Verschijningen en boodschappen van Onze-Lieve-Vrouw
23-09-2008
15. De inhoud van de extases
Er bestaan grote fragmenten van de dialogen van de meisjes in extase. Hun taalgebruik is eenvoudig en ter zake, met kinderlijke uitdrukkingen, en lijkt te gaan over de gebeurtenissen van de dag of de voorbije dagen. Net zoals met de gesprekken van Bernadette Soubirous te Lourdes, vatten diegene die ze hoorden ze niet te serieus op. Door hun conversaties zag men de heel eenvoudige zielen van de kinderen. Ze deden uitspraken zoals: Hoe fijn moet het in de hemel wel zijn! Breng me erheen, zelfs als het maar voor even is.. Men hoorde hen praten over offers, over de zonden die ze begaan hadden, over personen die niet geloofden En daarom vroegen ze dikwijls om genezingen en mirakels opdat de mensen zouden geloven. Maar de normale onderwerpen van hun gesprekken waren eenvoudige, alledaagse dingen.
De meisjes zeiden dat de Maagd gevraagd had om bij de pijnbomen een kapel te bouwen ter ere van de Heilige Michaël. Eerwaarde Ramon had dit zelf gehoord tijdens één van de extases. Soms maakten de meisjes in extases ook versjes die ze zingend opzegden. Tegen September 1961 waren de versjes een deel geworden van de nachtelijke ronden die de meisjes in extases deden en waarbij ze de andere meisjes bezochten die niet geroepen waren en in hun huis lagen te slapen. De nacht waarop het feest van de Hemelvaart begon (14 15 augustus) lag de jongste van de meisjes, Mari Cruz, te slapen in haar huis. De andere drie zongen samen, zonder gerepeteerd te hebben: Sta op, Mari Cruz. Ruik je de lelies niet? Die de Maagd je brengt. Opdat je goed zou zijn. Een andere nacht was Loli alleen aan het zingen, want de andere meisjes waren thuis en hadden geen visioen. Tot Conchita zong Loli : Sta op, kleine Conchita. Want de Maagd is hier. Met een boeket bloemen. Als geschenk voor jou.
We vermeldden al de keitjes, de medailles, de rozenkransen, de kruisen, en de trouwringen die tijdens de extases door de Maagd gekust werden. Maar er is meer.
Eerwaarde Ramon :
DE KUSSEN. Tijdens de verschijningen kon men zien dat de meisjes iets kusten. Later zeiden ze dat ze de Maagd, het Kindje, en de H. Michaël hadden gekust. En de meisjes werden ook gekust. De bewegingen van kussen, gekust worden, het Kindje en de Kroon vasthouden waren heel duidelijk en iedereen kon ze herkennen. Tijdens de ontelbare extases heb ik nooit gezien dat de meisjes tegelijkertijd kusten, maar steeds om beurten. Enkel wanneer de kus van ver gegeven werd, - dus als ze een kusje wierpen gebeurde dit tesamen. Meerdere keren, bij het eindigen van een verschijning, kreeg het meisjes (of de meisjes) dat een extase had gehad een kus op de wang, of één op elke wang, en ze gaven er steeds slechts één terug.
DE MIRAKELS. Nadat Eerwaarde Valentin tegen de meisjes gezegd had dat ze de Maagd om een mirakel moesten vragen om een teken te geven zodat men zou kunnen geloven, vroegen de meisjes dit meerdere keren aan de Maagd. In het begin glimlachte de Maagd. Maar na verloop van tijd werd Zij ernstig. Toen de meisjes Haar vertelden dat velen niet geloofden antwoordde Ze : Ze zullen geloven. De meisjes verklaarden echter dat ze van de Maagd gehoord hadden dat er zeker een mirakel zou komen (1) maar ze wisten niet wanneer, of waaruit het bestond.
GEBED. In Garabandal is het gebed steeds het belangrijkste geweest. Er was zelden een verschijning tijdens dewelke de meisjes de rozenkrans of een statie van het Heilig Sacrament niet baden. Het opzeggen van de rozenkrans gebeurd dikwijls zingend, tenminste gedurende één tientje. De meisjes tellen de Weesgegroeten niet, toch maken ze nooit een fout in aantal. Ze zeggen dat de Maagd hen zegt wanneer een tientje voorbij is. De Maagd bid met hen samen het Glorie Zij. Wanneer de meisjes een foutje maken schudt de Maagd lichtjes met Haar hoofd om hun aandacht te vragen, maar Ze blijft glimlachen. De manier van bidden van de Maagd toont heel veel gelijkenissen met Lourdes en Fatima, maar in dit geval, naast de toewijding aan de rozenkrans, wil Zij ons wijzen op de aandacht die wij aan het Heilig Sacrament moeten geven..
WAARNEMING VAN DE VERSCHIJNINGEN: Sinds de tweede dag van Juli, de dag van de eerste verschijning van de Maagd hadden de meisjes in extase hun gesprekken in de volgende houdingen: op hun knieën, naar voor en naar achter leunend, wandelend, en op de grond liggend. De gesprekken waren individueel, met twee, met drie of alle vier samen. Wanneer ze met meerdere in extase zijn gebeurt alles gelijktijdig; ze spreken en stellen dezelfde vragen op hetzelfde moment, ze maken dezelfde uitingen van vreugde of angst. Het blijkt dat ze reageren op iets dat ze op hetzelfde moment zien en horen. Het geluid van hun stem varieert. Soms is ze nauwelijks hoorbaar, soms is ze normaal. Meestal spreken ze heel stil, zoals fluisteren. Hun uitdrukkingen zijn zoals in normale gesprekken, behalve in een paar uitzonderlijke gevallen. Wanneer ze woorden horen die ze niet begrijpen wat vaak voorkomt vragen ze de Maagd om uitleg. En Zij geeft hen een verklaring of Ze zegt dat ze achteraf aan de priester een verklaring moeten vragen, zoals in het geval van het woord offers. Naar het einde van de verschijning toe hoort men de meisjes dikwijls zeggen: Ga niet weg. Oh, ga niet weg!
Toelichting: (1) Dit mirakel zal deel uitmaken van het grote mysterie van Garabandal. Verderop in het verhaal bekijken we de details van Het Grote Mirakel
21-09-2008
14. De toeschouwers
In het begin namen de toeschouwers niet deel aan wat er gebeurde. Maar later praatten de meisjes met de Maagd over toeschouwers die zij kenden en zij raakten hen ook aan tijdens de extases. De meisjes verklaarden dat ze de mensen niet zagen, maar hen herkenden door aan te raken (alhoewel de meisjes zelf de aanrakingen van de mensen niet voelden). Ze konden mensen op twee manieren lokaliseren : door in verschillende richtingen te wijzen tot de Maagd hen zei waar ze waren; of door hun hand door de Maagd te laten leiden naar de plaats waar de toeschouwers waren. Dit gebeurde vooral wanneer ze de medailles en de rozenkransen van de mensen teruggaven.
Wanneer ze een rozenkrans die door de Maagd gekust werd over iemands hoofd deden zeiden ze : Neem mijn handen en leid ze want ik kan de persoon niet zien. Op die momenten waren de bewegingen sneller en preciezer, en ze hingen de rozenkrans over het hoofd zonder het hoofd aan te raken. Soms werden er groepjes van toeschouwers bij de extases betrokken. Op een dag vroeg de Maagd aan de meisjes om na de verschijning de rozenkrans in de kerk te bidden, maar de kerk was gesloten. Dus begonnen ze aan de deur te bidden en de Maagd zei hen dat ze luider moesten bidden zodat de mensen hen konden antwoorden. Het was een mooie rozenkrans doorheen de dorpsstraatjes. De meisjes in extase voorop, en de mensen die volgden en antwoorden. De meisjes telden de Weesgegroetjes niet maar vergisten zich niet in aantal want de Maagd vertelde hen wanneer het tijd was voor het Glorie Zij.
Bij een bepaalde gelegenheid vielen de meisjes in extase op hun knieën neer voor elke aanwezige en zeiden de akte van berouw. Maar wanneer ze voor een kind neerknielden, zonder dit te zien, baden ze een zalving.
Een ander keer maakte één van de ziensters een kruisteken over alle aanwezigen, behalve één We kunnen ons de ontsteltenis van die persoon voorstellen. Nadien vroeg de parochiepriester waarom ze het kruisteken niet over die ene persoon gemaakt hadden. En de meisjes antwoordden dat de Maagd gezegd had dat dit de enige persoon onder de aanwezigen was die s morgens bij het opstaan het kruisteken had gemaakt.
Een man zat geknield te bidden voor de bekering van zijn schoonzoon. Terwijl hij zo in zichzelf zat te bidden kwam één van de meisjes in extase bij hem en fluisterde in zijn oor:Ja. Wanneer Eerwaarde Ramon nadien aan het meisje vroeg waarom ze Ja in zijn oor had gefluisterd antwoordde ze: De Maagd zei me: daar zit een man. Zeg hem; Ja.
Eerwaarde Ramon: Op 15 augustus was één van de meisjes aan het bidden met een rozenkrans die ik haar gegeven had. Toen ze me die later teruggaf, merkte ik op dat het kruis verdwenen was. Het was losgekomen en verloren geraakt. Het had geen zin om er naar te zoeken. Na twintig dagen; op 5 september besloot ik om het aan de meisjes te zeggen, die aan de Maagd vroegen wat er met het kruis was gebeurd. Ik hoorde zelf dat ze dit tijdens de verschijning vroegen. Na de verschijning gingen we naar de plaats die de Maagd hen gezegd had en daar lag het kruis, in de modder, onder een steen. Bij een andere gelegenheid gaf men de meisjes vijf bidprentjes om door de Maagd te laten kussen. Eén van de meisjes reikte de prentjes één voor één aan de Maagd aan, behalve één die ze blijkbaar niet wou nemen. De eigenaar van dat bidprentje kwam wenend en bevend naar me toe en zei dat ze haar zonden wou opbiechten. Nadien keerde ze terug om haar prentje aan één van de meisjes te geven en het meisje, nadat ze eerst naar de Maagd had geluisterd, bood dat prentje eerst aan Haar aan om te kussen.
Op een keer zag ik één van de meisjes in extase voor een vrouw op haar knieën vallen. De vrouw trok zich terug, terwijl het meisje, met het gezicht naar boven gericht, haar in een hoek drong. Daar lachte het meisje naar haar en ging weg. Dit had een grote invloed op de vrouw. En nadien kwam ik te weten dat zij naar Garabandal was gekomen en dat ze ongerust was dat haar vorige biecht niet goed was geweest. Daarom had ze tot God en de Maagd gebeden dat als haar vorige biecht op de juiste manier was gebeurd, het meisje duidelijk naar haar toe moest komen. Ze had dit nog maar net gevraagd toen het meisje, van het andere eind van de straat, op haar knieën naar haar toekwam.
De gave dat de meisjes in extase dingen wisten over de toeschouwers werd meerdere malen geïllustreerd. Maar het is vooral opvallend hoe ze wisten welke van de toeschouwers priester waren. Ze zeiden meermaals dat er priesters waren toen niemand dit vermoedde (door hun vermomming), en het werd steeds bewezen dat dit inderdaad zo was.
Vader Ramon vertelt een vreemde gebeurtenis m.b.t. de toeschouwers: In het begin, tijdens de anderhalve maand na 18 juni gebeurde er drie of vier keer iets vreemds. Toen de meisjes uit extase kwamen zeiden ze: De Maagd heeft gezegd dat Sari (Lolis zus) en Maria Carmen (Jacintas zus) samen met ons moeten meekomen, de anderen moeten op een afstand blijven zodat ze niet horen wat we zeggen. Dan gingen de ziensters naar de Pijnbomen en gingen in extase in het bijzijn van de twee jonge getuigen die vrij tussen de ziensters konden bewegen. De getuigen waren zes jaar oud. Op een keer wilden de mensen één van deze meisjes vervangen door een ouder meisje van twaalf jaar. Maar de Maagd liet dit niet toe. Het mochten enkel de meisjes zijn die Zij had gekozen. Men vroeg aan de twee getuigen wat de ziensters zeiden tijdens de verschijning, maar ze konden nauwelijks de woorden die ze gehoord hadden herhalen, laat staan de betekenis ervan begrijpen. Het blijkt dat de dagen waarin dit gebeurde overeenstemmen met de periode waarin de Maagd een geheim onthulde aan de ziensters. Slechts m.b.t. één van deze extases kon één van de jonge getuigen ons iets vertellen: Ze zeiden dat Ze ons geen slechte dingen mocht vertellen (dingen die hen bang maakten). Dat Ze ons niet mocht doen wenen, dat wat Ze zei heel droevig was.. De getuigen begrepen er niet meer van. Soms kwamen ze verveeld tot ons en zeiden over de ziensters: Ze wenen.
17-09-2008
Nog even geduld....
Beste lezers,
Wegens tijdsgebrek is het momenteel niet mogelijk het vervolg van het verhaal van Garabandal te publiceren. Vanaf 20 september ga ik verder met het verhaal.
11-09-2008
13. De eerste studies
Tijdens de maand juli 1961 was er elke dag een verschijning. Steeds op een gelijkaardige manier, steeds rond dezelfde tijd, en steeds op dezelfde plaatsen. De bevoorrechte kinderen gingen op heel natuurlijke wijze in en uit extase en spraken over de verschijningen zoals ze over alle andere alledaagse dingen praatten. De dorpelingen werden er aan gewend. Alleen de dagelijkse nieuwkomers, de pelgrims die van steeds verder weg kwamen, waren verbaasd over de buitengewone dingen die gebeurden.
Een persoon die een speciale vermelding verdient in heel het verhaal is Eerwaarde Ramon Maria Andreu Rodamilans. Hij was niet de eerste die de gebeurtenissen meemaakte, maar hij was wel de eerste die een serieuze studie begon neer te schrijven over wat er in het bergdorpje gebeurde. Zijn notities beginnen als volgt: Met speciale toelating van Zijn Excellentie Bisschop Doroteo Fernandez, Apostolisch beheerder van het bisdom van Santander, en met de zegen van mijn oversten, Eerwaarden Conrado Pérez Picon en Cipriano Arana, heb ik de plaats San Sebastian de Garabandal, nabij Cossio in het district van Puente-Nansa in de provincie Santander bezocht, omwille van gebeurtenissen die plaats hadden m.b.t. vier jonge meisjes die beweerden dat ze de Maagd zagen en hoorden.
Deze notities werden door Eerwaarde Ramon gemaakt tijdens de maanden september en oktober 1961, alhoewel zijn observaties reeds in juli waren begonnen. Tussen zijn notities op de eerste pagina staat het volgende, wat heel belangrijk is: Een wonder kan gebeuren als bevestiging van een bovennatuurlijke gebeurtenis; maar een wonder maakt een gebeurtenis niet bovennatuurlijk of bevestigt ze niet. Vandaar de vergissing van diegenen die Garabandal onderzoeken met als doel getuige te zijn van een wonder. Met betrekking tot de meisjes zegt hij: De psychologische leeftijd van de zogenaamde ziensters was tijdens de eerste maand gelijk aan die van acht- of negenjarige meisjes uit het dorp. Sinds het begin van de verschijningen was hun gedrag onberispelijk.
De bezoekers die naar Garabandal komen en de meisjes met de Maagd zien praten, gaan meestal door een aantal fasen:
- Wanneer ze er de eerste keer horen over praten denken ze meestal dat het een grap is en daarom besluiten ze meer uit nieuwsgierigheid naar het dorp te gaan, i.p.v. de inhoud van de gebeurtenissen.
- Het dorp maakt een goede indruk door de eenvoud
- Het eerste wat iemand dacht bij het aanschouwen van de gebeurtenissen was dat het om een grap of een hysterische aanval ging. Vermits er geen zichtbaar wonder gebeurde sloeg het gevoel vlug om in ontgoocheling.
- De meerderheid van zij die naar Garabandal kwamen begrepen niet wat er gebeurde; maar ze kwamen om er een idee van te hebben.
De afzondering gaf het dorp en de bewoners een gevoel van rust en vrede, dat veranderde door de invloed van pelgrims en nieuwsgierigen. s Avonds wandelt Jacintas moeder door de straten terwijl ze een bel rinkelt om, volgens een oude traditie, de dorpelingen op te roepen om te bidden voor de zielen in het vagevuur. In de kerk wordt elke avond de rozenkrans gebeden. Het geduld van de ouders van de meisjes werd sterk beproefd door de gebeurtenissen. Als eenvoudige en nederige mensen stellen ze plots vast dat hun dochters het onderwerp geworden zijn van fenomenen die hen constant blootstellen aan de grillen van de mensen rondom hen. Dit heeft tot een situatie geleid die ze niet kunnen beheersen. De mensen sloegen de meisjes en beledigden hun ouders. Het feit dat dit drie maanden duurde zonder dat er ergere dingen gebeurden kon gezien worden als een onzichtbare hand die de ziensters beschermde.
Zoals reeds aangegeven waren de kinderen in hun alledaagse toestand, dus buiten hun extases, volkomen normaal. De enigen die sinds het begin van de gebeurtenissen gezondheidsproblemen ondervonden ten gevolge van zorgen en gepieker, waren de families. De kinderen zelf bleven na drie lange maanden van extases en vele slaaploze uren volledig normaal.
Met betrekking tot zijn observaties van de kinderen schreef Ramon verder: Ze zoeken geen sensatie. Integendeel, ze blijven liever weg van de mensen die hen komen opzoeken. Op een dag zei Loli tegen Jacinta: Het zou zo leuk zijn om eens alleen te zijn met ons vier'. Ze zeiden dat de Maagd hen gezegd had om thuis te blijven en enkel buiten te gaan om te gaan winkelen, m.a.w., ze mochten s avonds niet door de straten wandelen als de mensen zich verzamelden. De Maagd zei hen dit niet elke dag, maar toch gehoorzaamden ze.
De meisjes waren wel blij dat de mensen kwamen, opdat ze zouden geloven. Maar ze gingen de menigte niet opzoeken. De verschijningen gebeurden in het openbaar, maar zodra de kinderen uit hun extase kwamen liepen ze terug naar huis.
Er zijn vele bewijzen dat het de meisjes niet om sensatie te doen was. De extases waren ook niet afhankelijk van de aan- of afwezigheid van andere mensen, hoewel de gebeurtenissen natuurlijk voor het welzijn van iedereen bestemd waren.
Ramon:Er is nog een interessant feit: de overeenstemming van de antwoorden van de meisjes. Men stelde hen veel strikvragen om hen te kunnen betrappen op tegenstrijdigheden. Soms hadden de meisjes niet hetzelfde visioen, maar wanneer dat wel zo was vertelden ze allen exact hetzelfde.
Sind het begin van de maand juli namen de visioenen van de kinderen in aantal toe, zodat ze zelfs meerdere keren per dag gebeurden. Soms gebeurde het s morgens, soms s avonds. Gedurende een lange periode was het gewoonlijke tijdstip van de verschijningen tussen 19u en 21u. Daarna gebeurde het s nachts, soms zelfs tot 5u s morgens. Ook de lengte van de verschijningen varieerde. Soms duurde het slechts twee tot vijf minuten, maar dit gebeurde zelden en dan gaf de Maagd enkel informatie over de verschijningen zelf zoals: Vandaag kom Ik niet, of om te zeggen hoe laat de verschijningen zou plaatsvinden. Maar meestal duurden de verschijningen toch wel een half uur of langer.
Als de kinderen in extase waren hadden ze de indruk dat de tijd stil stond. Heel dikwijls, na een uur extase, riepen de kinderen uit: Ga niet weg. Waarom ga je zo vlug weg? Je bent hier nog maar een minuut. Wat? Zo lang? Ik dacht dat het maar een minuut was. Ondanks de moeilijke posities, ondanks het lang neergeknield zitten op scherpe stenen, hadden ze steeds de indruk dat de verschijning heel kort had geduurd en dat ze uitgerust waren. Ze toonden geen enkel teken van vermoeidheid.
De moeder van Maria Cruz zei het volgende : Op een dag was hier een man uit Madrid en hij zei tegen mijn dochter: Als je nu de dingen doet die je tijdens de extase doet zal ik je huis ombouwen tot een chalet en zal ik je een auto kopen. Maria Cruz trok haar schouders op. Maar ik zei: Hoe kan ze dat doen? Het is onmogelijk om dat opnieuw te doen. En niemand kan het doen. Denk je dat een persoon twee en een half uur dezelfde positie kan aanhouden? En wie kan met zijn knieën op een scherpe steen vallen zonder zich pijn te doen, zoals ze eens gedaan heeft? Ze is drie kwartier op die steen blijven zitten. Ik kan je verzekeren dat Maria Cruz niet doet alsof..
Het verhaal van Ramon gaat verder: Doordat ze geconfronteerd werden met nieuwsgierige en opdringerige mensen besloten de ouders om hun deuren gesloten te houden en de kinderen binnen te doen blijven. De Maagd zei hen te gehoorzamen en dat Ze ondanks alles toch zou blijven komen. Vanaf 3 augustus vielen de meisjes steeds meer neer in trance; soms alle vier tesamen; soms een paar van hen; soms enkel één. De houding die ze hierbij aannemen zijn zoals die van een mooi standbeeld. Ze hebben nooit een ongepaste of onfatsoenlijke houding aangenomen. Ze konden minutenlang op de grond liggen of soms slechts een ogenblik.
Er kunnen twee groepen onderscheiden worden in deze verschijningen. De toeschouwers en de jonge meisjes. De toeschouwers konden de meisjes zien, hun houding, hun gelach, hun bewegingen, enz.. maar ze konden de verschijning niet zien. De meisjes zagen en hoorden de verschijning maar ze zagen de toeschouwers niet en waren zich ook niet bewust van hun aanwezigheid. Tijdens de extases zagen de meisjes elkaar, maar als één van hen uit extase kwam konden de meisjes die nog in extase waren dat meisje niet meer zien. Als dat meisje terug in extase ging, konden de anderen haar terug zien. Er was echter ook een soort tussenliggende zone. Vanaf september zag men dat de meisjes die in extase waren, contact konden leggen met de meisjes die niet in extase waren. Bijvoorbeeld als Jacinta in extase was kon ze communiceren met Mari Cruz, Loli en Conchita, die niet in extase waren. Het contact werd gelegd door vragen die enkel mentaal gesteld konden worden.
Naast deze manier van vragen en antwoorden was er ook een andere manier van communicatie. Het meisje dat in extase was bleef soms heel stijf staan, alsof ze verlamd was. Het had geen zin om de positie van haar gezicht, handen, armen,enz.. proberen te veranderen. Ze bewoog niet. Maar het was niet onmogelijk voor de andere meisjes die niet in extase waren. Zij konden de positie van het meisje in extase veranderen waarbij voor hen de enorme stijfheid die de toeschouwers vaststelden in grote flexibiliteit veranderde.
Sommige reflexen verdwenen tijdens de extase, anderen verzwakten alleen maar. De ogen leken dood te zijn, zonder zicht; maar naarmate de verschijningen toenamen leek er een schittering in de pupillen te komen. Soms weenden de kinderen tijdens de extase, en tranen liepen over hun gezicht. Dit gebeurde wanneer ze in extase dingen te horen en/of te zien kregen en waarbij ze zeiden: Oh! Vergiffenis! Vergiffenis! Genade! Ah, Laat ons dat niet meer doen. Ja, laat ons het hen vertellen. Op een keer kwamen de kinderen uit extase met tranen in hun ogen en ze zeiden dat de Maagd Haar beklag had gedaan over de oneerbiedigheid van de mensen in de kerk. Een andere keer gebeurde hetzelfde en de kinderen verklaarden dat Eerwaarde Luis hen had verteld dat de toeschouwers niet rustig waren en dat ze op mekaar gingen staan. En de meisjes zeiden dat, omwille van de chaos, de Maagd vroeger vertrok.
09-09-2008
12. Serieuze woorden
4 juli 1961 Het leven in het dorp ging door zoals altijd. Maar er was één belangrijke verandering: de dorpsbewoners gingen elke dag meer en meer geloven. De vreemdelingen die in het dorp kwamen waren enorm enthousiast en vertelden het aan iedereen, wat nog tot een grotere toestroom van mensen leidde.
Conchita: De avond viel op die 4de juli, de derde dag dat de Maagd zou verschijnen. Er waren heel veel mensen waaronder priesters. Om 18u werd in de parochiekerk de rozenkrans gebeden en op dat moment kregen we de eerste oproep. De kerk zat helemaal vol en rond het altaar stonden een dozijn priesters en fotografen die alles op foto vastlegden. Toen de rozenkrans beëindigd was hadden we twee oproepen gekregen en we renden naar de cuadro, en de mensen liepen ons achterna. Maria Cruz en ik waren iets eerder in de cuadro dan Loli en Jacinta. De mensen zeiden dat we niet transpireerden, hoewel we hard gerend hadden, terwijl de mensen zelf buiten adem waren en transpireerden. Iedereen was verbaasd. Maar het was alsof de Maagd ons had gedragen!
Volgens getuigen liepen de meisjes zo snel dat het onmogelijk was om hen te volgen toen ze de derde oproep gekregen hadden. Daarom zei Conchita terecht dat de Maagd hen gedragen had. Daardoor voelden ze zich niet moe en transpireerden ze ook niet of waren ze niet buiten adem.
De verschijning van 4 juli was heel belangrijk omwille van de verklaringen van de Hemelse Verschijning.
Conchita: De Maagd lachte zoals gewoonlijk. En het eerste dat Zij tegen ons zei was: Maria: Kennen jullie de betekenis van het opschrift dat de engel met zich meedroeg? Conchita: We antwoordden allen samen: Nee, dat weten we niet.. Maria: Het bevat een boodschap die ik jullie zal uitleggen zodat jullie ze op 18 oktober aan de mensen kunnen vertellen. Conchita: En Ze vertelde het ons.
De boodschap bleef het geheim van de meisjes tot 18 oktober. We bespreken dit dan ook wanneer we die datum in het verhaal bereikt hebben.
Het is opvallend hoe de Hemel zich aanpast aan de capaciteiten van jonge meisjes die amper onderwijs hebben gehad maar toch een zekere mate van intelligentie bezitten. Beetje bij beetje worden ze eerst voorbereid op wat ze zullen leren en ervaren. Het begint met de schitterende figuur van een engel die van grote betekenis is voor de ziensters, zelfs zonder te praten; een engel die tekenen geeft waarmee hij de aandacht vestigt op wat hij wil zeggen. Hier wordt dan nog het mooiere beeld van Maria met de twee engelen en het Mysterieuze Oog aan toegevoegd. Dan komen de woorden; een paar belangrijke woorden die voor altijd in de zielen van de meisjes zullen gegrift staan, zelfs al begrepen ze die woorden niet. Conchita getuigt hiervan in haar dagboek waarin ze schrijft dat de Maagd haar de boodschap op 2 juli vertelde maar pas later, op dinsdag 4 juli zou ze die boodschap beginnen begrijpen. Ze vertelde het ons de eerste dag, maar we begrepen het niet. Ze hoorden de woorden zonder in staat te zijn om de inhoudelijke betekenis te begrijpen. De verklaringen worden nu eindelijk gegeven.
Hoofd van politie Juan Alvarez Seco, die ooggetuige was, verklaarde: De ziensters waren in de cuadro, in extase, heel serieus en volledig geabsorbeerd in wat de Maagd hen aan het leren was. Er liepen tranen over hun wangen. Ook bij de toeschouwers. Toen de extase voorbij was spraken de meisjes met Eerwaarde Valentin en hij zei tot de menigte: De Maagd heeft aan de meisjes een boodschap gegeven die ze momenteel niet mogen verklappen, niet aan de parochiepriester, noch aan hun ouders, noch aan de bisschop.
Nadat de Maagd de kinderen op kinderlijke wijze had toegesproken en hun verzoekjes had ingewilligd, bracht Zij eindelijk serieuze zaken naar voren. Maar toch past Zij zich hiervoor ook aan haar kleine leerlingen aan. Met een oneindige liefde en geduld komt ze om eerst hen instructies te geven, en door hen de rest van ons:
- door hen kleine lessen te geven die zij kunnen begrijpen - door lessen af te wisselen met kussen, glimlachjes en zelfs spelletjes - door Zichzelf in het dagelijkse leven van de meisjes te plaatsen, door naar hun gesprekken te luisteren die banaal en onbelangrijk leken en tijdverlies lijken voor iemand zo groots als de Moeder van God.
Dit is een interview met Jacinta, veertien jaar na de gebeurtenissen:
Vraag: Verklaarde de Maagd onmiddellijk wat jullie in het opschrift van de Engel gezien hadden? Jacinta: Ja, vanaf de eerste dagen. Vraag : En gaf ze jullie instructies tijdens Haar bezoekjes? Jacinta: Ja, alles wat ze zei was bedoeld om ons iets te leren. Vraag : Jullie vertelden haar veel zaken die onbenullig leken, behalve voor jullie zelf. Hoe reageerde Zij daarop? Jacinta: Ze luisterde met een aandacht, geduld en goedheid naar ons die ik nu pas kan begrijpen. Vraag : Gebruikte Zij wat jullie zeiden als basis om jullie dingen te leren? Jacinta: Heel dikwijls! Vraag: En wat was volgens jou het eigenlijke nut van de gesprekken met de Moeder van de Hemel? Anders gezegd, wat leerde je uit deze gesprekken? Jacinta: Wat de anderen betreft weet ik niet. Maar voor mezelf, wat me het meest aangreep was de noodzakelijkheid van onderwerping en gehoorzaamheid aan onze ouders en meerderen zoals priesters, leiders, enz.. Vraag: Kwam Ze tijdens de verschijningen enkel voor jullie, of eerder voor de Kerk en de wereld? Jacinta: Voor de Kerk en de wereld, zonder twijfel! Vraag : Het blijkt dat Zij geheimen onthulde. Gingen die over je persoonlijke toekomst? Jacinta: Ze antwoordde nooit toen we Haar daar vragen over stelden. Vraag : Toen ze jullie dingen over de toekomst voorspelde, verwijzend naar de Kerk en de wereld . Behalve de Waarschuwing en de Kastijding, kan je me er nog andere vertellen? Jacinta : Nee, ik kan niets zeggen want we moeten het geheim houden. Vraag : Wat bedoelde Zij toen Ze zei : Ze zullen geloven. Ze zullen geloven toen jullie Haar vroegen om een wonder te doen zodat iedereen overtuigd zou zijn? Jacinta : Ik weet het niet. Ik kan alleen maar zeggen dat ze ons dit dikwijls gezegd heeft.
Ja, Ze verlaagde Zichzelf tot op ons niveau en kwam onder ons wonen. Ze handelt in alles zoals een moeder die niet gehaast is wanneer het op zaken aankomt die haar kinderen aanbelangen. Ze verlangt dat Haar kinderen zouden geloven en verbeteren, dat ze de juiste weg zouden inslaan en verder gaan dan hun onvolwassenheid, zwakheid en zielig gebrek aan wederzijds begrip. Zij is de Zetel der Wijsheid die vanuit Haar kathedraal in Garabandal tot iedereen spreekt:
Hoe lang nog, onnozele kinderen, hechten jullie aan je onvolwassenheid, willen jullie, spotters, blijven spotten, haten jullie, dwazen, kennis? Luister, neem mijn berispingen ter harte, dan stort ik mijn geest over jullie uit, dan laat ik jullie delen in mijn wijsheid.
(Spreuken 1:22-23)
08-09-2008
Gelukkige verjaardag!
Vandaag, 8 september vieren we de geboorte van Maria, Onze Hemelse Moeder. De datum van 8 september is ontleend aan traditie.
Vanaf morgen neemt het verhaal over Garabandal een andere vorm aan. We bekijken de verschijningen niet meer dag per dag, dit zou het verhaal té lang maken.
07-09-2008
11. De mysterieuze oproepen
3 juli 1961 Uiteraard gingen de eerste gedachten van de meisjes bij het ontwaken op die maandagmorgen direct naar de Maagd en ze haastten zich naar de plaats waar Zij verschenen was. Conchita: We waren heel blij dat we onze Hemelse Moeder gezien hadden. Het eerste dat we maandagmorgen deden was naar de cuadro gaan bidden. Alleen wij met ons vieren.
Samen en alleen. De dorpsbewoners hadden veel te doen. Ze moesten naar afgelegen velden reizen. De meisjes moesten hetzelfde doen. Hoewel, sinds de gebeurtenissen van de vorige avond moeten ze begrepen hebben dat het gebed niet zomaar één van de dagelijkse bezigheden was. Het zou het belangrijkste moeten zijn en het verdiende hun grootste aandacht.
Samen alleen. Onder de blauwe zomerhemel, omringd door stilte en rust. Wat een mooi ochtendgebed! Conchita: Na het gebed in de cuadro gingen we terug naar huis om te doen wat onze ouders ons hadden opgedragen. En dan gingen we naar school. In de klas zagen we onze schooljuffrow Serafina Gomez. Ze begon te wenen en kuste ons en zei : Wat een geluk hebben jullie .etc... Toen we de klas verlieten praatte iedereen over hetzelfde. Iedereen was zeer onder de indruk en blij. En ze geloofden. En onze families ook. Lolis vader Ceferino zei: Er is nooit zoiets gebeurd.
De ouders van Mari Cruz deelden niet in hun enthousiasme. Wat de familie van Conchita betrof : Mijn moeder geloofde zonder enige twijfel. We hebben die zondag heel veel gepraat.
"Op hetzelfde uur als de dag ervoor zeiden onze families dat we de rozenkrans moesten gaan bidden in de cuadro. En we zeiden : We werden nog niet geroepen. Ze vroegen: Maar hoe worden jullie geroepen?. En we antwoordden dat het als een inwendige stem was, we hoorden het niet met onze oren, en we werden niet bij onze naam genoemd. Het is een VREUGDE (1). Er zijn drie oproepen. De eerste is een heel kleine vreugde. De tweede is wat groter. Bij de derde worden we heel opgewonden en voelen we een grote gelukzaligheid. En dan komt Ze. Na de tweede oproep rennen we al naar buiten, naar de plaats van de verschijning. Als we na de eerste oproep zouden gaan zouden we lang moeten wachten, want tussen de eerste en tweede oproep is een lange wachttijd.
Hier maken we voor het eerst kennis met een verbazingwekkend en ongewoon fenomeen dat eigen is aan Garabandal: de interne oproepen van de zieners. Eerwaarde Ramon Maria Andreu zegt hierover: Het fenomeen van de inwendige oproepen waaruit de extasen voortkwamen gebeurden als volgt. Ze zeiden dat er altijd drie oproepen waren. Deze konden op hetzelfde moment plaatsvinden als ze samen waren; of ze konden op hetzelfde moment plaatsvinden als ze niet samen waren; of ze konden op een verschillend moment plaatsvinden zelfs als ze samen waren; ze konden bij alle vier plaatsvinden, of enkel bij één of bij een paar van hen. Het woord oproep werd door de meisjes zelf gebruikt die zeiden: Vandaag deed de Maagd geen oproep aan mij. Vandaag deed ze een oproep aan mij. Ik heb al één oproep gekregen . Het is niet eenvoudig om de aard van de oproepen te beschrijven. De meisjes omschreven ze als een innerlijke vreugde, een duidelijke vreugde die altijd aanwezig was. Het was alsof de Maagd in de eerste oproep zei: Jacinta! en in de tweede: Jacinta, kom! en de derde: Jacinta, ren, ren, ren!. Maar zonder hoorbare woorden. De kinderen verborgen de oproepen en als men hen hier niet om had gevraagd of de kinderen ze in sommige gevallen niet spontaan hadden vernoemd, zouden ze niet zijn opgemerkt.
Conchita: We vertelden onze families over de oproepen. Ze waren verbaasd vermits ze dit nooit hadden gezien of gehoord! Na ons gesprek met hen kregen we een oproep en we vertelden het hen. We waren alle vier tesamen. Er waren heel wat mensen bij ons en sommigen geloofden het niet, misschien omdat ze er voor de eerste keer bij waren. Ze spraken met Eerwaarde Valentin en stelden voor om twee van ons in Lolis huis te zetten en de andere twee in mijn huis. En Eerwaarde Valentin vond dit een goed idee.
En zo geschiedde, Loli en Jacinta werden in Lolis huis gezet, Conchita en Mari Cruz in Conchitas huis.
Conchita: Ze scheidden ons om te zien of we alle vier op hetzelfde moment zouden samenkomen. En na een half uur kregen we de tweede oproep. En we kwamen alle vier op hetzelfde moment aan in de cuadro. En de mensen waren verbaasd. Zodra we in de cuadro waren verscheen de Maagd met het Kindje Jezus, maar zonder de Engelen. De Maagd glimlachte, en het Kindje ook. En het eerste wat we zeiden was: Waar zijn Sint Michaël en de andere Engel?. En de Dame glimlachte nog meer. De mensen en onze ouders hadden ons voorwerpen gegeven die we aan de Maagd moesten geven om ze te kussen. En Ze kuste ze allemaal. Vermits we graag spelletjes speelden met het Kindje Jezus, raapten we keitjes op. En ik stopte ze in de zoom van mijn kleed, Loli stak de hare in haar mouwen en Jacinta gaf ze aan Hem. Maar Hij nam ze niet. Hij lachte alleen maar. De Dame vertelde ons heel veel. Maar we mochten er niets over zeggen.
Er vallen hier veel verbazingwekkende zaken op:
1. Het miraculeus samenvallen van de tijdstippen van de oproepen bij de vier kinderen, ondanks dat ze niet allemaal bij mekaar waren.
2. Het feit dat de engelen, die hun missie hadden volbracht om de weg voor te bereiden en de Dame de eerste keer te begeleiden, zich hadden teruggetrokken zodat alle aandacht kon gericht worden op de persoon waar het echt om draaide.
3. De aanwezigheid van de toeschouwers die meer toenadering zochten tot de aanwezigheid van Maria door Haar voorwerpen aan te bieden die Ze kuste zodat zij ze later konden koesteren als zoete afstraling van Haar moederlijke welwillendheid.
4. De normale reactie van de kinderen tegenover een mooi Kind, door het spelen van spelletjes om hun affectie voor Hem te tonen.
Maar wat meer aandacht verdient is : De Dame vertelde ons heel veel alhoewel Ze de kinderen niet toeliet om te herhalen wat Ze gezegd had, voorlopig toch niet. Ze verdroeg veel kinderachtige dingen van de zieners. Welke moeder zou dat niet doen? Maar ze verheft hen boven hun kinderlijke manier van handelen. Ze is niet zomaar gekomen. Ze is ook niet gekomen om haar vriendelijkheid te tonen door het verlenen van een aantal gunsten zoals het kussen van voorwerpen. Bovenal is ze gekomen om te helpen en de weg te wijzen, niet volgens onze ideeën of plannen, maar volledig volgens de plannen van God. Daarom sprak ze over veel dingen die avond. Daarom zou ze blijven spreken op vele andere avonden. Bepaalde zaken, die iedereen of vele mensen aanbelangden, zouden op het gepaste tijdstip bekend gemaakt worden; andere zaken zouden voor eeuwig persoonlijke geheimen blijven voor de zieners.
Op die maandag, de tweede verschijning van Maria, Koningin en Moeder, hadden de oproepen voor de eerste keer plaatsgevonden. En er gebeurde nog iets dat nog nooit was gebeurd in de geschiedenis van de Katholieke Kerk en dat daarom uniek zou worden voor Garabandal. De kussen van genade!
We hebben reeds gezien dat Conchita zei: De mensen en onze ouders hadden ons voorwerpen gegeven die we aan de Maagd moesten geven om ze te kussen. En Ze kuste ze allemaal. Doorheen de loop van dit verhaal zullen nog veel voorbeelden naar voor komen van de Maagds verborgen vrijgevigheid. Om dit beter te begrijpen kijken we naar de getuigenis van Eerwaarde Ramon Maria Andreu en het verslag dat hij drie maanden na het begin van de gebeurtenissen in Garabandal had geschreven:
Stenen waren ook een veel voorkomend voorwerp in de visioenen van de kinderen. Het waren kleine stenen, de grootte van een bonbon. Ze raapten ze van de grond terwijl ze in extase waren of soms brachten ze ze op voorhand mee. Ze gaven ze aan de Maagd die ze kuste, en daarna gaven ze de stenen aan de mensen als geschenk of teken van vergeving. Het werd meermaals opgemerkt dat de Maagd zelf de kinderen om meer stenen vroeg. De Maagd wist ook welke stenen Zij reeds gekust had. Op een dag had één van de kinderen een pot met stenen zodat de Maagd ze kon kussen. Toen ze één ervan aan de Maagd wou geven om te kussen zei het meisje: Wat? Welke werd reeds gekust? Oh! Die is van André!.
Het was een bewezen feit dat, ondanks de massa voorwerpen die de kinderen door de Maagd hadden laten kussen, de kinderen nooit een fout maakten toen ze de voorwerpen aan de juiste persoon teruggaven. En ze deden dit met hun gezicht naar omhoog geheven, zonder de mensen te zien en soms stonden de mensen zelfs achter hen of bleven ze opzettelijk op een afstand. In al deze gevallen was het duidelijk dat iemand de handen van de kinderen stuurde.
Maar de Maagd kuste niet alleen steentjes en religieuze voorwerpen. Ze kuste ook voorwerpen die niet geschikt leken voor Haar lippen. Een bevestigd verhaal hierover is het volgende: Op een dag was Conchita in de keuken van haar huis terwijl ze wachtte op het moment van de verschijning. Er waren heel wat mensen bij haar. Op een tafel lagen de voorwerpen die ze aan de Maagd ging geven om te kussen. Iemand had er een poederdoos van een dame bij gelegd. Conchita en de aanwezigen aanvaardden dit niet. Hoe zou de Maagd een voorwerp kunnen kussen dat enkel dient voor ijdele doeleinden? Maar, de poederdoos bleef liggen. Op het moment van de extase zagen de aanwezigen tot hun verbazing dat het meisje, zonder er naar te kijken, als eerste voorwerp de poederdoos nam en ze aan de Maagd aanreikte. Onder de aanwezigen waren er ongetwijfeld gemengde gevoelens: verrassing en twijfel. Was het wel echt de Maagd die verscheen? Men dacht niet dat Zij zon voorwerp zou kussen. Zodra de extase voorbij was vroeg men Conchita om een verklaring hiervoor. En ze zei dat de Maagd onmiddellijk de poederdoos had gevraagd om te kussen en dat Ze zei dat het iets was dat aan haar Zoon toebehoorde. Het meisje wist niet meer te vertellen. Maar de persoon die de poederdoos had meegebracht wist er meer van en verklapte het geheim: Tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936 1939) toen priesters geëxecuteerd werden en moesten onderduiken was de poederdoos gebruikt geweest om de Hosties voor de Communie rond te brengen, en vooral naar de gevangenen die geëxecuteerd gingen worden. En aldus had het als pyxis (2) gediend.
Naast religieuze voorwerpen waren er waarschijnlijk het meest huwelijksringen die als voorwerp gekust werden. Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom de Maagd deze voorwerpen kuste. Er heerst een grote crisis binnen het gezinsleven. Onder niet-Katholieken zijn echtscheidingen in een alarmerend tempo gestegen. Maar zelfs in Katholieke gezinnen gebeurt het meer en meer. De Maagd kwam niet alleen voor Garabandal, of niet alleen voor Spanje. Ze kwam voor al haar kinderen en als er waren die bekeerd moesten worden omwille van het kwaad dat ze gedaan hebben, dan waren er ook anderen die gewaarschuwd moesten worden zodat ze niet in hetzelfde kwaad zouden vervallen. Met Haar kus gaf de Maagd op voorhand aan wat de Kerk wou voorkomen en later zou verkondigen in het document Gaudium et Spes (3).
In verband met de kussen van de Maagd zijn er twee belangrijke zaken:
Ten eerste is er een bevestiging. Het is zeker dat Conchita meer dan eens in de naam van de Maagd gezegd heeft: Jezus zal wonderen doen, voor en na het Grote Wonder (4), door middel van voorwerpen die door Haar gekust werden. En de personen die deze voorwerpen in geloof gebruiken zullen in dit leven het vagevuur ondergaan.
Ten tweede is er een anekdote die ons helpt begrijpen dat deze kussen enkel toegeschreven werden aan Marias moederlijke rol. Het gebeurde jaren later op 18 juni 1965, een belangrijke datum in de geschiedenis van Garabandal. Op die dag was het dorp bedolven onder een stroom van vreemdelingen die aanwezig wilden zijn op een speciale verschijning die in december van het voorgaande jaar was aangekondigd. Eén van deze vreemdelingen, die zonder twijfel geen gekust voorwerp bezat en er één wou, overhandigde een rozenkrans aan Conchita. Het meisje dat wist dat op die dag enkel de H. Michaël ging komen wou het niet aanvaarden en zei tot de man:
Conchita: De engel kust niet Man : Waarom niet? Conchita lachte en zei: Alleen de Maagd kust. De Engel is daar niet de geschikte persoon voor.
Toelichting: (1) Hier probeert Conchita ons in haar povere woordenschat uit te leggen wat geen menselijke tong op gepaste manier kan uitdrukken. Ze slaagt er niet in om ons te vertellen wat deze oproepen eigenlijk zijn; ze informeert ons zo goed ze kan over het effect dat ze hebben. Het gaat hier om een directe communicatie tussen God en de ziel, zonder tussenkomst van tekenen of woorden.
(2) Doosje waarin de Hostie naar een zieke wordt gebracht.
(3) Een document van het Tweede Vaticaans Concilie van 7 december 1965. Eén van de belangrijkste teksten is de definiëring van het huwelijk. Het wordt niet langer omschreven als een contract maar als een verbond, een intieme gemeenschap van leven en van echtelijke liefde.
(4) Komt in een latere aflevering ter sprake
06-09-2008
Tot morgen!
Jammer, geen verhaal vandaag. Maar morgen zijn we er weer! En vergeet niet.... volgende maandag is het een heel speciale dag!
05-09-2008
10. Moeder en lerares
Conchita schreef in haar dagboek : We keken naar Haar terwijl we de rozenkrans baden. En ze bad samen met ons om ons op de juiste manier te leren bidden.
Het eenvoudig bidden van de rozenkrans wat vandaag de dag zo onderschat wordt, heeft een buitengewone en mysterieuze kracht om zielen via Maria naar God te leiden; het verkrijgt van Hem alle genaden die de wereld nodig heeft. We proberen ons voor te stellen dat we naar de Maagd luisteren die samen met de jonge meisjes het Onze Vader en het Glorie Zij de Vader bidt. Alles was een gebed van liefde, van lofzang en van smeekbedes. Toen de Maagd het Ave Maria bad met de kinderen was dit volgens Conchita niet enkel een oefening om te leren bidden, maar ook een opdracht. De vier meisjes hadden, net zoals andere kinderen en zelfs de volwassenen, de slechte gewoonte gehad om snel te bidden, zonder de woorden goed uit te spreken. Maria toonde hen dat men zo niet tot God zou mogen spreken. Achteraf, toen de meisjes hun les geleerd hadden, begeleidde de Maagd hen nog enkel bij het zeggen van de Gloria (Eer aan God in den hoge ).
Conchita: Toen we de rozenkrans gebeden hadden zei Ze dat ze ging vertrekken. En we zeiden dat ze nog een beetje moest blijven omdat ze nog niet lang bij ons was. En Ze lachte en zei dat Ze op maandag zou terugkeren. Dan vertrok ze, wat ons droevig stemde..
Dit verbaast ons niet. In Hemelse tijd gaat alles vlug voorbij maar in de duisternis van de hel gaan de uren langzaam.
Conchita: Toen Ze weg was kwamen de mensen ons omhelzen en vroegen ze ons wat Zij gezegd had. Een aantal mensen geloofden niet dat we zoveel gepraat hadden. Hoe kon de Maagd zoveel met ons praten en luisteren?
Wij mensen hebben altijd de gewoonte om onze zwakke opvattingen op alles toe te passen, zelfs als het zaken van God betreft. Hoe konden ze zeggen dat de kinderen teveel gepraat hadden! Alsof God en de Maagd arrogante personen zijn waar men enkel heel formeel en met veel protocol naartoe kan gaan om enkel over serieuze zaken te praten (1).
Zie Jesaja 55:8-9 : Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet Mijn wegen. Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan Mijn wegen jullie wegen te boven, en Mijn plannen jullie plannen.
En Matteüs 11:25 : In die tijd zei Jezus ook : Ik loof u, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld.
Conchita: Maar de meerderheid geloofde, want ze zeiden dat het was zoals een moeder die haar dochter lange tijd niet gezien had, en haar alles te vertellen heeft. Dus ons, die Haar nooit hadden gezien, had ze zoveel te meer te vertellen. Trouwens, ze is onze Moeder in de Hemel. Ze brachten ons naar de sacristie en een priester, Francisco Odriozola (2) ondervroeg ons één voor één. En achteraf vertelde hij de mensen wat wij gezegd hadden. Zo eindigde deze zondag 2 juli. Een heel vrolijke dag want we hadden de Maagd voor het eerst gezien. Maar wij zijn altijd bij Haar, wanneer we maar willen.
Conchita had haar dagboek die dag niet beter kunnen beëindigen. Zij is altijd bij ons. En wij kunnen bij Haar zijn, wanneer we maar willen. Door geloof en liefde, door toewijding en navolging. Niets is belangrijker dan dat, zelfs belangrijker dan de verschijningen zelf, die zinloos zouden geweest zijn als ze ons niet naar die bestemming zouden leiden.
Gezegend zijt Gij die geloofd heeft, werd tegen Maria gezegd bij het Bezoek (Lukas 1:45). Wij, haar kinderen, bewijzen haar weinig lof als we niet, boven alles, naar het geloof streven.
2 juli 1961 De dag van de Heer, zondag. De dag van een nieuw Bezoek door de Maagd.
Nu nog wordt elk jaar te Lourdes op 11 februari in nagedachtenis van de 2de juli in Garabandal gezegd: Vandaag verscheen de glansrijke Koningin van de Hemel op aarde. Vandaag bracht ze Haar volk woorden van verlossing en tekenen van vrede. Vandaag vieren de engelenkoren en de gelovigen, jubelend van vreugde, haar Onbevlekt Mysterie.
Toelichting: (1) Sinds het begin was dit één van de voornaamste redenen waarom bepaalde intellectuelen tegenstanders waren van de gebeurtenissen te Garabandal: de lengte en de kinderlijkheid van de gesprekken die de ziensters met hun onzichtbare gesprekspartners hadden. Hoe kan men beweren dat kinderzaken van minder belang zijn dan volwassenenzaken in de ogen van God?
(2) Deze priester was afkomstig uit Santander, later werd hij Kanunnik van de kathedraal. Hij zou één van de personen worden die het meest betrokken waren in het onderzoek naar Garabandal. Zijn naam zal altijd verbonden zijn met de geschiedenis van deze gebeurtenissen.
04-09-2008
9. Zoals Jij zijn er geen twee.
Conchita had in haar dagboek een beschrijving van de H. Maagd genoteerd :
De Maagd verschijnt in een wit gewaad, een blauwe mantel en een kroon van gouden sterren. De voeten zijn onzichtbaar, de handen zijn geopend en aan de rechterhand hangt een scapulier:het scapulier is bruin.Haar haar is lang, donker en kastanjebruin van kleur, golvend met een scheiding in het midden. Het gezicht is wat lang evenals de neus die heel fijn is. De mond is heel mooi met volle lippen. Haar gezicht is gebruind, maar veel lichter dan dat van de engel. Anders. De stem, heel mooi, een ongewone stem. Ik kan het niet uitleggen. Er is geen enkele andere vrouw die op de Maagd lijkt, niet van stem of wat dan ook. Soms draagt Ze het Kindje in Haar armen. Hij is heel klein zoals een pasgeboren baby, met een rond gezicht, dezelfde kleur als de Maagd. Hij heeft een heel kleine mond en halflang haar. Hij is in een soort blauwe tuniek gekleed.
Rekening houdend met de beperkte uitdrukkingsmogelijkheden van een jong meisje uit een afgezonderd dorpje kunnen we stellen dat de beschrijving verbazend is. Het visioen moet echt heel wonderbaarlijk geweest zijn dat ze zon uitgebreide beschrijving geeft. Het is begrijpelijk dat de menselijke taal niet geschikt is om zon wonderbaarlijke dingen die zo ver buiten onze ervaringen liggen te beschrijven : Ik kan het niet uitleggen. Er is geen enkele andere vrouw die op de Maagd lijkt, niet van stem of wat dan ook..
De kinderen van Garabandal kunnen praten over hoe het haar van de Maagd er uit zag, over de kleur van Haar kledij, de positie van Haar handen, enz.. maar ze kunnen ons nooit de volledige bevalligheid van Haar persoon, de charme van Haar glimlach, de straling van licht in Haar verschijning, de hemelse melodie in Haar stem, de pracht van Haar goedheid, Haar puurheid of Haar liefde beschrijven. Een uniek wezen waarin de natuur en de gratie maximaal verenigd zijn en van Haar een onovertrefbaar wonder van perfectie maken. Geen wonder dat Zij beschouwd wordt als het beeld van het Paradijs en dat de uren samen met haar voor de zieners als minuten leken, en dat de plaats waar de verschijningen het meeste plaatsvonden een stukje hemel genoemd werd.
Om de ontmoeting van de kinderen van Garabandal met de Koningin en Moeder van de Hemel beter kunnen voor te stellen, volgt hierna een verklaring van Isabel de Daganzo, een schilderes uit Santander:
Dit is een samenvatting van mijn gesprekken met Conchita van 7 tot 15 november 1967. Met haar hulp, en die van de Allerheiligste Maagd wou ik iets schilderen dat de hemelse scènes goed zou voorstellen. Ik toonde Conchita verschillende sketches waaronder één van Onze Lieve Vrouw van Garabandal. Ze had mij vroeger al geholpen om deze te maken. Hieruit ontstond het schilderij dat heden in de Kapel van de H. Michaël te Garabandal vereerd wordt en waarvan een massa kaartjes werden gemaakt die over gans de wereld zijn verspreid..
Conchita: Je Maagd is goed, maar je moet de mantel gratieuzer maken. Er waren geen wolken, alleen licht. Soms lachte Ze zodat dat haar tanden zichtbaar waren. Haar haar was meer golvend. De bloemen op haar gewaad waren in wit geborduurd. Het scapulier bestond uit één stuk en was iets groter..
Isabel: Wat betekende het oog in de eerste verschijning? Was het zoals dit? (ik maakte een tekening).
Conchita: Nee, het had niet zon vorm. Het was een normaal oog, met wimpers, bruin van kleur. En ik weet niet wat het betekende. Het was één groot licht en het helderste licht was hier. (Conchita maakte een schets en zonder aarzelen wist ze de exacte afstand tot de Maagd aan te duiden).
Ze voegde er nog aan toe : Er gebeurde heel veel tijdens de verschijning die dag. Er was onder andere een regen van sterren. Wij, Loli, Maria Cruz, Jacinta en ikzelf zagen het.
Isabel: Waar kwamen de sterren vandaan? Uit Haar handen?
Conchita: Nee, nee, ze kwamen van boven, alsof het regende.
Isabel : Eén van mijn schilderijen was de Maagd bovenop een rode wolk, ik had dit ooit in een boek gelezen.
Conchita: We hebben de Maagd nooit op een rode wolk gezien. Op een dag, toen we niet in extase waren, was er wel een rode wolk die ons alle vier bedekte en ons bang maakte.
Isabel : Een ander schilderij toonde de Dame bovenop een ster met een lange staart, met de vier ziensters op hun knieën aan Haar voeten.
Conchita: Ja, op een keer kwam er een heldere ster met een lange staart voorbij, maar ze passeerde, ze stopte niet aan de voeten van de Maagd. En we waren niet met vier, alleen Loli en ik. Dat was op de feestdag van Onze Lieve Vrouw van de Pilaar (1).
Op een ander schilderij stond Onze Lieve Vrouw omringd door engelen als de Koningin van de Engelen.
Conchita : Ik zag de Maagd niet omringd door engelen. Maar ik weet niet of de anderen Haar zo zagen..
Isabel : Hoe zegende en kuste de Maagd je? Op deze manier? (En ik toonde haar een ander schilderij)
Conchita: Ze zegende ons niet, maar ze kuste ons inderdaad wel. Ze daalde af naar onze hoogte. En als we Haar soms niet konden aanraken, tilden we mekaar op.(2)
De laatste vraag die Isabel aan Conchita stelde was: Is er iets dat ik zou kunnen schilderen dat angst zou kunnen veroorzaken?
Conchita: Nee. Wat ik gezien heb en wat angst zou kunnen veroorzaken is de Kastijding (3) en daar mag ik je niets over vertellen. Trouwens, verschrikking en angst zijn niet zo geschikt om zielen aan te moedigen.
Toelichting: (1) Toen Jakobus het evangelie verkondigde belandde hij rond 40 na Christus in Zaragossa in het Noordoosten van Spanje. De Spanjaarden moesten echter niet veel weten van de blijde boodschap, wat Jakobus triestig stemde. Toen verscheen de Maagd aan hem en Ze gaf hem een houten beeldje van Haar en een zuil in versteend hout. Ze zei dat hij ter ere van Haar een kerk moest bouwen en dat het beeldje en de zuil op het altaar geplaatst moesten worden. Vandaar de naam Onze Lieve Vrouw van de Pilaar. De feestdag is 12 oktober.
(2) Wat een Moeder hebben wij in de Hemel! Hoe ze met de allerhoogste zachtheid naar ons afdaalt om ons op te kunnen tillen zodat we minder ongelukkig zouden zijn.
(3) Eén van de straffen die de mensheid zal treffen. Dit komt later in het verhaal ter sprake.