De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
09-06-2016
Voor u. Willem Gijssels
Ik ben de winter ongevraagd
en toch en toch gekomen,
de lente draag ik in mijn hart
en liefdedromen.
Ik ben de lente lang verwacht,
dra ziet ge mij verzwinden,
dan ga ik in een ander oord
weer liefde vinden.
Ik ben de liefde, die miskend
niet kan, niet kan verdwijnen,
ik leef in het minnend hart en zal
er mee verkwijnen.
Ik ben het hart dat gij verstiet,
het kwam al menigwerven
in het leven weer, om telkenmaal
voor u te sterven.
09-06-2016, 00:00
Geschreven door André
08-06-2016
Mijn hart. Willem Gijssels
Mijn hart gelijkt een vredig meer
met gronden diep en stil
het kaatst de klanken lijdzaam weer
als men het beproeven wil.
Mijn hart gelijkt een lijdzaam meer,
dat alles ondergaat
het spiegelt even plechtig weer
het goed zoals het kwaad.
Mijn hart gelijkt een plechtig meer
berustend in zijn rust
doch wee bij al te stormig weer
wanneer het zijn woede blust.
Mijn hart gelijkt een stormig meer
dat niet te stillen is
ontvlamt geleden liefde weer
in zijn geheugenis.
08-06-2016, 00:00
Geschreven door André
07-06-2016
Vrouwenlippen. Willem Gijssels
Hoe glad van vrouwenlippen
de woorden glippen,
woorden als lenterozen
die geuren, fleuren en kozen.
Woorden vol geheimen,
die tevens vleien en vlijmen,
verlichten en verduisteren
de zielen die er naar luisteren.
07-06-2016, 00:00
Geschreven door André
06-06-2016
Jan de Lantarenman. Willem Gijssels
De zonne zegt des avonds ons vaarwel,
een klokje klept met zoet gebons vaarwel,
de vrijers gaan dan op den zoek
naar het meisje in den lievenshoek,
Da's wel.
In het donker hoeksken zitten zij gerust,
en teder klinkt hun mingevlei vol lust
al vreugden die de jeugd hun biedt,
wie heeft er in het donker niet gekust?
Da's wel.
Daar komt Jan de lantarenman gegaan,
dan is het met hun liefdesplan gedaan,
het licht verraadt er hunnen min,
ook vluchten zij met tegenzin,
vandaan.
06-06-2016, 09:21
Geschreven door André
05-06-2016
Heer Halewijn. Willem Gijssels
Eens bleef het lied van Halewijn
mij spelen in de zinnen,
ik zou door een zoet refrein
gelijk weleer Heer Halewijn
een zuiver maagdekijn winnen.
Daar kwam een meisje voor mij staan,
betoverd door mijn zangen,
het wonder was zo snel gegaan,
doch omgekeerd, ik was er aan:
"Heer Halewijn was er gevangen".
Ze had me van mijn macht ontroofd,
nog op geen amerietje,
ik verloor mijn hart, maar ook mijn hoofd,
gelukkig niet, God zij geloofd,
gelijk weleer in het liedje.
05-06-2016, 00:00
Geschreven door André
04-06-2016
Het boerenmeisje. Willem Gijssels
Ziet ze door de straten gaan
met haar beste kleren aan,
die zo flink de leest omsluiten,
met haar hoedje vol fatsoen,
rood van roos en van pioen,
het is het meisje van de buiten.
Nu zij wordt het wel gewaar,
dat er ogen hier en daar
haar bekijken door de ruiten,
het mag wel zijn is haar besluit,
want ze gaat er vast op uit,
het meisje van de buiten.
Al de jongens van de stad
roepen: "waarlijk welk een schat",
dat haar horen er van tuiten,
ten allen kant is het een begeer,
elke stap een vrijer meer,
het is het meisje van de buiten.
Als ik kermis mede vier,
zegt zij: "het is voor mijn plezier,
hoe of ook de heren fluiten,
moet ik trouwen op mijn toer,
het zal niet zijn dan met een boer",
het is het meisje van de buiten.
04-06-2016, 00:00
Geschreven door André
03-06-2016
De olmenlaan. Willem Gijssels
De rossige olmenlaan, tot in de verte,
kruipt naar het dorp, als naar een warme haard,
waar het kroost zich koestert aan het moederherte,
de huisjes dicht rondom de kerk geschaard.
Hier staat er eentje langs de weg gebleven,
een blauwig wolkje wimpelt uit de schouw,
en wenkt me toe: uw handen zijn versteven,
kom binnen, wij verdrijven hier de kou.
En kijk daar zit een moederken te staren
in het krevelend flikkerspel van het open vuur,
de vlammen smeulen, rijzen op, bedaren,
en achtereen rookwalmen op den duur.
Het peinzend vrouwtje knikt in haar verleden,
wijl om haar harte warmer lichten gaan,
ze dommelt weg in eenen zoete vrede.
Soms tikt een takje tegen het venster aan:
de winter klopt of hij wou binnentreden.
03-06-2016, 00:00
Geschreven door André
02-06-2016
Lentebomen. Willem Gijssels
Als de wind een blaadje bedelt
van uw overtallige kroost,
geef gehoor aan zijn verlangen,
denkt dat hij uw warme wangen
om uw aalmoes koelt en koost.
Later komt de grove winter,
die noch bedelt noch belooft,
en dan staat gij bij het ruiven,
hem te smeken om uw huiven
weg te nemen van uw hoofd.
Och een blaadje meer of minder,
het vliege met de lentewind,
liever laten wij de rover
ons weerspannig winterlover,
als hij nog iets over vindt.
02-06-2016, 00:00
Geschreven door André
01-06-2016
Het lied van de bomen 2. Willem Gijssels
Zie beuk en den op het puin,
wie rouwt er om het leven,
het is de olmenboom met brede kruin,
op hoge stam verheven.
En els en es, ik wou in mijn lied
de bomen al vermelden,
met hen die mij de boomgaard biedt,
als zoveel koele helden.
Ja, helden zijn het aan wie ik reik
mijn hart vol liefde en blijheid,
maar ik roem het luidst de fiere eik,
die troon van trots en vrijheid.
Zo laat ge, in eigen beeld en klank,
uw zegen tot mij komen,
bij windgesuis en vogelenzang,
o Goddelijke bomen.
01-06-2016, 00:00
Geschreven door André
31-05-2016
Het lied van de bomen 1. Willem Gijssels
Wanneer ik door mijn Vlaanderen ga
ontmoet ik vele bomen,
het zijn vrienden zonder wederga,
vol liederen, liefde en dromen.
Zie hoe de slanke popel trilt,
hij slaat geen wijlken over,
zie hoe de vlier zijn kracht verspilt,
al torsend het zware lover.
Aanschouw der linde bladerkroon,
zo kunstig fijn van snede,
verbeeldt zij niet de lieve woon
van zoet geluk en vrede.
Zie op de hagedoorn zijn struik
nu witte bloesems pralen,
in het najaar zal die sneeuwen pruik
veranderen in koralen.
Aanschouw de berk met zijden kleed,
en ginds de wilg, hij staat er
vol gouden katjes en gereed
te buigen over het water.
31-05-2016, 00:00
Geschreven door André
30-05-2016
De wilde jacht. Willem Gijssels
Hoort het dreunen door de bossen,
de eeuwige jager draaft en drilt,
geen macht kan hem verlossen,
eeuwig jaagt hij woest en wild.
Zonder leiding in het leven,
jaagt mijn hart de wilde jacht,
door een vloekwoord voortgedreven,
hoort er niemand zijne klacht.
Ik vraag alleen de stille vrede,
wordt dit heil mijn hart ontzeid,
heeft de dood zelfs voor mijn bede,
geen gehoor in de eeuwigheid?
30-05-2016, 00:00
Geschreven door André
24-04-2016
Stormnacht 2. Willem Gijssels
Zee, Vikinger bruid,
wat doet gij wild,
vanwaar uw woede
die mijn wangen
met schuim bespuit
van brandend zilt?
Vanwaar uw woede
die zich voedt
met het bloed
van verlangen?
Zee die rukt en giert
met al het gezucht
van wie beminde.
Bange schimmen
in lange sliert
slaan op de vlucht
langs uw golven
die met nood en dood
mij tegen grimmen.
Zee, Vikinger bruid,
die chaos speelt,
en toch ik waag mij
onbevangen,
uw spel ten buit.
Ik die het beeld
van mijne dromen
u ontnam tot vlam
van mijne gezangen.
24-04-2016, 00:00
Geschreven door André
23-04-2016
Zon. Willem Gijssels
Als de wolken hun weemoed
zullen hebben uitgezucht,
als de regen zijne snaren
zal ontsnoeren in de lucht.
Zal er nog een naklank drijven
als een dobber op de stroom,
het zal de wekroep zijn der oude
liefde tot een zonnedroom.
Zonneschilfers zullen zingen
doedeldie en doedeldij,
in het water langs de straten
in de weemoed diep in mij.
23-04-2016, 00:00
Geschreven door André
22-04-2016
O schone logen. Willem Gijssels
Gaat de dichter begenadigd
roekeloos door de tijd
en hoe meer hij zich verzadigt
groter honger lijdt.
Schoonheid zoekt hij u te schenken
en gij gaat voorbij
om nog enkel hem te krenken
met uw medelij.
Hij begrijpt de geest der dingen,
luister naar zijn lied,
hij begrijpt en laat ze zingen,
u begrijpt hij niet.
O mysterie in uw ogen,
dat van liefde spreekt,
en terwijl, o schone logen,
hem het leven breekt.
22-04-2016, 00:00
Geschreven door André
21-04-2016
Oproep. Willem Gijssels
Geliefden komt, gij fee, gij elven,
rukt in vervoering op mij aan,
ik zie u samen in mezelven,
in eenen kring van liefde gaan.
Nu slingert gij in bonte ronde
met uwen tover om mij heen,
en, zwartgelokte, bruine, blonde,
gij wordt maar een, zij alleen.
Hoe dwaas zou het wezen eerst bezinnen
wanneer het hart gesproken heeft,
hoe dom, niet durven te beminnen,
niet het leven, doch de liefde leeft.
21-04-2016, 00:00
Geschreven door André
20-04-2016
Mondscheinsonate. Willem Gijssels
Terwijl zilverstromen glijden uit de maan,
de sterren door de ruisende eeuwen gaan,
gaat Beethovense zielsmuziek aan het zweven.
Haar hoofdje, dat op mijn boezem ligt,
weerkaatst zijn zilver op mijn aangezicht,
op zilveren ritmen golft ons beider leven.
In dieper golving wiegt ze met mij mee,
ze luistert naar mijn hart en voelt de vree
in zich ongekende diepten stijgen.
Zij ademt zacht en geurt van zaligheid,
ze ligt zo dicht aan mijn borst gevleid,
dat wij op één en zelfde ritme hijgen.
20-04-2016, 00:00
Geschreven door André
19-04-2016
Kollebloem (klaproos). Willem Gijssels
Kollebloem waar gij staat,
draagt gij liefdedromen,
het vuur dat niet uit keien slaat,
op het land dat gij laaien laat,
vanwaar zoude het komen?
Van beloften gauw gedaan,
als in avondlanden
twee geliefden minnen gaan,
het vuur blijft op uw stengel staan
lijk een lampke branden.
Slaan er veel hun vlam bijeen,
ween, mijn harte ween,
vlamt er één gans alleen,
denk erom dat anders geen
trouw kan zijn, dan één.
19-04-2016, 00:00
Geschreven door André
18-04-2016
Wij hebben niet zoveel gezegd. Willem Gijssels
Wij hebben niet zoveel gezegd,
de eerste keer dat wij elkander zagen,
ik scheen uw beeld reeds lang in mij te dragen.
Wij waren niet zozeer verbaasd,
omdat gij waart, omdat ik was gekomen,
gij waart een van mijn vleesgeworden dromen.
Wij keken trouw elkander aan,
het is zo dat wij elkander kennen leerden,
onze ogen zegden meer dan wij begeerden.
Wij namen afscheid van elkaar,
ik heb toen mijn droom als beeld met u verzwonden,