Bijna exact een week geleden sloot ik mijn stuk over het dopingverleden van Armstrong af met wordt ongetwijfeld vervolgd. En kijk, mijn woorden zijn nog niet koud of het eerste slachtoffer is een feit. Met het vertrek van Rabobank verdwijnt niet minder dan een instituut uit het wielrennen.
Het wordt wennen als we volgend seizoen enkel het oranje van Euskaltel zullen zien voorbij fietsen in het wielerpeloton. Maar liefst 17 jaar investeerde de Nederlandse internetbank fors in het wielrennen. Rabobank en wielrennen waren na al die jaren bijna synoniemen geworden van elkaar. Er mocht geen koers gereden worden in Nederland of Rabobank was op een of andere manier betrokken als sponsor of organisator. Vooral de laatste jaren werd ook sterk ingezet op jeugd, die voortaan het nieuwe propere wielrennen vorm moest geven. Dat de stekker er nu zo bruusk wordt uitgetrokken is een kaakslag voor die hernieuwde filosofie en het Nederlandse wielrennen.
Net nu renners als Bauke Mollema en Robert Gesink op punt staan definitief door te breken in het rondewerk en een Lars Boom eindelijk het cabaret begint te krijgen van een klassiek renner besluiten de oranjehemden het wielrennen in de steek te laten. Een rapport van 1000 pagina's, die de comateuze toestand van het wielrennen schetst in de beginjaren van deze eeuw, was al wat nodig was om over te gaan tot deze drastische beslissing. Van kortzichtigheid gesproken, aangezien Rabobank al die jaren deel uitmaakte van het probleem. De tweet die David Millar daarop wereldkundig maakte verwoordt deze laffe daad misschien nog het treffendst. "Dear Rabobank, you were part of the problem. How dare you walk away from your young clean guys, who are part of the solution", aldus een verbitterde Millar. Begrijpelijke frustratie van iemand die zijn fout heeft ingezien en van de strijd tegen doping een levensdoel gemaakt heeft. Puur uit managersperspectief valt de beslissing van de Rabotop ergens wel te begrijpen. In tijden van financiële crisis zijn banken er alles aan genegen het vertrouwen van de klant terug te winnen. Doping en fraude passen dan niet in dat plaatje, zeker als uit dat rapport blijkt dat ook de Nederlanders boter op het hoofd hebben. Toch lijkt deze beslissing nu opeens wel heel voorbarig. Het is niet door weg te lopen van de problemen dat Rabobank het wielrennen een dienst bewijst. Een verderzetting van zijn onvoorwaardelijke trouw had dat wel geweest.
Voor de nostalgici onder ons komt een eind aan 17 jaar wielergeschiedenis. Maar wat is nu de nalatenschap van Rabobank? In al die jaren was Rabobank uitgegroeid tot één van de sterkste merken in de wielersport. Het huwelijk dat Rabobank 17 jaar geleden sloot met het wielrennen was in meerdere opzichten uniek. Mede door de kwalijke reputatie van de wielersport en de financiële crisis zijn sponsors een pak terughoudender geworden . Dat Rabobank zijn contractuele verplichtingen naar volgend seizoen toe zal nakomen, en renners met nog één jaar contract de kans biedt hun beroep uit te oefenen, bewijst dat wielrennen voor Rabobank meer was dan louter marketing. In het zog van Rabobank kende de wielersponsoring in Nederland de laatste jaren ook een fikse boom. Ploegen als Vacansoleil of Argos Shimano zullen het niet graag toegeven, maar Rabobank is voor hen steevast het lichtend voorbeeld geweest. Iconen als Erik Dekker of een Michael Boogerd groeiden op in de schoot van de ploeg, maar echt grote overwinningen waren er meestal nooit bij. Rabobank was vooral de ploeg van net niet. Het was haast schrijnend hoe jaar na jaar werd gefaald in de Amstel Gold Race, de enige wedstrijd die er toe doet in Nederland. Alleen al daarom zal Rabobank gemist worden in het peloton.
|