelf ondervinden hoe bevrijdend het is als het goede in ons bevestigd wordt.
Doorheen de geschiedenis van het christendom trekt een lange processie van orden, instellingenen van bekende en onbekende grote figuren die met caritas geleefd hebben. Pater Damiaan en Moeder Theresa zijn zo twee boegbeelden waar we spontaan aan denken. Maar de vraag is vooral wat ons aandeel is in die voorkeursliefde?. Kunnen wij solidair zijn met aids-patiënten, drugverslaafden, asielzoekers, thuislozen, vereenzaamden?..Als we als christenen Jezus liefde gestalte willen geven, moeten we hem graag zien in al die gezichten waardoor hij ons aankijkt. Vooral de gezichten van armen, onderdrukten en lijdendenIeder van ons zal het moeten invullen naar de eigen mogelijkheden.We kunnener niet onderuit. We zullen vol aandacht en creatief moeten blijven voor die minste mens
Tenslotte nogdezebemerking: Liefhebbenzoals Jezus is het typische van christenen.Maar christenenhoeven niette denken dat zij daarvan het monopolie hebben. De geest vanGods liefde waait waar hij wil.Andersgelovigenbrengener soms héél wat van terecht. Denk maar aan Ghandi.Vooral als het over liefde gaat rest ons een grote bescheidenheid als we er alleen maar over praten.Ik hoop dat het, als christenen,wat meer zal worden dan dat.