Kastelen van de Loire
Een autotrip langs de kastelen van de Loire.
Foto

www.laathi.be

Hoofdstukken
  • 1. Sakker de sakker, de Sacré-Coeur is verdwenen!
  • Kastelen van de Loire. Dag 1. Vanuit Irma's oogpunt.
  • 2. Een dorpje op een dak.
  • De magische trap van Chambord.
  • Vele andere reis-, jeugd-
    en poezenverhalen vinden
    jullie via mijn home-blog
    www.laathi.be
    Archief per dag
  • 14-09-2010
  • 13-09-2010
  • 11-09-2010
  • 10-09-2010
    10-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1. Sakker de sakker, de Sacré-Coeur is verdwenen!

    Vrijdag 10 september 2010.

    Campanille, Vineuil, Frankrijk.

    1. Sakker de sakker, de Sacré-Coeur is verdwenen!

    We gaan op reis! Nee, niet voor vier weken naar Indonesie of de jungle van Borneo. Gewoon enkele dagen met de auto naar de kastelen van de Loire. Schoonheid is evengoed dichtbij te vinden. Gelukkig dat ik altijd geredeneerd hebt : als we jong zijn maken we zware verre reizen, zodat heel Europa nog voor ons open ligt als we niet meer zo fit zijn. Wat een meevaller dat ik ooit op dat idee gekomen ben, hoewel ik mijn zotte ziekte op dat moment onmogelijk kon voorzien.
    Volgens mij moeten in dit seizoen de kastelen van de Loire er stillekes bij liggen, dus gaan we na 25 jaar deze buurt eens terug verkennen. Een slecht geheugen is een zegen, ze zullen er voor mij als nieuw uitzien.

    Onderweg een flink dutje gedaan en me tijdens de file op de ring rond Parijs beziggehouden met foto’s van Irma te maken met op de achtergrond de Sacré-Cœur. Een heel kunststuk want het is niet makkelijk om haar in evenwicht op mijn gestrekt been stabiel te houden en dan nog te wachten tot er een glimp van de basiliek te voorschijn piept. Niet direct een succesvolle operatie maar wel een plezante. Volgens mij heb ik zelfs de Big Ben getrokken. Voor de rest achterovergelegen en genoten van de indrukwekkende Magritte-wolkenhemel weerkaatsend in de ramen van de torengebouwen.



    Waarschijnlijk de meest ongelukkige foto die ooit van de Sacré-Coeur genomen is...



    Irma : "Dus wat word ik verondersteld te zien?..."



    Irma : "Ah zo, de Sakkerkeur dus..."



    Irma : "Dat is dus iets met een spitse punt vanonder en een brede voet vanboven..."
    Ma : "Laat al maar zo. Vlug, zet u op mijn been dan neem ik een foto van u en de Sacré-Coeur."



    Irma : "Ik zit heel ongemakkelijk hoor Ma! Komaan! Druk nu af!"
    Ma : "Sorry. Blijven zitten. 't Is mislukt. Kwam juist auto voorbij."



    Irma : "Ik krijg kramp!!!"
    Ma : "Ik ook!!!
    Irma : "Neem dan die foto!!!"
    Ma : "Jamaar, er kwam juist een moto voorbij..."
    Irma : "Dus nu staat ze er nog niet op?!! Dan zal ik ze wel zo bekijken."



    Irma : "En wat is nu die Sakkerkeur? Die kale meneer of dat kerkske daarachter?"
    Ma : "Ik geef het op. Cultuurbarbaar."

    De file van Parijs is eigenlijk best boeiend. Alle auto’s staan stil en daartussen scheuren moto’s aan 80 per uur voorbij. Ge kunt zelfs niet riskeren van rijstrook te veranderen. Dat stilletjes voortschuifelen levert goede ‘photo-opportunities’ op.










    Dit is wel een slechte auto voor Irma, hij heeft een veel te afgerond dashboard, ze glijdt steeds weg. Gelukkig zijn er schuifjes om kleinoden in op te bergen en klappen er bekerhouders uit, en daar kan ik haar wel makkelijk op laten zitten.



    Irma : "Orly... Ge kunt nog afslaan als ge wilt... Met het vliegtuig waren we er waarschijnlijk al geweest..."

    Uiteindelijk duurde de rit - of beter gezegd het stilstaan - me toch wel erg lang en viel mijn oog op de hond die als luchtverfrisser aan de achteruitkijkspiegel hangt. Ik besloot Irma een hond te geven en ik had opnieuw een onderwerp om foto’s mee te maken. Een kinderhand is gauw gevuld.



    Irma : "Mmm... Die ruikt wel héél raar..."



    Irma : "Maar waarom kunnen we nu niet gewoon de auto híer laten staan? Ze staan toch allemaal stil. En zie een keer hoeveel hotels er hier in de buurt zijn! Neem toch eentje van deze!"



    Irma : "OK. Dan niet. Dan ga ik wat zonnen."

    We hadden een Campanille-hotel (sober, basic en efficiënt) geboekt in de buurt van Orléans. Een goed uitvalspunt voor een bezoek aan de kastelen. Zoals altijd hadden we een stille kamer gevraagd. Bij het inchecken legde ik nog eens de nadruk op een rustig hoekje. Naast mij stonden andere gasten en iemand liet iets vallen, dus ik stak spontaan een vinger in mijn oor. De receptioniste merkte dat ik haar niet goed kon verstaan, en vroeg of ik niet goed hoorde, ik legde haar uit dat het bij mij nu het tegendeel was. Ze keek verbaasd maar was na enkele woordjes uitleg zo begripvol dat ze garandeerde dat ik de stilste kamer kreeg, de allerlaatste op de gang. Ik vroeg haar of het mogelijk was om buiten op het terras te eten, omdat ik binnen de geluiden van de bestekken niet kon verdragen, en ook dat vormde totaal geen probleem.

    Het kamertje was voorzien van alles wat nodig was, lekker gelijkvloers zodat we de auto vlakbij konden parkeren, en stil. Er was zelfs een ligbad met gloeiend heet water. Zalig!!!

    Toen we het restaurant binnen kwamen deed de vrouw spontaan de glazen schuifdeuren open en dekte een tafeltje voor ons twee. Ongelofelijk attent. Het restaurant was nochtans heel rustig - amper volk, amper achtergrondmuziek - vroeger zou ik me er heerlijk gevoeld hebben, maar nu kan ik zelfs dat niet meer verdragen. Dus zaten wij daar buiten, heel lekker te eten, maar wel een beetje uit ons vel te rillen. Ik vond het vooral triest voor mijn echtgenoot maar die maakte er geen punt van, die drinkt zijn flesje wijn en krijgt het op die manier wel warm. Morgen trek ik wel een dikke trui aan. Enfin, we zijn toch weeral op vakantie, ik probeer ’t maar langs de positieve kant te zien.

    En nu duik ik in bed met een kop als een ketel. Zes uur het gedruis van een autostrade is toch wat veel blijkbaar.

    Hier vindt je het fotoalbum van de rit van België naar de Loirestreek :

    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/KastelenVanDeLoireDag1#




    11-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kastelen van de Loire. Dag 1. Vanuit Irma's oogpunt.

    Op vliegreizen mocht Irma nooit mee. Maar tijdens onze korte autotrips is en blijft ze mijn handtas. Met haar eigen mening vanzelfsprekend. En ik vind dat ik dat moet respecteren.
    Ook zij heeft tijdens onze reizen recht op haar eigen leven en relaties. Dus als ze al eens de laptop "ter poot" wil nemen laat ik dat ook oogluikend toe. Vooral omdat ik goed controleer naar wie ze schrijft. Ik heb ontdekt dat het naar haar boezemvriend, en trouwe toeverlaat, Filemon is. Daar kan ze weinig kwaad mee uitrichten.



    Voor wie niet meer weet wie Filemon is...
    http://blog.seniorennet.be/laathi/archief.php?startdatum=1202775924&stopdatum=1202862324



    Vrijdag 10 september 2010.
    Campanille, Vineuil, Frankrijk.

    Mail van Irma aan Filemon :

    Dag Filemon,

     

    Ik heb eindelijk een laptopke kunnen afpakken van ons ma en onze pa en vanuit mijn diepste eenzaamheid schrijf ik u een mailtje.

     

    Gij hebt toch weer chance hè?! Gij zit daar nu waarschijnlijk lieflijk te wiebelen in uw schommelstoel en ik heb de godganse dag van een glibberig dashboard zitten af schuiven. Vooraan in dit auto is geen énkel recht stuk om op te zitten! Op één punt heeft ons ma gelijk : dit is écht een lelijke auto. Alles is schots en scheef. Op de duur heeft ze me dan op de bekerhouder geposteerd, ik voelde me alsof ik als een baby op de pot werd gezet.

     

    De rit was oeverloos saai. Allez, “oeverloos”, er was rivier noch oever te zien, nochtans was me beloofd dat we langs de Loire gingen rijden. Op de duur zag ik een wegwijzer naar een vliegveld, ik kreeg al hoop, ik dacht misschien gaan we er naartoe vliegen, maar dat was ook niks. Dan zag ik een wegwijzer naar Italië maar daar sloegen we ook niet af. Ze vonden het blijkbaar boeiender om op de perifferik rond Parijs te blijven stilstaan. Om me wat te kalmeren wou ons ma dan een foto maken met een beroemde kerk op de achtergrond. De Sakkerkeur of zoiets. Niet simpel. We hebben er allebei een verschot in onze poten aan overgehouden.

     

    Toen die organisatie met de Sakkerkeur misliep probeerde ze me op een andere manier kalm te houden. Ze liet me beeldhouwwerken bewonderen die langs de rand van de autostrade stonden en trachtte me zo wat cultuur bij te brengen. Maar op welk een manier!!! De beelden waren voorbij eer ik gezien had of ’t mannentorso’s, of vrouwentorso’s waren! Als dat haar manier is om te doen of ze cultureel onderlegd is… amai dan. Op mij gaat ze zo alleszins de liefde voor cultuur niet overdragen. Au contraire.

     

    Ik denk dat ik dan redelijk lastig geworden ben want opeens kreeg ik een kado. God weet waar ze hem vandaan toverde, maar ik kreeg begot een hond! Ja Filemon, ge leest het goed : een hond! Een “stratier”, en hij rook ook raar. Hoewel niet echt naar straat of vuilbakken. Of ze zou hem uit een groencontainer met lavendel moeten geplukt hebben. Eerst trok ik er mijn neus voor op, maar eigenlijk vond ik dat wel een tof beestje! Vriendelijk, knuffellig, kortom zo helemaal anders dan ons ma. En och, aan die reuk went ge wel. In de tunnels was hij bang maar dan heb ik hem goed vastgehouden en dat hielp. Zo doet ge aan “bonding”, zoals ze dat tegenwoordig noemen, nietwaar. Ja, van pedagogie ken ik wel iets. In tegenstelling tot, alweer, ons ma.

     

    Ik zat zachtjes tegen dat beestje te babbelen om hem gerust te stellen en weet ge wat zij zei?!! Ge gaat het niet geloven Filemon, maar ons ma mummelde : “Irma, doe niet zo onnozel. Dat is een pluchen hond, daar moet ge niet tegen spreken, die hoort u toch niet.” Kunt ge u dat nu voorstellen?!!! Hoe stom dat dat mens is? Pervers eigenlijk. Ah ja! Zij kan tegen pluchen beesten spreken en ik antwoord haar toch!!! En ik zou dan niet met mijn pluchen hond kunnen babbelen? De logica van de vrouw - van dit speciaal exemplaar dan toch - is ver zoek geraakt.

     

    Alleszins, mijn hondje heeft mijn reis flink veraangenaamd. De grote teleurstelling kwam pas ’s avonds. Mijn hond mocht niet bij mij slapen!!! Komaan seg! Zij ligt thuis met een nest katten in haar bed en mijn klein beestje mocht niet mee onder mijn deken! Ik ben koppig blijven rechtzitten.

    Ze beweerde dat in ’t hotel geen honden binnen mochten. Hm. Alsof zíj nog nooit stiekum een kat in een hotel heeft binnengesmokkeld! Onze Ming zaliger heeft meer in hotels geslapen dan ik tot hiertoe in mijn hele leven. Ik zou er verbitterd van worden.

    Ik dacht, ik zal dan maar wat gaan zitten lezen over wat we de volgende dagen aan de Loire allemaal van natuurschoon gaan bewonderen en verorberen, en toen kwam er nog een grotere tegenvaller… Ze had alleen brochures bij over, ge raadt het nooit Filemon,… kastelen!!! Kastelen!! Oude dode stenen begot! Alweer!

     

    Toen heb ik van ellende de laptop gepakt en ben ik naar u beginnen mailen. ’t Moest echt eens van mijn hart, Filemon. Nu ga ik een slaappil van haar pikken en de dekens diep over mijn kop trekken. Zonder hond. Maar morgen laat ik hem in haar lelijke auto plassen.

     

    Dikke kus, en geniet van uwe zalige schommelstoel.

     

    Uw Irma.

    PS. Hierbij een paar fotokes! Morgen stuur ik er meer!

     








    Een PS van mij. Voor wie niet meer weet hoe Filemon in mijn leven is gekomen...
    http://blog.seniorennet.be/laathi/archief.php?startdatum=1195192466&stopdatum=1195278866




    13-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2. Een dorpje op een dak.

    Zaterdag 11 september 2010.

    Campanile, Vineuil, Frankrijk.

    2. Een dorpje op een dak.

    Na een stille nachtrust gaan genieten van een fris ontbijt op het terras. Fijn dat we hier nog een nacht kunnen blijven slapen. Het hotel is rustig gelegen en het personeel is heel sympathiek.

    We trokken op pad naar het kasteel van Chambord. Vijfentwintig jaar geleden konden we parkeren vlak voor het kasteel, tegenwoordig ligt de parking een heel eind verderop en krijg je niet meer het indrukwekkende gevoel het bouwwerk stilaan te zien opduiken van tussen de bomen vanop een dreef die vlak naar de voordeur leidde.
    We hebben ons oude fotoalbum meegebracht, misschien kunnen we gaan poseren op dezelfde plaatsen? (Alhoewel, of dat nu een moreel erg verheffende bezigheid zou zijn weet ik toch nog zo net niet...) Destijds hebben we van onze vier dagen aan de Loire amper 30 foto’s genomen. Ik had toen een tweedehandse, half kapotte Nikon, en filmrolletjes waren voor ons erg duur.






    Het meest fascinerende aan dit kasteel vond ik destijds de monumentale dubbele draaitrap waarvan vermoed wordt dat hij door Da Vinci zou kunnen getekend zijn. Ik vond hem nu nog altijd even indrukwekkend. Alleen heb ik er nu “iets” meer foto’s van genomen.

    De twee trappen - die als slangen rond een middenzuil kronkelen - beginnen op dezelfde verdieping, je kan gelijktijdig naar boven gaan en mekaar toch niet tegenkomen. In de middelkoker zijn kijkgaten gemaakt en daar doorheen zie je af en toe een glimp van mekaar. Het geeft een heel vreemd Escheriaans effect. Je komt allebei tegelijk op de volgende verdieping aan en krijgt mekaar toch niet te zien. Van de opnames van deze trap had ik eigenlijk een hels fotoraadsel kunnen maken. Oh hoe zou ik iedereen hebben liggen gehad...






    De kolom waarrond de trap zich slingert...

    Aan de bouw van het kasteel werd in de 15de eeuw begonnen door François I van Frankrijk. Hij wist niet waar hij aan begon. Maar mooi is het wel. Hoewel ik soms denk dat die kastelen een vergiftigd geschenk zijn voor de Franse staat. Ze lokken veel toeristen en die betalen héél dapper mee aan het onderhoud en de restauratie, maar toch vrees ik dat zelfs die inkomsten niet voldoende zijn om het zaakje recht te blijven houden. Het beste bewijs is dat de daken van dit kasteel lekken en de bovenzalen kunnen beschadigd raken door vochtinsijpeling maar toch kan het nog niet gerepareerd worden. Het zou ook een reuze taak zijn, met een navenant prijskaartje...

    Haast alle plafonds bestaan uit cassettes waarop afwisselend de letter “F” en een salamander die in vuur leeft staan afgebeeld. De symbolen van de bouwheer, en hij was duidelijk héél erg ingenomen met zichzelf.

    Toch is hij niet te benijden, hij heeft amper 72 dagen op zijn kasteel doorgebracht. Stel u voor : een godgans leven aannemersmiserie en dan tot de conclusie komen dat wat ge gebouwd hebt niet af is, toch al veel te groot is, en niet warm te stoken. “Niet nadenken” is van alle tijden.



    Een van de vele "trapjes".

    Zichzelf “overbouwen” is dat ook. Dit betoverende witte tufstenen kasteel telt maar liefst 82 schoorstenen, 365 torens, 440 kamers en 1036 ramen.
    Althans, die telde het wanneer het af was. Eeuwenlang is er aan uitgebreid. De onstaansgeschiedenis kregen we te zien in een diashow. Indrukwekkend om te leren dat groot nooit groot genoeg was en iedereen zich maar verder in de schulden stak om er alsnog een vleugeltje of een ommuring bij aan te breien. En dat allemaal in een moerassig gebied waar het uitstekend jagen was, maar waar je zelf wel werd verjaagd door de miljoenen muggen die deze plek ook wel fijn om wonen vonden.Het domein rond het gebouw is even groot als het oude Parijs. Het krioelde er van de herten en everzwijnen. Nu nog trouwens.

    Samen met de trap heb ik ook het dak altijd heel boeiend gevonden. Het lijkt wel een op zichzelf staand dorpje. Ge wandelt er tussen de torenspitsen en schouwen en waterspuwers en kunt langs alle vier de kanten genieten van een uitzicht over het eindeloze parkbos. Zouden hier vroeger ligzetels gestaan hebben? Maar ja, ga nu wat in de zon zitten met zo’n klerenbos aan en ge moogt eigenlijk zelfs niet eens bruin worden want dat staat zo boers. Een prachtig dakterras voor niks dus. Weeral zotte kosten.



    We hebben ons deze keer bij ons bezoek gewoon laten leiden door ons gevoel. Op tijd en stond rustpauzes ingelast op een klein terrasje op het binnenplein. Vrij rustig als er niet teveel volk over de knarsende kiezelstenen, die ik vanaf nu griezelstenen noem, liep. Ze verkochten er de heerlijkste quiche met zalm en spinazie. Aan kasteelprijzen wel te verstaan.



    Irma : "Schoool, doe ze nog eens voool!
    Paul : "Stel U niet aan, Irma, 't is alcoholvrij bier..."

    Op de middaguren was het vrij rustig maar rond een uur of drie werd het even druk. Door de kreet van een kindje barstte de hel in mijn kop weer los. Dus werd er alweer een pauze op het terrasje ingelast. Na een nekmassage van Paul voelde ik me beter, maar vanaf nu zou ik alles moeten gaan bekijken met mijn dopjes in. En er was nog zoveel te zien...

    Een afdeling met koetsen. Nooit gebruikte koetsen dan nog, want de man die dacht koning te worden en alvast alles laten had maken (het lederwerk kwam van Hermès in Parijs) werd nooit tot koning gekroond. Ge moet maar pech hebben.

    Tijdens de tweede wereldoorlog werd het kasteel gebruikt voor de opslag van de kunstwerken uit het Louvre. De Mona Lisa werd hier door een paar arbeiders binnengedragen. De zalen stonden destijds vol kratten met kunstschatten, net als in de eindscène van “Raiders of the lost Ark”.

    Het kasteel bevat ook verscheidene “appartementen”. De enorm hoge plafonds waren in de loop der tijd vervangen door valse lage plafonds. De haarden werden verkleind in de hoop toch enkele delen warm te krijgen.

    Maar eenvoudig kan het nooit geweest zijn want ga hier maar hout sprokkelen. Ge zit dan wel middenin een woud, maar eer ge vanuit uw kamer, het kasteel uit, het binnenplein over, de omwalling achter u laat, via het park het bos bereikt... Enfin, daartegen hebt ge het waarschijnlijk van de inspanning al warm.

    Althans, het personeel dat die job moest uitvoeren. Die mensen sliepen in piepkleine kamers die uitgaven op de reuzeslaapzalen van de bewoners. De eigenaars en hun gasten hadden majestueuze hemelbedden tot hun beschikking, met als sanitaire voorziening een pispotje en een commode met een wasschaal en een lampetkan. Alles vanzelfsprekend in het mooist bewerkte porcelein. Een sjiek ingelegd bureau om hun reisverhaal aan te schrijven. Een grote tafel met rijkbewerkte stoelen. En dan was er nog makkelijk 200m2 over om een danske te doen. Het was hier niet bepaald een Campanile waar ge in terecht kwam als ge op bezoek ging. De plafondbalken waren kleurig beschilderd, en aan de muren hingen enorme wandtapijten, maar wat de kamer echt domineerde was meestal de schouw waar makkelijk een speenvarken op kon geroosterd worden als hapje voor het naar bed gaan. Gesteld dat ge aan hout waart geraakt natuurlijk.

    Ik zou hier vroeg in mijn bed gekropen zijn en mijn gordijntjes dicht getrokken hebben, zeker weten. Misschien kon je op die manier de nacht doorkomen zonder te bevriezen en zonder murw gebeten te worden door de muggen.

    Als je uitging was er hier ook wel wat werk, want een en ander moest op slot gedaan worden. De hoeveelheid sleutels die hier nodig waren kunt ge beter in kilo’s dan in aantal uitdrukken.

    Dag 2. Deel 2.

    Omdat het kasteel van Chambord in oorsprong als jachtslot bedoeld was - een weekendhuisje “op den buiten” - waren de muren rijkelijk voorzien van geweien. Een vrouw, Madam Goldschmitt-Rotschild, had haar eigen zaal met jachttrofeeën, ze moet een van de belangrijkste jagers van die tijd geweest zijn. Ze bracht geweien mee van uit heel Europa en hing die trots aan de muren samen met het plaatje waar ze de dieren geschoten had. Het was wel een professional want ze schoot alleen volwassen dieren. Maar het is toch maar een morbide zicht, heelder kamers met niets dan geweien aan de muur. En dan nog de schaduwen van die geweien die op de muren vallen! Het lijken er wel dubbel zoveel. Heel de muur lijkt op ‘t eerste zicht op een raster van takjes.

    Stel u voor dat ge hier als edele dame op bezoek komt in zo’n kasteel.
    "Brunhilde! Maar kind toch, ge hebt milledieu mijn zondagse pruik vergeten! Maar allez, ‘t is niet erg, dan zet ik Irma wel op mijn kop voor Louis zijn avondfeest."
    "Ludovic?!! Oú est tu?!!!"
     "Au deuxieme étage!"
     "Mais moi aussi..."
    En dat dan allemaal zonder gsm om mekaar even te kunnen bellen.
     
    Natuurlijk mag ook een kapel niet ontbreken. Ge zou anders nogal een eindje moeten stappen eer ge te biechten kunt gaan. Dit exemplaar was uiterst sober maar heel sfeervol door het licht dat door de fijngekleurde glas-in-lood ramen binnenviel. Misschien wel de lieflijkste en minst bombastische plek van het hele gedoe.

    Momenteel loopt er in sommige zalen een tentoonstelling van grote houten moderne kunstwerken. Een beeld van 2 meter hoog en 7 meter lang toont hier nog altijd bescheiden. Het mooiste was een lange bibliotheek met allerlei soorten versleten boeken. Vanop afstand leek het écht een verzameling in leer gebonden boeken. Tot je er met je neus op stond en het allemaal blokjes hout waren! Scheef en krom, dik en dun, omgevallen en rechtop, verformfaaid en nieuw, het leken allemaal echte boeken!



    Zonder horloge en met doppen in de oren brengt mijn vervoering me soms wel eens in de problemen. Plots zag ik dat de deur van de zaal achter me dicht was. En de zijdeur werd ook net met een sleutel afgesloten. Ik rende naar de zaalwachter en die vertelde me buiten te gaan langs de centrale hall. Maar daar staat nu toch net die fascinerende dubbele draaitrap die tot op het dak leidt... Zo’n kans kon ik nu toch niet laten liggen. Even helemaal alleen op dat toverdak rond te kunnen lopen... Pijlsnel rende ik naar boven - ‘t Is er nochtans niet de ideale trap voor - en toen was ik pas echt de koning te rijk! Ik kon nog even fotograferen in ‘t zachte licht en zonder toeristenkopjes. Zalig. Tot natuurlijk de drijfjacht op de laatste toerist begon. Al snel werd ik langs alle kanten ingesloten door zaalwachters die blijkbaar elke avond héél grondig hun toer maken zodat niemand stiekum achterblijft en de tijd van zijn leven heeft door hier een nachtje te blijven slapen.

    Ik denk eigenlijk dat ik met die twee bezoeken die ik al aan Chambord maakte, meer plezier aan zijn kasteel heb beleefd dan de koning zelf.


    Tijdens de rit naar de Campanile reden we een stuk door het bos. Naast de weg zat een jong everzwijn te grazen. Ik wou een foto nemen maar het rende dieper het groen in. Ik sloop dichterbij en zag een kudde van wel 20 diertjes. Ik zocht een stabiel steunpunt voor mijn fotoapparaat, er knapte een takje en plots kwam de mama van achter een boom en begon me heel boos te fixeren. Tijd om terug naar de auto te gaan. Zij leidde haar kudde in draf een eind dieper het bos in. De kleintjes bleven maar komen. Tientallen renden achter haar aan. De koning heeft hier duidelijk al lang niet meer geschoten. Dat is dan’t voordeel van een president te hebben. Die jagen duidelijk minder.

    Hongerig naar de Campanile gereden waar we in’ t restaurant verwelkomd werden door de manager die spontaan de schuifdeur opende om ons naar een tafeltje op het terras te leiden. Goed ingeduffeld zaten we na te genieten van onze mooie dag, maar we moesten vanzelfsprekend naar het buffet binnen om ons eten te kiezen. Lekker, maar wel een identiek buffet als gisteren.

    Tweemaal ging de schuifdeur dus even een halve meter open om binnen te glippen, en in ‘t terugkomen van het buffet wilden we eerst ons bord neerzetten alvorens de deur terug dicht te schuiven. En voor die paar seconden dat die deur openstond werd een oudere dame boos. Ons dessert konden we zelfs niet meer via die deur gaan halen want ze had ze stiekum in ‘t slot laten vallen... Ik werd er echt triest van. Zoveel onverdraagzaamheid. En later zag ik dat ze zelf met een stok liep. Natuurlijk, zulk een handicap is zichtbaar en goed gekend, en dan is het waarschijnlijk makkelijker om begrip te krijgen voor een probleem. In mijn geval is dat dus niet zo en dat maakt het er niet simpeler op.

    Gelukkig had ik geen tijd om in een dipje te blijven hangen want we moesten na het diner onmiddellijk terug naar Chambord om het klank- en lichtspel te gaan bekijken.

    Tegen half 10 wandelden we het park in en namen plaats op een kleine tribune die opgesteld was op een flinke afstand van de voorgevel van het kasteel. Er was weinig volk en de muziek stond niet heel luid. Ik was dus overmoedig en wou en zou het proberen zonder dopjes.

    Op de enorme kasteelgevel werd een bos geprojecteerd. Met grazende herten, een boerinnetje, allemaal heel gemoedelijk. Tot er plots in de hoek een briesende draak opdaagde die vuur spuwde. Dat was letterlijk “amai, mijn oren”. Ik wist niet hoe snel ik mijn doppen moest pakken. En dat was niet gemakkelijk, in de pikkendonkere, op zo'n tribuneke met een sjakosj rond uw been, camera in de hand en ge hebt maar twee handen die ge niet tegelijk in uw oren kunt steken en ondertussen de doppen uit uw zak frutselen. Hier moet ik dringend iets op vinden.

    Maar eens de oren beschermd was het puur genieten! 25 jaar geleden bestond het klank- en lichtspel uit de geschiedenis van het kasteel. Heel didactisch. En de techniek stond natuurlijk nog helemaal niet op het peil waar hij nu staat.

    Tot onze grote verbazing kwamen we nu niet in een geschiedenisles terecht maar in een driedimensionaal megaspektakel! De witte gevel werd om de paar minuten omgetoverd in totaal verschillende bewegende scènes.

    We zagen de hand van Da Vinci het ontwerp van het kasteel tekenen. Even groot als het echte kasteel! Dan werd het kasteel gebouwd, we kregen stellingen te zien, mensen die stenen houwden, hout verzaagden en alle andere materialen aansleepten. Eens het kasteel volledig af was begonnen er lichtjes achter enkele raampjes te branden (allemaal projectie) tot overal het licht aan was. Toen verschenen er feestende figuren achter de ramen en voor het kasteel. De mensen schreden waardig door reuzegangen in magnifieke kledij. Plots werd alles weer duister en kropen er reuzesalamanders over de gevel. Enkele minuten laterr lag het kasteel aan een rivier en kwamen er langs alle kanten allerhande boten aangevaren. Opeens verscheen er weer een salamander die langzaam veranderde in een sterrenbeeld, ook de andere beelden uit de dierenriem begonnen te verschijnen en alles begon te draaien. Dan weer werd er gedanst en kwamen we in een optocht van koetsen terecht. En dat alles in de meest uitzinnige kleuren. Nee echt waar, ik had geen LSD genomen.

    Ik heb natuurlijk geprobeerd er foto’s van te nemen maar hier is mijn apparaatje niet tegen opgewassen. Dit was beslist de meest unieke ervaring die we tot hiertoe op gebied van projectie meegemaakt hebben. Later legde een personeelslid uit dat de driemensionele beelden geprojecteerd werden op kaders met watergordijnen die halverwege het kasteel en het publiek stonden opgesteld. Van deze opvoering bestaat nog geen video of boek want de vertoning loopt nog twee jaar. Van dezelfde makers, Skertzo, is er ook een klank-en lichtspel te zien in Le Mans. Alleszins nadat we dit gezien hebben zullen alle volgende spektakels elders maar magere beestjes zijn.

    Het kasteel bleef na de show nog enkele minuten verlicht en eens ik een steunpunt had gevonden kon ik er nog enkele mooie foto’s van maken. Deze keer deden ze het “Mont St-Michelleke” pas als ik klaar was.

    (Voor wie van mijn lezers nog niet weet wat een “Mont St-Michelleke” is, even een voetnoot. Vele, vele jaren geleden sleurde ik met een hele bak lenzen en een statief rond. Op een zekere avond komen we aan de Mont St-Michel die prachtig verlicht was. Ik pak mijn fotogerief uit, ga naar een goede plek om mijn statief neer te planten, kies de juiste lens, stel mijn apparaaat af, maak de perfecte cadrage, was zeer tevreden, drukte af... en net op dat moment deden ze de verlichting uit! Er stond dus niets op mijn foto.)

    Het was weer zeer laat toen we in bed doken en we waren ook erg moe, maar deze dag hadden we niet willen missen. Jammer genoeg moeten we morgen verkassen, want ze hebben onze kamer nodig. Ben benieuwd waar we gaan terechtkomen...


    Overbodig te vermelden dat niet iedereen met deze uitstap even gelukkig is...
    En toen wist ze nog niet hoeveel kastelen haar nog te wachten stonden.


    Het eerste deel van de, euh, "nogal uitgebreide", reportage van het sprookjeskasteel van Chambord
    Misschien prettig om op deze regenachtige namiddag op het dak van een zonnig kasteel te wandelen?

    http://picasaweb.google.com/laathi.webalbums/KastelenVanDeLoireDag2Chambord?authkey=Gv1sRgCLL58_-vn9HRBQ#
    (Voor schermvullende foto's : op diavoorstelling en F11 klikken.)





    14-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De magische trap van Chambord.
    In mijn ogen het meest spectaculaire, en meest tot de verbeelding sprekend deel van het Kasteel van Chambord ga ik toch even apart in het zonnetje zetten. De dubbele wenteltrap.
    Er wordt vermoed dat het ontwerp van Leonardo Da Vinci is.



    Met gaat aan twee zijden tegelijk naar de volgende verdieping en komt mekaar nooit tegen...






    Men kan af en toe een glimp van mekaar opvangen door de openingen in de centrale kolom waarlangs de treden zich slingeren.



    Enkele foto's van de diashow die het makkelijker te begrijpen maken.






    De centrale kolom.



    De doorkijkjes in de kolom.






    Een kijkje van halverwege de trap naar de bodem van de kolom.



    En een glimp naar boven...















    Het "plafond" van de trap.



    Uiteindelijk mondt de majestueuze trap op het enorme dakterras uit.









    En op dat dakterras ben ik eigenlijk even verliefd... 



    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs