Ik ben Frank Suys
Ik ben een man en woon in Bornem - Hingene (België) en mijn beroep is Trainer Aseptic mfg. bij Pfizer-Puurs.
Ik ben geboren op 11/11/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen.
Dit blog is een overzicht van 33 jaar in de wielersport.De zwarte tekst gaat terug van 1977 tot 2008, groen= 2009/2010
Het is goed om een doel te hebben, maar het is de reis, die uiteindelijk telt
28-11-2011
Na het einde komt een nieuw begin !!
Inderdaad, Na slechts één jaar van inactiviteit, ga ik er opnieuw aan beginnen !! Maar aangezien ik deze blog als afgesloten beschouw, begin ik ook daar met een nieuwe. Je kan het vervolg van deze "avonturen" volgen op:
Het zit er dus op ... Na 3 jaar te willen stoppen maar
niet kunnen, omdat afsluiten als het slecht gaat een wrange smaak geeft, is dit
een andere situatie. Want ook stoppen na een goed jaar (9 overwinningen, 7x
tweede, 8x derde) is niet gemakkelijk. Velen probeerde mij te overhalen,
begrepen het ook niet altijd. Je rijd nog zo goed, Wat ga je anders doen
met je vrije tijd ?, Je gaat snel dik worden , Tot volgend jaar . Allemaal
goed bedoelde uitspraken, en ja, overal zit wel wat waarheid in. Maar je moet
er toch eens mee stoppen ? En wanneer is het goede moment ? Ik had een doel (100
koersen winnen) en dat doel is bereikt. Moet je dan een nieuw doel stellen ? Of
woord houden en de fiets aan de haak hangen ? Er is toch nog iets anders in het
leven hé. Reizen, cinemaké, in de tuin werken, al is dat laatste nooit mijn
favoriete bezigheid geweest
We zien wel
Beste wielervrienden, het ga jullie goed. Have fun, wees
sportief, hou je recht en drink er eentje, of meer, na de koers. Ik volg jullie
nog wel via het Internet.
16 oktober 2010: 2e in Oosteeklo, laatste wedstrijd !
Oosteeklo, waar ik 7x de
overwinning behaalde, is mijn laatste wedstrijd geworden. Een wedstrijd ook
waar ik nog kunnen van genieten heb. Patrick Watteny (2e bij mijn
laatste overwinning in Stasegem) was immers reeds in de eerste ronde in de aanval
gegaan, samen met 7 C-renners. En al snel slaagden ze erin om naar de ABs te rijden
wat hen terughalen onmogelijk maakte. Maar het kon me eigenlijk niet schelen.
Ik kon nu op mn gemak van mn laatste wedstrijd uitrijden. Enkel een spurtje
voor de tweede plaats zat nog in mn gedachten. Ik was dit jaar een beetje
teveel geklopt in de spurt, dus daar moest ik vandaag nog iets aan doen. Ik zat
goed geplaatst maar toen de spurt in gang kwam ging ik direct naar de kop. Te
snel. Ik bleef doorgaan en viel gelukkig niet stil. Enkel C-renner Patrick
Vanmaekelbergh kon met nog net passeren, maar de Ds kon ik allemaal achter mij
laten. 2e in mijn laatste wedstrijd, daar kan ik gerust mee leven.
Hoe je van de hemel in de hel
kan belanden hangt dikwijls van kleine dingen af, waar je helemaal geen verhaal
tegen hebt.
Zo gebeurde het in dit
koersweekend. Zaterdag ging ik bij de LFT rijden. Met de bedoeling een 3 op 3
te halen en, net als vorig jaar, de sluitingswedstrijd van deze kleine, maar
zéér gemoedelijke wielerbond te winnen. Eén criterium waar de A, B en C-renners
samenreden. Wij (C-renners) waren dus de oudsten, bij de As zitten zelfs
verschillende Eliterenners, maar toch lieten we ons niet zomaar doen. Vooral
Patrick Watteny en ikzelf waren de oudjes die regelmatig mee in de ontsnapping
gingen. Enkel bij de laatste, en goeie, ontsnapping van twee renners hadden we
ons laten verrassen. Dus moesten we het in de sprint uitvechten. Toen ik
Patrick rechts zag zitten op het smalle padje naast een klinkerbaan, ging ik
mijn kans en begon mn sprint. Maar toen realiseerde ik me dat het nog ver was,
en hield weer in toen ik in tweede positie zat. Had ik niet mogen doen, want
dat gaf Watteny de kans om terug te komen. Toen Patrick Van Maeckelbergh dan de
spurt inzette ging ik mee. Ik bleef in zn wiel zitten, keek even links en
recht, zag geen Watteny en stak de hand op. Groot was dan ook mn verbazing toen
die na de meet twijfelde of hij één of twee was. Het werd dus nog even bang
afwachten, maar gelukkig viel het verdikt in mijn voordeel. Het verschil was
nog vrij ruim te noemen, maar voor hetzelfde geld had ik met de handen omhoog
pas tweede geweest. Blijven sprinten tot op de meet ! Men is nooit te oud om te
leren.
Categorie C:1. Frank SUYS; 2. Patrick Watteny; 3. Tony Taelman; 4. Luc Ameye; 5. Danny Carette.
9e seizoenszege, met de nummer 2: Patrick Watteny. (foto Georges Schepens)
Eén dag later had het
Provinciaal kampioenschap in Boom plaats. Dit zou mijn afscheid moeten worden:
10e seizoenszege, Provinciaal kampioen, en dat op een plaats waar
het voor mij allemaal begon, in Boom, bij de Rupelspurters. Een droomscenario !
En toen we de tweede ronde met 9
wegreden, leek deze droom werkelijkheid te worden. Aan de aankomst riep men af
dat twee renners in aanmerking kwamen voor de titel: Patrick Convents uit Boom
en ikzelf. Aangezien Patrick zeker niet traag is had ik besloten geen risicos
te nemen. De overwinning was niet belangrijk, de titel, die wou ik hebben. Aan de
meet bleef men maar herhalen dat 2 rennersvoor de titel streden, wat me ook duidelijk doorgegeven werd. Maar wat
gebeurde er ? Toen we de laatste ronde al in waren gegaan, kwam men plots tot
de ontdekking dat nog een derde renner in aanmerking kwam ! En net die renner,
waarschijnlijk de enige van de provincie die ik niet kende, liet ik de laatste
ronde, met 3 anderen wegrijden, me van geen kwaad bewust. De spurt voor de 5e
plaats won ik met gemak. Doel bereikt, titel binnen, Afscheid met een
hoofdletter. Tot ik terug naar de meet reed en men mij het ongelooflijke nieuws
vertelde. Dit kon toch niet.
Op het podium droop de
ontgoocheling van mn gezicht. De winnaar kon er natuurlijk niets aan doen,
maar ik was geklopt door een organisatorische blunder. Ik zou hem nooit laten
rijden hebben en ook hem zeker in de sprint geklopt hebben. Weg droom ! De
verontschuldigingen van de organisatie legde ik naast me neer. Daar had ik écht
geen boodschap aan. Het enige dat ze hadden kunnen doen was twee kampioenen
aanduiden. De winnaar en de, door hun blunder, onterechte tweede !
D
-reeks 1 Francis De Ridder;2 Roland Mersseman ,3 Jan Van Den Brande ,4 Kurt De Cock ,5 Frank Suys ,6 Etienne Claus
7 Patrick Convents ,8 Frank De Pelsmaker ,9 Dirk Rijmenams ,10 Paul Casteleyn
Not amused na het verlies van een zekere titel ! (foto Rita Thienpondt)
Merelbeke is een mooie wedstrijd. Brede banen, licht
hellend,en een pittige aankomst. De vorm was wat weg, maar op zon parcours kan
je dat verdoezelen. Vele deelnemers, dus kan je je goed verstoppen. En als er
op het laatste enkele Cs wegrijden, kan ik me goed inhouden om mn kansen in
een spurt niet te vergooien. En tot een spurt kwam het weer. 2 C-renners,
waaronder Frank Van Oyen, waren weggreden en hadden slechts een 50-tal meter
voorsprong. Mooi mikpunt. Dus ging ik ook van vrij ver aan. Licht bergop,
klinkertjes, maar toch sprintte ik op de 52x11. Het was dus alles of niets.
Ofwel hou je dit vol, ofwel val je compleet stil. Het werd het eerste ! Bijna in
het wiel van de 2 vluchters, had ik genoeg overde andere CDs. De derde en laatste zege van een half, maar toch nog
geslaagd, seizoen.
Twee weken na mn eerste zege had het Belgisch kampioenschap
van de WAOD plaats. Om voor deze titel in aanmerking te komen moest je 10
wedstrijden hebben gereden. Ondanks het feit dat ik pas een maand terug in
competitie was, had ik er al 9 gereden. Ik vroeg een uitzondering, maar kreeg
die niet. Al waren er voorgaanden. Iedereen gelijk voor de wet, is iets wat ze
bij elke bond dikwijls vergeten.
Maar zoals steeds, tracht ik met de benen te antwoorden. Ik
had de voorzitter laten weten dat ik dan wel de wedstrijden op de dag voor én
na het BK zou winnen. Straffe uitspraak, maar als ik gebeten ben, kan ik
terugbijten.
De eerste van deze twee wedstrijden was in Olsene. Weinig
toppers aan de start, niemand die het verschil kon maken. Dus liet ik me maar
rustig meedrijven en zette alles op de spurt. Bijna liep het nog fout doordat
ik wat ingesloten geraakte op de smalle aankomststrook, maar gelukkig kon ik
met tijdig vrijmaken om nog vrij gemakkelijk te zegevieren. Mn eerste SMSje
ging naar de voorzitter: Zo gezegd, zo gedaan. En zondag, deel 2 !
Categorie
CD: 1.Marc
Borghgraef (Burcht, winnaar cat. C) 2.Andy Van Loon (C2) 3.Frank Suys (Hingene, winnaar cat. D) 4.Robert Standaert (D2)
5.Ivan Wulffaert (C3) 6.Luc Van Looy (D3) 7.Nico De Weirdt (C4) 8.Geert Van
Speybroeck (C5) 9.Patrick De Smet (D4) 10.Patrick Kerger (D5) 11.Stanny Benoot
(C6) 12.Patrick Van Hulle (D6) 13.Olivier Vaerewyck (C7) 14.Ko Harms (D7)
15.Luc Puimege (C8) 16.Gunther Van Steelandt (C9) 17.Kurt Van Gompelaere (C10)
18.Henri De Decker (D8) 19.Luc Van Dorpe (C11)
Maar de 2e dag kon ik geen woord houden. Ik werd
geklopt in een millimeterspurt. Na enkele malen de film opnieuw bekeken te hebben
bleek de Nederlander De Baat net iets sneller.
Categorie
CD: 1.Guido
Vermeiren (Rijkevorsel, winnaar cat. C) 2.Luc Van Den Bergh (C2) 3.Peter
Damen (C3) 4.Luc Verheyen (C4) 5.Christ De Baat (Nl,
winnaar cat. D) 6.Frank Suys (D2) 7.Marcel Roelen (D3) 8.Stanny Benoot (C5)
9.Henri De Decker (D4) 10.Luc Van Looy (D5) 11.Ko Harms (D6) 12.Rudy Jansen
(C6) 13.Wim Heyndrickx (C7) 14.Luc Puimege (C8) 15.Henny De Bouver (C9) 16.Kees
De Wijze (C10) 17.Andy Van Loon (C11) 18.Eric Kastanje (C12) 19.Tom De Backer
(C13) 20.Willem Van Oosten (C14)
Na een half jaar niet meer op de fiets te hebben gezeten,
begon het terug te kriebelen. Ik kan toch geen afscheid nemen met zon slecht gevoel
zoals vorig jaar ? Was ik echt versleten ? Was er een ander probleem. Ik moest
het weten. Dus hees ik me opnieuw op de fiets.Na 1 maand training ging ik begin juni al eens testen. Had ik beter niet
gedaan. Slecht weer, veel wind, resultaat: De eerste ronde gewoon uit de wielen
gereden ! Dan maar eerst op verlof, naar Kreta. En dan terug volop trainen.
Eind juni begon ik er terug aan, maar nu in een vlakke vluchtkoers in Aalst.
Als het daar niet ging, zou het nergens gaan. Zonder moeite behaalde ik dan ook
de eindmeet, plaatste me zelfs nog 18e. In juli ging het steeds
beter en beter, met zelfs al een 2e plaats te Beveren. En begin
augustus was het de eerste keer raak. In Erondegem kregen we een criterium voor
de wielen. Een lange baan naar de eindstreep vals plat, en een parallelle
straat naar beneden. Ik trok van in de start in de aanval en kreeg 3 renners
mee, 2 Ds en een E-renner. Het werd een zware en lange wedstrijd, waar ik me
op de klim steeds minder en minder voelde worden. Maar ook de medevluchters
hadden blijkbaar hetzelfde probleem. Het tempo zakte, waardoor we ons op het
einde nog moesten reppen om voorop te blijven. Maar het lukte. En een aankomst
bergop ligt me als gegoten. Van in de laatste bocht trok ik door en sprintte de
anderen uit het wiel. Eindelijk nog eens een zege die ook verdiend aanvoelde.
Catg.D:
1. Frank Suys, 2. Hans Van Lierde, 3. Willy Van
Herreweghe, 4. Francis De Ridder, 5. Jean Blommaert.
Na de meet kreeg ik de bloemen van ex-prof Frank Arijs. Een
mooi moment want toen die als 15-jarige bij de nieuwelingen startte was mn
vader hem voor het eerst zag rijden, was hij direct onder de indruk. Ik heb
vandaag een klein geblokt ventje zien rijden, hou die maar int oog, daar gaan
we nog van horen !. En gelijk kreeg hij. Frank werd een goede prof, met 3
overwinningen op zn palmares
Gemakkelijke sprintzege op een lastige aankomststrook.
Met organisator en ex-prof: Frank Arijs. Een foto voor m'n vader.
28 juni 2007. De slechtste dag in een superslecht jaar. Ik
was naar Oostmalle afgezakt voor het Provinciaal kampioenschap tijdrijden. Het
was lang geleden dat ik nog eens een tijdrit had gereden en dat wou ik toch nog
eens doen. Ik wist niet wat ik zag. Bij de masters waren 6 deelnemers, en ik was
de enige die met een gewone fiets aan de start kwam. Maar het was niet de fiets
alleen. Ook de benen liepen direct vol en het was harken op de lange
landingsbaan van het oude vliegveld om aan de finish te raken. Ik werd zelfs
voorbijgereden door de renners die 1 minuut achter mij was vertrokken. Pfff.
Om dit snel te vergeten reed ik van Oostmalle recht naar
Beveren, waar een WAOD-koers plaatshad. Maar of het nu een tijdrit alleen was,
of in een groep, ik raakte maar niet vooruit. Gans de wedstrijd speelde ik
harmonica. Dat ik er niet afgereden werd, was enkel te danken aan het feit dat
ik dat affront niet wou meemaken.
Niemand raakte weg. Vraag me niet hoe je dat doet, maar in
de laatste ronde kon ik toch naar voor rijden. Toen Walter De Veerman begon te
spurtten, plaatste ik me in zijn wiel en reed zo mijn spurt. Walter werd
winnaar bij de Cs en ik haalde het bij de Ds. Nog nooit voelde ik me zo
beschaamd dat ik gewonnen had. Dit kon niet meer zijn ! Het zou dat jaar mn
laatste overwinning zijn want twee weken later gaf ik er dan ook de brui aan.
Met de bedoeling nooit meer een wedstrijd te rijden !
Categorie CD: 1.Walter De Veerman (Lochristi, winnaar cat. C) 2.Frank Suys
(Hingene, winnaar cat. D) 3.Etienne Claus (C2) 4.Arie De Moor (C3)
5.Marc Goossens (D2) 6.Dirk Bryssinckx (C4) 7.Kenny Janssens (C5)
8.Patrick De Smet (D3) 9.Patrick Bolssens (D4) 10.André Van Geertsom
(D5) 11.Rood-Bauwe trui (C6) 12.Henri De Decker (D6) 13.André Langenberg
(D7) 14.Dirk Goolaerts (C7) 15.Gunther Van Den Bosch (C8) 16.Werner
Jacobs (C9) 17.Peter De Proft (C10) 18.Alain Bogaert (C11) 19.Eric Van
Steerteghem (D8) 20.Franky De Tremerie (C12) 21.Roger Schuurman (C13)
22.Gert Geeraerts (C14) 23.Johan De Rop (C15) 24.Dirk Pieters (D9)
25.Eric Haegemans (C16) 26.Bob Wouters (D10) 27.Wim Heyndrickx (C17)
28.Davy Marin (C18)
In Zeveneken reed ik eindelijk nog eens een goede wedstrijd.
Ik had me voorgenomen om aan te vallen tot ik erbij neerviel. Ik was het beu om
de koers te ondergaan. Maar ja, als je niet beter kan dan is daar weinig aan te
doen hé. Maar bij mn derde aanval, nog steeds in de eerste ronde, raakten we
met 4 weg. En niet van de minsten. 2 Cs: Walter De Veerman en Jean-Paul Maveau
en ikzelf samen met veelwinnaar Luc Van Roy als Ds. Het was hard rijden om
voorop te blijven en ik was duidelijk de minste van de 4. Maar ik wou niet
slepen. Ik gaf wat ik had en bleef mee ronddraaien. Ik ging er ook al van uit
dat, wanneer we voorop zouden blijven, ik met de tweede plaats moest tevreden
zijn. Luc Van Roy was immers niet alleen sterk maar ook zéér snel.
We bleven voorop en het steekspel kon beginnen. Blijkbaar
was er een afspraak bij de Cs, want Maveau nam in de laatste kilometer de kop
en bleef het tempo hoog houden. Ik zat in tweede positie, Van Roy in derde en
De Veerman in 4e. Toen deze laatste aanging had ik verwacht dat Van
Roy zou meegaan, maar deze bleef aan mijn wiel plakken. En dat bleek een
vergissing te zijn. Ik begon te spurten, kreeg Van Roy naast mij, maar kon hem
afhouden en met een lengte voorsprong klopte ik hem. Totaal onverwacht !
Voor mij was dit ook een speciale zege, want van alle
renners die ik een spurter noem, was Luc de enige die ik nog nooit voor een
overwinning had kunnen kloppen. De laatste scalp was binnen
2007 begon met een overwinning ! In Itegem had het
Clubkampioenschap plaats van 4 clubs, waaronder de Rupelspurters, waar ik dat
jaar lid van was. Er werd samen gereden met de Elite ZC. Een zware wedstrijd
dus. Gelukkig gingen de besten al van in de eerste ronde in de aanval. Dat
maakte het minder lastig. Wie waren de concurrenten voor de titel ? Patrick
Convents misschien ? Snelle man als het op sprinten aankwam. Dréke Seghers ?
Normaal niet. Deze 60er mag normaal geen probleem zijn. Maar Dré had blijkbaar
een goeie winter achter de rug en reed een dijk van een wedstrijd. Toen de
groep halfweg even splitste door een valpartij, was hij het die de twee groepen
terug samenbracht. Iemand anders ? Tja, in een grote groep met Elite ZC kan er
vlug iemand meeglippen.
Maar niemand van de Cyclosportieven of masters reed weg. Er
werd gesprint voor de 10e plaats overall. In deze sprint werd ik 3e
zodat ik niet alleen clubkampioen werd bij de Rupelspurters maar ook de eerste
master/cyclosportiefvan de 4 clubs
samen.
Het ging van kwaad naar erger. Waar waren die goeie benen
naartoe ? Die strijdlust. Niets was er nog over van5 koersen had ik die seizoen al gewonnen,
maar de laatste weken reed ik rond als een beginneling. Nee, nog slechter ! Ik
hing eraan, dat is de juiste omschrijving. Elke extra inspanning moest ik
afbreken.
In Liedekerke was het dan ook nog eens warm, zéér warm
waardoor ik helemaal zonder fut op de fiets zat.
En toch zou ik vandaag weer winnen. Begrijpen wie kan ! Na
een ganse wedstrijd in laatste positie gereden te hebben ging ik in de
voorlaatste ronde, toen het even compleet stilviel, naar voor. Op dat moment
ging Jan Van Hove samen met zijn vriend Patrick De Houwer in de aanval. In één
vloeiende beweging kon ik van achter, naar voor, en mee in hun wiel. Achter ons
viel direct een groot gat. Eén inspanning was genoeg vandaag.
In de laatste ronde wist ik dat de 2 vrienden om beurten
gingen gaan. Ik kon ze geen 5 meter geven want dan was ik ze misschien kwijt.
Dus van zodra de aanvallen begonnen, zat ik me in het wiel om direct te kunnen
reageren. Ze gaven het nogal rap op, vond ik. Waarschijnlijk dachten ze dat ik
goed was. Verkeerd gedacht ! Nog enkele aanvallen en ze hadden me
waarschijnlijk los gekregen.
Maar de sprint, dat is natuurlijk iets anders. Daarin hadden
ze geen schijn van kans. De 6e (en laatste dit seizoen) was een feit.
24 & 25 juni 2006: Arendonk (VWV) en Denderleeuw (BVWB)
In Arendonk werd gereden op een industrieterrein. Dat wil
zeggen: brede banen, weinig bochten. Het werd dan ook een snelle wedstrijd.
Vele ontsnappingen maar een grote voorsprong kreeg niemand bij mekaar.
Aangezien het, zoals al een tijdje, niet goed vlotte, besloot ik me te laten
meedrijven in de hoop op een massaspurt om daar dan nog eens verschroeiend uit
te pakken. Want dat lukte mmestal nog wel.
Maar bijna werd het geen massaspurt. 2 renners konden zich
in de laatste ronde afscheiden en reden met een kleine voorsprong de laatste
kilometer in. Als er nog lang getwijfeld werd, zouden ze voorop blijven. Dus
begon ik op 400m van de meet zelf al te spurten. De anderen waren wat verrast
zodat ik enkele meters voorsprong nam. De 2 renners vooraan waren natuurlijk
een ideaal mikpunt, en op 50m van de meet ging ik erop en erover. De rest
geraakte niet meer in het wiel, zodat ik op de streep zeker 10m voorsprong had
op de tweede. Het werd mn eerste en laatste overwinning in de trui van
provinciaal kampioen.
Categorie C (38 deelnemers):
1. SUYS FRANK 2. Proost Herman 3. Franck Patrick 4.
Smolders Ronny 5. Van Hove Jan 6. Vos Peter 7. Haest Eddy 8. Willemsen
Marc 9. Baeyens Karel 10. Lievens Gustaaf 11. Heulens Marc 12. Dehouwer
Patrick 13. Claessens Joseph 14. Reniers Tony 15. Van De Kerkhof Robert 16.
Geudens Paul 17. Marijnissen Walter 18. Jacobs Frank 19. Geerts Chris 20.
Wils Koen
Eén dag later trok ik naar Denderleeuw, een wedstrijd van de
BVWB. Op een korte omloop met vele bochten , was het lastig rijden. Zeker door
de weersomstandigheden: Winderig en nu en dan een stevige bui. Ook vandaag weer
de ene ontsnapping na de andere, en wonderwel geraakte ik mee met de goeie. Met
3 waren we uit mijn reeks, dat zag er dus goed uit. Maar de vorm was er niet en
de wedstrijd van de dag voorheen zat nog in de benen. Toen één van de
concurrenten de voorlaatste ronde een demarrage plaatste moest ik dan ook
passen. De sprint om de tweede plaats kon ik wel nog naar mijn hand zetten.
Groot was dan ook mijn verbazing dat ik als winnaar naar de
meet werd geroepen. De eerste renner was er namelijk eentje met een
dagvergunning, en de regel bij de BVWB was dat, wanneer je met een
dagvergunning van start ging en in de top 5 eindigde, je automatisch naar de 6
plaats in de uitslag werd gezet. Een overwinning voor de statistieken dus, maar
eentje zonder de minste glans.
Als de vorm er is, dan kan je
zelfs in een mindere dag met de bloemen staan zwaaien.
In Kruishoutem had ik dit jaar
al tweemaal gereden. De eerste keer won ik er na een sterke wedstrijd, de
tweede keer kwam ik er ten val. Dus vandaag het derde optreden op een parcours
dat simpel te omschrijven is: 1 km naar beneden, 300m vlak, 1 km bergop en een
vlakke laatste rechte lijn van amper 100m.
In de 2e ronde trok
Christ Cauwelier in de aanval. Christ is altijd zeer goed op dit parcours, maar
omdat hij alleen wegging liet ik hem gaan. Hopelijk waaide hij na een tijdje
terug en had hij daarmee een serieuze pijl verschoten. Maar Christ was sterk.
Hij reed steeds verder weg en moet op een gegeven moment zeker 30 gehad
hebben. Dan maar aanvallen in de hoop om er met enkele renners naartoe te
rijden. Toen 2 renners in de tegenaanval gingen, ging ik ook in mee. Maar het
vlotte niet goed. Op de lange helling met een stevige wind in de zij kon ik
niet doortrekken zoals ik verwacht had. Even later werden we dan ook bijgehaald
door het peloton, waar intussen de 2 leiders in de A-reeks het commando hadden
genomen. En op dat moment was verder aanvallen zinloos. De 2 hielden er een
goed tempo op na en de rest had maar te volgen. En dat werd ook Cauwelier
fataal. Op 3 ronden van het einde was hij eraan voor de moeite. Spijtig voor hem,
maar ja, dat is iets dat kan gebeuren wanneer meerdere reeksen samenrijden. Ik
heb er zo ook al verloren (en dan is het balen), maar ook gewonnen.
Niemand raakte nog weg dus
kregen we een massaspurt. Ik zat goed geplaatst op de tweede rij, terwijl ik mijn
grootste concurrent in een spurt, Ronny Werbrouck, enkele rijen verder hoorde
vloeken omdat hij niet kon opschuiven. Toen de spurt op gang kwam zat ik even
vast, maar kon me vrij vlug losmaken om vol te sprinten. 3 Bs bleven me voor,
maar in de C-reeks werd ik, voor de tweede maal in evenveel weken, de winnaar
Categorie C:
1. Frank SUYS;
2. Ronny Werbrouck; 3. Hedwig Catteeuw (DV); 4. Christ Cauwelier; 5.
Wim De Coninck (DV); 6. Arthur Haillez (DV); 7. Philippe De Smet.
De winnaars in de verschillende reeksen (foto: Georges Schepens)
Na 2 tweede plaatsen in mijn
laatste wedstrijden bij de LFT, én 2 gemiste kansen in de streekwedstrijden te
Kalfort (VWF), trok ik met de nodige Grinta naar Wielsbeke (LFT). Het
parcours viel mee: 18 rondjes van 3 km met een 10-tal goed te nemen bochten. Ik
had me voorgenomen niet af te wachten en trok er van in de start vanonder. Eén
B-renner ging mee, dat zat al goed. De groep reageerde niet direct zodat we
vrij snel een 15-tal seconden voorsprong namen. En dus bleven we doorgaan. Mijn
medevluchter trok in het begin sterk door, maar vrij vlug voelde ik een verval
in zijn snelheid. Dus was ik blij toen in ronde 7 twee renners aansloten. En
weer waren het B-renners, zodat ik nog altijd alleen zat bij de Cs. Aan Johan
Vervaecke had ik een goeie partner. En de andere 2 waren ook geen sleepers.
Het zat er dus in dat we voorop zouden blijven. Maar de groep gaf niet af. Ze
bleven ons in het vizier houden. Ik keek weinig om, maar toen ik dat op 3
ronden voor het einde wel deed, zag ik plots nog 2 renners komen aansluiten. 2
snelle mannen: Patrick Van Maeckelbergh en Jan De Roo. Maar ook zij rijden bij
de jongere B-reeks, dus kon ik hun aanwezigheid zeker appreciëren. Ik zat nog
altijd in winnende positie. De groep was intussen ook teruggekomen tot op een
klein 100m. Ik had niets meer te verliezen, dus elke keer dat ik aan de kop
kwam nam ik een lange beurt voor mijn rekening en trok nog eens extra door. Het
ging zo snel dat we de, nóg jongere, A-reeks in het vizier kregen.
Laatste ronde. Ik gaf al wat ik
had en reed op kop tot we op 1 km van de meet aansloten bij de As. Groot was
dan ook mn verbazing toen ik enkele meter achter ons groepje plots Patrick
Watteny zag opduiken. En dat was wél een C-renner. Ik twijfelde niet, sprintte
gans de groep (een 20-tal) van de As voorbij en bleef op kop rijden. Als
eerste nam ik de laatste bocht, en toen begonnen er natuurlijk renners me
voorbij te sprinten. Eén (geen Watteny), twee, drie, vier Nog steeds geen
Watteny. En toen hield het op. Nog even doortrekken tot aan de meet en toen kon
ik eindelijk de handen in de lucht steken.
54 km hardrijden met als slot
een sprint van 1 km ! Kan je geloven dat ik voorbij de meet op de grond ben
gaan zitten en zeker 5 minuten heb zitten uithijgen ? Een overwinning die ik
zeker bij één van de mooiste durf klasseren. De 7e van het seizoen.
Nummer 105 overall.
De vorm is er. Ik heb het gevoel
dat ik terug op het niveau rij van mijn beste jaren. Maar dat dit geen garantie
is voor succes, mocht ik de laatste weken ondervinden:
·Buggenhout,
meermaals mee in de aanval, maar de goeie ontsnapping met 7 gemist: 8e.
·Evergem: 2e
in het Belgische kampioenschap, geen verhaal tegen de Van Oyen-brothers.
·Kapelle od Bos: van
bij de start in de aanval, laatste ronde pas terug ingelopen.
·St. Lievens Esse: 8e
na de 7 ontsnapten.
·En zaterdag nog eens
2e nadat ik een half koers mee in de aanval was, maar op het laatste
iemand domweg liet wegrijden.
Allemaal gemiste kansen, ik werd
er wat moedeloos van. Het wou niet meer lukken.
Maar vandaag, terwijl ik het het
minst verwacht had, is het er dan toch van gekomen. In Aalst startte ik
achteraan. Aangezien het mn 3e wedstrijddag op 4 was, was ik van
plan om me de eerste helft van de koers koest te houden en daarna te kijken wat
de benen vertelden. Maar het liep anders. Op het einde van de eerste ronde riep
iemand dat de C-renners, die één minuut voor ons waren gestart nog maar juist
gepasseerd waren. Om niet het risico te lopen dat er enkelen naartoe zouden
springen reed ik naar voren. En vooraan gekomen kon ik me blijkbaar niet houden
en trok zelf in de aanval. 6 renners schoven mee en in een mum van tijd reden
we naar de Cs toe. Op dat moment was ik zeker dat ook de rest van de groep de
aansluiting zou maken. Maar nee, in de verste verte waren ze niet meer te
bespeuren. De C-renners, die blijkbaar een rustige start genomen hadden,
begonnen nu wel door te trekken zodat we veilig zaten.
Maar nu de sprint nog. Met 7 in
een aparte sprint, zou ik geen probleem hebben. Maar nu, in een groep van een
60-70 renners zou het diegene worden die zich best kon plaatsen die het laken
naar zich toe zou trekken. En met constant keren en draaien in de laatste
kilometers was dit niet zo evident. Maar ik slaagde in mn opzet. De Feryns
hielden de snelheid vooraan zeer hoog maar ik kon goed opschuiven en ging als 8e,
maar 1e C, door de laatste bocht. Toen ik zag dat er achter mij
zelfs een gat viel was ik zegezeker. Ik hoefde zelfs niet meer vol te sprinten
en kon al meters voor de eindmeet de armen in de hoogte steken. Na 2 maanden
zonder, eindelijk nog eens een deugddoende overwinning.
Zegezeker tussen de renners van de C-reeks. De 2e bij de D's is niet te zien op de foto.
Samen met Turcksin, winnaar bij de C's? Rechts zoon Roeland met z'n Westvlaamse makker Sven De Meydts, die 5e zou worden in de A-reeks.
Vanaf hier, en dat tot eind 2009 ga je me met minder enthousiasme
over mijn overwinningen zien schrijven. Om één of andere reden lukte het
blijkbaar niet meer om te koersen. Mee in ontsnappingen geraken, wat voorheen
normaal was, kwam nog zelden voor. Ik werd een meeloper. En de reden dat ik
toch nog overwinningen behaalde was dat ik me nooit moe maakte (kon maken) in
koers maar nog altijd over een goeie sprint kon beschikken. Ik heb het altijd larie
gevonden, de niet sprinters die zich druk maakte op sprinters die de koers niet
maakten. Een sprinter moet de koers niet maken. Die moet mee zijn. De
niet-sprinter, die moet weggeraken.
Maar in die periode was ik dikwijls verlegen als ik won. Ik kon
de koers niet meer maken, maar stond soms wel op het podium. Mea culpa, mannen,
maar ik wou dat het anders was geweest.
En wat was de reden ? Ik heb naar alles gezocht. Uit een
bloedonderzoek bleek ik hemachromatose te hebben (teveel ijzer in het bloed).
Dat zou de reden zijn. Maar toen dat terug onder controle was, ging het nog
geen lap beter, zeg maar nóg slechter. Een scan bracht ook een klein
nierprobleem aan het licht. Was het dat ? Hoogst onwaarschijnlijk.
Pas 3 jaar later werd de reden gevonden. Al jaren neem ik
oogdruppels en 3 jaar terug was ik van merk veranderd. Maar wie denkt dat
zoiets problemen kan veroorzaken. Tot ik bij toeval de bijsluiter nog eens in
handen nam. En wat las ik daar ?
- allergische (overgevoelig) reactie kan ontstaan op
de luchtwegen.
- een vernauwing van de luchtwegen kan onstaan.
- niet gebruiken wanneer u een heel langzame polsslag
hebt.
Nu moest ik niet meer twijfel. Dat was wat me al jaren
achteraan in het peloton hield. Half 2009 ben ik dan op een ander middel
overgeschakeld ( Xalatan, een middel dat we bij ons (Pfizer-Puurs) maken !!).
Bijna onmiddellijk voelde ik een verbetering. Maar ik had mijn lichaam de
afgelopen 3 jaar steeds over zijn toeren laten gaan, het duurde dus nog even
alvorens dit zich volledig hersteld had. Slechts halfweg 2010 reed ik
wedstrijden waarvan ik kon zeggen dat ik terug op volle kracht was.
Ik heb mijn les geleerd: lees altijd de bijsluiter ! Maar ik
heb er vele mooie koersjaren mee verloren.
28 mei 2006: Massenhoven (VWV) Provinciaal Kampioenschap
Als je in een week voorafgaande aan een kampioenschap 2
overwinningen boekt, ga je met extra vertrouwen, maar ook extra druk van start.
De overwinningen werden behaald bij de BVWB en de WAOD, maar dit was de VWV,
volgens mij in 2006 de sterkste bond.
Het ging dus over een provinciaal kampioenschap. Dat was nu
eens een titel die ik al lang nastreefde. Al 4x won ik op een PK van
Oost-Vlaanderen, en éénmaal op dat van Vlaams-Brabant, maar natuurlijk krijg je
daar de trui niet. Vandaag moest het dus gebeuren.
Het was een ongelofelijk harde koers. Hoge snelheden, vele
korte bochten,de ene demarrage na de andere en een hoop toppers in bloedvorm. 5
renners konden zich afscheiden en dat bleek al direct gevaarlijk te zijn. Hoe we
ook reden in de achtergrond, ze bleven met een 100-tal meter voor ons
uitrijden.Niet moeilijk, hardrijders
als Vos, Smolders en Van Hove waren mee. Op een gegeven moment brak het ook in
de groep en reden we met 5 weg. Het mocht niet te lang meer duren. We moesten
zo snel mogelijk het gat dichtrijden. En het lukte. Even voorbij halfkoers waren met 10. De rest mocht het vergeten. Lang duurde de relatieve rust niet. De
vele hardrijders wisten immers dat ze in de sprint minder kans maakten en
probeerden er van onder te muizen. Telkens was er gevaar, moest het gat zo snel
mogelijk worden dichtgereden en was er weer de volgende die het probeerde. Bij
het ingaan van de laatste ronde waren we nog samen. Toen trokken weer 2 renners
in de aanval. Ze namen 50m. Ik zag de trui al aan mn neus voorbij gaan. Dus
nam ik zelf het initiatief en reed het gat op mn eentje dicht. Maar toen viel
het stil en kwam de rest ook terug. Weer een aanval, met hierbij Alex
Ackermans, de man die ik het meest vreesde in de spurt. En weer kwam er geen
reactie en moest ik zelf gaan. Op een 500m van de meet zat ik terug in het wiel
en net toen ook de anderen aansloten ging ik keihard aan. Nog 400m. Was dat
niet te ver? Nee, de aankomst ging lichtjes bergaf en ik wist dat ik niet stil
zou vallen. Ik nam enkele lengten voorsprong en gaf die niet meer prijs. Met een drietal lengten voorsprong bereikte ik
de eindmeet. Na een Belgische en een Vlaamse, nu ook een Provinciale Titel. Een
trui die ik met trots zou dragen !
3 zeges op 8 dagen, in drie verschillende bonden, met een
kampioenentrui als kers op de taart !
CATEGORIE C (30 deelnemers):
1. SUYS FRANK
(Kampioen C);2. Boschmans Jozef;3. Frank Patrick;4.
De Swert Rudy;5. Smolders Ronny;6. Vos Peter;7. Ackermans Alex;8. Geerts Chris;9.
Van Steerteghem Eric;10. Van Hove Jan;11. Borremans Hendrik;12. Boeckx
Marc;13. Willemsen Marc;14. Bloemen Rudy;15. Van Herck Willy;16. Heulens
Marc;17. Goemans Alex;18. Santens William;19. Baptist Dirk;20. Haest Eddy
Van op 400m van de meet de spurt ingezet. De titel is binnen !
Kampioenentruien zijn allemaal mooi, maar op deze had ik al lang gehoopt.
Enkele dagen na de eerste zege in Denderhoutem was er een
wedstrijd in Boeckhoute. Mooi parcours, brede banen, maar altijd lastig met de
wind die in de polders altijd van de partij is. Ik voelde mij weer top en als
ik de deelnemerslijst bekeek, moest ik het in een spurt zeker kunnen afmaken.
Maar ik ging niet afwachten, want een ontsnapping zat er hier wel in. Bij elke
poging ging ik mee, maar geen enkele droeg ver, zodat het uiteindelijk toch
een massaspurt werd. Van ver zette ik aan. De enige die me nog enigsins kon
bedreigen was Rudi Saelens? Geen verrassing, hij had me immers al enkele malen
geklopt, maar aangezien hij niet regelmatig meer koerste, was ik hem wat uit
het oog verloren. Uiteindelijk kon ik hem toch nog vrij makkelijk afhouden en
behaalde mijn tweede zege in 5 dagen.
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Rudi Saelens 3.Danny Van Oyen 4.Ivan Wulffaert 5.Arie De Moor 6.Luc
Verheyen 7.Marc Borghgraef 8.Filip Vereecke 9.Ko Harms 10.Luc De Muynck
11.Frank Van Haecke 12.Gunther Van Den Bosch 13.Jurgen Moreels 14.Jean-Marie
Vandenbussche 15.Fabien De Cruyenaere 16.Henny De Bouver 17.Denis Lust 18.Luc
Joos 19.Danny Van Hoof 20.Geert Smet 21.Johan De Rop 22.Bob Wouters 23.Wim
Heyndrickx 24.Alain Bogaert 25.Marc Vleminck
Na een prachtig seizoen 2005 was ik wat overmoedig geworden.
In 2006 nam ik terug een Elite-vergunning. Niet om wekelijks bij de Elite te
rijden, maar toch regelmatig, in combinatie met de vrije bonden. Maar dat had
ik beter niet gedaan. Ondanks enkele mooie uitslagen, zoals 25e op 160
deelnemers in het Provinciaal
kampioenschap (een wedstrijd over 140 km !) heb ik daar meer slecht dan goed
mee gedaan. De recuperatie na een
Elite-wedstrijd duurde meestal 3 dagen, wat conditie opbouwen onmogelijk
maakte. Ik ben daar dus te oud voor, dat was de conclusie.
Het duurde ook tot eind mei voor ik enig niveau haalde. Maar
zoals ik dat al dikwijls had meegemaakt, eens de vorm er was, volgde ook de
overwinningen.
De eerste kwam er in Denderhoutem. Een eerste zege ook bij
de BVWB. Deze bond was een jaar voordien opgericht en ik had me daar nu ook een
vergunning genomen. Op het zware parcours reden we vrij snel met 6 voorop. Eén
van hen was Yvan Wulffaert, een renner waarmee ik geen al te beste verhouding
had. Yvan was duidelijk de betere van de kopgroep en demarreerde al vrij snel.
2x ging ik hem halen, 2x hield hij de benen stil. Toen hij een derde maal ging
liet ik hem 100m nemen en sprintte toen op een stuk valsplat naar hem toen.
Weer hield hij de benen stil, wetende dat ik aan de meet de snelste zou zijn.
Nu werd het tijd om me eens kwaad te maken. Kijk Yvan, zei ik, ik kan
vandaag elk gat dichtrijden en ik ben de snelste. Dus vandaag win ik. Als je
graag tweede bent, zou ik nu maar mee beginnen rondrijden ! Het lukte, Yvan had het begrepen. We reden
samen meer dan een minuut weg van de rest en, zoals verwacht, had ik geen
moeite om de spurt te winnen.
De eerste van het seizoen was binnen. Het begin van een
superweek !
Wedstrijd in Wingene. Ik was
naar daar getrokken omdat zoon Roeland er het Belgische kampioenschap van
Belgacom reed. Roeland werd mooi tweede in de Elite-reeks. Enkel VWFer Stefaan
Paridaens was hem te snel af.
Ik reed zelf mee in de toeristenreeks.
Zoals ingewijden al lang weten: toeristen die koersen, dat bestaat niet. Van de
62 renners die er aan de start kwamen, zijn er zeker 50 die een vergunning
hebben in één of andere bond. Er waren 2 klassementen: -45 en +45. Goed nieuw
was dat er zich slechts 2 oudjes aanboden. Maar dat betekende wel dat ik met
mijn 49 de oudste was van gans de bende. Toch wou ik me niet laten doen.
Halfweg plaatste ik een ontsnapping en kreeg 3 renners in het wiel. Spijtig dat
er maar één bij was die fatsoenlijk kon overnemen. Toch hielden we het 2 ronden
vol alvorens de groep ons terug op de nek viel. Nog enkele malen probeerde ik
mee te gaan in ontsnappingen maar die droegen nooit ver. Nu moest ik dus enkel
mijn enige concurrent in de gaten houden. En dat zag er zeker geen pannenkoek
uit. Een boom van een mens die niet uit de eerste tien van de groep ging. En
met het postuur van een sprinter was ik dus niet zeker van mijn zaak. Ik
plaatste mij in zijn buurt en toen hij even langs rechts inschoof ging ik langs
links naar voor. De laatste, gevaarlijke, bocht op 200m van de meet, nam ik aan
de binnenkant. Twee renners vóór mij haakten in mekaar waardoor ik even in de
remmen moest. Als 7e kwam ik over de meet en in het uitbollen zag ik
de andere +45-er me voorbijrijden. Toen was ik pas zeker van de winst.
Op het podium, een mooie
medaille, een grote fles bier en 20 prijzengeld. Toeristenwedstrijd ?
14 overwinningen had ik al. 15 leek me een mooi getal, maar
het was al oktober. Nog 3 wedstrijden had ik de kans. Maar de vorm was wat weg,
ik had me er dan ook eigenlijk al in berust dat het bij 14 zou blijven.
In Sint-Gillis was er traditioneel een einde seizoenswedstrijd
waarin alle veteranen-reeksen samen van start gingen. Met 135 waren we, en er
werd gevlogen van de eerste tot de laatste meter. Zoals ik al zei, de vorm was
niet meer je dat. Ik zat dan ook nier echt in de wedstrijd en hield me de ganse
wedstrijd schuil in de buik van het peloton.
Bij een hoge snelheid en met zon groot peloton, is het ook
niet altijd makkelijk op weg te raken. De wedstrijd leek dan ook op een
massaspurt af te stevenen. Op 1 km van de meet was ik langs rechts naar voor
gereden. En net op het moment dat ik vooraan kwam, sprong iemand langs links
weg. In een flits (dit zijn momenten waar je niet kan bij nadenken. Je doet
iets in het impuls van het moment) ging ik er achteraan. In het peloton werd
getwijfeld. Dat was mijn kans. Ik kon niet zien wie de eerste aanvaller was,
maar besloot het zekere voor het onzekere te nemen. Constant achteromkijkend
bleef ik op 10m van mn voorganger hangen. De groep zat al op een kleine 100m.
Dat zag er goed uit. Op een 400m voor de meet reed ik er naartoe. Hij (weet nog
steeds niet wie het was) viel compleet stil, zodatik, eens in het wiel, vol doorging. De zege
was binnen, zoveel was zeker. De laatste 100m reed ik met de armen in de
hoogte, meet een sprintend peloton van meer dan 100 renners achter me aan. Dit
is één van de overwinningen die me het meeste plezier heeft gedaan. Onverwacht,
maar op zon mooie manier. Spijtig dat ik van deze aankomst nooit geen foto heb
gezien.
De laatste 2 wedstrijden werd ik nog 2e en 4e.
Mijn totaal voor 2005 was dus 15 overwinningen. Nog steeds een persoonlijk
record. Neem daarbij nog 8x een tweede plaats en 9x derde, plus een titel van
kampioen van Vlaanderen, dan mag je van een superseizoen spreken.
7 en 14 september 2005: 1e rit en eindstand, 3-daagse van Opwijk (VWF)
Een 3-daagse in Opwijk, wedstrijden op woensdag, zaterdag en
zondag.Hier had ik mijn zinnen op gezet.
De eerste rit startte voorbeeldig. Met een 10-tal renners konden we ons
afscheiden.Er zaten enkele snelle
mannen in de kopgroep. Patrick Sergooris was er één van maar ook dorpsgenoot
Gino Robberecht is in een sprint niet te onderschatten. Ik had het goede wiel,
dat van Sergooris. Op het moment dat hij aanging remonteerde ik direct. Patrick
hield goed stand, maar moest tovh met een halve fietslengte de duimen leggen.
Ook in de 2e rit had de overwinning erin gezeten,
maar ik zat al teveel met het eindklassement in gedachte. Toen in de laatste
ronde 2 renners wegsprongen heb ik even te lang getwijfeld. De vogels waren
gaan vliegen. Maar met een derde plaats nog ik toch een grote optie op de
eindwinst.
Voor de start van de derde rit had ik het klassement eens
bekeken. Als ik geen totale offday had, moest ik maar 2 renners int vizier houden.
Eén van hen waas een renner van het Rudyco-team. Nog maar pas was de start
gegeven of hij trok er met enkele ploegmaats vanonder. 7 renners reden direct
met 100m voorsprong op de groep. Ik moest iets doen, en veel hulp zou ik niet
krijgen. Op kop van de groep sleurde ik de rest terug bij, maar dat had veel
van mn krachten gekost. Toen kort nadien weer een ontsnapping werd gevormd van
10 renners was ik weer niet mee. Mijn twee concurrenten gelukkig ook niet, maar
misschien zat er wel iemand anders bij die nog vrij kort in het klassement
stond ? Zover had ik niet gezien. De 10 waren definitief weg, er zat dus niets
anders op dan niemand meer te laten rijden en me zo kort mogelijk te plaatsen
in de spurt. Dat lukte. Uiteindelijk werd ik 12e. Het was nog even
bang afwachten, maar al vrij snel viel het verdict. Ik had inderdaad de
3-daagse gewonnen !
De spurt van de eerste rit. Patrick Sergooris werd 2e
31 augustus 2005: Ertvelde en 4 september 2005: Oosteeklo (WAOD-C)
Niet alleen was de vorm goed in die periode, vooral mijn
vertrouwen in een spurt was niet stuk te krijgen. En dan is het makkelijk
rijden.Je zorgt dat je mee bent in de
ontsnapping, of, als niemand wegraakt, haal je je sterkste wapen boven. Zo
gebeurde het ook in Ertvelde. Elke ontsnapping waas ik mee, maar een echte
afscheiding kwam er niet. Een massaspurt was het resultaat. Ik ging van ver aan
en haalde het aan Het Biermuseummet enkele lengten voorsprong op oa Wulffaert
en Goossens.
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Ivan Wulffaert 3.Marc Goossens 4.Arie De Moor 5.Peter Kerckaert
6.Patrik Verrijckt 7.Françus Van Gorp 8.Freddy Vlerick 9.Patrick Watteny
10.Marc Vleminck 11.Geert De Buck 12.Luc Callant 13.Marc Couckuyt 14.Denis Lust
15.Rik Van Wassenhove 16.Georges Vergauwe 17.Gerrit Vermassen 18.Stefan Motmans
19.Franky Taelman 20.Philippe Lacquet 21.Bob Wouters 22.Dirk Goossens 23.Danny
Van Oyen Cat D: 1.Marc Steenberghe
(Lotenhulle) 2.Frank De Wilde 3.Helmuth Tas 4.Roland Coupille 5.Pascal Verlez
6.Hilair Heye 7.Etienne Van de Velde 8.Patrick De Smet 9.Rob Ocraft 10.Patrick
Van Hulle 11.Andy Van der Plaetsen 12.Louis Moens
4 dagen later, hetzelfde scenario in Oosteeklo. Daar
gebeurde het welmeer dat de wedstrijd
op een spurt uitdraaide en eentje die op mn lijf geschreven was. Ik had niet
voor niet als 3x gewonnen aan De Braeme en ook al 3x honderd meter verder
aan De Pluim.Ik zat nog vrij ver toen
de spurt opgang getrokken werd, maar slaagde erin iedereen te remonteren. Mn 7e
zege in Oosteeklo was een feit.
Cat C: 1. Frank Suys
(Hingene) 2.Georges Vergauwe 3.Jean-Paul Maveau 4.Etienne Claus 5.Freddy
Vlerick 6.Patrick Watteny 7.Ivan Wulffaert 8.Dirk De pauw 9.Erwin Van Hoecke
10.Arie de Moor 11.Paul Geerinck 12.Peter Kerckaert 13.Serge De Wever 14.Luc
Callant 15.Damien Bracke 16.Walter De Schroodere 17.Patrick Van Peteghem 18.Luc
Timbreur 19.Frank Van Haecke 20.Erik Cardon 21.Ringo Van Den Ende Cat D: 1.Twan De Braber (Hoeven,
NLl) 2.Helmuth Tas 3.Frank De Wilde 4.Marc Steenberghe 5.Rob Ocraft 6.Tony
Baudonck 7.Daniel Noens 8.Patrick de Smet 9.Johan Martens 10.Gabriel Van Meenen
11.Roland Coupille
Na de overwinning in Oosteeklo met vriend Nico Tijtgat.
20 augustus 2005 was één van de meest sombere dagen die ik
ooit meemaakte. De regen viel met bakken uit de hemel, en het was er nog koud
bij. En als je dan als organisator die dag een criterium organiseert, waar dan
nog een stukje kassei in voorkomt, dan weet je dat er geen massa vertrekkers
aan de start gaan staan. Ik was naar Lokeren gereden, maar heb lang getwijfeld
om te starten. Tot een half uur voor de start bleef ik in de auto zitten.
Uiteindelijk zette ik mn verstand even uit (kan altijd van pas komen ;-) ) en
ging me inschrijven.Uiteindelijk namen
we met 7 renners de start: 6 Cs en nog één D-renner. Voor hem was de
overwinning al binnen ! De afgevaardigden van dienst beslisten om de wedstrijd
drastisch in te korten: We moesten slecht 25 km rijden ! Niemand die daar een
probleem over maakte. Na slecht één rondje waren we nog met 4. Ik wist dat het
simpel ging worden, ik moest er enkel voor zorgen dat niemand wegreed. En om
mijn goeie wil te tonen liet ik de 3 voorziene premies door mijn 3 medevluchters
nemen. Ik kon alles bij mekaar houden en had zoals verwacht geen last om de
spurt te winnen. Als je het weer niet meerekent, één van de gemakkelijkste
overwinningen die ik ooit behaalde. Maar ja, de afwezigen hebben altijd
ongelijk hé (alhoewel, in dit geval )
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Paul Geerinck 3.Geert Van Speybroeck 4.Geert Smet 5.Ron Van
Der Velden 6.Patrick De Jonghe Cat D: 1.Jan Jacobs
(Minderhout)
In Wintam (parochie van
Hingene)had ik in 2005 al 2x gewonnen
bij de VWF. Vandaag had ik er minder hoop op. Vorige week zaterdag gevallen,
zondag niet gereden wegens wonden likken en woensdag half koers al moeten
afstappen toen mijn stuur loskwam. Maar toen ik van huis uit naar de start
reed, voelde de benen goed aan. En de aard van het parcours leent zich voor een
vroege aanval. Dus na 1 km trok ik er al op uit. Ik slaagde er nog in om alleen
door de dorpskern in Hingene te rijden, maar even later sloten nog 4 renners
aan. En bij het einde van de eerste ronde waren we met 11. Maar het draaide
niet. Sommige (goede) renners kwamen helemaal niet aan kop, waarom weet ik ook
nu nog niet. Dus ging ik opnieuw en toen ik 6 renners naast mij telde, keek ik
om en waren de andere 4 verdwenen. Met 7 lukte het wel. Er werd mooi
rondgedraaid, zo goed zelfs dat we op 3 ronden voor het einde de groep van de
C-reeks bijhaalde. En dat was nu net mijn schrik. Ik spurt tegenwoordig liever
in een kleine groep en van mijn grootste sprintconcurrent in de kopgroep, Etienne
Claus, weet ik dat hij zich zeer goed kan plaatsen. Plus het feit dat in de
C-reeks enkele van zijn Rudyco-ploegmaten reden.Ik moest dus proberen om van dit nadeel een
voordeel te maken. Ik koos resoluut het wiel van Etienne, terwijl zijn
ploegmaats het tempo erin hielden. Op 500m van de meet, met nog 2 moeilijke
bochten te gaan, zag ik mijn kans. Etienne reed links, in het wiel van een
ploegmaat, maar met nog iemand rechts van hem. Ik ging vol aan langs rechts,
zodat hij onmogelijk meekon. Op het randje van het mogelijk nam ik de 2 laatste
bochten. Bij het uitkomen ervan had ik 5 mvoorsprong. Gewonnen spel, dacht ik. Maar toen ik op 100m van de meet
even omkeek, zag in Claus vlak achter mij. Gelukkig viel ik niet stil zodat ik
aan de meet nog net een wieltje voor had.
Het doet altijd goed om te
winnen in eigen gemeente. Het is de 4e keer in mijn carrière dat dit
lukt. De 4e zege ook dit seizoen en de totale teller staat al op 102
!
D -reeks 1 FRANK SUYS (Hingene) 2 Etienne Claus (Hamme) 3
Eddy Vermeir 4 Luc Podevin 5 Roland Mersseman 6 Hugo
Lismont 7 Eddy Mertens 8 Roger Schouppe 9 Luc van Mol 10
Francis De Ridder
Aan de start. Nummers 1 en 2 uit de uitslag staan al vooraan. (foto Rita Thienpondt)
De sprint. Van ver aangegaan, nog net genoeg over aan de meet. (foto Rita Thienpondt)
In de bloemen samen met de organisatoren. (foto Rita Thienpondt)
Dankzij Rita Thienpondt hebben we meestal de dag zelf al prachtige foto's. Zij was speciaal voor mij vandaag ook het bloemenmeisje van dienst.
Na mn achtste zege én de titel van Kampioen van Vlaanderen,
moest ik het noodgedwongen wat rustiger aandoen. De dag na Ouwegem was ik los
uit de wielen gereden en ook de volgende wedstrijd was ik niet vooruit te
branden. Diezelfde avond was duidelijk waarom: ik lag met koorts in bed.
Vrij snel was ik er terug door, maar na ziekte heb je altijd
enkele wedstrijden nodig om terug op niveau te komen.
We waren een maand later en er was nog een wedstrijd in
eigen gemeente. Zou ik mn overwinning van vorige maand nog eens kunnen
overdoen ?
Ook mn zoon reed mee, en we reden in dezelfde reeks: de Cs.
Het peloton bleef lang gesloten, maar rond half wedstrijd
reden 8 renners weg. Roeland was erbij ! Mn eerste idee was om af te stoppen
maar toen ik reageerde op een uitval en we enkele meters namen, besliste ik om
te proberen alleen het gat te dichten. Niet makkelijk want ze reden al zon
200m voor. Het duurde meer dan een ronde, maar ik slaagde in mijn opzet. Ik
sloot aan, terwijl de rest van de groep al op een minuut reed. Met zn tweeën mee voorop, dat was nog nooit
gebeurt !
Bij het ingaan van de laatste ronde vroeg ik aan Roeland hoe
het ging. Niet te best meer was zn antwoord. Ik moest dus mn eigen kans
gaan. En dat was ervoor zorgen dat niemand wegreed.In Hingene-dorp, op een 3-tal kilometer voor
de meet reden 2 renners weg. Ze namen 50m, dus ik moest reageren. Op kop van de
groep reed ik het gat toe. En wie sprong er vanachter mijn rug weg toen we
aansloten: Roeland ! Even werd er getwijfeld zodat hij 50m nam. Ik zette mij
vooraan en keek constant om zodat het voor iedereen duidelijk was dat ik nu
alle aanvallen zou afslaan. De eerste die probeerde kreeg me direct in het
wiel, en gaf het op. Roeland had nog steeds dik 50m. Weer een aanval. Weer zat
ik direct op het wiel. Tweede poging afgeslagen ! Zou het lukken ? Opnieuw een
aanval, en opnieuw was ik mee. Maar deze keer gaf die kerel niet op. Hij bleef
op kop rijden. Ook toen ik even naast hem kwam, ging hij door. Resultaat, op
500m voor de meet was Roeland eraan voor de moeite. Dus moest ik het afmaken,
en door de frustratie van een gemiste kans sprintte ik nog harder dan anders.
De rest werd op lengten gereden !
Mn 9e van het seizoen, maar ik had
vandaag véél liever tweede geworden, na mn zoon. Dat had pas mooi geweest in
eigen gemeente !
Sprintwinnaar tegen wil en dank. Roeland werd 9e
Vader en zoon ! Samen met de winnaar bij de D's en organisator Marc De Reu
25 juni 2005: Ouwegem: Kampioenschap van Vlaanderen WAOD-AB
Normaal reed ik in 2005 enkel in mn eigen reeks: C (vanaf
40 jaar). Hierop maakte ik slechts enkele uitzonderingen, namelijk de wedstrijden
van de Ronde van Nazareth. Dit is klassement voor AB-renners in en om de
gemeente Nazareth. Voorheen was dit een klassement voor de T-reeks, en had ik
daar mooie uitslagen behaald in het eindklassement, doch nog nooit was ik er
geslaagd een rit te winnen.
In Ouwegem had de derde rit van 2005 plaats. En de wedstrijd
was ook het kampioenschap van Vlaanderen voor ABs (één trui voor de twee
reeksen samen). Een rare kronkel in het WAOD-reglement is dat, ondanks dat ik
een C-vergunning had, ik toch in aanmerking kwam voor de titel omdat het een jongere
reeks betrof. Niet dat ik daaraan dacht, het klassement was mn enige doel.
Ouwegem is een vrij lastige wedstrijd met een lang stuk
valsplat met als uitloper een stukje kassei aan de kerk. In de tweede ronde gingen
we er daar met 8 vandoor met oa: Kristof Muys (toen nog op zijn voetstuk), Van
Geertsom (altijd sterk), Timbeur en de Nederlander Peter Mol. Peter had de 2
eerste wedstrijden van de Ronde gewonnen.Er werd mooi rondgedraaid zodat de rest van het deelnemersveld voor de 9e
plaats kon rijden. De laatste ronden begon het steekspel. Vele uitvalspogingen,
maar telkens was het Kristof Muys die iedereen ging terughalen. Hij waande zich
duidelijk de snelste, maar daar dacht ik anders over. Laat hem maar doen, ik
zat in een zetel.
De aankomst was eerst licht bergaf om dan de laatste 100m
terug licht bergop te gaan. Ideaal. Van ver aangaan en standhouden, dat was wat
ik moest doen. Op een 300m van de meet zette ik vanuit laatste positie de spurt
in, waardoor ik iedereen verraste. Ook Muys, die nog wou schakelen en hiermee
zijn ketting van het tandwiel trok. Ik ging vol door een haalde het met lengten
voorsprong. Later hoorde ik Muys nog vertellen dat hij me zonder
kettingprobleem zeker zou geklopt hebben. No way, Kristof !!
Na de wedstrijd mocht ik de trui van Kampioen
van Vlaanderen aantrekken. Als 44-jarige won ik de trui in de reeks voor
18-jarigen en ouder. En op de erelijst van dit kampioenschap sta ik daar toch
mooi tussen de 2 ex-profs Franky Van Oyen (2004) en Sammie Moreels (2006)
Cat AB: 1.Frank Suys
(Hingene, winnaar cat. B en Kampioen van Vlaanderen) 2.Peter Mol 3.André Van Geertsom 4.Peter De
Coninck (Waregem, winnaar cat A) 5.Filip Timbreur 6.Johan Vervaecke
7.Luc Callant 8.Kristof Muys 9.Gustaaf Meirte 10.Andy Michels 11.Patrick
Watteny 12.Nico De Vrient 13.Luc Puimege 14.Freddy Vlerick 15.Bjorn De
Vriese 16.Bart De Wolf 17.Franky Onderbeke 18.Kristof Dhondt 19.Jan De
Wilde 20.Koen Heyrman 21.Manuel De Naeghel 22.Stefaan De Grauwe 23.Yves
De Vrient 24.Fabien Hanssens 25.Edouard Roose 26.Stanny Benoot 27.Jos
Beddeleem 28.Pascal Van De Velde 29.Mich Vandecauter 30.Johan De
Maesschalck
Sprintwinnaar vóór Peter Mol (in de gele leiderstrui van de Ronde van Nazareth) en André Van Geertsom
Schoondijke, weer zon dorpje in de Zeelandse polders, in de
buurt van Sluis. Slechts een 20-tal vertrekkers. Met de vorm van de laatste
weken moest dit vandaag mn 7e van het seizoen worden. Met 6 C-renners raakten we al snel voorop
samen met het gouwe ouwe-duo Patrick Van Rentergem en Wim De Waal. Toen daar
nog Luc Callant en Freddy Vlerick met pech wegvielen, mocht het niet meer
misgaan. Maar pech kan iedereen overkomen hé. Op enkele ronden van het einde
ging Van Rentergem in de aanval. De Waal reageerde natuurlijk direct en wij,
C-renners, lieten begaan. Al speelde ik wel met het idee van, eens ze een
100-tal meter voorsprong hadden, te proberen om in mn eentje het gat toe te
rijden. Maar net toen ik dat wilde doen viel, bij het schakelen, mn ketting van
het tandwiel. Iets wat bijna nooit gebeurde, maar nu dus wel. Het duurde even
voor het euvel verholpen was zodat geen 100m voor, maar 100m achter lag ! Maar
in een mum van tijd was ik terug bij mn medevluchters. Even later ging Arie De
Moor. Ik wachtte even en ging er dan alleen naartoe. Met zn tweeën gingen we
op de meet af. Arie was gebrand om zn eerste zege ooit te halen, maar wist dat
ik sneller was. Hij zou dus nog even moeten wachten (intussen heeft hij ook al
een heel palmares bijeengefietst.) Zoals verwacht had ik geen probleem in de
spurt. Opdracht volbracht !
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Arie De Moor 3.Paul Geerinck 4.Philippe Lacquet 5.Henri De
Decker 6.Marc Borghgraef 7.Georges Vergauwe 8.Alex Goossens 9.Carl
Crabtree 10.Chris Verroeye 11.Danny Van Hoof 12.Luc Callant 13.Freddy
Vlerick 14.Rudy Buzeyn 15.Patrick Van Peteghem Cat D: 1.Patrick Van
Renterghem (Bellem) 2.Wim De Waal 3.Marc Heul 4.Hilair Heye
5.Helmuth Tas 6.Rob Ocraft 7.Frank De Wilde 8.Willy De Sutter
Vandaag nog
eens naar de LFT
getrokken. Wedstrijd in Slypskapelle. Om even te situeren heb ik er
Wikepedia
bijgehaald:
Slypskapelle (plaatselijk Slyps) is een dorpje
in de Belgische
provincie West-Vlaanderen. Het dorpje ligt in
de gemeente
Moorslede,
een drietal kilometer ten zuiden van de dorpskern van Moorslede, en een
tweetal
kilometer ten noorden van de deelgemeente Dadizele.
Het telt ongeveer 1000 inwoners. In het dorp bevinden zich
basisvoorzieningen
(lokale middenstand) en ook nog een cultureel centrum.
Aan dat
Cultureel centrum was
het te doen.Nadat ik de omloop verkend
had, vond ik dat deze veel weg had van Kruishoutem, met een aankomst
zoals in
Burst. Daar ik enkele weken terug deze twee wedstrijden kon winnen, zag
ik het
vandaag wel zitten. Alleen was er wat meer wind dan toen. En in het
vlakke,
open westvlaamse land, voel je die nog
dubbel zo hard. Er waren al enkele ontsnappingen geweest, maar deze
droegen
nooit ver. Toen er zich een 5-tal loswerken waaronder Patrick Watteny
(dit jaar
al 3x winnaar bij de LFT) wist ik dat ik moest reageren. Met nog enkele
renners
in het wiel reed ik ernaar toe. Maar kort nadien kwam ook de rest van de
groep
aansluiten. Ideaal moment, dacht ik, om het nog eens te proberen. Ik
ging terug
in de aanval, maar niemand volgde. Spoedig had ik 100m. Dan moet je
doorgaan
natuurlijk. Heb ik niet meer kans in de spurt ? Ja natuurlijk, maar het
deed
verdomd deugd om nog eens alleen voorop te rijden. Dat moet al een
tijdje
geleden geweest zijn ! En het ging goed. Ondanks de zware stukken met de
wind
op de kop, lukte het me om een 20-tal seconden voorop te rijden. Zou het
dan
toch lukken ?
3 ronden
hield ik het vol, tot
in de voorlaatste. Toen was de groep terug genaderd tot op een 50m. Ik
liet me
inlopen in de hoop nog even op adem te komen en toch nog mn kans in de
spurt
te maken.
Alles bleef
samen. Zoals in
Burst, wou ik proberen om eerst door de laatste bocht te gaan, maar op
de smalle
wegen geraakte ik niet meer volledig vooraan. Rond de 10e
plaats
draaide ik. De eerste Bs waren te ver, maar als eerste C had
ik
nog een ruime voorsprong op de nummer
2, Ronny Lapeire.
Een mooie
derde overwinning,
maar blij was ik vooral met het goede gevoel bij de soloaanval, die ik
om en
bij de 15 km volhield.
Alleen voorop bij het ingaan van de voorlaatste ronde. Maar de voorsprong werd te klein. Eerste C-renner. De 3e overwinning van het seizoen
Meestal moet ik een stukje rijden om in één van de vrije
bonden aan een wedstrijd deel te nemen. Enkele malen per jaar kan dat toch in mn
eigen streek: Klein-Brabant. En nu zelfs in eigen gemeente: Wintam, een gehucht
van Hingene. Maar het begon al goed. Ik had me thuis klaargemaakt en reed met
de fiets naar de start. In de dorpskern van Hingene staan enkele paaltjes als
wegversmalling. Ik wist dat, want dagelijks rij ik er minstens 2x voorbij. Maar
door een onoplettendheid toen ik omkeek naar de voorbijrijdende E-reeks, botste
ik pardoes tegen één van die paaltje aan. Ik kon me nog net rechthouden maar
door de schok was één van mn schoenplaatjes verschoven. Terug naar huis rijden
was geen optie, mn vrouw was ook al naar de koers vertrokken dus ik kon niet
meer binnen. Dan maar doorrijden en hopen dat ik daar nog iets kon rechtzetten.
Enkele mensen heb ik een schroevendraaier gevraagd maar niemand had er één bij.
En het was tijd om naar de start te gaan. Dan maar zo vertrekken en hopen dat
ik geen last zou krijgen.
De vorm was er, dus dat was geen probleem. En de voet stond
wel wat schuin, wat een raar gevoel was, maar echt last had ik er niet mee.
Het was intussen ook beginnen regenen en toen ik halfweg in
de aanval trok en het rond punt aan het voetbalplein in Hingene aan de
binnenkant nam, hoorde ik achter mij een valpartij. Even verder waren we met 5
voorop en deze ontsnapping bleek de goeie te zijn. Naar het einde toe begon ik
de scheve zit wel te voelen maar probeerde er niet teveel aan te denken. Het
kwam tot een spurt en het was alles geven tot de laatste meters om de
concurrenten (geen uitslag meer teruggevonden, namen vergeten) af te houden.
Maar het lukte. Zege nummer 6, in eigen gemeente!
Na de wedstrijd mocht ik als toemaatje nog eens naar de
dopingscontrole. Het was in gans mn carrière pas de derde keer. En de derde
keer negatief natuurlijk !
Met de bloemen (of bloempot ) in eigen gemeente. Pas de tweede keer, 25 jaar (!) na Eikevliet.
21 en 22 mei 2005: Herselt en Waterlandkerkje (WAOD)
Met de WAOD naar Herselt. Volledig uit de richting van waar
normaal de WAOD-koersen plaatshebben. Dat betekent minder de gewone renners,
meer met een dagvergunning. Het parcours was er eentje tussen de bossen en, wat
ik niet direct in deze streek verwacht had, vrij zwaar. Aan de aankomst ging
het goed bergop en dat hielt toch een 4 à 500m aan. In de derde ronde
verbrokkelde de groep. Dat was duidelijk de moment en als laatste kon ik
aansluiten bij de kopgroep van 7 renners. Enkele ronden later splitste het nog
eens in 2, vooral onder druk van ene Jef Biermans. Ik was mee. Jef probeerde
elke ronde aan de aankomst weg te raken, maar lukte daar nooit volledig in.
Naar het einde toe was de verstandhouding door deze aanvallen compleet zoek
zodat een achtervolgend groepje nog terug kon aansluiten.
En dan de sprint, nou ja sprint ?. Arie De Moor probeerde
het nog en nam een kleine voorsprong. Op 400m van de meet reden 3 renners één
voor één voor de rest, met telkens een 10m tussen. Wachten kon niet meer.
Gelukkig kreeg ik een aankomst zoals ik die graag heb. Op de grote versnelling
ging ik aan en reed van de een naar de andere. Op 100m van de meet had ik al
gewonnen spel. De 4e zege was een feit .
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Martin Proost 3.Arie De Moor 4.Jef Biermans 5.Daniel Van Der
Mieren 6.Dirk De Pauw 7.Marc Borghgraef 8.Philippe Lacquet 9.Geert De
Buck 10.Stefan Motmans 11.Geert Hoefman 12.Erwin Engelen 13.Herman
Proost 14.Wim Heyndrickx 15.Danny Van Hoof 16.Stefan Counette 17.Wim
Haspeslagh 18.Dirk Van Den Wijngaert 19.Dirk Onghena 20.Rudy Verheyen
21.Kris De Moor Cat D: 1.Bert Ter Harmsel
(Meer) 2.Eric D'Haene 3.Rob Ocraft 4.Chris Geerts 5.Rene Urhens 6.Marc
Docx
Eén dag later trokken we naar Waterlandkerkje. Waar ? Ja,
Waterlandkerkje, een klein dorpje in de polders. Op hun website kan je volgende
verklaring vinden naar de naam: Dit dorpje is ontstaan uit een kerk, waar in
de loop der tijd wat gebouwen omheen zijn gebouwd. Op oude kaarten werd het
gehucht aangeduid als Klein Kerkje, in de volksmond werd (en is) dit 't Kerkje.
In 1796 werd de officiele naam Waterland en rond 1820 kreeg het dorpje zijn
huidige naam. Dit was voornamelijk om verwarring met Waterland-Oudeman, een
Belgische gemeente die 5 kilometer verderop ligt, tegen te gaan.
Ik had een zeer goeie dag en halfkoers trok ik zelf in de
aanval. 3 renners gingen mee: Marc Borghgraef, Luc Callant en Peter Kerckaert.
De verstandhouding waas niet optimaal. Alle 3 wisten ze dan ook dat, wanneer ze
met mij naar de meet gingen, ze gingen geklopt worden. En dus smeden ze een
plannetje: Om beurt demarreren. De voorlaatste ronde begonnen ze eraan, maar ik
was sterk genoeg vandaag. Op elke aanval reageerde ik direct waarna er weer
iemand vanachter mn rug sprong. Maar ik hield stand. In de laatste kilometer
ging Luc Callant nog weg. Ik gaf hem 10m om een springplank te hebben. Dan ging
ik aan en net voor de laatste bocht nam ik de leiding om die niet meer af te
staan. Het was 3 tegen één vandaag maar het werd fair gespeeld. Nummer 5 (en we
zijn nog maar in mei).
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Luc Callant 3.Marc Borghgraef 4.Peter Kerckaert 5.Pascal Van
De Velde 6.Etienne Claus 7.Georges Vergauwe 8.Freddy Vlerick 9.Arie De
Moor 10.Kris De Moor 11.Frank Gommers 12.Patrick Watteny 13.Patrick Joos
14.Dennis Kerckhaert 15.Henri De Decker 16.Erwin Van Hoecke 17.Stefan
Motmans 18.Patrick Van Peteghem 19.Jean-Pierre Delthijn 20.Paul Geerinck
21.Wim Heyndrickx 22.Frank De Block 23.Danny Van Oyen 24.Gerrit
Vermassen 25.Daniel Denis Cat D: 1.Wim De Waal
(Axel,
Ned) 2.Helmuth Tas 3.Patrick Van Hulle 4.Marc Steenberghe 5.Rob Ocraft
6.Tony Baudonck 7.Willy De Sutter
Waterlandkerkje: Overwinning op de Hollandse klinkertjes
Met organisator Rudi Lammens (ook winnaar in de F-reeks) en voorzitter Neyts.
In Kortemark had ik het jaar voordien voor het eerst een
wedstrijd in West-Vlaanderen gewonnen, dus ging ik terug naar daar. Eigenlijk
moest ik op een feestje zijn. Mn kleinzoon London werd die dag één jaar. Maar
ik kreeg een paar uur vrijstelling als ik beloofde om de bloemen mee te
brengen.
Enorm veel wind die dag, en al vrij vlug lag de wedstrijd in
een beslissende plooi. Met 6 konden we wegrijden. Ook hardrijder en D-renner Patrick
Van Renterghem zat mee voorop. Met zon brommerke in de buurt weet je dat het
gebeurt is.
Vandaag wou ik echter proberen om alleen aan te komen om een
speciaal zegegebaar te maken. In de voorlaatste ronde lukte het mij om me los
te rukken van de andere Cs (Van Renterghem en Van Hulle) de Ds, waren toen al
van ons weggereden. Met één vinger in de hoogte kwam ik over de meet. De
belofte was nagekomen. Dacht ik, wat voor de winnaar waren er geen bloemen,
maar een fles wijn
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Freddy Vlerick 3.Patrick Verresen 4.Arie De Moor 5.Dirk De
Pauw 6.Michel Van Wijnsberghe 7.Patrick Watteny 8.Georges Vergauwe
9.Gerrit Vermassen 10.Patrick De Bruyn 11.Luc Callant 12.Kris De Moor
13.Roland Verhoeven 14.Davy Watteny 15.Carl Crabtree Cat D: 1.Patrick Van Hulle
(Aalter - Bellem) 2.Patrick Van Renterghem 3.Helmuth Tas 4.Gildo Van
Parijs 5.Rob Ocraft 6.Hilair Heye 7.Tony Baudonck 8.Alain Messager
9.Willy De Sutter 10.Wim Heggerick 11.Frans Sarazijn
Nee, niet de eerste van het seizoen, maar kleinzoon London die die dag 1 jaar werd.
In Ertvelde-Rieme leerde ik een nieuwe crack leren
kennen:Stefaan Kerkhof. Al vrij vroeg
had ik door dat hij iemand nieuw was op koersgebied, maar zelden had ik iemand nieuw
gezien die zo snel kon rijden. Achteraf bleek dat Stefaan uit de Triathlon
kwam. Meteen de verklaring waarom hij zo hard met de fiets kon rijden, maar
weinig koersdoorzicht had. Het leek wel alsof hij alleen op de weg was en snel
thuis moest zijn. Rond halfkoers raakten we met 4 weg: D-renner Wim De Wael en
de Cs Marc Borghgraef, Stefaan Kerkhof en ikzelf. Een beter gezelschap om mee
op stap te gaan, bestaat er niet. Wim naar een zekere overwinning bij de Ds,
Marc die je nooit moet aansporen om te koersen en Stefaan, die reden heb ik al
verteld.
We gingen dan ook met 4 op de eindstreep af. Wim sprong nog
weg en verwachtte natuurlijk niet dat
iemand zou reageren, hij was dan ook geen concurrent van ons. Maar Kerkhof had
het zo niet begrepen, en begon op kop te rijden met Marc en mezelf in het wiel.
Zo mooi heeft nog nooit iemand de spurt voor me aangetrokken. Ik won makkelijk
voor Borghgraef en Kerkhof.
Intussen kan Stefaan Kerkhof nog steeds enorm
hard fietsen, maar weet hij ook wat koersen is. Iedereen die al met hem
gereden heeft zal dat al wel ondervonden hebben.
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Marc Borghgraef 3.Stefaan Kerkhof 4.Walter De Veerman
5.Danny Van Oyen 6.Patrick Watteny 7.Keny Wille 8.Paul Geerinck
9.Patrick Joos 10.Philippe Lacquet 11.Erwin Van Hoecke 12.Stefan Motmans
13.Patrick Van Peteghem 14.Henri De Decker 15.Wim Heyndrickx 16.Luc
Callant 17.Peter Kerckaert 18.Roland Verhoeven 19.Mario Geirnaert Cat D: 1.Wim De Waal
(Axel (NL)) 2.Hilair Heye 3.Patrick Van Hulle 4.Robert Standaert
5.Patrick De Smet 6.Rob Ocraft 7.Helmuth Tas 8.Louis Moens 9.Gabriel Van
Meenen 10.Willy De Sutter
2005 kwam voor mij zoals
gewoonlijk traag van start. Buiten een paar verre ereplaatsen was het nog niet
veel soeps geweest. Ook in Doorselaer zag het er niet goed uit. Veel
vertrekkers, een nerveuze koers en de ABs die ons kort op de wielen zaten.
Met nog 2 ronden te gaan was het zover. De ABs liepen ons
in net in de aankomstzone. De speaker was duidelijk: CDs NIET aansluiten !.
Maar probeer zon groot peloton op 2 ronden van het einde maar eens tegen te
houden. Ik was het, eerlijk gezegd, ook niet van plan om me te laten afzakken,
maar in de chaos was ik toch mee achtergebleven. Een 15-tal renners reden mee
met de ABs. Na enig overleg in de groep (weet niet meer wie de voortrekker
was) werd beslist om aan de aankomst halt te houden. Zo gezegd, zo gedaan, bij
het ingaan van de laatste ronde stonden wij allemaal stil aan de meet. De
afgevaardigden , die nog meer chaos vreesden, waren snel met een beslissing: Doorrijden,
de vorige groep wordt volledig gedeclasseerd ! Dat was wat we wilden horen,
dus reden we verder.
Er zaten nog wel wat snelle mannen in de groep, maar toch
haalde ik het vrij gemakkelijk voor oa Ackermans,
Michiels en Vlerick.
Toen ik terug naar de aankomstlijn reed stonden daar de
renners uit de eerste groep luid te protesteren en hun mening te geven over het
gebeuren. Ik kon het niet laten om nog wat olie op het vuur te doen. Sorry
jongens, mag ik even door, ik kom mijn bloemen halen
Het was niet de eerste keer dat er discussies zijn wanneer
twee aparte reeksen mekaar inhalen, en het zal zeker ook niet de laatste keer
zijn. Waarom niet ? Omdat er geen duidelijk reglement bestaat. Nochtans is het
simpel: Laat de sterkste reeks eerst starten. Als de 2e reeks de
eerste inhaalt, wordt er samen verder gereden. Als de 2e groep
teveel achterstand oploopt, worden ze vroegtijdig uit koers genomen. Simpel
toch ?
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Alex Ackermans 3.Peter Michiels 4.Freddy Vlerick 5.Martin
Proost 6.Patrick De Hauwer 7.Gerrit Van Roosendael 8.Henri De Decker
9.Patrik Verrijckt 10.Daniel Van Der Mieren 11.Patrick Joos 12.Ludwig
Gladines 13.Hedwig Aelbrecht 14.Denis Lust 15.Keny Wille 16.Danny Smet
17.Frank De Wilde 18.Paul Geerinck 19.Danny Van Hoof 20.Hugo Verhoeven
21.Paul Van Puyenbroeck 22.Geert Smet 23.Serge De Wever 24.Henri Hermans
25.Dirk Onghena Cat D: 1.Marc Heulens
(Nijlen) 2.Rob Ocraft 3.Hilair Heye 4.Chris Geerts 5.Tony Baudonck
6.Eddy Vanderschueren 7.Marc Docx 8.Willy De Sutter 9.Jean Blommaert
10.Wim De Waal 11.Marc Steenberghe
De spurt v an de tweede groep ... voor de overwinning.
De ultieme zoektocht naar de 100e overwinning heeft niet lang geduurd. Eén dag na Kruishoutem was het bingo in Burst. Mooi parcours, brede wegen, lichthellend. Alleen aan de aankomst ging het serieus bergop. Na een haakse bocht begon het direct te klimmen. Ik was bij de aankomst van de vorige reeksen in die bocht gaan staan. Bij de 4 sprinten die ik gezien had, was telkens de eerste die draaide ook de eerste aan de meet. Ik wist dus wat doen, als het tot een sprint kwam. Voor de wedstrijd had ik al ondervonden dat de benen niet volledig gerecupereerd waren van de dag voordien. En zodra de wedstrijd startte voelde de benen nog slechter aan. Er zat dus niets anders op dan enkele rondjes rustig in de groep mee te draaien. Al snel had ik gezien dat wegraken op dit parcours niet makkelijk zou zijn. Geen enkele ontsnapping droeg ver. Enkel Rudy Van De Velde, die ook de dag voordien had gewonnen, slaagde er enkele malen in om een tijdje voorop te rijden. Ik nam dus de beslissing: alles op de sprint vandaag. De voorlaatste ronde ging Rudy opnieuw. De voorsprong werd nooit groot maar hij bleef voorop rijden. Even later kreeg hij nog het gezelschap van een 2e renner en op het eind waren er nog 3 naartoe gesprongen. Op een kleine kilometer van de meet was de voorsprong nog slecht 20m. Ik reed de laatste meters toe zodat ik al als 4e de voorlaatste bocht nam. Om dan, net voor de laatste bocht, naar de kop te gaan. Eens door de bocht was het vol naar de meet, maar het ging moeizamer dan ik dacht. En blik naar m'n tandwiel gaf de reden: ik stond verdorie op de 11, een tand groter dan ik gedacht had. Er zat niets anders op dan door te gaan, nu nog schakelen was geen optie. Gelukkig viel ik niet stil, en met een lengte voorsprong haalde ik het op VWF-wereldkampioen Joseph Devits. De 100e is een feit. De vraagtekens in de titel mogen weg !
D
-reeks 1 Frank Suys; 2 Joseph Devits; 3 Roger Schouppe; 4 Dirk De Meyer; 5 Piet De Vos;
6 Mark Vertommen; 7 André Praet; 8 Rudy Van De Velde; 9 Joseph Claessens; 10 Philippe Breuls.
De spurt bergop. (foto: Rita Thienpondt (bedankt Rita !))
De 2e overwinning in evenveel dagen. De 100e over de hele carrière. (foto: Rita Thienpondt (bedankt Rita !))
D
-reeks 1 Frank Suys 2 Joseph Devits
3 Roger Schouppe
4 Dirk De Meyer
5 Piet De Vos
6 Mark Vertommen
7 André Praet
8 Rudy Van De Velde
9 Joseph Claessens
10 Philippe Breuls
De LFT-wedstrijd in Kruishoutem is geen gemakkelijke
wedstrijd. Rondjes van2,9 km door de velden. Eerst een afdaling van een dikke
kilometer. Een kort vlak stuk. Dan meer dan een km omhoog , een bocht naar
rechts en 50m verder: de aankomstlijn.
De groep bleef enkele ronden samen, maar door een valpartij
in de klim lag plots alles uit mekaar. Met 13 vormden we de kopgroep: 9 B
renners en ikzelf met nog 3 concurrenten uit de C-reeks.
Halfkoers kwamen we tot op 100m van de 2e groep
uit de A-reeks. Ik had deze week op mijn blog mijn overwinning in Zingem nog
beschreven waar ik alleen naar de jongere reeks was gesprongen, dus ik dacht:
waarom nog eens niet proberen? Bergop trok ik op de grote molen in de aanval.
Direct kreeg ik één B-renner (Patrick Van Maeckelbergh) mee. Even later sloten
nog 3 B-renners aan. Ik zat dus in een zetel. Elke afdaling nam ik volledig
voor mijn rekening. Op de 52x11 en met de wind tegen, haalde ik daar elke ronde
53km/uur ! De klimmetjes liet ik grotendeels aan mijn vluchtpartners over.
We liepen ronde na ronde uit en hadden al een 20 toen er
plots een vrachtwagen het parcours opdraaide. Deze had juist de breedte van de
weg zodat we geen kant meer uit konden. Weg voorsprong, weg zekere zege. We
waren terug met 13. Maar ik wou niet bij de pakken blijven zitten. Met nog 4
ronden te gaan trok ik weer alleen in de aanval. Weer een afdaling tegen 53/u.
Toen ik beneden omkeek zag ik één renner op komst. Het was een B-renner. Wat
moest ik doen ? Hem laten bijkomen was een goeie hulp voor de resterende 10 km.
Maar langs de andere kant zouden dan ook de B-renners uit de kopgroep beginnen
rijden. Ik koos voor het eerste. Met
100m voorsprong reden we verder. Toen we dachten nog 2 ronden te moeten rijden
zagen we plots het bordje van de laatste ronde staan. Alles geven dus. De
achtervolgers hingen op 50m, maar met korte aflossingen konden we ze nog net
afhouden. Toen we beide klaar waren om het zegegebaar te maken hing daar terug
hetzelfde bordje: Laatste ronde ! Nu was de veer gebroken. Een tweede maal dat
ik dacht gewonnen spel te hebben. Weer mis !
6 renners sloten nog aan. Daarbij nog slechts één C-renner:
Belgisch kampioen Geert Roobroeck. Dan maar de spurt afwachten. Ik zette me als
laatste van de kopgroep in zijn wiel en toen hij even langs rechts inschoof zette ik
op links de spurt in. Ik zag hem niet meer terug. 3e keer goeie
keer, nu kon ik eindelijk het zegegebaar maken.
Als ik even terug kijk hoelang het geleden is dat ik nog zon
wedstrijd gedomineerd heb, moet ik ver terug gaan. De laatste 3 jaar heb ik dat
niet meer gekund, door de gekende gezondheidsproblemen. Als alles blijft
meezitten, kan dit nog een mooi seizoen worden. Hout vasthouden !!
Met B-renner Hans Kyndt de bij het ingaan van de voorlaatste ronde.
Negende en laatste zege in 2004 kwam er in Lochristi-Hyfte.
Zoals gewoonlijk daar regende het aanvallen. De wedstrijd kon er op elk moment
weer anders uitzien. Enkele malen was ik mee geweest, bij een andere aanval
moest ik mee werken om een scheve situatie recht te zetten. Ook zo in de
laatste ronde. Een achttal renners met nogal wat kleppers reden weg. Het was nu
alles of niets. Wachten kon niet meer. Ik reed naar de leiders toe, maar kort
na mij sloot nog een grote groep aan. Massaspurt dus. De laatste 500m gaan
eerst (zeer) lichtjes bergop en daarna in lichtdalende lijn tot de aankomst.
Een impuls, anders
kan je het niet noemen. Op 400m voor de meet begon ik de spurt. Direct spookte
het door mijn hoofd: wat doe ik nu ? Dit hou je niet vol ! Maar ik voelde nog
de power in de benen, reed op de 11 het lichthellende stuk op om dan verder
door te trekken. Waar bleven ze ? Hoeveel gingen er me voorbij rijden ? Niemand
? Nee niemand !Kenny De Marteleire,
Walter De Veerman, Danny Van Oyen, Georges Vergauwe allemaal had ik ze los
uit de wielen gespurt om met enkele lengten voorsprong te zegevieren.
Ik heb al zeer veel sprinten gewonnen, maar dit
zal altijd de mooiste blijven ! Spijtig dat ik hier nooit een foto van heb gehad.
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Danny Van Oyen 3.Walter De Veerman 4.Kenny De
Maerteleire 5.Georges Vergauwe
6.Fabien Hanssens 7.Theo Schlijper 8.Marc Borghgraef 9.Paul
Geerinck 10.Frank De Wilde
11.Patrick Joos 12.Luc Callant 13.Patrick Convents 14.Luc De
Bruyne 15.Patrick De Smet
16.Dirk Mathijs 17.Jan Vlegels 18.Marc Vleminck 19.Danny Van
Hoof 20.Idesbald Nevejans
21.Luc Rottiers 22.Denis Lust 23.Philippe Lacquet 24.Marc Van
Bruysel 25.Marc Goossens Cat D: 1.Wim De Waal
(Axel,
NL) 2.Patrick Van Renterghem 3.Helmuth Tas 4.Gustaaf Meirte
5.Bert Ter Harmsel 6.Daniel
Noens 7.Patrick Van Hulle 8.Rob Deroet 9.Marc Steenberghe
10.Alfons Feremans 11.José
Hoebeke 12.Rik Vanpoucke 13.Ronny De Scheemaeker 14.Hilair Heye
15.William Vyncke 16.Johan
Martens 17.Lucien Van Goethem 18.Willy De Sutter 19.Patrick
Plasschaert
Na de dubbelslag in Zingem en Wichelen, volgde de
overwinningen mekaar in sneltempo op.In
augustus bracht ik mn aantal op 8 door 3x na mekaar te winnen in Oosteeklo.
De eerste kwam er aan cafe De Pluim,waar ik in 2000 nog de overwinning haalde in
de trui van Belgisch kampioen.De
aankomst ligt me dan ook als gegoten. Een haakse bocht naar links, dan een doordraaier
naar rechts en 200m verder de meet.En als je er dan voor kan zorgen om als
tweede uit die bocht te komen, is de winst al half binnen. Ik draaide er in het
wiel van Georges Vergauween ging hem
direct voorbij. Gewonnen spel, normaal gezien, maar toch was ik er niet gerust
in want naast mij tekende zich een schaduw af op de grond. Kwam hij nog zo kort
? Nee dus. De reden was de ondergaande zon die net in het verlengde van de
aankomst in de rug zat. Dit geeft enorm lange schaduwvlakken maar Georges zelf
lag al op enkele lengten.
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Georges Vergauwe 3.Marc Borghgraef 4.Paul Geerinck
5.Luc Callant 6.Patrick
Convents 7.Arie De Moor 8.Henri De Decker 9.Jan Vermaercke
10.Luc Verheyen 11.Franky
Vertongen 12.Philippe Lacquet 13.Wim Oosse 14.Carl Crabtree
15.Fabien Hanssens 16.Frank
Jacobs 17.Patrick Joos 18.Marc Vleminck 19.Hugo Verhoeven
20.Patrick Van Hulle 21.Kurt
Laureys 22.Alex Wauters 23.Dirk Onghena 24.Peter Bleyaert
25.Rudi Beyens Cat D: 1.Jan Vervecken
(Herentals) 2.Patrick Van Renterghem 3.Gustaaf Meirte 4.Marc
Steenberghe 5.Ronny De
Scheemaeker 6.Martin Clauwaert 7.Bert Ter Harmsel 8.Hilair Heye
9.Walter Matthys 10.Marc
Docx 11.Luc Van Waes 12.Willy De Sutter 13.Ko Block 14.Louis
Moens 15.Donald De Vlieger
Een goeie week later was er een tweedaagse aan De Braeme
waar ik het jaar voordien nog had gewonnen. Zaterdag startte ik zoals gewoonlijk
in de C-reeks (de + 40ers). Ook hier kregen we weer een massaspurten moesten twee andere spurtkanonnen Walter
De Veerman en Danny Van Oyen er aan geloven.
Cat C: 1.Frank
Suys (Hingene) 2.Walter De Veerman 3.Danny van Oyen
4.Geert Seye 5.Hans Sonck
6.Eric D'Haene 7.Luc De Bruyne 8.Patrick Watteny 9.Peter
Kerckaert 10.Fabien Hanssens
11.Ludwig Gladines 12.Keny Wille 13.Marc Borghgraef 14.Henri De
Decker 15.Marc Couckuyt
16.Luc De Poorter 17.Frank De Wilde 18.Philippe Lacquet
19.Franky De Fijn 20.Danny Denis
21.Patrick Joos 22.Paul Geerinck 23.Filip Vereecke 24.Gunther
Van Den Bosch 25.Wim
Heyndrickx Cat D: 1.Patrick
Van Renterghem
(Bellem) 2.Patrick Versluys 3.Helmuth Tas 4.Hilair Heye 5.Marc
Steenberghe 6.Gustaaf
Meirte 7.Alfons Van Raemdonck 8.Freddy Luyckx 9.Ronny De
Scheemaeker 10.Ronny Van Herck
11.Tony Baudonck 12.Patrick Van Hulle 13.Etienne Van de Velde
14.Louis Moens 15.Rob Ocraft
16.Johan Martens
Zondag had ik een specialleke in petto. Aangezien mijn zoon Roeland ook
meereed, besloot ik om eens bij de jonge gasten van de AB-reeks te starten. En ik
had zon dag zoals je er maar een paar per jaar kan meemaken (ik in elk geval
toch). Elke aanval was ik mee, zonder dat het me echt moeite kostte. Ik denk
niet dat ik ooit zo sterk gereden had.
Halfkoers waren we weer weg met een achttal renners. Toen ik
omkeek zag ik Roeland halfweg tussen ons en de groep hangen. Ik ging direct in
de remmen en liet me afzakken. Maar toen Roeland bij mij kwam, sloten ook de
eersten uit de groep weer aan. Poging mislukt, en de 7 reden al 100m voorop.
Maar zoals ik al zei, die dag kon alles. Ik demarreerde opnieuw en reed in een
ruk weer naar de leiders toe !
Met 8 gingen we de laatste ronde in. Zou ik de spurt
afwachten ? Nee, niet nodig, ik kon hier alleen aankomen. Dus trok ik weer in
de aanval. 50m, 100m, de voorsprong groeide, ook al viel achter mij het groepje
in 3 stukken. Maar ze zouden me niet inhalen vandaag ! Met 100m voorsprong won
ik op gasten die ook bij de Elite ZC nog wedstrijden wonnen.De stunt was binnen !!
Cat AB: 1.Frank
Suys (Hingene, winnaar cat B) 2.Kristof Muys (Eine,
winnaar cat A) 3.Bart
Verleyen 4.Gunter Sterck 5.Koen De Graeve 6.Filip Timbreur
7.Mario Bolssens 8.Luc Puimege
9.Maurice Minnaar 10.Willem Hooreweghe 11.Fonny Kint 12.Peter
Flach 13.Johan De
Maesschalck 14.Benjamin Van De Velde 15.Jan Meeus 16.Hans
Verlinden 17.Bjorn De Vriese
18.Geert Van Speybroeck 19.Didier Couchez 20.Rudi Rabout
21.Johan Vervaecke 22.Pepijn De
Coninck 23.Hendrik Buyck 24.Christophe Van Den Broeck 25.Roeland
Suys 26.Patrick De Jonghe
27.Steven Thys 28.Gino Hoskens 29.Kurt Vervaet 30.Chris Van
Maele Cat C: 1.Etienne Claus
(Waasmunster) 2.Wim Heyndrickx 3.Marc Borghgraef 4.Paul Geerinck
5.Frank De Wilde 6.Fabien
Hanssens 7.Danny Van Oyen 8.Geert Seye 9.Ghislain Vanbruane
10.Rik Van Wassenhove 11.Jan
Samaey 12.Keny Wille 13.Hans Sonck 14.Idesbald Nevejans 15.Luc
De Poorter 16.Patrick Van
Peteghem 17.Walter Deschroodere 18.Kurt Laureys 19.Roland
Verhoeven 20.Frank De Block Cat D: 1.Gustaaf Meirte
(Verrebroek) 2.Helmuth Tas 3.Hilair Heye 4.Marc Steenberghe
5.Patrick Van Hulle 6.Etienne
Van de Velde 7.Rik Vanpoucke 8.Ivan Wulffaert 9.Tony Baudonck
10.Willy De Sutter
11.William Vyncke
Weer een overwinning met ruime voorsprong.
De voorzitters Neyts en Bloem kwamen er bij staan.
Na mn derde zege in Wachtebeke was het weer eventjes
wachten tot de volgende eraan kwam. 6 weken om precies te zijn.Maar het werd wel een eerste dubbel !
Op vrijdag was er een wedstrijd in Zingem waar ik in het
begin van het seizoen al een mooie zege behaalde. Al in de eerste ronde konden
we ons met 12 loswerken. De Moor, Van Oyen, Watteny, Borghgraef, concurrentie
genoeg dus. Er werd mooi rondgedraaid waardoor we na enkele ronden de ABs al voor
ons zagen rijden die nochtans anderhalve minuut voor ons gestart waren. En toen
al begon een plannetje te rijpen. Ik voelde dat de benen zeer goed waren en besloot
om, zodra de kloof met de ABs nog wat kleiner werd, de sprong te wagen. En zo
gebeurde. Halfkoers kwamen we tot op een 200m van de grote groep ABs. Ik
sprong weg. Waarschijnlijk groot ongeloof in onze groep. Wat doet die nu, zo
vroeg alleen ? Niemand reageerde, en daar had ik op gehoopt. In één ruk dichte
ik het gat. Maar dat was niet genoeg, want straks zouden waarschijnlijk ook de
anderen komen aansluiten. Dus reed ik de ganse groep voorbij en trok meteen
weer in de aanval. Niemand pikte aan. Op mn eentje ging ik door. In de verte
zag ik nog 5 koplopers rijden van de ABs. Dat was een mooi mikpunt. 2 ronden
verder zat ik ook in hun wiel en draaide mooi mee rond. De laatste ronde wou ik
me niet bemoeien met hun koers en bleef rustig achteraan hangen. Te rustig zo
bleek, want toen ik de laatste kilometer omkeek, zag ik plots de groep sterk
naderen. Ik ging terug aan kop en trok zo de spurt voor de ABs aan, om me dan
nog even te kunnen laten uitzakkenen
mooi alleen over de meet te komen. Want vlak achter mij waren ze al aant
spurten voor de tweede plaats.
Zaterdag, één dag nadien, trokken we naar Wichelen, weer WAOD. De inspanning
van de dag voordien zat duidelijk nog in de benen want ik draaide echt
vierkant. Tot 3x toe kwam er een ontsnapping tot stand waar ik niet bijwas.
Gelukkig liep het allemaal terug samen. Pas in de laatste ronde viel de
beslissing. Marc Borghgraef, Wilfried Lenssens, Eric Dhaene en Patrick Joos en
Walter De Veerman namen 100m. Gelukkig ging het op dat moment terug beter. Op
ongeveer 1 km van de meet sloot ik aan,
maar intussen was Marc Borghgraef er alleen vandoor gegaan. Erop en erover was
de enige optie. Ik trok mijn inspanning door en reed naar Marc toe. Toen ik
aansloot was ik er al gerust in. Ik bleef nog even zitten om dan van ver de
sprint in te zetten. Marc reageerde niet meer, waardoor ik weer met een kleine
voorsprong over de meet reed. Een mooie dubbel was een feit !
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Marc Borghgraef 3.Walter De Veerman 4.Wilfried
Lenssens 5.Erik DHaene
6.Patrick Joos 7.Fabien Hanssens 8.Ghislain Vanbruane 9.Luc
Callant 10.Paul Geerinck
11.Mark Rens 12.Etienne Claus 13.Geert V D Broeck 14.Patrick De
Smet 15.Jack Goense
16.Philippe Lacquet 17.Serge De Wever 18.Gildo Van Parijs
19.Patrick Heuninck 20.Rudy Van
De Velde 22.Jos Winters Cat D: 1.Helmuth Tas
(Maldegem) 2.Robert Standaert 3.Alfons Van Raemdonck 4.Ivan
Coopman 5.Tony Baudonck
6.Patrick Versluys 7.Hilair Heye 8.Gustaaf Meirte 9.Patrick
Uytendaele 10.Willy De Sutter
11.Gustaaf Lievens
Tweede solozege in Zingem. Al moest ik me op het einde nog reppen.
Zingem: Even ons hondje (Branko) vasthouden zouden m'n vrouw de foto kan nemen.
Wichelen: 2e boeket op 2 dagen. De seizoensteller staat op 5
De goede resultaten bleven mekaar opvolgen. Maar het waren
vooral tweede plaatsen: Oordegem, Massemen, Prosperpolder, Ertvelde. Altijd net
niet.
We zaten intussen al bijna een maand na de overwinning in
Kortemark. Op een vrijdagavond had er een wedstrijd plaats in Wachtebeke. Een
mooie wedstrijd met brede wegen en een mooie aankomst. Voor de start had ik
gezien dat aan de binnenkant van de laatste flauwe bocht het wegdek wat
beschadigd was. Daar moest ik op letten als het tot een sprint kwam.
Op enkele ronden van het einde reden we met 13 man weg. In
de laatste ronde trok locomotief Patrick Van Renterghem nog eens keihard door.
Patrick was geen concurrent, want D-renner, maar als ik daar kon naartoe
rijden, zat ik in een zetel. Het koste me enig moeite, maar slaagde er toch in
naar het wiel van Patrick te rijden. Toen ik omkeek zat ook Walter De Veerman
in mn wiel, de rest was verloren.
De laatste kilometer lieten we Patrick wegrijden om het
onder mekaar te kunnen uitvechten. En toen dacht ik aan het beschadigde wegdek.
Op kop begon ik de spurt, maar nog niet op volle kracht. Ik liet een gat vrij
aan de rechter kant in de hoop dat Walter daar zou proberen in te duiken. En
hij deed het, waarna ik op volle kracht en op het propere stuk doorging. Of die
truc er voor iets tussenzat, weet ik niet, maar Walter kwam er niet meer aan te
pas. 3e overwinning !
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Walter De Veerman 3.Geert Seye 4.Carlo Steel 5.Paul
Geerinck 6.Eric D'Haene
7.Dirk Verresen 8.Rudi Maes 9.Danny Denis 10.Philippe Lacquet
11.Patrick Verresen 12.Ronny
Lenie 13.Danny Van Oyen 14.Gildo Van Parijs 15.Marc Goossens
16.Peter Wydooghe 17.Freddy
Vlerick 18.Luc Rottiers 19.Frank De Block 20.Dirk De Pauw
21.Frank De Wilde 22.Patrick De
Smet 23.Henri De Decker 24.Martin Clauwaert 25.Eric Van
Steerteghem Cat D: 1.Patrick Van
Renterghem
(Bellem) 2.Eddy Vijverman 3.Patrick Versluys 4.Gustaaf Meirte
5.Marc Steenberghe 6.Chris
Geerts 7.Rik Vanpoucke 8.Louis Moens 9.Willy De Sutter
Mooie spurtzege tegen een andere snelle man: Walter De Veerman
D Met délége Gilbert De Paepe
Mooie bloemen, al zal mijn vrouw dat niet bevestigen ;-). Ze heeft liever échte.
Na de eerste seizoenszege in Zingem, reed ik constant op een
hoog niveau. Ik reed dan ook zelden uit de top 5. In het kampioenschap van
Vlaanderen te Destelbergen moesten 2 ex-profs zelfs een pact sluiten om van me
af te raken. Dat hen dat op den duur nog lukte ook, is niet moeilijk. Mn 2e
plaats toen is één van de grootste ontgoochelingen. Ik was toen de beste, ik verdiende
toen die titel.
Een week later ik Kortemark reed ik zeker geen goeie
wedstrijd. Een beetje doelloos zat ik de ganse wedstrijd in de buik van het
peloton. Ik was ook alleen naar die koers gegaan, dus voor supporters moest ik
geen koers laten zien. Misschien had ik me de vorige koersen zo goed gevoeld,
en had ik wat veel hooi op de vork genomen waardoor het telkens net niet
werd. Vandaag was het anders. De voorlaatste ronde was alles nog zo goed als
samen. 3 renners reden met 50m voorsprong en in de groep viel het stil. Ik reed
van helemaal achteraan naar voor en reed op mijn eentje naar de 3 toe. Maar ook
daar viel het stil. Ik trok nog eens door en slechts één renner kon nog reageren:
Dirk De Pauw. Met zn tweeën hielden we de groep op afstand, waarna ik in de
spurt geen enkel probleem had met mn medevluchter. Een gemakkelijke
overwinning, dat kan dus ook. Het was mijn eerste overwinning op West-Vlaamse
grond !
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Dirk De Pauw 3.Johan Depuydt 4.Fabien Hanssens
5.Freddy Vlerick 6.Michel
Wijnsberghe 7.Hans Sonck 8.Georges Vergauwe 9.Gildo Van Parijs
10.Patrick Joos 11.Jan
Samaey 12.Rik Werbrouck 13.Geert Seye 14.Marc Borghgraef 15.Luc
Rottiers 16.Paul Geerinck
17.Philippe Lacquet 18.Frank De Wilde 19.Idesbald Nevejans
20.Geert Loeters 21.Patrick
Martens 22.Dominique Bruneel 23.Patrick Werbrouck 24.Kurt
Verhaeghe 25.Danny Van Oyen
26.Franky Van Oyen 27.Geoffrey Luyssen Cat D: 1.Patrick Versluys
(Knesselare) 2.Helmuth Tas 3.Marc Steenberghe 4.Robert Standaert
5.Eric De Meyer 6.Hilair
Heye 7.Gerrit De Vriese 8.Patrick Van Renterghem
2004 zou een topjaar worden. Dat voelde ik al van de eerste
wedstrijden. Nooit een voorjaarsrenner geweest, nooit een wedstrijd gewonnen in
maart, maar je voelt dan al of je een goede winter hebt gehad en waar het de
rest van het seizoen naar toe zal gaan.
En de eerste overwinning kwam er ook vrij snel. Half april
al. En wat voor eentje !
Wedstrijd in Zingem. Koud, nat, veel wind, geen
weer om een hond door te jagen. Toch nog veel vertrekkers aan de start bij deze
WAOD-wedstrijd. Na ongeveer één kilometer trok D-renner Chris Geerts in de
aanval. Niemand reageerde en Chris nam 100m. Ik ging dan maar zelf in de
tegenaanval en de manier waarop ik naar Chris reed, gaf me direct een kick. Dat
ging zo vlot dat ik direct de kop nam. Ik bleef nog een kilometer doorgaan en
toen ik omkeek hadden we al een mooie voorsprong. Na één ronde hadden we al 30
en het gat werd elke ronde groter. Chris Geerts deed zijn best en het doet
enorm deugd als je, al is het maar eventjes, in de wielen kan zitten. Maar 80%
van de tijd deed ik de kop. Ik had werkelijk een superdag. Bij het ingaan van
de laatste ronde hadden we al meer dan 2. Ik wachtte tot in de laatste
kilometer om ook van Chris weg te rijden. Ik vond dat ik vandaag verdiende om
alleen aan te komen. En Chris vond dat ook, hij reageerde niet. Tenslotte werd
hij ook winnaar, in de D-reeks. Nat, doorweekt maar warm vanbinnen: Dat is het
gevoel wanneer je als sprinter een ganse dag voorop rijd en alleen over de meet
kan bollen. Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Fabien Hanssens 3.Joost Pieters 4.Benny Dupont
5.Eric Dhaene 6.Patrick Joos
7.Rik Werbrouck 8.Luc Callant 9.Paul Geerinck 10.Patrick Watteny
11.Roland Verhoeven
12.Martin Van Oostende 13.Marc Docx 14.Henny De Bouver Cat D: 1.Chris Geerts
(Hoogstraten) 2.Helmuth Tas 3.Franky Wielandt 4.Patrick Versluys
5.Roland Mersseman 6.Rik
Vanpoucke 7.Marc Steenberghe
Alleen over de meet. Als sprinter altijd iets speciaals.
Koud en nat. Dus weinig volk aan de kant van de weg. De café's echter ... ;-)
Bijna 2 jaar had ik niet meer gekoerst. En bij mij is niet
koersen wil zeggen: geen fiets meer aanraken.2 maanden had ik getraind toen ik eind juni terug aan de start stond. En
het viel mee. Meer dan volgen zat er natuurlijk niet in, maar ze reden me er ook
niet af. Ik had het erger verwacht. Enige doel dat jaar was om toch nog één
overwinning binnen te halen.
Eind augustus begon ik terug onder de mensen te komen. Bij de VWF werd ik 2e in
Serskamp, de volgende 3 wedstrijden werden evenveel 4e plaatsen. En
in het WK te Gooik kon ik me na een lastige wedstrijd als 13e
plaatsen in de massaspurt.
De eerste wedstrijd van september was in Oosteeklo. Het
gekende parcours aancafé De Braeme in
de Rijkestraat. Mooi parcours maar niets dan smalle baantjes. De ABs waren 2
voor ons vertrokken. Meestal is dat de goeie volgorde, maar vandaag waren wij
de snelste reeks. Toen we de laatste ronde ingingen zag ik de bui al hangen.
200m voor ons: een 60-tal ABs. En ook bij ons was alles samengebleven. Kan je
je voorstellen wat er gebeurt als deze 2 groepen samenkomen aan een aankomst waar 2
autos elkaar amper kunnen kruisen ? Deze samensmelting kwam er net in de
laatste bocht op 500m van de meet. In een gewone sprint met 100 wordt vooraan
gespurt en achteraan uitgebold. Hier zaten dus uitbollers van de ABs en spurters
van de CDs elkaar lelijk in de weg.
Hoe het me lukte weet ik niet. Je moet in ieder geval
verstand op 0 kunnen zetten en veel (héél veel) geluk hebben. Ik heb die
laatste 500m vol kunnen doorgaan, slingerend tussen de ABs. Links voorbij,
rechts voorbij, maar niet één waarvoor ik moest afremmen.Toen ik over de meet reed zag ik zelfs al
enkele meter voor mij een AB de armen in de hoogte steken. Op een 10-tal
renners na was ik ze dus allemaal voorbijgereden. Het was even wachten op het
verdikt van de camera, maar ik was er gerust in. Zon kamikazespurt: dat kon
niemand me hebben nagedaan.
De comeback was geslaagd, de 1e overwinning was
binnen. Het zou ook bij deze ene blijven.
Met de bloemen. Bekijk de smalle aankomststrook waar we met meer dan 100 op de meet afvlogen.
2000 werd uiteindelijk afgesloten met 9 overwinningen.
De 6e volgde 2 dagen na Gent. In een wedstrijd te
Beveren was de beslissing al snel gevallen. Met 9 in de aanval, en ik was de
enige in mijn reeks. Tof, zal je zeggen, maar dat was nu niet direct wat ik van
een koers verwachtte. 60 km rustig rondrijden, zonder verder doel want de
overwinning was toch al binnen. Ik kon alleen nog proberen de ABs te kloppen,
maar ook daar weet je niet of dat een verdienste is. Je bent immers geen
tegenstander en het kan dat men je gewoon laat rijden. Dat gebeurde ook toen ik
halfweg de laatste ronde in de aanval ging. Ik nam 100m en leek weg te zijn.
Tot ook de sterke Nederlander Wim De Wael zich loswerkte en naar me toe reed. Toen hij op 500m van de meet bij mij kwam zat
ik a bloc. Wim ging nogmaals door en ik moest hem laten gaan. 2e
over de meet, maar eerste in mijn reeks.
In Burcht, 14 dagen later was het weer prijs. 5 leiders, enkel
As. Toen de laatste ronde Wim Veris in de tegenaanval ging, ging ik mee. We
raakten nog tot op 100m van de 5, maar wonnen allebei in onze eigen reeks.
10 augustus ging ik in Opstal nog eens bij de VWB rijden.
Weer meer dan 100 renners aan de start en een gemiddelde van bij de 45/u. En
dan weet je dat ontsnappen niet makkelijk is. Het kwam dan ook tot een massaspurt.
Een levensgevaarlijke, maar als spurter besef je dat pas als je over de meet
bent. Met 4 à 5 reden we naast mekaar op de meet af. Het leek tussen mij en
Daniel Van Der Mieren te gaan. Een stevige jump, en mijn hand ging de hoogte in. Maar ook
die van Daniël. En geen van beide durfden we met zekerheid te zeggen dat we
gewonnen waren. We moesten dan ook de fotofinish afwachten. En ook deze bracht
geen uitsluitsel. Voor het eerst won ik ex-aequo een wedstrijd. We waren daar
allebei gelukkig mee.
Een laatste overwinning dat jaar kwam er in Oosteeklo. Mijn
wedstrijd, aan De Pluim. Een spurt die me perfect lag. Zorgen dat je 2e
door de bocht kwam, en dan keihard doortrekken.Weer een Oostvlaams provinciaal
kampioenschap ( het 3e al) dat ik won, als Antwerpenaar J.
Wat ik toen nog niet wist was dat ik nu 3 jaar zou moeten
wachten op een volgende overwinning. 2001 startte ik nog wel het seizoen, maar
het hoofd stond er niet meer naar. Geen enkele overwinning werd behaald. Ik nam
dan ook de beslissing om van het Belgisch kampioenschap in Vrasene, waar ik 3
jaar voordien de titel haalde, mijn laatste wedstrijd te maken. Ik werd er nog 5e, maar mijn beslissing lag vast.
Het was genoeg geweest.
Maar ja, koersen blijkt een verslaving, en in 2003 begon ik
er opnieuw aan.
7 juli: Beveren Spurtzege aan Café "De Pluim" te Oosteeklo
Op 5 juli 2000 reed ik mijn 1000e wedstrijd. Een
lastig criterium in het centrum van Gent. Ik had zeker geen topdag, maar voor
deze jubileumwedstrijd wou ik eens extra diep gaan. 5 renners reden al snel
weg, maar gelukkig enkel As en Bs. Geen concurrenten dus. Maar ook in de
groep bleef het niet stil. De ene uitval volgde op de andere en meestal moest
ik een scheve situatie proberen recht te trekken. Met alles wat ik had lukte me
dat, al was het soms zeer nipt. Gelukkig ging de storm de laatste 2 ronden wat
liggen zodat ik even op adem kon komen voor de spurt. Met 5 waren we nog in onze
reeks. Ik moest alles geven. Met 3 op een rij gingen we naar de finish toe. En
pas in de laatste meters kon ik remonteren om met een kleine voorsprong de
bloemen naar me toe te halen. Het was gelukt. De 1000é wedstrijd, de 51e
overwinning !
Mijn 50e overwinning kwam er in Schelderode. Een
vrij lastige koers met een lang stuk valsplat en een krachtige wind die meestal
in de zij waaide. De wedstrijd veranderde voordurend. Een kopgroep van 10, die
ik gemist had reed vrij vroeg een halve minuut voorop. Gebeurt, zou je denken.
Maar blijkbaar was de verstandhouding vooraan niet goed en kwam alles terug
samen. Daarna weer 5 renners die ontsnapten, en weer was ik niet mee. Maar toen
voelde ik me in mn ritme komen. Op de helling trok ik in de tegenaanval. 3
renners konden mee, en in een mum van tijd reden we naar de 5 leiders toe. Maar
weer was de verstandhouding niet wat ze moest zijn. Toen we op het punt stonden
om weer bijgehaald te worden, herhaalde ik mn aanval op de helling. Eén renner
(weet zijn naam niet meer) ging mee. En het was een goeie vluchtpartner. We
verstonden mekaar goed en bleken mekaar meer dan waard te zijn. En dat was
nodig, want we kregen nooit meer dan 20. In de laatste ronde zagen we een
groep korter en korter komen. En ik was ook niet gerust in een spurt. Wie was mn
vluchtgenoot ? Het zag er in ieder geval een sprinterstype uit. Wat moest ik
doen? Doorgaan, met het risico geklopt
te worden in de spurt ? Of gokken ? Ik koos voor het laatste en zette me de
laatste 500 m in het wiel. En het lukte. Mn collega zag de groep steeds korter
komen en koos het zekere voor het onzekere door te blijven doorgaan. Na de
laatste bocht, op 250m van de meet, ging ik hem dan ook gemakkelijk voorbij om
met 20m voorsprong te winnen op mn vluchtmakker. Voorbij de meet feliciteerden
we mekaar met de prachtige wedstrijd die we gereden hadden.
Mooie zege, na een ontsnapping met 2 en een groep die nooit veraf was.
Begin juni hadden te Buggenhout, bij Louis Hot Dog, 3
wedstrijden na mekaar plaats. Op dat moment had ik echt te topvorm te pakken.
Van bij start in de aanval gaan, blijven beuken tot we met een groepje weg geraken
en dan in de spurt proberen af te maken. En alle 3 dagen zou me dit lukken.
Aangezien ook de ploegmaats van het Centea Verlinden Breendonk-Team in goede
vorm zaten, hebben we er onze 3-daagse van gemaakt. Met als uitvalsbasis en kleedkamer
de keuken van Herwig Aelbrecht ,waar de Leffes na de koers rijkelijk vloeiden.
De eerste dag was er ééntje voor mij. Na een ontsnapping met
16, splitste deze kopgroep de voorlaatste ronde in 2, waardoor we met 8 voor de
zege gingen sprinten. En dat bleek geen probleem te zijn. Met enkele lengten
voor werd de 3e seizoenszege binnengehaald.
De 2e dag was het ploegmaat Dirk Van Hove die op
het laatste kon wegrijden. Zelf kon ik het succes volledig maken door naar een
2e plaats te spurten.
En de 3e dag zat de overwinning er weer in. Maar
toen maakte ik de fout door van te ver aan te gaan. Patrick Sergooris zat mooi
in het wiel en kon me voorbijgaan. Gelukkig lukte Dirk Van Hove daar ook nog in
zodat het Centea-Team een 3 op 3 kon voorleggen.
Met zelf een 1e, 2e en 3e
plaats had ik het eindklassement ook nog gewonnen . had er één geweest Niet
dus.
Sprintzege te Buggenhout
Met de ploegmaats: Jan Verlinden (sponsor), Dirk Van Hove, Hedwig Aelbrecht, Francis Tierens en ikzelf.
24 april 2000: Beervelde (WAOD) en 28 mei Lembeke (VWF)
2000 moest een goed seizoen worden. Tegen mijn gewoonte in
speelde ik vanaf de eerste wedstrijden mee voor de prijzen. De eerste 8
wedstrijden werd 5x de 4e plaats behaald. Toch duurde het weer tot
eind april voor ik mn eerste zege kon binnenhalen.In Beervelde profiteerde ik weer van mijn
sterke spurt om met de bloemen naar huis te gaan.
En nog eens een maand was het wachten op een 2e
seizoenszege. Op 28 mei was er een VWF-wedstrijd in Lembeke. Deze telde als
provinciaal kampioenschap voor de Oost-Vlamingen. En met wat gelukt kan je dan
als Antwerpenaar van de onderlinge rivaliteit gebruik maken.
Het was een stormachtige dag toen. In Dendermonde zou de
befaamde Ros Beiaardommegang moeten doorgaan, maar deze werd uit
veiligheidsredenen afgelast. De wind was te fel om het reuze paard recht te
houden.
De wedstrijd viel snel in een vaste plooi. Met zeven konden
we ons in een waaierke losmaken van de rest: 4 As en 3 Bs. In de voorlaatste
ronde kon ik me alleen losmaken om even later het gezelschap te krijgen van 2 As
waaronder Franky Verhulst. De kloof was geslagen en toen ik op één kilometer
voor het einde terug aanviel bleven de As braaf zitten. Zo konden ze onder hun
tweeën uitmaken wie de winnaar en kampioen in hun reeks ging worden. Ik kon
dus, als één van de weinige keren, alleen over de eindmeet rijden.
Lembeke: Koud, nat, stormachtig. Ideaal als je in vorm bent.
Na de 2 VWB-overwinningen in Buggenhout-Opstal en Kalfort kende
een rotseizoen toch nog een mooi slot. In de laatste wedstrijd van het seizoen
slaagde ik er nog in om mn totaal op 5 te krijgen. Nochtans een trieste
wedstrijd. Koud, nat veel wind en weinig toeschouwers. En dan kleine rondjes, volledig
door de velden en tussen de afgevallen bladeren. Vandaar ook een klein aantal
deelnemers. Hoop en al 30 in de 3 reeksen samen. Toen we halfweg met 6 voorop
raakten was ik de enige van mijn reeks. Rustig mee rondrijden en rondjes
aftellen. Op het einde deed ik zelfs niet meer de moeite om me nog te meten met
de ABs. Ik liet me de laatste kilometer afzakken, stak eventjes de hand omhoog
bij het overschrijden van de aankomst en ging gauw de bloemen afhalen. Het
seizoen zat er op, en ik had daar geen spijt van.
Minder dan een week na Buggenhout was de VWB te gast in
Kalfort. De septemberkermis van Kalfort is er eentje om in te kaderen. Een
ganse week is er van alles te doen. Processie op zondag, loopwedstrijden voor de
jeugd en wielerwedstrijden voor zowat alle categorieën. Elke Kalfortenaar die
naam waardig, neemt een volle week verlof.
Voor mij was het zo goed als een thuiswedstrijd. Niet alleen
was het slechts 5 km van mij deur, maar de omloop ging voorbij den Upjohn
(het huidige Pfizer) waar ik toen (en nu nog steeds) werkte.
Ik stond toen met de late shift en moest dus een halve dag
verlof nemen. De collegas, die rond de vertrektijd in de cafetaria zouden
zitten te eten, hadden me gevraagd hoe ze me konden herkennen. Leg dat maar uit
als ze een groep van 80 renners zouden zien passeren op 20m voor hun neus. Dus
zei ik hen in mijn overmoed dat ik de eerste ronde wel op kop zou passeren en mn
hand eens op zou steken.
Zo gezegd zo gedaan. Ik hield me vooraan en aan den Alcon
plaatste ik een aanval. Verdorie, ik wist niet dat die 2 bedrijven zover uit elkaar
lagen ! Serieus op de adem trappende wou ik toch niet afgeven en ja hoor, ik
reed als eerste voorbij de cafetaria. Toen ik opzij keek en mn hand opstak
wist ik niet wat ik zag. De volledige shift (50-60 man sterk) stond voor het raam te juichen. Mooi zicht als je
weet dat iedereen toen in het wit gekleed liep. En bovenal zag ik 2 grote
spandoeken hangen: Allé Frank en Hup hup Frank. Tof !
Ik moest wel even terug op adem komen, maar veel tijd was er
niet. Al in de 2e ronde vormde zich de goeie ontsnapping. 8 renners
konden zich afscheiden en meteenhad ik
door dat dit gevaarlijk was. Op de grote molen slaagde ik erin om het gat van
50m nog toe te rijden en mn karretje aan de kopgroep aan te haken.
Vooraan, niets dan kleppers: Franky Verhulst, Dries
Echelpoels, Patrick Smet, Andy Van Loon enPascal Moortgat om de voornaamsten te noemen. 8 A-renners en één
B-renner: ploegmaat Francis Tierens.
De rest van de wedstrijd was meer laagvliegen dan
hardrijden. Iemand vertelde me later dat we over een ronde ongeveer 15 seconden
minder deden dan de Elite ZC van twee dagen voordien ! Het peloton zag ons dan
ook niet meer terug.
De laatste 2 ronden volgde de ene aanval na de andere en
toen in de laatste ronde de groep even in 2 splitste, had ik het geluk mn
ploegmaat in de buurt te hebben. Francis, zeker van de overwinning in de
B-reeks, zette zich aan kop en bracht ons terug samen. Hij bleef daarna het
tempo hoog houden zodat er gesprint werd voor de overwinning. Als 2e
kwam ik uit de laatste bocht en trok meteen keihard door. Eén van de mooiste
sprinten uit mijn carrière wantSmet
werd op 2 lengten gereden terwijl de 3e, Verhulst al 4-5 lengten
moest toegeven.
Ik ben iemand die niet gemakkelijk blijft hangen
na een wedstrijd maar toen is het laat geworden
Eén van de mooiste sprinten uit m'n carrière.
In de bloemen met Patrick Smet (2e A), ploegmaat Francis Tierens (1e B) en Marc Heulens (2e B)
De uitslag. Het werd een topdag voor onze ploeg. 3 overwinningen in eigen streek, want ook de winnaar in de C-reeks, Freddy De Boeck, was een ploegmakker.
Na de valpartij in april was het sukkelen van de ene
wedstrijd na de andere. Geen enkele overwinning, zelf geen podiumplaats meer,
en het werd al eind augustus. Maar form is iets raars, en plots was die daar
weer !
Eind augustus nam ik op een vrijdagavond de start in
Buggenhout-Opstal. Een wedstrijd bij de VWB. Dit was, zonder twijfel, de meest
moeilijke bond op dat moment. Snelle wedstrijden, veel vertrekkers en de
absolute toppers van dat moment aan de start.
In Buggenhout waren we met 102. En vrij snel na de start
konden we ons met 8 afscheiden. Ideaal aantal om aan hoge snelheid rond te
draaien en de rest op afstand te houden. Maar het ging moeizaam. Het duurde tot
de voorlaatste ronde voor we 1 minuut bij mekaar hadden gesprokkeld en zeker waren dat de winnaar in ons groepje zat.
Christophe De Grom en Philippe Wouters waren normaal gezien de snelsten van de
leiders. Op 200m voor de eindstreep moesten we nog een haakse bocht naar rechts nemen en
ik had me voorgenomen om als eerste te draaien. Zonder stil te vallen, moest ik
dan zeker zijn van een 2e, 3e plaats, zo rekende ik
mezelf voor. Voor de bocht was het een sprint naar de ideale positie en met een
laatste trap lukte het me om, net voor De Grom, de bocht te nemen. Op een groot
verzet terug optrekken is niet simpel, maar ik raakte toch terug mooi in gang.
De Grom kwam naast me maar geraakte er niet over en cm voor cm nam ik terug
meer voorsprong. Ook van achteruit kwam niemand meer korter bij zodat ik
uiteindelijk met méér dan een lengte voorsprong mn allereerste VWB-overwinning
kon boeken !
Na een rotseizoen toch nog een mooie opsteker !
Mooie sprintzege vóór Guido Theys, Philippe Wouters en Christophe De Grom
Met de bloemen, naast de winnaar in de B-rreks: ex-prof René Dillen
3 april 1999: Meldert (en Doorselaer: De val van Nico Tijtgat)
Na de zege in het clubkampioenschap volgde er nog enkele
mooie uitslagen, en op 3 april boekte ik mn 2e seizoenszege, in
Meldert. In de kampioenentrui versloeg ik er het ganse peloton, na een lastige,
regenachtige wedstrijd. Aangezien ik in 98 pas begin mei de eerste zege
behaalde, leek ik op weg om het record van 11 zeges dat jaar ruim te verbeteren.
Helaas, zoals je weet mag je nooit te vroeg victory kraaien.
Voor je het weet kan je seizoen voorbij zijn. En een week later was het bijna
zover.
In een wedstrijd te Doorselaer (Lokeren) zat ik al ver
achteraan in het 3e groepje toen mn vriend Nico Tijtgat ongerust
naar zn fiets begon te kijken. Toen ik naast hem kwam, vroeg hij me of ik ook
een getik aan zn wiel hoorde. Ik keek en luisterde even, maar hoorde niets en
grapte nog dat het zijn benen wel zouden zijn die protesteerden. Toen ik net
terug achter hem had plaatsgenomen hoorde ik een hels lawaai. Nico ging pardoes
over de kop en kwam zwaar ten val. (Later bleek dat het kabeltje van zn
achterrem was afgebroken en rond zijn voorwiel was gedraaid). Ik kon hem niet
meer ontwijken en schoof zon 20 meter verder over de grond. Na van de slag
bekomen te zijn, krabbelde ik recht en zag mn vriend daar op de grond liggen,
bewegingsloos. Ik ging ernaartoe en riep
zn naam, maar Nico reageerde niet. Gelukkig reed de ziekenwagen vlak achter
ons en waren de medici zeer allert. (Pas dan besef je wat deze mensen voor je
kunnen betekenen in geval van nood). Het zag er niet goed uit en na een tijdje
werd Nico in de ziekenwagen gedragen, nog steeds zonder teken van leven. Ik
herinner me nog dat ik, met de fiets, tot aan de aankomst reed met de tranen in
de ogen. Het beeld van Nico bleef maar door mn geest spoken. Aan de aankomst
zag ik eerst de ouders van Nico. Ik vertelde hen van de val maar probeerde met
mijn woorden het gebeuren te minimaliseren om hen een beetje gerust te stellen.
Maar ik vermoed dat ze aan mijn gezicht wel zagen dat het ernstig was.
Ook die avond, in de kliniek te St. Niklaas waar hij naartoe
gevoerd was, ben ik, samen met mijn vrouw, zijn ouders nog moed gaan inspreken,
maar gerust waren we er niet in. Nico
lag nog steeds in coma !
Gelukkig is alles goed gekomen. Na enkele dagen was het
levensgevaar geweken en na toch een lange revalidatie is Nico terug de oude
geworden. Hij heeft daarna zelfs nog terug gekoerst.
O ja, ikzelf had een beetje in mijn linkerhand gebroken.
Niets vergeleken met mn vriend, maar ook voor mij werd het een maand zonder
koers. En ook de volgende maanden bleef ik nog last hebben van het gebeuren.
Volledig conditieverlies en een te lage ijzerspiegel zorgden ervoor dat ik tot
een meelopertje gedegradeerd werd. En dat in de kampioenentrui ! Pas toen ik
die trui kwijt was, eind juli, begon ik terug wat op niveau te koersen.
Zo sterk 98 eindigde, zo sterk was de start van 99. Als
lid van de Sprinters Malderen reed ik in Breendonk het Clubkampioenschap. 5 streekploegen
stonden er aan de start in een open wedstrijd met Elite met en zonder contract,
Beloften en Masters. Dat, en het feit dat het parcours een keren en draaien
door de wijken van Breendonk was, en het feit dat het een ijskoude februaridag
was, geven me niet teveel hoop op een goed resultaat.
Van bij de start werd alles op een lint getrokken. Ikzelf
had 4 concurrenten van De Sprinters, en nog een 20-tal van andere clubs. Maar
al op het einde van de eerste ronde (5 km !) bleek dat ik nog de enige Sprinter
in de groep was. En rond half koers was er bij de overgebleven renners in de
kopgroep (nog een 30-tal) geen enkele master meer de bespeuren. De zege was dus
al binnen, maar ik maakte er een erezaak van om ook de koers trachten uit te
rijden. Ni makkelijk, zo 100 km keren en draaien. Maar met alles wat ik in mn
lijf had lukte me dat. Toen we de laatste ronde ingingen, was ik er gerust in.
Ik liet de groep dan maar rijden om, compleet leeggereden, als enige master
over de finish te gaan. Het seizoen was begonnen en de eerste was al binnen !
De clubkampioenen uit de verschillende clubs en de verschillende categorieën
Het seizoen 98, dat natuurlijk al een succes was door de
Belgische titel, werd ook nog in schoonheid afgesloten. De laatste maand van
dat seizoen haalde ik nog 5 overwinningen. De mooiste hiervan was St. Maria Oudenhove.
2 dagen voordien had ik al de overwinning behaald in Ronsele, de form was er
dus nog. En dat was nodig want in Sint Maria is het loodzwaar. Op en af gans de
wedstrijd met één zeer steile klim van een 400m. We reden er met de ABs samen wat
het nog extra zwaar maakte. Maar als enige uit de T-reeks wist ik me te
handhaven. En ik deed meer, want in een spurt met 9 toonde ik me ook de
sterkste. Mooie beloning was dat ik achteraf de bloemen in ontvangst mocht
nemen uit handen van onze Tourlegende Lucien Van Impe. De volgende weken werd ook nog gewonnen in Oostrozebeke, Kieldrecht en Wachtebeke, wat me een persoonlijk record van 11 seizoenszeges opleverde
Frank, ik heb U leren kennen in 1992 toen je nog bij de
juniores reed. Bijna had ik de eer om 14 dagen jou ploegleider te zijn. Je had
maar graag, als Belgische kampioen, meegegaan naar de Tour de lAbitibi in
Canada, samen met je vriend Steve De Wolf. Maar de ronde viel juist in een
rustperiode in de opbouw naar het WK toe. Na enig overleg besloot je met pijn
in het hart om dit evenement aan je voorbij te laten gaan. Het bracht je een
bronzen medaille op in Athene.
Je was een renner naar mn hart. Geen grootspraak, nee !
Want wat je voorspelde kwam ook uit. Dáár val ik aan, dáár ga ik winnen ! En
dat deed je ook. Je overwinning in Luik-Bastenaken-Luik was een hemels moment.
Maar wat dan gezegd van de Scheldeprijs in 1996 ? Kilometers lang reed je met
50m voorsprong op een jagend peloton. Hoe hard ze ook reden, hoeveel renners er
ook kwamen helpen, niemand kreeg dat kleine gaatje dicht. Tot op de dag van
vandaag heb ik nog niemand U dat zien nadoen. En het WK in 1999 ? Een ganse
wedstrijd met 2 gebroken polsen, om dan nog als 7e te finishen:
groot, groter, grootst !
Maar toen begon jou ster te fel te schijnen.
Verdachtmakingen, opzienbarende arrestaties, en aanslepende processen. Ook
anderen hebben dit meegemaakt. Ze kwamen er soms nog sterker uit. Waarom heeft
het jou dan wel gekraakt ? Simpelweg omdat je een lieve jongen bent, die tegen
dit onrecht niet opkon. Een echte crimineel staat ook hier boven, kan zich
alles permitteren. Jij dus niet. Ja, waarschijnlijk was er vuur waar er rook
was, maar welke prof kon er in die tijd de eerste steen smijten ? Het werd je
allemaal teveel en het ging steeds meer de verkeerde kant uit. Je wou de mensen
plezieren van op je fiets. Je wou nog éénmaal laten zien wie de echte VDB was,
maar je kwam er niet meer aan toe.
De echte helden van deze wereld sterven meestal jong en dramatisch.
Ze zijn gedoemd een kort en krachtig bestaan te leiden. Het aardse leven is
niet aan hen besteed. Hun ster schijnt veel te hevig en hoort boven aan de
hemel te staan. Zij zijn niet zoals de fake-helden waar altijd alles op zn
pootjes valt. Daar zijn ze te eerlijk voor. Een eigenschap die in het aardse
leven niet altijd gewaardeerd wordt.
Ik ben God niet schreef je in je boek. Frank, Voor mij was
je dit wel ! Rust in Vrede.
Vandaag heb ik een uitstapje
gemaakt naar een Vrije Bond uit West-Vlaanderen. De LFT (weet écht niet waar de
afkorting voor staat). Ik heb pas enkele weken geleden over het bestaan van
deze Bond gehoord, en aangezien het hun laatste wedstrijd van het seizoen was,
wou ik er eens gaan proeven.
Aangezien het een criterium was,
reden alle reeksen samen. Dat betekende dus van 18 jaar tot 54 jaar !. En er
waren zelfs enkele Elite ZC van de partij. Direct na de start was het vlammen.
22 ronden, 15 bochten per ronde, kan je tellen ? Niet echt mn dada. Naar voor
rijden zat er niet in. Niet naar achter zakken was de boodschap. Op een gegeven
moment viel er een gat, er zat niet anders op dan op de 12 een sprintje te
trekken om dat gat terug te dichten. Op het einde stond er toch nog 40km/uur op
de teller. Meer dan de helft van de renners heeft de eindstreep niet gezien !
Na een ronde of 7 trokken
vooraan 4 renners in de aanval. En er was één C (mijn reeks) mee geglipt:
Patrick Watteny. En toen deze 4 elke ronde wat meer voorsprong namen, wist ik
het zeker: Het is over voor vandaag !
En toen had ik voor één keer het
geluk aan mn zijde. Pech voor Patrick, zn ketting brak in 2 ! Meteen zat er
terug een winstkans in. We waren toen maar met een 20-tal renners in de groep
en na even rondkijken bleken er maar 3 C-renners aan boord te zijn. Eén daarvan
was Dirk Pieters. Johan Vervaecke, die ik nog kende van de BVWB van vorig
seizoen, had me deze renner voor de start aangeduid als de rapste van de Cs !).
Hem moest ik dus in het oog houden.
Op 200m van de meet was er nog
een dubbele bocht, daar moest ik vooraan zitten. Ik zat op 100m vóór de dubbele
bochten nog rond de 9e plaats, in het wiel van Pieters. Dat was te
ver. Ik begon dus daar maar al te spurten, en slaagde erin vooraan de bochten
te nemen. Pieters was verrast, ik zag hem niet meer terug ! Nr. 98 dus, op een
diefje. Want zonder de pech hadden de bloemen voor Watteny geweest.
Toeval dat ik vandaag het geluk
aan mn kant had ? Mogelijk. Al is het verdacht dat ik net vandaag 13 jaar getrouwd ben !! ;-)
Bijna een maand na het behalen van de Belgische titel had ik
met de tricolore trui nog geen overwinning kunnen behalen. Het was inderdaad
even wennen om hierin rond te rijden. Je wordt meer in de gaten gehouden en
daar moet je mee rekening houden bij het indelen van je koers.
Net zoals in Vrasene meestal het Belgisch
kampioenschap plaats had werd er aan Café De Pluim in Oosteeklo telkens
gestreden voor de titel van Oostvlaams Kampioen. Die titel kon ik niet winnen
aangezien ik in de provincie Antwerpen woon, maar ik mocht er natuurlijk wel
van start gaan. Ondanks de vele ontsnappingen kwam het op het einde toch tot
een massaspurt en eentje die me op het lijf geschreven is. Een snelle bocht op
200m van de meet die ik als eerste nam, en dan fullspeed naar de meet ! Met
enkele lengten voorsprong won ik op Nico Tijtgat, een toffe gast en goeie vriend
uit Deinze. Hij kroonde zich dan ook tot Provinciaal kampioen van Oost Vlaanderen !
Interview na de eerste overwinning in kampioenentrui.
Samen met Provinciaal Kampioen Nico Tijtgat en z'n ouders.
19 juli 1998: Vrasene: Belgisch Kampioenschap (WAOD-T)
Het Belgisch kampioenschap had, zoals alle jaren, plaats in
Vrasene, een deelgemeente van Beveren. En ondanks mijn 3 zeges de afgelopen
weken en een prima vorm, was ik die dag totaal niet zenuwachtig. Waarom ook ?
Vorig jaar favoriet, maar de goeie ontsnapping gemist. Enkele weken terug: in
winnende positie op het Provinciaal kampioenschap, maar pedaalbreuk. Ik had
voor mezelf besloten dat dit voor mij niet weggelegd was en dat ik me dan ook
niet zenuwachtig moest maken om niets. Een goeie gedachte, zo bleek.
In de wedstrijd trok ik direct zelf in de aanval, en kreeg 3
renners mee. Maar alles kwam terug. Enkele ronde later een ontsnapping met 7,
weer was ik erbij, maar weer viel de volledige groep ons op de nek. Op 4 ronden
voor het einde trokken 7 renners in de aanval en deze maal had ik me laten
verrassen. Zie je wel, goed rijden, en als ze éénmaal wegrijden zonder jou, is
het de juiste ontsnapping. Weer niets vandaag !!. Dat is wat me door het hoofd
schoot. Maar het maakte me zo ongelofelijk kwaad dat ik vanuit misschien wel 20e
positie uit de groep demarreerde. Enkel Timbeur kon mn wiel houden en met zn
tweeën reden we van de groep weg. Intussen was het verschil met de kopgroep al
zeker 20. Maar de adrenaline bleef stromen. Ik moest en zou de leiders
bijhalen !! Bijna een volledige ronde heeft het geduurd, maar met de hulp van
Timbeur slaagde ik toch in mn opzet. En op dat moment was ik zeker: IK en
niemand anders zou hier vandaag kampioen worden ! Bij het ingaan van de laatste
ronde was er nog een premie, en door deze spurt splitste de groep in 2. Patrick
Joos, Eddy Nachtegaele, Freddy Vlerick en ik reden van de anderen weg. In de
sprint moest ik vooral met Freddy rekening houden. Hij was zeker niet van de
traagste. Maar hij wou waarschijnlijk té graag winnen. Bij elke poging van Eddy
of Patrick om nog weg te raken, sprong hij direct op het wiel. Ik moest me dus
geen zorgen maken, het zou een sprint met 4 worden. Net voor de laatste bocht
probeerde Nachtegaele het een laatste maal, en weer was het Freddy Vlerick die
direct reageerde. Ik zat dus ideaal geplaatst. Toen op een 300m van de meet Eddy
Nachtegaele de benen stilhield, wist ik mijn moment gekomen. Ik ging vol aan en
nam enkele lengten voorsprong. Het lukte me om deze tot op de meet vast te
houden. Ik was Belgisch Kampioen !!! Hiervoor was ik renner geworden. Als kind
vond ik dit zon knappe trui dat ik die zelf wel eens wou dragen. En vandaag,
op 36 jarige leeftijd, werd die jongensdroom waarheid !
Een foto tijdens de wedstrijd met links van mij Timbeur. Met hem reed ik nog naar de kopgroep toe.
De Sprint. Twee lengten voorsprong op Freddy Vlerick. Verderop Patrick Joos en Eddy Nachtegaele
De wedstrijd in Adegem kende een snelle beslissing. Op de enige helling van het parcours (bijna 1 km, niet écht zwaar, maar met de wind op kop) trokken we met 4 in de aanval. Naast 3 AB-renners was ik de enige van de T-reeks. En aangezien onze voorsprong al snel geruststellend was, was de zege voor mij al binnen. In de laatste ronde keken m'n vluchtgenoten vooral naar mekaar, zodat ik nog kon wegrijden en met een halve minuut voorsprong over de aankomstlijn reed.
97 ! Een beetje te overmoedig in het
begin. In een gezamelijke VWF-wedstrijd (A, B en Cs) wilde ik de groep snel
uit mekaar trekken. Er stond redelijk wat wind en ik hoopte met een groepje
voorop te raken. 2x sprong ik zelf weg, 2x kreeg ik enkele renners mee, met oa
Mario Van Gucht en Rudy Thomas, de wereldkampioenen in de A en B-reeks. Maar
toen we terug gegrepen werden en de twee regenbogen zelf in de aanval trokken,
moest ik even passen. Genoeg om ze voorgoed zien weg te rijden. Gelukkig namen ze geen Cs mee, zodat alles er nog inzat. De benen waren zeer goed vandaag,
zodat ik nog enkele keren mee in de aanval ging, maar uiteindelijk was het de
spurt die moest beslissen wie met de bloemen naar huis ging. Met snelle mannen
als Nico De Weirdt en Etienne Claus was winst nog lang niet zeker. Gelukkig
raakte ik niet ingesloten en kon gepast naar voor schuiven. In het zog van
B-renner Dirk De Bondt kon ik alle concurrenten afhouden om mn eerste VWF-zege
van het seizoen te boeken. De 5e overwinning van 2009 !
Op koersen in september die pas om 19u starten, moet je snel rijden om voor het donker binnen te zijn. 't Was zéér nipt vandaag
Sinds ik 2 jaar terug bij de Vrije Bonden was gestart, had
ik enkel nog maar wedstrijden bij de WAOD gewonnen. In Denderbelle kwam daar
verandering in . In de VWF-wedstrijd (cat. A) kon ik mijn uitstekende conditie
verzilveren. Van in de start trok ik er alleen vanonder. In 3 schijfjes sloten
renners aan, zodat we op het einde van ronde 2 met 7 waren. Eén van hen was
dorpsgenoot Kurt Peeters. Toen hij 12 was hadden we pas de Klein-Brabantse
Wielerschool opgericht. Ik was één van de begeleiders die samen met een 10-tal
aspiranten, waaronder Kurt, op
woensdag ging trainen en waarmee we tijdens de weekends naar de wedstrijden in
Nederland gingen. Intussen was Kurt een veelwinnaar geworden bij de Juniores
maar had bij de Elite ZC de fiets aan de haak gehangen. Hij was dit jaar terug
gestart bij de Vrije Bonden. En nu reden we dus samen voorop: hij 20, ik 37 .
Op het einde van de wedstrijd was ik nog sterk genoeg om
elke aanval in de kiem te smoren. En door een late uitval van Vlaeminck, was ik
ideaal gelanceerd om met enkele lengen voorsprong mn eerste VWF-wedstrijd te
winnen.
Sprintwinnaar in Denderbelle. De rare houding kwam door een windvlaag die me, door het opsteken van de armen, bijna onderuit trok. Kurt Peeters, links van mij op de foto, werd 4e
Bijna elke wedstrijd bij de 5 eersten rijden, maar niet
kunnen winnen. Dat was mijn lot na mn eerste zege dat jaar in Dikkelvenne.
Maar op 27 juni kon het niet meer misgaan. Die dag had het Provinciaal
kampioenschap van Antwerpen plaats in, jawel, het Oostvlaamse Moerzeke. Van bij
de start trok ik in de aanval en voor de anderen van de verrassing bekomen
waren, reden we met 10 voorop. Daarbij enkel Frankie Van Hemelrijck uit St. Amands als
concurrent voor de Antwerpse titel. Nu ja, concurrent ? Ik moest hem enkel in
het vizier houden. Frankie heeft namelijk geen sterke sprint. Maar dan sloeg
het noodlot toe. 3 ronden voor het einde brak één van mijn excentrische
pedalen af. (Pedalen die ook een horizontale beweging hadden. Fantastisch
gevoel, maar wel niet slijtvast. Deze bestaan nu, spijtig genoeg, niet meer).
Meteen gedaan dus, geen eerste titel L.
Diezelfde avond liet ik nog nieuwe pedalen
monteren. Zelfde soort maar met nog een groter draagvlak. Was het dat of de
adrenaline na de verloren titel ? Feit is dat ik een dag later vloog! In de tweede
ronde sprong ik weg op een stuk met de wind op kop. Slecht één renner kon mn
wiel houden. Toen ik wat later vroeg om over te nemen, kon hij niet. Na 3x
vragen had ik er genoeg van en ging wat uitleg vragen. Wat bleek ? Zijn naam
was Patrick Franssens, hij had vroeger gekoerst maar was al een paar jaar
gestopt. En omdat het in zijn eigen gemeente was, wou hij nog eens meerijden.
Ik geloofde hem en zette mij dus weer aan kop, zonder nog eenmaal te vragen om
over te nemen. De rest van de wedstrijd reed ik rond alsof ik alleen was. Alle
ronden was er een premie van 200 Bfr, die ik allemaal (een 10-tal) op zak stak.
Ik vond mezelf op een gegeven moment zelfs wat hebberig worden en stelde Patrick
voor om toch ook minstens één premie te nemen. Maar hij weigerde. Hij was al
blij dat hij mocht meerijden. De laatste kilometer was hij zelfs nog zo fair om
me alleen naar de aankomst te laten rijden. Patrick werd tweede en Evert Van
Hecke derde op 2,5 minuut ! Een zeer mooie overwinning, die de ontgoocheling
van de dag voordien wat wegspoelde.
Alleen voorop naar de aankomst rijden. Voor een sprinter een speciaal gevoel.
Samen met Belgisch kampioen én organisator van de wedstrijd Marc De Ben.
1998 was een uitzonderlijk jaar. Voor het eerst speelde ik
vanaf de eerste wedstrijddag mee voor de overwinning. Toch zou het tot 3 mei
duren voor ik mn eerste overwinning kon binnenhalen. Op het heuvelachtige
parcours van Dikkelvenne. Met 2 renners uit de T-reeks schoven we mee met een
6-tal AB-renners. Marc De Ben was dus mn enige concurrent om de overwinning.
En alhoewel Marc een keigoed renner was, zonder meer de beste allround, zijn
sprint was te zwak om mij te bedreigen. In de laatste ronde lieten we het gat
vallen op de ABs om zo onderling voor de zege te spurten. Op de foto zie je
Marc in 3e positie (B-renner Vandenbeurie hang nog tussen ons.) De
eerste seizoenszege was eindelijk binnen. Het begin van een mooie reeks !
96 !! Eindelijk! Eindelijk
nog eens een overwinning nadat ik ook mee de koers heb kunnen maken. Direct na
de start trokken we met 5 in de aanval. De Cs Guy De Jonghe, Gino Verberckmoes
en Eric Slock en de 2 oudjes, Patrick Bolssens en ikzelf. Er werd goed
rondgereden, al moet ik eerlijk bekennen dat Guy De Jonghe de beste was van de
5. We liepen tot 50 seconden uit maar moesten rond halfwedstrijd toch nog het
gezelschap dulden van Wim Arras, Peter Mol, Philippe Hotome en John Ackermans.
Alle 4 zijn dat Cs zodat ik in mijn reeks enkel met Bolssens af te rekenen
had. Toch was ik er niet gerust in want vorige week had ik hem slechts nipt
geklopt om de derde plaats in Melsele. Dat alles zou samenblijven, daar was ik
zeker van. Wim Arras is ontegensprekelijk de snelste en zou daar wel voor
zorgen. Net voor de laatste bocht zat Bolssens nog in mijn wiel, maar hij
verkoos blijkbaar het wiel van Arras te kiezen. Maar toen deze aanzette moest
Patrick het wiel lossen, genoeg voor mij om hem langs links voorbij te spurten.
Arras kwam eerst over de meet, voor Hotome en als derde mocht ik de bloemen
afhalen als winnaar bij de Ds.
De eerste keer dat ik een overwinning behaal
voor de ogen van mn kleinkinderen, London en Vegas. Ze hadden zich schor
geroepen tijdens de koers, en mochten dus zeker niet ontbreken op de foto !
Van de volgende wedstrijden is er een gat in mn archief (en
geheugen). Op 30 augustus won ik een wedstrijd in Ronsele. Een week later, 7
september was het prijs in Doorslaar en nog 2 weken verder, op 20 september,
haalde ik mn laatste seizoenszege in Meerdonk. Dat bracht mn totaal in 1997
op 7, wat voor mezelf een record was. De totaalteller staat daarmee op 30.
Juli 1997: Temse, Hofstade, Vrasene-niet, Oostakker
Na mn eerste overwinning in het voorjaar, was ik wat
stilgevallen. Maar in juli draaide het plots terug zoals het moest. Ik had van
het Belgisch kampioenschap in Vrasene een hoofddoel gemaakt en bleek net op
tijd in vorm te zijn. Donderdag won ik de wedstrijd in Temse, en één dag later
was ik weer de beste in Hofstade. Ik was er klaar voor, de titel kon me niet
ontglippen. Maar waar ik niet op had gerekend was wat ze zo mooi de favorietenrol
noemden. Ik had die nog nooit gehad en nu dus wel. Man, man: zénuwen !!! Nog
nooit zoveel last van gehad. En tijdens de wedstrijd beterde dit ook niet. Integendeel,
het sloeg echt op de benen. Pas half wedstrijd waren de zenuwen weg, maar ook
de titelkansen. 8 renners hadden zich afgezonderd en reden met een minuut
voorsprong. Het kalf was verdronken. Uiteindelijk werd ik pas 12e en
een illusie armer.
2 dagen later reed ik mn volgende wedstrijd, in Oostakker.
En weer was het prijs: 3 overwinningen op 6 dagen maar geen titel !
In mn 2e jaar bij de WAOD had ik een vergunning
genomen in de T-reeks. T staat voor Toeristen, maar vergis je niet. Echte
toeristen, die koersen niet. Die doen zondag een fietstochtje onder vrienden en
gaan daarna samen een pint pakken (verdorie, dat klinkt goed !?!). Bij de WAOD
was het enkel een naam voor een open reeks. Ik had het jaar voordien gezien dat
ik zowat op het niveau van de toppers in die reeks reed. Plus het feit dat ze
aparte wedstrijden en een rondje (Nazareth) reden, deed me daar een vergunning
nemen. Meestal reden we samen met de AB-reeks.
Zo ook in Zaffelare. Mn seizoenstart was al heel goed
geweest voor mijn doen, met enkele top 5 plaatsen in de eerste maanden, wat me,
als zonnecoureur niet alle jaren lukt. In Zaffelare had ik Johny De Nul
gespot. Johny was jarenlang de Kermiskoning bij de Profs geweest (58 overwinningen
!!) en had besloten om nog eens terug in wedstrijden uit te komen. Reeds in de
eerste ronde trok hij ten aanval. Ik direct mee natuurlijk samen met Willy De
Backer, die ik ook nog kende van uit mn Liefhebberstijd. De eerste keer dat we
aan kop moesten komen waren we al 2 ronden verder ! Als Johny zich op de grote
molen legt, kan je maar beter gewoon in het wiel blijven ! Daarna was het een
simpele afspraak: ik 200m kop, dan Willy 200m en daarna Johny: 500m !! Zonder
problemen reden we een dikke minuut voorsprong samen. Willy en Johny waren Bs,
dus ik zat in een zetel ! In de laatste ronde hebben we Johny De Nul uit
respect alleen laten wegrijden. En ook Willy liet ik rijden, want ik wou op mn
eentje mn hand in de lucht kunnen steken. Mn eerste Toeristen-overwinning
was binnen !
Gans de wedstrijd voorop met Johny De Nul (blauw) en Willy De Backer (rood)
Bijna 2 minuten voorsprong op de groep, met dank aan Johny !
1996: Na een
onderbreking van bijna 10 jaar, waarin ik vooral andere renners begeleid had,
stapte ik zelf terug op de fiets. En, ja hoor, ik moest weer van 0 beginnen !
De eerste koers in Buggenhout: 2 km meegereden en in een afdaling uit de wielen
gereden !! En dat ging nog een tijdje door. Soms lossen, soms de koers uitrijden,
soms zelfs een (plat) prijske ! Begin juli moest ik een kleine operatie
ondergaan waardoor ik er veertien dagen tussenuit was. Dat moet niet slecht
geweest zijn want daarna begon het plots te vlotten: 10e in Beveren,
8e in St. Niklaas, 8e in Booischot. Mn 3 eerste top 10
plaatsen dat jaar. En dan kwam Temse-Velle. Ik had een goed (voor)gevoel (en,
heb ik later meerdere malen ondervonden, een goed (voor)gevoel staat meestal
garant voor een overwinning !, raar maar waar !!) De koers vond plaats op 10
augustus, de dag van de welgekende Dodentocht in Bornem. Mn vrouw had er s
nachts graag naar gaan kijken maar ik wou niet mee Anders win ik morgen niet !
Ongeloof, slecht gezind, tja nu moest ik wel winnen hé !
De wedstrijd
zelf begon nochtans niet al te best. Ik raakte wat achteraan in de smalle wegen
op de Velle, en dan is het knokken om het wiel voor U te houden. Maar ik begon
beter en beter te rijden en slaagde erin om in de voorlaatste ronde mee te
springen. De beslissende ontsnapping met 8 was vertrokken. En, alhoewel ik dat
jaar nog niet korter dan de 8e plaats gereden had, wist ik gewoon
dat ik ging winnen. Op een late uitval van, denk ik, Marc Steenberghe, reageerde ik onmiddellijk waardoor ik vanuit 2e
positie de sprint kon aangaan, terwijl achter mij een klein gaatje viel. Ik
begon dus goed op tijd te sprinten en hield aan de meet een volle lengte over.
Iedereen verrast natuurlijk. Wie ? Frank Suys ? Ene met een dagvergunning zeker ? Nee dus.
Gewoon iemand die 10 jaar niet meer op de fiets had gezeten en een half jaar
nodig heeft gehad om terug in het wedstrijdritme te komen J
Koers in Bazel, WAOD. Prachtig
parcours met een aartsmoeilijke aankomst. Een lange rechte lijn van zon 3-400
m die lichtjes omhoog gaat. En vandaag nog met de wind op kop ook. Onverwacht
werd het weer een massaspurt. 7 renners hebben het grootste gedeelte van de
wedstrijd voorop gereden, maar door een prachtige achtervolging in de groep
(amaai, wat ging dat hard !) kwam alles in de voorlaatste ronde toch nog samen.
In de C-reeks ( ik ben dus D) zaten Hans Verlinden en Wim Arras. Ik ben ervan
overtuigd dat dit de 2 rapsten zijn van alle vrije bonden samen. In de laatste
bocht zat ik nog iets te ver, 10e, 15e positie. Maar
gelukkig had ik op rechts nog net een gaatje om naar voor te schuiven. Net op
dat moment gingen de 2 sprintbommen aan, voorbeeldig gepiloteerd door Walter de
Veerman, de Renshaw van dienst ! Het lukte me om als enige in het wiel te
blijven, en alzo mn 3e zege van het seizoen binnen te halen.
Categorie CD: 1.Wim Arras (Emblem, winnaar cat. C) 2.Hans Verlinden (C2) 3.Frank Suys
(Hingene, winnaar cat. D) 4.Nico De Weirdt (C3) 5.Matti De Baat (C4)
6.Marc Clerckx (C5) 7.Dirk Van Hove (D2) 8.Geert Van Speybroeck (C6)
9.Ivan Wulffaert (D3) 10.Marc Vanparrijs (C7) 11.Danny Van Oyen (D4)
12.Walter De Veerman (C8) 13.Danny Van Hoof (C9) 14.Rudy Geeraert (D5)
15.Philippe Hollebeke (C10) 16.Ko Harms (D6) 17.Françus Van Gorp (C11)
18.Dirk Goolaerts (C12) 19.Franky De Fijn (C13) 20.Walter De Smet (C14)
21.Henri De Decker (D7) 22.Evert Heckhardt (D8) 23.Marc Cossyns (C15)
24.Alain Goolaerts (C16) 25.Dominique Felde (C17) 26.Johan De Rop (C18)
27.Kees De Wijze (C19) 28.Peter Van Goethem (C20) 29.Franky Boel (C21)
30.Filip Vereecke (C22)
De massaspurt: 1e D, achter de C's: Wim Arras en Hans Verlinden
Slecht enkele dagen uitstel !
Vandaag ,mn 2e koers in DECCA-outfit, was het prijs. 2e
overwinning van het seizoen.
Met meer dan
140 stonden we aan
de start in Merelbeke, aangezien zowel de ABs als de CDs moesten
samen rijden. Vorig jaar had ik daar ook nog gewonnen, dus motivatie
genoeg. Ik had
goede benen en streed tot ongeveer half wedstrijd steeds vooraan mee.
Maar gemakkelijk is dat niet op zon brede wegen.
Je zit van voor, raak even wat ingesloten en langs de andere kant van de weg
gaan 30 renners je voorbij. En dan moet je opnieuw beginnen. Dus nam ik het
besluit op me wat meer achteraan in de groep te zetten en de spurt af te
wachten. 6 renners reden nog weg, maar geen Ds bij. Dus laat maar rijden. De
laatste ronde kon ik mooi naar voor schuiven zodat ik in de slingerende laatste
lijn bij de eerste 10 zat. Ik slaagde erin om nog wat op te schuiven en als 5e
over de meet te gaan. Maar het voornaamste: ik had alle Ds kunnen afhouden
zodat de tweede zege binnen één week een feit was.
Op de foto , samen met de winnaar bij de C's: Arie De Moor
Categorie CD: 1.Arie De Moor (Gontrode, winnaar cat. C) 2.Mario Lammens (C2) 3.Pascal Van De Velde (C3) 4.Nico De Weirdt (C4) 5.Hans Verlinden (C5) 6.Frank Suys
(Hingene, winnaar cat. D) 7.Ivan Wulffaert (D2) 8.Patrick Watteny (D3)
9.Kurt Victor (C6) 10.Peter Kerckaert (D4) 11.Idesbald Nevejans (D5)
12.Peter Ballet (D6) 13.Philippe Hotome (C7) 14.Henri De Decker (D7)
15.Sven De Vlieger (C8) 16.Filip Vereecke (C9) 17.Steve Ferguson (C10)
18.Bart Neirynck (C11) 19.Stanny Benoot (C12) 20.Marc Cossyns (C13)
21.Henny De Bouver (C14) 22.Wim Heyndrickx (C15) 23.Rob Ocraft (D8)
24.Geert Hebbrecht (C16) 25.Marc Borghgraef (D9) 26.Daniel Denis (D10)
27.Willy Den Haese (C17) 28.X (86 Of 79) (C18) 29.Luc Puimege (C19)
30.Eric Slock (C20)
Sinds deze week ben ik lid van
het DECCA TEST TEAM. Decca had enkele maanden geleden kandidaten gevraagd om
hun nieuwste kledij een jaar lang uit te testen. Kandidaten genoeg natuurlijk,
maar slechts 8 zijn uitverkoren. En ik ben één van de gelukkigen !! Donderdag
arriveerde het basispakket. Prachtige kledij met zwart als hoofdkleur. Alles
paste mooi zodat ik er diezelfde avond al mee kon uitpakken tijdens de koers in
Beveren. En had ik niet dom gespurt, had ik er al direct de overwinning mee
kunnen binnenhalen. Van veel te ver op kop en de laatste 50m stilgevallen: 4e
pas. Het had mooi geweest !
Eindelijk. Na een desastreuze seizoenstart ben ik er eindelijk in geslaagd mn eerste seizoenszege binnen te halen. En dan nog in de Lindenlaan in Beveren. Hoeveel keer ik daar al gekoerst heb, weet ik niet , maar winnen was me er nog nooit gelukt. Wel 5x (!!) een tweede plaats. Maar maandag lukte het dus wel. In de eerste ronden ben ik een paar maal meegegaan met een ontsnapping maar al snel had ik door dat wegrijden bijna onmogelijk zou zijn. Dus hielt ik me de rest van de koers kalm in de hoop op een massaspurt. En die kwam er ook. Bij de jongere Cs ( ik ben D) zaten de snelste mannen. Niet alleen Walter De Veerman, maar vooral Wim Arras. Deze ex-prof (PDM-Lotto), in 1987 winnaar van Parijs-Brussel, is dit jaar weer beginnen koersen. En eens een sprinter, altijd een sprinter. Ik had me voorgenomen hun wiel te zoeken en vanuit die positie de sprint te beginnen. En zo gebeurde, Arras en De Veerman spurtten schouder tegen schouder, ik mooi in hun wiel met Claus (nog een C) naast mij. Ik kon geen kant meer uit maar de snelheid lag hoog genoeg om niemand nog te laten terugkomen. Mijn kortste belager was Marc Goossens, maar die was ik op 200m voor de meet al voorbijgereden. Al bij al dus een gemakkelijke zege bij de Ds. En vooral het vertrouwen dat terug is. De eerste overwinning is binnen. Nog 7 om mn doel te bereiken. Het zal zéér moeilijk worden (maar niet onmogelijk J )
Categorie CD: 1.Wim Arras (winnaar cat. C) 2.Walter De Veerman (C2) 3.Etienne Claus (C3) 4.Frank Suys (Hingene, winnaar cat. D) 5.Alain Mortier (C4) 6.Marc Goossens (D2) 7.Hans Van Nieuwenhuyse (C5) 8.Gino Verberckmoes (C6) 9.Carlo Schollaert (C7) 10.Keny Wille (D3) 11.Tommy Heyse (D4) 12.Georges Vergauwe (D5) 13.Henri De Decker (D6) 14.Robert Standaert (D7) 15.Kurt Van Raemdonck (C8) 16.Patrick Van Hulle (D8) 17.Geert Smet (D9) 18.Karel De Ravet (D10) 19.Johan De Rop (C9) 20.Dirk Goolaerts (C10) 21.Frank De Coninck (C11) 22.Danny Van Hoof (C12) 23.Rudy Verheyen (C13) 24.Peter Flach (C14) 25.Marc Vanparrijs (C15) 26.Kees De Wijze (C16) 27.Alain Goolaerts (C17) 28.Eric Slock (C18) 29.Bart Neirynck (C19) 30.Nic Vermeersch (C20)
Ondanks het feit dat ik in 85 pas halfweg het seizoen gestart was, leek 1986 het jaar teveel te worden. Veel trainen deed ik niet meer, alleen nog veel koersen. Ik reed er dat jaar liefs 80 ! Maar de uitslagen waren er dan ook naar. Top 10 dat lukte nog regelmatig, maar slechts 3x slaagde ik erin de top 5 te halen. En niet toevallig gebeurde dat dan nog op 5 dagen tijd. (De conditie die niet genoeg onderbouwd is, verdwijnt al even snel !) Zondag was ik 3e geëindigd in Berlare door in een sprint te verliezen van Eric Vereecken (ja, die van Hulst die nu nog koerst !) en Willy De Backer (ook nog actief geweest bij de Vrije Bonden). Maandag weer 3e in St. Truiden, waar ik in 83 nog de overwinning haalde. En woensdag was ik weer present op hetzelfde parcours in St. Truiden. 59 deelnemers, en zoals dat vroeger was, vooral renners van Zuid-Limburgse en Sport & Steun Leopoldsburg. Vrij vroeg reden we met acht weg, 5 Zuid-limburgers, 2 van Leopoldsburg en ik als vreemde eend. Ploegenspel kende men toen duidelijk nog niet, het was blijkbaar meer zaak om de eerste van de club te zijn. Toen in de laatste ronde Eric van Hove van Leopoldsburg ging, reageerde maar één renner: Koen Thijssen, ook van Leopoldsburg. Ik had rap door dat de 5 ploegmaats vooral mekaar gingen beloeren en ging dan maar zelf in achtervolging. Maar het duurde lang voor ik ze te pakken hadden. Toen de sprint werd ingezet, zat ik nog op 10m. Maar met een lange inspanning slaagde ik er op de meet in om Koen Thijssen met een wiel te kloppen. Mooie overwinning, tweede ook in St. Truiden, waardoor mn liefde voor de Limburgse koersen nog maar eens bevestigd werd.
Dit was mijn 22e overwinningen en het zou de laatste worden in de jeugdcategorieën.Op het einde van dat jaar stopte ik er definitief (??) mee. Ik werd mecanieker bij de Club , later penningmeester, secretaris en ploegleider. Mn eerste wedstrijd als ploegleider bij de nieuwelingen was een prachtig succes. Met 30 ploegen van 5 renners en dan de 1e , 2e, 3e en 5e plaats wegkapen, met renners zoals Kurt Van Bulck, de gebroeders Borms en René Goossens, dat was een plezier om mee te maken !! . Later werd ik ook nog ploegleider van ons Damesteam. Een topteam in die tijd: Met Heidi Van De Vijver, Vanja Vonckx, Lydia Vandebosch, Krista Claes (nu Mevr. Marc Wauters), Sabine Snijers en nog enkele andere hadden we niet veel concurrentie toen. Ik deed met hen ook verschillende buitenlandse wedstrijden en met de juniores en Liefhebbers ging ik zelfs tot in Canada.
Maar het bloed stroomt waar het niet gaan kan, en 10 jaar na mn laatste koers, kroop ik terug zélf op de fiets
1985 was het jaar van mijn eerste come-back (er zouden er nog wel enkele volgen J). Na het vorige seizoen had ik aangekondigd te zullen stoppen. Getrouwd, vader geworden, aant bouwen allemaal zaken waardoor het hoofd niet meer naar trainen en koersen staat. Maar naar de zomer toe begon het terug te kriebelen en op 2 juli stond ik terug aan de start van een wedstrijd. De resultaten waren er natuurlijk niet direct, maar met een9e plaats in Baasrode en een 4e in Berlare haalde ik in juli toch al enkele top-10 plaatsen. De rest van het seizoen was een aaneenschakeling van goede en minder goede wedstrijden, maar een overwinning zat er niet in.
Traditioneel sloten de Rupelspurters het seizoen af met hun Clubkampioenschap. Om met een goed gevoel de winter in te gaan wou ik daar nog wel iets neerzetten. Al zou dit zeker niet gemakkelijk zijn. De Rupelspurters hadden een topjaar achter de rug met maar liefst 149 overwinningen. Beroepsrenner Raoul Bruyndonckx (2overwinningen), liefhebbers Pascal Van Der Vorst (11), Francis Jansegers (9) en Dirk Van Verre (8) waren de voornaamste tegenstanders. Maar ook jongeren zoals Kurt Onclin (12) Rik Hofmans (12) en nieuweling Patrick Van Roosbroeck (19) waren in een wedstrijd over slechts 65 km niet te onderschatten. Na een wedstrijd vol schermutselingen reden we naar het einde toe met 6 voorop: Bruyndonckx, Jansegers, Van Verre, Van Dijck (Belgisch kampioen bij de Masters), Van Roosbroeck en ikzelf. Het voornaamste voor mij was de 2 liefhebbers te kloppen, maar allebei waren ze supersnel, dus moest ik het tactisch aanpakken. Van Roosbroeck en Van Dijck hadden geen concurrentie in hun reeks. Tegen hen ging ik zeggen dat ze de laatste 2 ronden om beurten moesten aanvallen. Wat ze ook deden. En wat ik hoopte gebeurde. Van Verre en Jansegers wilden duidelijk de wedstrijd winnen en gingen de vluchters telkens terug halen. Ik zat in een zetel. Op 400m van de meet probeerde Van Dijck het nog een laatste maal. Weer reed Jansegers er naartoe. Toen hij in het wiel kwam viel het even stil en toen was het mijn moment. Van op 300m ging ik aan. Jansegers was even verrast en moest een lengte goedmaken, wat hem maar half lukte J. Met een wiel voorsprong kroonde ik me voor de 2e maal tot Clubkampioen !!
De spannende sprint tegen Jansegers.
De verschillende clubkampioenen op een rij. vlnr Bodard (Jun.), ikzelf met zoon Roeland op 't stuur (Liefhebbers + algemeen), Van Roobroeck (nieuwel.) en Van Dijck (masters)
De vorm was er , zoveel is duidelijk. Na mn zege in Messancy reed ik niet meer uit de top 10. Maar winnen, het kan er maar altijd eentje hé J. In Schellebelle was het terug mijn beurt. En ik durf gerust zeggen dat ik die dag veruit de beste was. Reeds in de eerste ronde trok ik in de aanval met Patrick Mettepenningen. Een halve wedstrijd hielden we het vol tot we werden ingelopen door een 8-tal renners. Maar ik voelde me zo goed dat ik even later terug in de aanval trok, deze keer met de Nederlander Piet Van Rij (vader van huidig renner Jeroen). Piet was één blok graniet. Nen boenker zoals ze bij ons zeggen. Steeds op de grote molen en niet omzien. Een ideale vluchtmakker dus, vooral omdat zijn enig zwak punt zn sprint was. We werden niet meer verontrust en een kort sprintje was genoeg om mn 4e en laatste zege van het seizoen te behalen (geen fotos van deze wedstrijd L).
Hier koers ik nooit meer !" De eerste woorden na een overwinning !!!
Aangezien ik op vakantie in het Groot Hertogdom Luxemburg had ik enkele koersen uitgekozen in het oosten van ons land. Eén daarvan was Messancy. In het uiterste zuidoosten van ons landje. Voor de start kwam ik er waaslander Jan Joos tegen. Hij vertelde me dat er 300m na de start een bocht naar rechts kwam en er ons dan een zeer zware klim wachtte. Ik daar dus direct naartoe om gaan te kijken. Toen ik de bocht nam ging de weg inderdaad omhoog, maar steil ?? Jan had overdreven en gerustgesteld keerde ik terug naar de start. Toen we tijdens de eerste ronde op die helling kwamen, trok ik in de aanval. Maar toen wachtte een grote verrassing: Na 200m draaide de baan naar rechts en wat ik daar zag was méér dan wat Joos me vertelde: een muur doemde op !!. Man, man wat was dat ! Ik schakelde kleiner, en kleiner, en kleiner, tot ik niet kleiner meer kon. En het bleef klimmen. Op 100m van de top werd ik door de eerste renners voorbij gereden en toen we boven kwamen hing ik in 5e positie. Na de afdaling keek ik voor het eerst om en wat zag ik ? Niemand meer ! Blijkbaar hadden we al een serieuze voorsprong. Ronde na ronde moest ik alles uit de kan halen om mn medevluchters te volgen. Dikwijls kwam ik boven met een lichte achterstand, maar in de afdaling kon ik steeds terugkomen. De laatste ronde had ik zeker 100m achter en duurde het lang voor ik weer kon aansluiten. Pas in de laatste kilometer lukte me dat. Maar zelfs dan had ik in de sprint geen last om mn medevluchters af te houden. De 6e eindigde op 7 minuten. Nooit zo hard afgezien en toch gewonnen. Maar mijn besluit stond vast:Hier koers ik nooit meer !
En dat er inderdaad betere klimmers zijn bewees de Deen Ostergaard. Hij reed 2 dagen later op hetzelfde parcours . 11 minuten sneller dan ik !!
Dinsdag. Eerst gaan werken met de vroege en daarna naar de koers in Opdorp. Slechts 37 renners aan de start maar wel enkele toppers. Onder andere hardrijder Luc Van Mol, huidig ploegleider Hendrik Redant, maar vooral plaatselijk renner Ferdi Dierickx. Ferdi had 2 dagen voordien de Ronde van België gewonnen en wou zich hier, in een koers georganiseerd door zijn supportersclub, natuurlijk nog eens laten zien. De koers bleef lang gesloten, zelfs tot bij het ingaan van de laatste ronde. Toen versnelde Luc van Mol met Dierickx in het wiel (hadden zij iets afgesproken ?). Deze gevaarlijke situatie had ik natuurlijk snel door en, samen met Patrick Van de Voorde en Peter Van Huffel, reed ik naar het tweetal toe. Het gat was direct geslagen en onmiddellijk volgende nieuwe aanvallen. Zonder succes. Op één kilometer van de meet probeerde Ferdi het nog een laatste keer. Even werd getwijfeld, maar ik wist dat ik snel moest reageren of de vogel was gaan vliegen. Ik slaagde erin het gaatje toe te rijden met Van Mol in het wiel. De andere 2 moesten loslaten. Maar toen ik op het wiel van Dierickx kwam, ging Van Mol zijn kans. Dit was te verwachten natuurlijk en gelukkig was ik nog sterk genoeg om ook deze aanval af te slaan. In de laatste 100m nam ik over om met enkele lengten voorsprong mijn tweede seizoenszege binnen te halen. Ontgoochelde gezichten aan de aankomstlijn, waar ze natuurlijk liever hun plaatselijk idool hadden zien winnen, maar ja, dat was mijn probleem niet hé
1984 werd weer zon jaar met een trage start. Eind mei was ik er nog niet in geslaagd om één maal bij de eerste 5 te rijden ! En toen begon juni: Vrijdagavond, koers op St. Rita in Kontich. 42 renners aan de start. En ik had het weer niet gemakkelijk. Het leek wel of ik gans de wedstrijd achter de feiten aanliep. Ik herinner me niet tijdens de wedstrijd helemaal vooraan te hebben gezeten. Maar, waarschijnlijk met wat geluk, was ik toch mee toen de groep halfkoers in 2 splitste. Met 23 bleven we over. En ook daarna regende het aanvallen. Bij het ingaan van de laatste ronde was deze groep zelfs in 4 gesplitst en zat ik in de derde ! Maar gelukkig kwam alles toch nog bij mekaar. Op 3 km van de meet moesten we nog over een viaduct over de autostrade. En blijkbaar had ik op dat moment toch wat betere benen, want ik plande daar een alles-of-niets aanval. Net op het moment dat ik aanzette, deed ook Eddy Vaes dit aan de andere kant. We vonden mekaar direct en deden een tussensprint tot boven. Genoeg om 100m voorsprong te nemen zo bleek. Nu was het zaak niet meer te treuzelen. Ik kende Eddy op dat moment niet, maar één of twee was altijd beter dan terug worden bijgehaald. En zo dacht ook mn medevluchter erover. We slaagden erin onze voorsprong te behouden, en aangezien Vaes zich geen sprinter wist, had ik geen enkele moeite om hem te verslaan.
Na een slechte seizoenstart zonder Top 5-plaatsen dan toch onverwacht een eerste zege !!
Geen koers voor mij tijdens dit verlengde weekend ! Vorige week ging het zo slecht dat ik besliste om Dr. Tempels te raadplegen.Bloed trekken is dan meestal de enige mogelijkheid om te ontdekken wat er aan de hand is. Niets, zo blijkt, alle waarden bleken goed te zijn ! Is dit nu goed nieuws of slecht ? Want er is wel degelijk iets aan de hand. Overtraind ? of toch versleten ? Voor alle zekerheid laat ik ook nog een cardiogram van mn hart nemen, maar laat ons hopen dat dit enkel nodig is om een probleem hier uit te sluiten. Dus momenteel zit er niets anders op dan het een weekje kalmaan te doen en niet te koersen. Normaal keer ik volgende week donderdag terug in het peloton in Beveren. En de rest van de maand heb ik me voor genomen geen twee wedstrijden na mekaar te rijden. Hopelijk keert dit rap in de goede richting, anders zou dit wel eens een tristig seizoen kunnen worden !
Na 3 overwinningen in Klein-Gelmen ging ik al eens meer richting Limburg . Zo bijvoorbeeld ook naar Sint-Truiden. 84 renners kwamen er aan de start op een prachtig parcours. Je zou er zelfs een Formule 1-wedstrijd kunnen laten doorgaan. Een bijna perfect vierkant met brede tweevaksbanen. Na enkele ronden trokken we in de aanval met 16, om vrij snel een voorsprong van 20 bijeen te fietsen. Maar dan: Psssss , mn achterband gaf de geest. Gelukkig was het niet ver van waar mijn vader stond met mn reservefiets. Toen ik die genomen had kon ik nog juist bij het peloton aansluiten. En toen kreeg ik een adrenalinestoot om U tegen te zeggen. Ik reed in één ruk naar voor in de groep en trok meteen in de aanval. Edmond Grenier en Marc Hulstaert waren de twee enigen die meekonden. Maar intussen hadden we wel 30 achterstand op de 15 leiders. We draaiden rond alsof ons leven ervan afhing. Ronde na ronde konden we enkele seconden van onze achterstand afpitsen. Toen we de voorlaatste ronde ingingen waren we tot op 10 genaderd. En Grenier vond dat het welletjes geweest was. Hij zette zich op kop, met de grote molen, en reed in één ruk de resterende seconden dicht. En dat was ideaal voor mij. Ik had heel even op adem kunnen komen. Toen we aansloten ging ik direct aan de andere kant van de baan rijden en trok meteen in de aanval ! De anderen waren blijkbaar verrast, en bij het ingaan van de laatste ronde had ik 50m voorsprong. Die voorsprong zou nooit groter worden, maar ik wou niet meer afgeven. Een ganse koers vechten om vooraan te komen, dat moest beloond worden !! Alles deed pijn, maar de adrenalinestoot was sterk genoeg om dit nog even vol te houden. En het lukte. Met een voorsprong van 3 luttele seconden reed ik over de aankomst. Qua prestatie denk ik dat dit één van de mooiste uit mn carrière is geworden. Ter illustratie: Grenier werd nog 11e, Hulstaert 17e. En de groep, die eindigde op meer dan 2 minuten !!
Halfwedstrijd: Met Grenier en Hulstaert op 30" van de leidersgroep van 15
Nog 2 ronden: achterstand 10"
Ingaan van de laatste ronde: der op en der over !!
Afgezien ! alles doet pijn ! Maar op zo'n moment voel je daar niets van !
Juni 1983, kermis in Klein-Gelmen. Zoals altijd had ik persoonlijk een uitnodiging gekregen van voorzitter Jozef Fransis. Koers om 15u, 22 rondjes van 4,9 km over het gekende parcours met 2 hellingen, 2 afdalingen en de laatste ronde rechtdoor voor een aankomst bergop. 44 renners kwamen er aan de start. Na heel wat kleine schermutselingen viel in de dertiende ronde de beslissing. Luc Mertens en Martin Wathiong trokken in de aanval. Even later kregen ze het gezelschap van Danny Van Roy en Aloïs Wouters en nog een ronde later kon ik samen met Pierrot Cuypers, Gerard Cortenray en Ronny Haesen aansluiten. Met zn achten reden we de rest van de wedstrijd op kop. 3 ronden voor het einde ging ik terug in de aanval en enkel Cuypers en Wouters konden nog aansluiten. Wouters kende ik, hem klopte ik hier enkele jaren geleden in een millimeterspurt. Pierrot Cuypers was me totaal onbekend, al zei zn naam me wel iets. En dat was mogelijk, want bleek dat hij het jaar daarvoor nog beroepsrenner en ploegmaat was van Fons De Wolf bij de Vermeer-Thijs ploeg en met deze ploeg zelfs had deelgenomen aan de Ronde Van Frankrijk !! Wouters bleek er door te zitten dus het werd een spurt met 2. Cuypers begon van ver op kop zodat ik ideaal geplaatst zat. Toen ik op 100m van de meet mn aanval wou inzetten, week hij plots af naar recht. Zoals je op de foto kan zien, was er net een nieuwe asfaltlaag gelegd en was de zijkant vergelijkbaar met een grintpadje. Daar kwam ik in terecht, geen mogelijkheid om uit te wijken ! Ondanks enkele zware slippers slaagde ik er toch nog in uit het padje te raken en zelf om Cuypers in de laatste meters te remonteren ! Pierrot kwam zich direct na de aankomst verontschuldigen voor zijn toch wel onsportief gedrag. Dus streep erover, no hard feelings ! En god, wat kon het mij ook schelen ! Ik had eindelijk mn eerste Belgische liefhebbersoverwinning vast ! En dat tussen de vele Klein-Gelmenaars die me steeds meer als een plaatselijk renner gingen beschouwen. Meer dan 100 km van huis !!
De sprint tegen Cuypers, met links de losse asfalt waar ik in geraakte.
Met de bloemen, de 3e keer al in Klein-Gelmen !!
Voozitter Jozef Fransis stuurde me alle krantenartikels op die hij van de wedstrijd kon vinden.
1983, mijn derde jaar al bij de Liefhebbers. Het seizoen leek véél beter van start te gaan dan andere jaren. In de oefenkoersen was ik 2x de beste, de vorm was dus goed. Maar net voor de eerste wedstrijd werd ik ziek, waardoor ik pas eind maart terug in competitie aantrad. Pas half mei kwam ik er terug door: 2e in St. Amands, 3e in Gentbrugge en Zaventem, 4e in Bornem en 5e in Nederokkerzeel en Tienen. Intussen waren we al eind juni. Buiten de ritzege in Spanje en het Clubkampioenschap was ik er tot nu toe nog altijd niet in geslaagd op Belgische bodem een echte liefhebberswedstrijd te winnen. Het werd hoogtijd dat daar verandering in kwam. Maar waar zou ik die eerste wedstrijd binnen kunnen halen ? Juist: KLEIN-GELMEN !!!
Waarschijnlijk heb je al gedacht: Weinig nieuws over dit seizoen! Inderdaad het gaat nog niet zoals het moet. Om het met een geijkte zin te zeggen: Ze rijden 5 km per uur te snel voor mij ! Maar geef me nog een maand . Zolang er leven is, is er hoop.
Het tweede jaar bij de Liefhebbers was weer veel minder dan het eerste (ook bij de Juniores had ik dat voorgehad). Half juli was ik er nog niet in geslaagd één maal bij de eerste 10 te rijden !! Pas toen kwam ik in vorm. Met oa 2 tweede plaatsen in Wintam en Branst. Beide wedstrijden werd ik geklopt door de latere Olympisch kampioen in de puntenkoers, Roger Ilegems. In Wintam kwamen we apart aan, in Branst was het een massaspurt met meer dan 100 renners !
Ik was dus juist in vorm om naar de Ronde van de Kempen (de huidige Ronde van Antwerpen) te trekken. We vertrokken er met een sterke ploeg. Paul Van Campenhout, Rudy Cleemput, Eddy Claus en ikzelf, samen met de gastrenners Johan Koppen en Rudi Dexters. Dexters was onze kopman. Hij ontgoochelde niet want won oa een rit. Een jaar later zou hij naar de Profs overstappen.
Maar zelf deed ik het ook meer dan behoorlijk. Na de eerste rit mocht ik al de trui van beste jongere aantrekken. De tweede rit verloor ik al mijn kansen. Een slechte dag waardoor ik in een groep op 20 eindigde ! Maar daarna ging het weer beter. Regelmatig mee in ontsnappingen en één zelfs die tot het einde standhield. Een vijfde plaats haalde ik die dag. En als je in de afsluitende tijdrit nog een 13e plaats haalt op 100, dan weet je dat je die ronde goed verteerd hebt.
De rest van het seizoen haalde ik nog enkele ereplaatsen, maar een overwinning zat er niet meer in. Een jaar zonder overwinningen !! Dat mag geen tweede keer gebeuren !!
vlnr: Suys, Van Campenhout, Koppen, Cleemput, Claus en Dexters
Leider in het jongerenklassement na de proloog en de eerste rit.
Ondanks de onverwacht sterke seizoenstart, slaagde ik er in mn debuutjaar bij de liefhebbers niet meer in om nog een overwinning te behalen. Mn beste plaats haalde ik in jawel: Klein-Gelmen J waar ik 4e werd. In de sprint om de derde plaats verloor ik van plaatselijk renner Willy Boden (weet je nog ? door hem kwam ik in Klein-Gelmen terecht). Maar geen klagen van dit seizoen. Verschillende top-10 plaatsen en zelfs een 5e in een Interclub te Hoboken. Een geslaagd seizoen.
En op het einde van dat seizoen kwam er nog een kers op de taart. Het clubkampioenschap van de Rupelspurters werd traditioneel op de laatste zondag van het wielerseizoen gereden.72 renners kwamen er aan de start uit de verschillende categorieën. Hieronder 24 Liefhebbers.
Reeds in de eerste ronde trok ik alleen in de aanval. Enkele ronden later konden nog 3 liefhebbers aansluiten: Paul Van Campenhout, Patrick Flies en leeftijdsgenoot Gino Van den Bossche. Slechts één renner kon nog komen aansluiten: Junior Herman Van Lent. Met zn vijven moesten we wel de ganse wedstrijd knokken voor 10-15 seconden voorsprong. Daarnaast moest ik er ook nog op letten dat niemand kon weg geraken. Maar ik was sterk genoeg die dag en kon iedere poging teniet doen. In de sprint had ik geen probleem met mn medevluchters. De titel van Clubkampioen was binnen. Er zouden er later nog 2 volgen.
18 tot 23 februari 1981: Ronde vd Catalaanse Kust (Spanje)
Beloften bestonden toen nog niet. Op je 19e moest je de stap zetten naar de Liefhebbers. Te vergelijken met de Elite zonder Contract van nu. Ik was intussen afgestudeerd en aan het werk bij het Ministerie van Landsverdediging !!. (in de praktijk was dit een job als klerk. Dossiers opzoeken in Kontich kazerne en doorsturen naar Brussel. Weinig werk, veel pauzes J. En aangezien de verlofregeling daar ook meeviel, kon ik reeds in februari 2 weken verlof nemen om ,onder leiding van de Cois (Herremans, vader van Christel) met een groep renners naar Spanje (Lloret De Mar) te trekken op oefenkamp. Ginder gingen we ook deelnemen aan de Ronde van de Catalaanse kust, een 5-daagse rittenwedstrijd met Spanjaarden, Nederlanders, Italianen en wij, de Belgen, aan de start. Het is me daar duidelijk geworden dat ik geen voorjaarrenner ben, door, en enkel door, de temperatuur hier in België in maart-april. In Spanje ging het wel vlot, want ondanks het feit dat ik maar pas Liefhebber was, reed ik er een beer van een Ronde. De eerste rit werd ik 14e, de 2e rit 9e, telkens door de groepssprint te winnen.
En toen kwam rit 3, een criterium in de straten van Lloret met telkens een nijdige helling naar de aankomstlijn. Half wedstrijd trok ik in de aanval en nam 15-20 seconden voorsprong. Twee ronden ( van amper 1 km) voor het einde had ik nog steeds 20. Maar toen ging het snel. Patrick Van Damme had de ganse wedstrijd in de wielen kunnen zitten en had zich nu alleen kunnen loswerken. En bij mij was het beste eraf. Maar nu nog afgeven, dat kon toch niet ! Met de laatste krachten trok ik de laatste maal de helling op met een spurtende Van Damme achter mij. Hij resultaat kan je zien: na 30 km alleen voorop nog 1 fietslengte voorsprong !!. Dit was één van de mooiste overwinningen uit mn carrière.
De 2 laatste ritten werd ik ook nog 2e en 3e. In het eindklassement werd ik mooi 2e na Patrick Van Damme.
De "sprint" van de 3e rit.
Het "Masta"-team in de Ronde van de Catalaanse kust. De renners vlnr: Danny Vergauwen, Francis Jansegers, Patrick Pauwels, Alex Philips, Danny Van Riet, Dirk Van Verre, Patrick Hendrickx, Hugo De Cock, Loos, Thierry Christie, Suys, Patrick Van Damme, Neefs, JM Vernie, Benno Present, Benny Champagne. Vooraan derde van links: Cois Herremans.
Na 3 weken terug een wedstrijd gereden. Twee zelfs.
Zaterdag had ik mezelf voorgenomen om terug gewoon koersritme op te doen en me te laten meedrijven. Geen wonder dus dat, toen de groep in drie brak, ik in het laatste deel zat. Voor de moral heb ik op het einde de sprint van die groep nog gewonnen, maar buiten de prijzen.
Vandaag in Zeveneken ging ik het anders aanpakken. Meespringen waar ik kon. Maar in de tweede ronde gingen er een heel pak de grond op. Ik lag er niet bij, maar moest toch voet aan grond zetten. De 100m achterstand die ik daarmee opliep kon ik niet meer dichtrijden, ook niet met de hulp van nog vijf andere ongelukkigen die even later bij mij aansloten. Uiteindelijk werd ik toch nog 18e in de wedstrijd, en 10e in mijn reeks, de Ds.
Na een moeizame seizoenstart waren de 2 overwinningen meer dan welkom. Daarna ging het nog enkele weken vlotjes, zonder echter nog een overwinning te kunnen toevoegen. Op één maand tijd werden nog drie 2e plaatsen en drie 3e plaatsen gereden. Een derde overwinning zat er aan te komen. Maar voor ik het wist was m'n seizoen voorbij: Kinkhoest !! Voor zij die dit niet kennen, dat is hoesten, hoesten en nog eens hoesten. Als volwassenen is dit al enorm lastig, maar m'n nichtje, dat toen een jaar of 4-5 was en het van mij overkreeg, die heeft pas echt afgezien ! Je wenst het niemand toe. Maar voor mij was het dus afgelopen. Na een prachtig eerste jaar met 7 overwinningen, moest ik het nu met amper 2 stellen. En volgend jaar naar de Liefhebbers (Beloften bestonden toen nog niet). Hoe zou dat aflopen ? Ik ging echter niet meer dezelfde fout maken dan vorig jaar. Deze keer zou er in de winter wél getraind worden !
De wedstrijd in Eikevliet werd een clash tussen streekrenners en een duel tussen Rupelspurters en Hoboken WAC. Alhoewel
Ik had in eigen gemeente iets te bewijzen na een, tot hiertoe, zwak seizoen. Eikevliet is een klein gehuchtje van Hingene, toen vooral gekend om zn restaurantboot op de vijver. Vele streekrenners aan de start die toen allen reden voor, of de Rupelspurters, of Hoboken WAC. Half wedstrijd reden we met 5 voorop. De WACers Frank Van De Vijver en Chris Blommaert (beiden uit Bornem) en de Rupelspurters Bart De Cock, Yvo Pauwels (Mariekerke) en ikzelf. 3 tegen 2 denk je dan. Maar toen Frank of Chris aanvielen moest ik telkens het gat dichten en toen ik het probeerde kreeg ik mn 2 ploegmaten in mn wiel ! Ik heb me toen eventjes héél kwaad gemaakt en dat hielp. Ze gingen nu ook achter de WACers aan. Van toen af was ik zeker, ik wist me de snelste in de spurt. En zoals je ziet had ik overschot.
Daarstraks nog even gaan losrijden. Had ik beter niet gedaan ! Op enkele km van huis trok vóór mij een auto op aan een kruispunt, om dan plots alles dicht te slaan. Ik kon hem niet meer ontwijken en botste er achteraan op. Voor mezelf viel de schade wonderwel mee (buiten een buil op het voorhoofd en enkele schaafwondjes). Maar mn fiets is er, zoals je ziet, erger aan toe ! Volledig doorgebroken ! Geen koers dit weekend Er zijn betere manieren om een seizoen te starten.
Zo goed als 1979 was, zo slecht was 1980. Als je 7x kan winnen in je eerste jaar als junior, verwacht je het 2e jaar minstens het dubbele. Nee dus ! In de eerste maanden wou het niet vlotten. Te weinig getraint in de winter ? Waarschijnlijk wel. Een 3e plaats in maart, een 4e in april en een 2e in mei. Dat was alles van top 5 plaatsen wat ik kon voorleggen. Tot er terug een koers was in Klein-Gelmen. Je weet nog wel, dat kleine Limburgse dorpje waar ik het jaar voordien m'n laatste wedstrijd won. In de 7e van de 17 af te leggen ronden viel de beslissing. Met 6 trokken we in de aanval: Paul Carmans, Marino Grossi, Werner Frans, Arno Creten, Luc Smets en ikzelf. Alleen tegen 5 Limburgers, waarvan er dan nog 4 bij dezelfde ploeg reden. Toen ik in de voorlaatste ronde op één van de hellingen versnelde, bleek er niemand te volgen. Ik nam direct 50 m en kon deze voorsprong stelselmatig uitbouwen. Met 20 voorsprong bereikte ik de aankomstlijn. De eerste maal dat ik een overwinning behaalde met voorsprong. Een tweede succes in Klein-Gelmen !
Gisteren eerste wedstrijd gereden in Oosteeklo. Was het goed ? k Weet het eigenlijk zelf niet. Vrij vroeg in de wedstrijd trokken 9 renners in de aanval, waaronder 3Ds (voor zij die de WAOD-systeem niet kennen: De C en Ds starten altijd samen, de A en Bs (de jongsten) meestal een minuut voor of achter ons. Ik rij in de D-reeks) . In de 4e van de 12 ronden gingen we met 8 renners (waaronder ook 3 Ds) in de tegenaanval.
Bijna een ganse wedstrijd zijn we daartussen blijven hangen. Ik zat constant aan de limiet, wat niet goed is. Maar het feit dat ik dat bijna een volledige koers heb volgehouden is wel een goed teken. In de voorlaatste ronde kwamen de koplopers van de AB-reeks ons voorbij met, jawel, in hun zog de CD-groep ! Een steeds weerkerend probleem. Op dat moment heb ik niet meer aangedrongen en ben achteraan in de groep over de meet gebold. Aangezien ik nooit een vroege vogel ben geweest, is er dus nog geen rden tot paniek. Goeie training zei Wim Heyndrickx na de wedstrijd. En gelijk had hij !
1979 was dus een prachtig jaar. Als eerste jaars Junior 7 overwinningen behalen, dan ben je goed bezig. Had dit 30 jaar later (nu dus) geweest, had ik bij een ploeg naar keuze kunnen gaan, met fiets, begeleiding, oefenkampen in Spanje en nog zo veel meer. Maar toen bestond dat allemaal niet. Ik was begonnen bij de Rupelspurters en moest daar ook blijven. Geen kwaad woord van het bestuur toen. Rik, Guido en alle anderen, ze hadden het beste met ons voor. Maar goede begeleiding binnen een club bestond nu helemaal niet. Iedereen was op zichzelf aangewezen en moest het zelf maar uitzoeken. Nu zijn er naast de Profploegen, continentale ploegen, satellietploegen, enz. Van bij de nieuwelingen krijg je nu reeds prima begeleiding. Maar we gaan daar niet over klagen hé. Vroeger is vroeger, nu is nu. Een geluk dat ik geen 100 jaar vroeger geboren ben, of ik had misschien nog op houten wielen moeten rijden.
Eind september trok ik naar Klein-Gelmen. Ik ben er zeker van dat 9 op de 10 mensen die dit lezen nog nooit van Klein-Gelmen gehoord hebben. Het is een deelgemeente van Heers, in Zuid-Limburg, niet ver van St. Truiden. Voor hen die de serie Katarakt gezien hebben, het ouderlijk huis van de familie Hendrickx ligt in Klein-Gelmen, ongeveer 500m van waar toen de aankomstlijn lag. Voor mij echter is Klein-Gelmen héél speciaal geworden.
Waarom ging ik zo ver van huis koersen ? Wel, er woonde daar ene Willy Boden. Willy was naast oa Eric Vanderaerden, Dirk De Wolf, Nico Emonds en Kenny De Marteleire één van de toppers uit deze lichting. Willy was vooral héél snel, maar ik had er dat seizoen nog nooit tegen gekoerst. Dus trok ik naar de Limburg om de meester op zn eigen terrein de bestrijden. Maar ik had pech (of juist niet ?), Willy was ziek en nam zelfs de start niet.
Het parcours in Klein-Gelmen kan je gemakkelijk beschrijven. Een rondje van 5 km, 2 stevige hellingen van ongeveer 500m en de rest bergaf, geen meter plat ! Normaal niet direct mijn kost, maar om één of andere reden ging het me daar goed af. Redelijk snel lag de groep (35 renners) compleet uit mekaar. Met 7 bleven we nog over voor de sprint. Deze lag na één van de lange afdalingen maar de laatste 200m ging het terug steil omhoog. Misschien had ik al wat teveel vertrouwen in mn spurt en enkele meters voor de meet stak ik de hand al in de hoogte (PS: een lezer heeft al opgemerkt dat ik steeds één hand opsteek, mn linker, bij een overwinning. Daar is een logische verklaring voor. Wie toen 2 handen opstak en aldus zijn stuur losliet, kreeg een boete van 500 Bfr. !). Links van mij daagde plots nog een renner op, Aloïs Wouters. Had ik nu gewonnen of niet, ik begon te twijfelen. Maar eens teruggekeerd naar de aankomstlijn kreeg ik de verlossende melding dat ik inderdaad als eerste over de meet gekomen was. Hieronder zie je de 2 fotos van de eindsprint en zelfs nu nog twijfel ik wie er toen echt won.
Maar ja, de beslissing viel in mijn voordeel. De zevende en laatste zege in 1979 was binnen !
En waarom was dit nu zo speciaal ? Wel, als je deze blog blijft volgen zal je Klein-Gelmen nog regelmatig tegenkomen. Ik won er in totaal 3x, had er bijna zoveel supporters als in mn eigen Hingene en kreeg er later zelfs de titel van ereburger !! Maar dit is voor een volgende keer.
Het fruitteeltbedrijf in Klein-Gelmen uit de reeks "Katarakt"
Ekeren was mijn 4e overwinning, Bornem m'n 6e. Ik ben er dus nog eentje vergeten 8 dagen na Ekeren en 5 dagen vóór Bornem had ik ook nog een wedstrijd in Haasdonk gewonnen. In het Waasland was het vooral uitkijken naar ene Mark Lucas uit Hoboken. Marc won dat jaar 20 wedstrijden, waarvan de meeste in een Wase gemeente. Maar het is niet omdat hij aan de start komt dat de anderen niet meer meetellen. Dat was blijkbaar wel wat de speaker van dienst vond want bij elke doortocht viel zijn naam, of hij nu voor- of achteraan in de groep zat. Dat werkte zo stilaan op m'n systeem en dan was ik het gevaarlijkst Het was nochtans niet Lucas die de sterkste wedstrijd reed. Luc Vloemans uit Lille mag je zonder twijfel de man van de wedstrijd noemen. Halfweg trok hij een eerste maal in de aanval. Een aanval die resulteerde in een kopgroep van 12. Even later was Vloemans terug ribbedebie. En toen we hem bij het ingaan van de voorlaatste ronde bij de lurven grepen, hapte hij even naar adem en ging er terug vandoor ! Deze maal was de goede, leek het. Op 2 km van de meet had hij nog zeker 200m voor.Op dat moment viel ik links aan, terwijl m'n ploegmaat Gino Van Den Bossche op hetzelfde moment recht aanging. We vonden mekaar direct en aangezien de rest even twijfelde (er werd natuurlijk naar Lucas gekeken ) hadden we enkel nog met Vloemans af te rekenen. En die zijn pijp was duidelijk uit. Het laatste stuk tegen de wind in was er voor hem teveel aan. Op 200m van de meet reden we hem in volle sprint voorbij. Ik wist dat ik Gino niet moest vrezen in de sprint (nochtans een steengoed renner !) zodat de 5e zege dat jaar binnen was. 3 overwinningen op 13 dagen en meteen m'n aantal verdubbeld naar 6 ! Er zou er dat seizoen (m'n eerste bij de Juniores) nog eentje volgen. Eén, zo zou later blijken, met een speciale betekenis ! Wait and see
Avondcriterium in eigen gemeente, Bornem. Aan de inschrijving had ik even een grote mond opgezet: "geef mij maar nummer 1, straks aan de aankomst zal ik toch ook de eerste zijn !". Niet mijn gewoonte, maar het zelfvertrouwen was groot die dag. tot ik aan de start stond en zag wie daar nog allemaal was. Didi Foubert, provinciaal kampioen, André Vermeiren, ook provinciaal kampioen bij de nieuwelingen, maar intussen Junior (André is nog altijd actief bij de Elite ZC, samen met z'n zoon Tom). Rudy Paeshuyse, de 2e van Ekeren. Eric Vermeiren, Tony De Preter, Peter Lemaire, .... Allemaal toppers dat jaar. En het begon dan nog te regenen ook ! Criterium en regen, die twee gaan niet echt samen. Maar niets kon me blijkbaar stoppen die dag. Het startschot werd gegeven en ik trok direct in de aanval. 5 ronden hield ik het alleen vol. Toen de groep terug bij mij kwam, bleken er nog slecht 14 renners over van de 31 die de start namen. Enkele ronden later trok ik, na een premiespurt, terug in de aanval. Enkel Luc Borms, Rudy Paeshuyse, Andre Vermeiren, Didi Foubert en Ludwig De Nil sloten nog aan, en met z'n zessen reden we de wedstrijd verder uit, al de anderen werden gedubbeld. De laatste bocht bevond zich op een 200 m van de streep, en ik had me voorgenomen om als eerste te draaien. Maar dat waren er blijkbaar nog van plan want het werd een sprint vóór de sprint. Door zeer laat in de remmen te gaan, slaagde ik in m'n opzet. Maar ... ik ging té snel door de bocht en m'n achterwiel slipte helemaal weg. Gelukkig raakte ik de boordsteen, anders had ik zonder twijfel tegen de grond gegaan. Ik schrok, maar de anderen achter mij moeten zeker even hard geschrokken zijn. Ik trok me terug op gang, nam een lengte voorsprong en kon op de meet nog net Didi Foubert afhouden. Ik had woord gehouden, nummer 1 beef nummer 1 !. Maar het had anders kunnen aflopen ! Geen foto van de aankomst. Door het slechte weer was het al donker aan't worden. Maar de supporters waren talrijk zoals je kan zien.
Kalender & Uitslagen 2010: 16/10: Oosteeklo: 2e 10/10: Lochristi: 4e 09/10: Lotenhulle: 6e 03/10: Merelbeke: 5e 26/09: Outer (EK): 5e 23/09: Landegem: 5e 19/09: Boom (PK): 5e (2e) 18/09: Stasegem: 1e 13/09: Schriek: 11e 11/09: Kruishoutem: 1e 10/09: Nieuwkerken-Ws: / 05/09: Wielsbeke: 1e 2/009: Kalfort: 5e 01/09: Kalfort: 6e 29/08: Ooigem: 2e 28/08: Asbeek (BK): / 22/08: Aalst: 1e 21/08: Izegem: 2e 19/08: St. Lievens Esse: 8e 14/08: Kap.odB (BNL): 19e 13/08: Evergem (BK): 2e 08/08: Buggenhout: 8e 07/08: Ertvelde: 9e 05/08: Beveren: 6e 02/08: Destelbergen: /
31/07: Semmerzake: 3e 28/07: Aalst: 14e 26/07: Bazel: 10e 25/07: Merelbeke: 8e 23/07: Beveren: 2e 21/07: Aalst: 16e 18/07: Temse: 12e 17/07: Poeke: 3e 11/07: Destelbergen: 5e 07/07: St. Gillis Waas: 2e 04/07: Dikkelvenne: 3e 27/06: O-nieuwk.(BK):4e 26/06:
Wingene: 1e 25/06: Wachtebeke: / 20/06: Wichelen: 3e 19/06: Ertvelde: 3e 17/06: Beveren: / 13/06: Halle: 12e 12/06: Eksaarde: / 09/06: Lochristi: / 06/06: Mater: 3e 05/06: Wintam:1e 02/06: Beveren: / 29/05: Kruishoutem: val 25/05: Ijzendijke: 5e 23/05: Affligem: 4e 22/05: Wolvertem: 7e 15/05: Aalst: / 14/05: Boekhoute: 10e 09/05: Zaffelare: 10e 08/05: Slypskapelle: 1e 06/05: Beveren: 3e 02/05: Moerzeke:/ (plat) 01/05: Mol-Wezel 5e 25/04: Boom: 4e 24/04: Buggenhout: / 18/04: Burst: 1e 17/04: Kruishoutem: 1e 11/04: Balegem: / 10/04: Lotenhulle: 3e 05/04: Oostakker: 9e 03/04: Malderen: 10e 28/03: St. Lievens Esse 7e 27/03: Meigem: 8e 21/03: Hamme: 6e 20/03: St. Amands: 20e 14/03: Haaltert: / (plat) 13/03: Oordegem: 7e 07/03: Iddergem: 15e 06/03: Essene: 17e 28/02: Oordegem: /