DE GROTE HEIDE / THE GREAT HEATHLAND
Foto

NATUURBELEVING EN ZACHTE RECREATIE IN DE VALLEI VAN DE GROTE EN DE KLEINE NETE
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eco & Eco International


België is één van de slechtste leerlingen in de Europese klas als het om de les 'ecologie' gaat. Dat schreef De Standaard afgelopen woensdag...

We blijken nooit genoeg te hebben, en zetten de overconsumptie van onze natuur voort omdat dit ons noodzakelijk lijkt voor onze economie en ons welzijn, liet WWF weten in diezelfde Standaard.


België grootste milieuverspiller...   

Ook Radio 1 meldde toen dat we onszelf bij de grootste milieuverspillers van Europa mogen rekenen. De impact van de Belg op de natuur is viermaal groter dan wat onze natuur aankan. En die impact blijft maar stijgen...

Ook ons geliefde Scheps lijdt onder economische overconsumptie door de mens: Door illegale mestlozingen in de Asbeek bijvoorbeeld. En door grootschalige waterwinning op grote diepte, uitgerekend in dit schitterend moerasgebied...

Hierbij wordt, vooral in de winterperiodes, meer water weggepompt dan er gecompenseerd wordt. Hierdoor zakt de grondwaterspiegel en droogt het moeras deels uit. Dit terwijl het moeras al heeft af te rekenen met de uitdroging door een opwarmend klimaat.


Kwaliteit en hoeveelheid compensatiewater onvoldoende   


Het 'compensatiewater' is bovendien slechts kanaalwater en dus van een bedenkelijke kwaliteit: Het heeft een heel andere samenstelling dan het ijzerhoudende, mineraalrijke water dat van nature in het moeras opborrelt.

Volgens de normen die de Vlarem milieuregelgeving hanteert, is de waterkwaliteit van dat kanaalwater onvoldoende om in aanmerking te komen voor vervanging van weggepompt grondwater in Scheps. Toch wordt dit minderwaardige water in het moeras gepompt... 

Geen goede zaak voor heel het ecosysteem dat net van de erg specifieke natuurlijke grondwatersamenstelling afhankelijk is. Zoals bijvoorbeeld de zeldzame en wettelijk beschermde Slangewortel die in Scheps prima gedijt.

Ik besef dat ik weinig aan deze milieuverspilling zal kunnen wijzigen met enkele foto's en een artikeltje op een website. Maar ik wilde deze foto's toch graag meegeven.

Om aan te tonen wat ons welzijn op lange termijn het meest ten goede komt: Uitgestrekte ecosystemen met een zo ruim mogelijke waaier aan dieren- en plantensoorten, ongerepte landschappen en open ruimtes.

En wat het economische aspect betreft: De mens is steeds aangewezen geweest op de natuur als leverancier van voedings- en handelswaar, en zal dat hopelijk nog lang blijven.

Economisch en ecologisch: termen die gerust samen kunnen gaan. 'Eco & Eco International', zeg maar. Een beursgenoteerd bedrijf dat solvabel genoeg is. De mens heeft er steeds in belegd en is daar steeds wel bij gevaren.

Hieronder enkele voorbeelden van het harmonieus samengaan van ecologie en economie. Voorbeelden uit het verleden en het heden. Voor het gemak ben ik voor deze voorbeelden bij ons moeras gebleven:

Moerassen leveren veen op, dat lange tijd de brandstof  is geweest waar zowel particulieren als industrie op aangewezen waren voor verwarming in huis of verhitting van stookketels in brouwerijen, bij hoefsmeden, bakkerijen, restaurants,...

Waterpeper wordt nog steeds als kruid voor de bereiding van gerechten gebruikt.

En vroeger werden de zaaddozen van Waterpeper ter vervanging van echte peper gebruikt.

Op medisch vlak kwam deze plant van pas bij het behandelen van inwendige bloedingen. Waterpeper heeft zeker ook een esthetische waarde voor het landschap: In de herfst verkleurt dit kruid, waardoor mooie bordeaux-rode velden gevormd worden op de natte bodems waar deze plant leeft.

Watermunt is nog zo'n moerasplant die dankbaar gebruikt werd: Tijdens de laatste oorlogen in onze regio droogden mensen blaadjes van
Watermunt om tussen hun tabak te mengen. Munstsigaretten waren toen te moeilijk te vinden, of te duur.


Lichtgevende rietsoort  


In diezelfde periodes werd het pitriet uit de moerassen gehaald om lampepitjes te maken van het witte merg van het pitriet. Een bokaaltje olie met zo'n wiekje in was een prima olielampje!

De stengels van het pitriet leverden ook uitstekende diensten voor de productie van onder andere stoelen. Ook mandenvlechters verdienden hun brood dankzij pitriet en wilgentwijgen die uit het moeras afkomstig waren.

Het wortelstelsel van Pijpestrootje werd gebruikt voor productie van borstelharen en in de textielnijverheid.

Riet
en Galigaan zijn dan weer planten die gebruikt werden als dakbedekking.

Speenkruid is steeds een uitstekende leverancier van vitamine C geweest, en dus een remedie tegen scheurbuik.

In het Duits noemt men dit plantje trouwens nog steeds Scheurbuikkruid. Nu kent dit kruid nog zijn plaats in de keuken: Het wordt in salades gebruikt.

En Gagel is ongetwijfeld de moerasplant die mensen het vrolijkst stemde: Lang voor er hop geteeld werd, brouwde men bier van deze plant. Ook nu nog is Gagelbier één van onze streekproducten.

Ook Adderwortel bewijst nu nog steeds haar nut in de medische wereld met haar bloedstelpende eigenschappen. Reeds in de vijftiende eeuw kende en gebruikte men de eigenschappen van deze plant.

Gevleugeld Tandzaad hielp de mens dan weer bij pijnen in de lever en de milt. Deze plant vindt u in Scheps, in Gerheserheide en langs sloten van de Grote Heide.

Nu we het over deze drie gebieden hebben, en over menselijke overconsumptie: Nét tussen deze drie natuurgebieden in wordt binnenkort harde recreatie, met bijhorende permanente geluidsoverlast én een uitbreiding in oppervlakte, in een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan gegoten. 

Alsof waterwinning en mestlozingen nog niet volstonden voor dit moeras. Een moeras dat trouwens een potentieel stiltegebied en habitatrichtlijngebied is. Over milieuverspilling gesproken...


Natuurbescherming uit eigenbelang  

Mijn lijstje met voorbeelden is uiteraard verre van volledig. Ongetwijfeld zijn er ontelbare toepassingen bekend van moerasplanten. Sommige toepassingen zijn momenteel misschien enkel nog historisch te noemen. Andere toepassingen zijn dan weer eeuwenoud terwijl ze ook nu nog in voege zijn.

Wat de toekomst betreft, hoop ik dat er voldoende plantensoorten mogen blijven bestaan in het ecosysteem waar ze thuishoren. Voor duurzame exploitatie, wetenschappelijk onderzoek en nieuwe toepassingen voor volgende generaties.

Als we de natuur niet ongerept kunnen laten uit respect voor ons ecologisch erfgoed, laat ze ons dan op zijn minst beschermen in functie van ons eigenbelang, en haar zo intact mogelijk behouden als leverancier voor onze economie, gastronomie, geneeskunde, landbouw...

En niet te vergeten als een omgeving voor onthaasting, zachte recreatie en de economische activiteiten die daarbij horen: Hoevetoerisme, huifkartochten, paardrijden, wielertoerisme, wandelclubs,...

'En wat staat dat Moerasvergeetmenietje bij dit verhaal te doen?', vraagt u zich misschien af. 'En die ijsvogel?'

Ik vermoed dat het Moerasvergeetmenietje in Scheps voorkomt om te doen waar dit plantje goed in is: Ons vragen dit uitzonderlijke natuurgebied met zijn onwaarschijnlijke hoeveelheid aan levensvormen niet te vergeten.

En de ijsvogel is een eco-ambassadeur die ons vertelt hoe het met de biodiversiteit in zijn ecosysteem gesteld is.

Maar op de eerste plaats vond ik dit vorstelijke visetertje gewoon een genot voor het oog.

Tenslotte moet niet álles in onze natuur per sé verkocht kunnen worden om waardevol te zijn... 

Rodrik Steverlynck  31 oktober '08


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liefde langs de waterkant...

De Tus... Een prachtig ven op een open plek in de bossen van Gerheserheide. Dit ven werd nog maar pas tot "éénsterrenplekje" gedecoreerd door provincie Limburg.

Terecht: Deze kleine oase van rust is een droomplek. Een intiem decor om in weg te dromen. Alleen... of in gezelschap. Wie weet wel in het gezelschap van de liefde van uw dromen... Dicht tegen mekaar aanleunend langs de oever, kijkend naar de eenden op deze plas.

Of wegdromend bij het zicht van de waterjuffers en libellen die er nu nog zondzwerven, ook op zoek naar romantiek.

Zoals de Tengere Pantserjuffer bijvoorbeeld, een zeldzame rodelijst-soort die boven het groen van het Waterdrieblad patrouilleert. Eveneens een zeldzame plant, die hier welig in het ondiepe water groeit,... 


Knuffelplek  


Misschien verkiest u de doorgezaagde boomstam als knuffelplek. Of misschien kiest u beiden wel voor het struikgewas langs de oevers... Het moet kunnen, ook in de herfst.

Dat is in elk geval de mening van de Herfstspinnen op de bijgevoegde foto's. In grote aantallen treft u ze momenteel langs de waterkant aan. Van eind augustus tot eind oktober kan u deze spinnen langs de Tus aantreffen, vandaar dat ze de naam 'Herfstspin' kregen.

Die naamgeving zal de spinnen een zorg zijn. Momenteel hebben ze wel andere zaken aan hun hoofd dan een verklaring voor hun naam: Meneer en mevrouw Hefstspin zijn nu volop op de versiertoer!

Zoals zo dikwijls in de dierenwereld het geval is, hebben deze spinnen heel wat gemeen met mensen. Op het vlak van verleiden bijvoorbeeld:

Meneer spin beseft dat hij dringend 'uit zijn kot moet komen' als hij de liefde van zijn leven wil vinden.

Een mensenman zou op café of in dancings gaan rondhangen. En regelmatiger naar feestjes allerlei gaan. Of een contactadvertentie in een krant plaatsen,...

Er bestaan natuurlijk geen spinnencafés of -kranten, maar meneer spin gaat toch ook de straat op: Als klein spinnetje moet hij hele afstanden afwandelen en -klimmen op zoek naar een bekoorlijk spinnewijfje.

De natuur heeft meneer Herfstspin dus wat geholpen door hem veel langere poten dan mevrouw te geven. En ook een veel smaller achterlijf. Dat loopt wat vlotter voor meneer!

Meneer spin weet ook dat hij het meest kans op een vrijpartij maakt als hij het hart van mevrouw weet te veroveren met een kleine attentie.

Maar er moet toch enige voorzichtigheid aan de dag gelegd worden. Een te groot cadeau aanbieden bij een eerste kennismaking, kan de dame achterdochtig maken. Een te klein geschenkje kan de dame dan weer beledigen...

De spinnenman uit dit verhaal heeft de gulden middenweg gevonden: een klein vliegje. Een attentie met het formaat van een pralinendoosje, in mensentaal.

Met het vliegje in zijn monddelen gaat hij verder op versiertoer.


Haar spin op het witte paard...  


De spinnevrouw die meneer in het vizier heeft, helpt de spinneman uit dit verhaal een beetje de goede richting uit. Ze hangt niet zomaar passief in haar web te hangen tot haar 'spin op het witte paard' toevallig voorbij komt:

Momenteel scheiden de spinnendames feromonen af. Een verleidelijk vrouwen-parfum dat de mannen doet omkijken, in mensentaal.

Meneer betreedt het web van zijn vlam. Een beetje zenuwachtig, want alles hangt van dit grote moment af: Zijn eerste indruk!

Hij moet kost wat kost haar gevoelige snaar weten te raken.

Dat mag u vrij letterlijk nemen: Meneer spin hangt nu aan dezelfde draad als mevrouw, en hij tokkelt met zijn poten verbazingwekkend snel tegen de spindraad waaraan ze beiden hangen.

Vervolgens naderen de dieren mekaar tot ze mekaars poten kunnen betasten.

Dit komt niet meteen overeen met onmiddellijke handtastelijkheid bij een menselijke eerste ontmoeting: Spinnen hebben geen neus, maar ze kunnen mekaar toch ruiken door dit aftasten van mekaar. De haartjes op de poten registreren namelijk de smaakstoffen van voorwerpen die ze betasten: Een partner, een rivaal, een insect,...

De haartjes op de poten maken meneer en mevrouw spin dus duidelijk met wie of wat ze te maken hebben.

Mevrouw spin vond in dit geval duidelijk dat de man een aangename lichaamsgeur had, en was zichtbaar ontroerd door zijn charme-offensief: Ze nam het vliegje dolgelukkig aan, en terwijl ze ervan at, paarde het mannetje snel met haar.

U zal samen met mij terecht opmerken dat de timing voor deze paring wat afwijkt van de timing die mensenmannen doorgaans in acht moeten nemen. Als mensenman maakt u niet veel kans op succes als u de liefde zou proberen te bedrijven met een dame die nog van haar eerste praline aan het proeven is!

Maar de spinnenman wist duidelijk perfect wat hij deed. Als hij een valse noot had getokkeld, of te snel tot de paring had proberen over te gaan, riskeerde hij zijn leven erbij in te schieten: Mevrouw spin had hem dan als een prooi in plaats van als een partner aanzien, met de dood van het mannetje als gevolg. Als de paring niet rond was geweest voordat mevrouw het vliegje opgegeten had, had hem dat evengoed zijn leven gekost!
 
Vrouwen, en hoe je er in godsnaam juist mee omspringt... Het is ons als mannen niet altijd even duidelijk...


Uitverteld?  

Met dit spinnenverhaal zijn we natuurlijk nog lang niet uitverteld over de Tus. Vandaar dat we er eens passeren op onze volgende Grote Heide-activiteit op 15 november:

Al vertellend loodsen wij u door Gerheserheide en de Grote Heide.

Verhalen, gedichten en stukjes natuurschoon rijgen we aan elkaar tot een gezellige tocht van een vijftal kilometer. Mochten we u niet warm krijgen voor onze prettige proza, dan lukt dat hopelijk wel met de drankjes en hapjes die u tegen een vriendenprijsje aangeboden worden.

Als u ook daar nog niet warm voor loopt, dan wacht u als afsluiter nog een hartverwarmend kampvuur!

Vertrek om 18 uur, aan het einde van de Grote Heideweg, nabij de Asbeek.

Via de blauwe knop 'mail Grote Heide' hiernaast kan u een uitnodiging met plannetje in pdf-formaat bekomen.

Als u de blauwe knop aanklikt en dan gewoon een mailtje stuurt met het woord 'uitnodiging' als onderwerp, wordt het pdf-bestand u teruggemaild.

Van harte welkom! 

Rodrik Steverlynck   29 sept. '08

Met dank aan INBO, ANB en Ankona!


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Wild Olmen'?


Eerder verschenen er op deze website al artikels over eregasten en ambassadeurs.

Voor de vogel van dit artikel, de Kraanvogel, ontbreekt me nog een passende titel... Het gaat hier immers over een uiterst bedreigde vogel. Naar een verklaring moet niet lang gezocht worden:

Enerzijds worden moeraslandschappen steeds zeldzamer, anderzijds wordt deze zeldzame vogel in Zuideuropa en in Afrika nog gewoon afgeschoten...

Wat Europa betreft, broedt deze vogel in het noorden en het zuiden. Tot driehonderd jaar geleden liep dat noordelijke broedgebied tot in Nederland.

Nadien ging het met deze statige vogel stijl bergaf. Canvas stelde onlangs in de documentaire 'Wild China' dat de Kraanvogel de meest bedreigde vogel ter wereld is...

Misschien moeten we maar eens een documentaire 'Wild Olmen' gaan maken: Stel u namelijk mijn verbazing voor toen ik 6 juni jongstleden een Kraanvogel tegenkwam in Scheps! 

Een boven het riet uitstekende hals en kop; een rondwadende vogel op zoek naar voedsel in het moeras.

Ikzelf reed op de fiets, en moest overhaast mijn fototoestel uit mijn rugzak vissen. Toen ik zover was dat ik kon fotograferen, kon ik enkel deze belabberde foto maken: Een wegvliegende Kraanvogel... In een voor België uniek moeras, al even bedreigd als de vogels uit de documentaire...

Hopelijk kan de kerverse titel 'Regionaal Landschap Grote en Kleine Nete' die onze prachtige omgeving nu draagt, de nodige bescherming bieden aan vogels als de Purperreiger, de Grote Zilverreiger, de Ijsvogel en de Kraanvogel. Scheps is immers niet eens erkend als natuurreservaat, ondanks mijn ambitieuze titeltje 'Natuurreservaat Scheps' eerder op deze website...

Ook de nodige natuurverbindingsgebieden moeten er nog komen, en onze open ruimtes moeten gevrijwaard worden voor zachte recreatie en ter bescherming van onze bio-diversiteit, en er moet meer open ruimte voor water komen,...

Nog heel wat werk aan de winkel voor Provincie Antwerpen...

Maar de oprichting van Regionaal Landschap Grote en Kleine Nete is zeker een stap in de goede richting!

Rodrik
Steverlynck


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Kameleon-Spin'

De zomervakantie zit erop... Voor velen een verdiend moment van rust in een hectisch werkjaar.

Een moment om te herbronnen, om wat tijd aan jezelf te besteden. Eindelijk ook ruimte voor wat meer 'quality-time' met je familie of vrienden.

Tijd om eens te reizen ook. Soms naar een mooie omgeving waar we graag herinneringen van vastleggen. Op film, op foto's, op postkaartjes.

Afgelopen zomer was ik erg gelukkig met de 'digitale postkaartjes' die me toegestuurd werden:

Soms gewoon een emailtje over een dier dat ergens gezien was. Soms ook foto's van landschappen, dieren, planten,... Dikwijls erg mooi.

Deze verhalen en foto's ga ik dan ook graag beetje bij beetje met jullie delen op deze website. Uiteraard met toestemming en naamsvermelding van de inzender.

Soms zijn te foto's jammer genoeg te wazig. Zoals de foto's van een Grote Ziverreiger en een Viervlekwielwebspin die me onlangs doorgemaild werden. Ik was daarom niet minder blij met deze inzendingen: Ze zetten me aan om zelf 'op jacht te gaan' naar foto's van deze dieren:

De Grote Zilverreigers komen zich deze winter hopelijk terug in Scheps installeren. Voor de spin moest ik zolang niet wachten:

De vrij algemene Viervlekwielwebspin maakt haar web in hoge grassen, heide en struikgewas. Geen gebrek hieraan in Gerheserheide, dus ging ik er op 'spinnen-wandeling'.

Ik moest opletten voor allerhande kleuren, want Viervlekwielwebspinnen komen voor in de kleuren rood, geel, bruin,... Of groen, zoals het exemplaar dat ik tussen enkele stengels pitriet vond. Ze is zo goed gecamoufleerd dat ze zelfs op deze detailfoto's eerder op een plantenknop lijkt dan op een spin.

Ik vond deze dame dan ook enkel dankzij haar web. Een wielweb, zoals haar naam duidelijk maakt. De vier duidelijke witte vlekken zorgden voor het andere gedeelte van haar naam.

Er bestaan wereldwijd zo'n 2500 soorten wielwebspinnen. Waarvan de 'kruisspin' wel de bekendste is. De spin op de foto's die me werden doorgemaild, en de spin die u hiernaast ziet, dragen de wetenschappelijke naam Araneus Quadratus.

Deze bijzondere spin is in staat haar eigen lichaamskleur te wijzigen: Ze is in staat in drie dagen tijd haar lichaamskleur af te stemmen op de omgeving waarin ze haar web maakt!

Een beetje een 'kameleon-spin' dus: Hier nam de spin de kleur van het pitriet aan.

De hagedis en het vuurvlindertje die ik in Gerheserheide opmerkte, waren net iets te snel voor mijn fototoestel... 

Een kikker ook. Mogelijks een Heikikker... Ik probeer hem nog op foto vast te leggen...

Dank voor het vriendelijke mailtje en de spinnenfoto's, Heidi en Frank: Ik kijk uit naar jullie volgende vondst!

Dank voor de foto van Grote Zilverreiger, Bernard. Op één van de volgende Grote Heide-activiteiten kan je Grote Zilverreiger misschien nog eens proberen vast te leggen op foto? Ik probeer hetzelfde. Om ter eerst?

Rodrik Steverlynck 1 september '08


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sperwers en spalken...


De water- en rietpartijen van Scheps beslaan een behoorlijke oppervlakte, en publieke toegang tot dit moeras werd nog maar zeer recent mogelijk.

Deze gegevens verklaren mee de aanwezigheid van zeldzame en schuchtere diersoorten in het moeras. Dikwijls wettelijk beschermd. Zoals de Purperreiger bijvoorbeeld. In België is hij ongeveer even zeldzaam als onze moerassen zelf. 

Olmen heeft het voorrecht deze reiger zowat om de twee jaar in Scheps te mogen herbergen.

De wandelaar die door Scheps trekt, zal hem hoogstwaarschijnlijk over het hoofd zien, want de Purperreiger leeft teruggetrokken en is daarenboven goed gecamoufleerd. Een goede zaak voor deze reiger: Al teveel contact tussen mensen en reigers is voor de rust van deze dieren niet aangewezen.

Menselijke interactie met wilde dieren hoeft echter niet steeds nadelig zijn voor het dier in kwestie.

Om bij ons voorbeeld te blijven: Je zal maar Purperreiger zijn, en een open botbreuk hebben...

Of Sperwer zijn (nog een beschermde 'Schepsvogel') met een vleugelbreuk...

Het overkwam de vogels die u in de rechterkolom ziet... Ook voor dieren zit ongeluk soms in een klein hoekje.
 
Gelukkig zijn er ook hoekjes waar je als dier met een dergelijk probleem goed opgevangen wordt. En mensen die je naar die hoekjes brengen: 

Deze vogels werden door dierenvrienden binnengebracht in het Vogel- & Zoogdierenopvangcentrum van Heusden - Zolder.

Daar zijn ze momenteel veilig aan het herstellen in de zorgzame en professionele handen van een team dat ruim twintig jaar ervaring heeft met hulpverlening aan onze inheemse wilde dieren. 
 
Het opvangcentrum verzorgt kosteloos de opvang, zonodig transport, verzorging en revalidatie van deze vogels en vele andere wilde dieren in nood.

De sperwer kreeg een stalen pin in het vleugelbot en de vleugel werd gespalkt. De vogel herstelt vlot.

Hij kreeg trouwens snel gezelschap van een tweede Sperwer, eveneens met een vleugelbreuk, die ook weer gespalkt werd.

Voor de Purperreiger volgt later nog een operatie.

Het opvangcentrum herbergt nóg een purpere jongen: 

Een Purperkoet heeft hier een vaste stek gekregen. Ze probeert er duidelijk ook een vruchtbaar jaar van te maken en broedt plichtsbewust op haar zeven gespikkelde eieren.

Als u deze vogels en andere patiënten van het opvangcentrum graag een (zieken-)bezoekje brengt, dan kan dat binnenkort:

Op 30 en 31 augustus houdt het opvangcentrum opendeurdagen.

U vindt het opvangcentrum in de Strabroekweg 32 in Heusden-Zolder. Telefonisch kan je bij het opvangcentrum terecht op het nummer 011 43 70 89.

Ook u als bezoeker wordt zorgzaam opgevangen tijdens dit opendeurweekend:

Op beide dagen worden hotdogs en verse soep geserveerd, en u wordt uiteraard met de nodige uitleg rondgeleid op het domein.

Voor elk wat wils in dat opendeurweekend:

Voor de kinderen is er grime voorzien.

Misschien wordt het als ouder wel moeilijk om tegen het einde van uw bezoek nog een verschil te zien tussen de dieren en uw kinderen...

Als u graag uw favoriete dier adopteert, kan dat ook tijdens deze dagen. 

Wie graag iets meer over onze inheemse wilde dieren opsteekt, is hier ook weer aan het juiste adres.

En als u eerder een type bent dat graag iets meer over het cafetaria opsteekt: Ook daar krijgt u ruim de gelegenheid voor.

Schol!

Rodrik Steverlynck 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levendbarende lichtpuntjes


Het onderwerp werd niet door de koning behandeld in zijn toespraak, kon u lezen in het vorige artikeltje.

Enkele weken later behandelt De Standaard van 7 augustus het onderwerp wél: Biodiversiteit. En de zorgwekkende toestand van de biodiversiteit in België. Die is ronduit slecht, stelt Natuurpunt.

Eén van de afgelopen dagen sloot een radioverslag op Radio 1 van de Bond Beter Leefmilieu aan bij wat De Standaard over biodiversiteit schreef:

Er moeten grotere oppervlaktes waterbergingsgebied komen, want vanwege de klimaatsverandering mogen we meer stormen en wateroverlast gaan verwachten. En er zijn geen voldoende groene oppervlaktes in Vlaanderen die als overstromingsgebied kunnen dienen. Niet zo fraai allemaal...

Net omdat ik weet dat dit alles maar al te waar is, hoor ik op bepaalde dagen soms liever geen verontrustend natuurnieuws meer.

Vandaag was zo'n dag. Dit soort dagen pak ik doorgaans op volgende wijze aan: Radio uit, geen krant lezen, een pick-nick en fototoestel in mijn rugzak droppen, en dan maar de natuur in. Scheps bijvoorbeeld...

Ongestoord wandelen en genieten... En zoeken naar lichtpuntjes die me even de illusie gunnen dat het soms tóch nog meevalt met onze biodiversiteit.

Wonderwel kwam ik na een Schepswandeling van drie kwartier niet één maar twéé lichtpuntjes tegen: Broer en zus Levendbarende Hagedis!

Deze ukkies eten voornamelijk bladluizen zolang ze klein zijn. Ze kunnen nog niet lang geleden geboren zijn, want ze waren amper 5 centimeter lang, wat de lengte is waarmee ze geboren worden. Veel reptielen leggen eieren die door omgevingswarmte (compostering, zonnewarmte,...) uitgebroed worden.

Vanwege de weinig betrouwbare zonneperiodes in onze contreien ontwikkelde de levendbarende hagedis een andere strategie:

Het vrouwtje broedt de eieren in haar eigen lichaam uit. Ze zoekt dagelijks een zo warm mogelijke plekje op en daar warmt ze zichzelf en tegelijkertijd de eieren in haar buik op. Bij het leggen van de eieren scheuren de eiervliesjes onmiddellijk en komen de kleintjes als zelfstandige miniatuurtjes van hun ouders in de grote wereld terecht. Vandaar de naam 'levendbarend'.

De jongen kunnen ogenblikkelijk zelf lopen en achter bladluizen jagen. Later worden ze tot 18 centimeter lang, en dan eten ze insecten en wormen.

Deze hagedis heeft een voorkeur voor droge delen van moerassen en vochtige heide- en veenvelden. En in dergelijke landschappen zijn ze vaak te vinden in wegbermen. Of op spoorwegtaluds. Dat is ook waar ik deze prachtige diertjes vond.

De belangrijkste concentratie van populaties levendbarende hagedissen in Vlaanderen bevindt zich in onze Antwerpse Kempen. Dit stelt ook het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek op haar website. Verder kan je op de INBO-site over de verspreiding van levendbarende hagedissen lezen: 

'Op de verspreidingskaart vormen ze een brede, min of meer aaneengesloten band die zich in west-oost richting uitstrekt van Antwerpen-Kalmthout tot Mol-Balen. Hier worden vaak grote aantallen levendbarende hagedissen waargenomen in heiden, laagveenmoerassen en hun relicten.'

Als dát geen derde lichtpunt van jewelste is?! Toch een béétje biodiversiteit die goed zat vandaag. Hagedissen-ukkies, hopelijk tot ziens in Scheps, op zo'n dag dat het me wat ontbreekt aan goed nieuws!

Rodrik Steverlynck 11 augustus '08


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nationale Feestdag

21 juli, onze Nationale Feestdag. De dag waarop Leopold I, eerste Koning der Belgen, de koningseed aflegde in 1831. Toch is de koning vandaag, een dag eerder dus, ook al te horen op de radio. Met een lezing over verdraagzaamheid.

Ik zit gespannen bij de radio te luisteren, in de stille hoop dat hij ook het thema 'biodiversiteit' zal behandelen. Op erg veel plaatsen verdwijnen namelijk levensvormen in een zorgwekkend hoog tempo.
 
De koning had het jammer genoeg niet over biodiversiteit... Toch was ik snel getroost: Nog diezelfde dag kreeg ik in mijn Olmens tuintje bezoek van zijn vrouw. Of toch in elk geval van een insect met een koninklijke naam: de Koninginnepage! In tegenstelling tot vele andere diersoorten doet deze koninklijke vlinder het zeer goed. In Vlaanderen was ze rond 1990 al een algemene soort, nu mag men ze gerust zeer algemeen noemen. Een feestdag met ecologisch goed nieuws en een koninklijk tuinbezoek, da's pas écht een feestdag!

Rodrik Steverlynck  20 juli '08


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Netevalleipad en Zammelsbroek

Een stukje cultureel erfgoed, zon en een groene omgeving. Dat leken mij dit weekend de ideale ingrediënten voor een daguitstap richting Geel. Als er dan ook nog voldoende waterpartijen deel uitmaken van die groene omgeving, wordt de verleiding om er te gaan wandelen en te fotograferen me te groot.

Zo deden de kasteelfeesten en de zon me dit weekend me naar het westelijk gedeelte van de Vallei van de Grote Nete trekken. Op mijn agenda stond een bezoek aan Kasteel De Merode, gecombineerd met een wandeling langs het Netevalleipad in Geel.

Ter plekke aangekomen trof ik een dermate lange rij wachtende bezoekers voor het kasteel aan, dat ik besloot het culturele gedeelte van mijn uitstap in het water te laten vallen. In de omgeving was hier trouwens water genoeg voor: De aanwezigheid van de Grote Nete beloofde al een geslaagde natuurwandeling, en de vijvers en moerassen van het Zammels Buitenbroek zouden het gemiste kasteel ruimschoots compenseren.

De Grote Nete biedt ook in deze regio prachtige landschappen en wandelmogelijkheden. Ze kronkelt en stroomt zoals ze sinds mensenheugnis doet: De oude Germaanse volksstammen die vroeger in de bossen rond deze stroom leefden, noemden deze stroom 'hnitan', wat 'krachtig stromen' betekent.

Onze benaming 'Nete' stamt van deze Germaanse naam af. Ook de moerassen horen al vanouds bij deze stroom: Rond het begin van onze jaartelling beet Julius Caesar zijn tanden (en zijn leger) stuk op de Germaanse stammen van de Menapiërs en de Morinen die toen in onze regio woonden.

Deze volkeren waren de enige die na de onderwerping van Gallië nog streden tegen de Romeinen.

Ze wisten goed dat zelfs de grootste volkeren en legers in open veldslagen verslagen waren door Julius Caesaer. Dus gingen deze Germaanse stammen een heel andere oorlogstactiek toepassen, waarbij ze hun prachtige omgeving optimaal benutten:

Ze trokken zich terug in hun dichte wouden, en verlieten deze enkel voor snelle, korte aanvallen op de verraste vijand. Waarna ze zich al even snel terugtrokken in de bossen en moerassen die onze streek rijk was.

Deze 'uitgestrekte bossen en moerassen, waarvan hun land vol was' zoals Julius Caesar schreef (*), waren quasi ontoegankelijk en zeker totaal onbekend terrein voor de Romeinen.

Romeinse troepen die de Germanen durfden achtervolgen, vorderden erg traag en moeizaam en leden zware verliezen in onze moerassen... De Romeinse soldaat had het al zwaar genoeg om vooruit te komen op een normale ondergrond:
 
Zijn helm, zwaard, schild, lederen harnas met metalen platen, zijn werpspiesen en zijn persoonlijke proviand vormden samen een belasting van zo'n 35 kilogram.

Niet moeilijk dus om ons voor te stellen dat de Romeinen met een dergelijke belasting in onbekend moerassig gebied inderdaad moeilijk vorderden en zelfs vrij immobiel werden. En dus ook erg kwetsbaar.

Dit alles mag dan al lang geleden zijn; ik ben blij dat er hier en daar langs de Grote Nete nog moerassen liggen als stille overlevers van het verleden.

Al schrijvend merk ik dat er uiteindelijk tóch nog een stukje cultuur bij mijn wandeling is komen kijken. Dat kan voor de gelegenheid geen kwaad.
Tegenwoordig zal u merken dat er geen Germaanse stammen meer rond de Grote Nete leven. Romeinen zijn er ook al een poosje verdwenen.

Wel kan u bij het Zammelsbroek de zeldzame Waterspitsmuis en Greppelsprinkhaan vinden. En de Hermelijn, de Ijsvogel en de Blauwe Reiger, en natuurlijk nog wat andere moerasjongens.

Maar net als Scheps kent ook het Zammelsbroek zijn bedreigingen: Het toenemend oppervlak aan verharde oppervlakken (opritten, wegen, terrassen,...) maakt dat regenwater niet voldoende de grond in kan dringen.

Waardoor er ook minder water via natuurlijke kwellen terug aan de oppervlakte komt in het moerasgebied. Het Zammelsbroek droogt bijgevolg langzaamaan op...

Hopelijk kan gericht beheer het tij nog keren in dit mooie gebied van Natuurpunt...

Meer info over deze en andere wandelingen langs de Grote Nete kan u bekomen op valleivandegrotenete@skynet.be. Of ga eens kijken op www.valleivandegrotenete.be.

Rodrik Steverlynck 6 juli '08

* De oorspronklijke Latijnse tekst uit 'De Bello Gallico', boek III, deel 28, luidde: "...continentesque silvas ac paludes habebant, eo se quaque omnia contulerunt."


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fladder-gasten

Niet enkel uw tuin of vijver kunnen een stevige steen bijdragen aan biodiversiteit. Ook uw huis kan boeiende diersoorten huisvesten.

Voorgaande artikeltjes gingen over gasten die zich overdag vertonen, ditmaal gaat het over nachtelijke gasten: vleermuizen.

Soms gebruiken ze uw huis als slaapplaats zonder dat u er weet van hebt: in spouwmuren of onder dakpannen vinden deze fladder-gasten met hun zeemvelvleugeltjes dikwijls een slaapplek. Zoals de Gewone Dwergvleermuis bijvoorbeeld.

Van hun nachtelijke leven zal u als gastheer weinig last hebben. 's Nachts gaan ze geruisloos op zwier, dus slapen ze overdag. En daar stelt zich een probleem. Meerdere vleermuissoorten hebben het moeilijk zich in Vlaanderen te handhaven, onder andere door gebrek aan schuilplaatsen.

U kan deze vleermuizen een handje helpen door het ophangen van vleermuiskasten aan uw huis of in uw tuin. In ruil krijgt u gratis de diensten van deze uitstekende insectenverdelgertjes aangeboden: Ze spelen 's nachts massaal muggen naar binnen!
Een win-win situatie dus.

Als u vleermuizen huisvest, mag u best trots zijn. Vleermuizen zijn namelijk wettelijk beschermde diertjes. Eigenlijk verdient een vleermuis-vriendelijk huis een onderscheidingsteken.

Dat moet ook het Agentschap voor Natuur en Bos gedacht hebben: In het kader van haar Life-project Bataction schreef het ANB een wedstrijd uit voor het ontwerpen van zo'n vleermuizen-onderscheidingsteken.

Biedt u vleermuizen onderdak, dan kan u zo'n onderscheiding bekomen door uw persoonlijke vleermuizenproject te melden aan Joachim Demaeseneer: joachim.demaeseneer@lne.vlaanderen.be. Bezoek voor verdere info www.bataction.be.

Rodrik Steverlynck  
6 juni '08


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vaste Stamgasten


Met dat geschrijf over eregasten zou ik bijna vergeten vermelden dat frequente bezoekers even welkom zijn als eregasten.

Ze duiken iedere lente terug op in mijn amfibieënpoel, en ik ben steeds doodgelukkig ze terug te zien. In de lente en zomer zijn het zowat de vaste stamgasten in mijn vijvertje: de Bruine Kikker, Kleine Watersalamander en de Alpenwatersalamander. Het kleinste beetje water in een tuin zullen ze graag komen bewonen.

Als er geen kois als vaste bewoners in dat water zitten, tenminste. Een mooi zicht bieden die kois, geef ik graag toe, maar ecologisch gezien herleiden ze hun vijver jammer genoeg zowat tot nihil.

De koi-passie zit momenteel sterk in de lift. Okee voor mij, al vind ik het wat jammer dat amfibieëneieren en -larven niet de minste kans maken als grote vissen een siervijver bewonen. Tenzij men ook voldoende grote ondiepe waterpartijen bij de vijveraanleg voorziet, waar de vissen zich niet kunnen begeven. Alleen blijft het weinig waarschijnlijk dat amfibieën een visvijver uitkiezen als broedkamer: de visgeur houdt ze er weg.

Ik houd het dus graag bij een lege plas in de winter, en kijk jaarlijks uit naar de terugkomst van mijn vaste stamgasten.

Rodrik Steverlynck    

2 juni '08


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over eregasten en koningen...


Het voorgaande berichtje ging over een eco-ambassadeurtje. Vandaag wilde ik eens iets schrijven over eregasten. U weet wel: bezoek dat u enorm weet te appreciëren en dat niet zo alledaags over de vloer komt. Dat soort bezoek hebben we nu in Scheps ook: Kraanvogels op doortrek besloten even in Scheps te blijven!

Een paar weken geleden merkte ik de Bruine Kiekendief al op als speciale gast, en in de winter kan u de Grote Zilverreiger en de Blauwe Kiekendief zien, en sinds een viertal jaar kan u in Scheps ook de Boomvalk zien jagen, maar een Kraanvogel... die wilde ik toch wel eens op foto krijgen. Dus trok ik Scheps in met mijn fotoapparaat.

Ik moet de Kraanvogel gemist hebben... Na een twaalftal kilometer wandelen zonder Kraanvogels, besloot ik maar wat in de vogelobservatiepost te gaan rusten. En daar verscheen als troost voor de gemiste Kraanvogels onze kleine Schepsambassadeur! Eigenlijk ook een beetje een koning: In het Engels noemt men dit vogeltje namelijk Kingfisher.

In het Nederlands wordt hij gewoon Ijsvogel genoemd. Een sobere naam voor een prachtige verschijning!
Rodrik Steverlynck  30 mei '08


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onhandig eco-ambassadeurtje


In het Grote Heidelandschap had ik vandaag de kans deze meikever te fotograferen.

Deze kever wordt ook wel 'molenaartje' genoemd, omdat er op de dekschilden precies steeds wat meelpoeder ligt. Een onhandig molenaartje wel: Zijn brommende vlucht eindigt dikwijls pats tegen een boomstam of een muur, waarbij de kever op zijn rug belandt en slechts met grote moeite terug overeindgekrabbeld geraakt.

Molenaar is wel niet zijn enige beroep. Deze kever is naast molenaar ook een eco-ambassadeurtje: Sinds de jaren 60 liep de populatie dramatisch terug, en de kever verdween bijna volledig voor enkele decennia: De intensieve bestrijdingsmiddelen en het toenemend gebruik van kunstmest in de landbouw deden deden deze kevers de das om. Ook werden akkers vanaf de jaren 60 veel dieper omgeploegd, waardoor de keverlarven bloot kwamen te liggen en in vogelsnavels verdwenen.

Sinds enkele jaren zijn ze gelukkig terug in opmars. Is ons ecosysteem aan de betere hand of bouwde deze kever een resistentie tegen bestrijdingsmiddelen op? Die vraag laat ik mijn enthousiasme niet beïnvloeden: Ik zie de meikever graag terugkeren.

Welkom thuis, molenaar!

Rodrik Steverlynck 18 mei 2008


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oude landwegel heropend in Grote Heidelandschap!


Vrijdag, dus stil in Olmen, en ondanks alle voorspellingen best goed weer!

Dus: met mijn picknick, verrekijker en fototoestel in de rugzak heerlijk fietsen door het landschap van Grote Heide. Mijn gebruikelijke wandeling, die nu blijkbaar nog mooier wordt:

Ik fietste zoals gebruikelijk de Hamsestraat door, en dan Heidehuizen in. Om tot mijn verwondering een transformatie van formaat te ontdekken in Verloren Kost!

Tot voor kort begon Verloren Kost met een hoop afval (naast een bordje 'verboden te storten'!), waarna je op de erg dichte braambossen, netels, struiken en boompjes stootte.

Enkel in de greppel nààst het pad, en dan nóg met de nodige kleerscheuren, kon je doorheen Verloren Kost geraken.

Ik had het genoegen vandaag de enthousiaste gemeentewerkers te ontmoeten die dit hindernissenparcours omtoverden tot een prachtige landwegel die u van de Hamsestraat naar de Immerseweg en Grote Heideweg leidt.

De heren maakten zich zorgen rond het openhouden van de wegel, en vroegen me wat reclame te maken voor dit weggetje. Wat ik hierbij geprobeerd heb. Goed zo, jongens?

Ik denk niet dat de heren zich zorgen moeten maken: Volgende week trekt er al een wandelvereniging door Verloren Kost. En bij de volgende Grote Heide-activiteit zal deze mooie wegel ook zeker niet ontbreken!

En ondertussen loopt de avonwandeling met mijn hond hier voortaan zowat dagelijks door. Zodra het pad nog wat effener ligt, volgen de fietsers wel vanzelf!

Dank u, gemeente Balen, en dank jullie, gemeentejongens: Prachtig werk. Een absolute meerwaarde in het Grote Heidelandschap!

Rodrik Steverlynck    vrijdag 16 mei '08


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Natuurreservaat Scheps


Eén van onze laatste aaneengesloten moerasgebieden: Natuurreservaat Scheps in Olmen-Balen...

Een landschap waarin u wegdroomt, eender welke route u door dit uitzonderlijk biotoop volgt: Enkel een ontbrekende kudde zwarte stieren en het gegeven dat de paarden hier bruin zijn, scheiden je droom van de echte Camargue, het moerassige regionaal park in Zuid-Frankrijk...

Tot voor kort was dit gebied voor de doorsnee wandelaar zonder gids minder toegankelijk vanwege de vele grachten, de sterke waterniveauschommelingen en de drassige partijen moerasgrond.

Het Agentschap voor Natuur en Bos opende echter, in samenwerking met V.V.V. Balen, verschillende bewegwijzerde wandelpaden in Scheps.

U kan nu dus ook individueel zonder gids van dit moerasgebied genieten: U kan kiezen voor het moeraspad, dat 5 kilometer lang is. Of u volgt het weidepad, dat u 7 kilometer lang door een landschap waar u stil van wordt.

Plaatsen in Olmen-Balen waar de bewegwijzering start, zijn:

l de kruising van de Broekstraat met de Heiloopstraat 
l
de Odradastraat  
l
de Halflochtdijk  
l
de Zillendijk (Het Pick Nick Eilandje ligt op 50 meter van de Zillendijk)  
l Bruine Kolk

Scheps ligt in de bovenloop van de vallei van de Grote Nete in Olmen-Balen.

De vallei is er op haar breedst doordat verschillende zijlopen zich hier bij de Grote Nete voegen: de Asbeek, de Visbeek, de Hanske Selsloop.

De goede waterkwaliteit van de beken zorgt voor een zeer gevarieerd visbestand, waaronder de zeldzame beekprik, het bermpje, snoek, paling, kwabaal,...


n Waterbergingsgebied

Met water hebben we reeds een hele geschiedenis achter ons liggen. De naam Vlaanderen is er zelfs uit ontstaan:

De streek tussen de Schelde en de Noordzee was in de 8e eeuw bekend onder de naam Pagus Flandrensis, wat "overstroomd gebied" betekent.

De bewoners van dat gebied werden Vlamingen genoemd, afgeleid van het Friese woord Vlame, dat vluchteling betekent. Een volk dat regelmatig moest 'vluchten' voor overstromingen van de Noordzee.

En water blijft ons parten spelen: Denk maar terug aan televisiebeelden uit 1998 van grote delen van Vlaanderen die blank stonden na overvloedige regenval...

Een ellende die vermeden kan worden door waterlopen in natuurgebieden vrij spel te geven. Zoals in Scheps bijvoorbeeld:

Door de waterlopen meer te laten kronkelen en ze breder te maken en bewust te laten overstromen, vernat het moerasgebied gebied.

De Vlaamse Gemeenschap, afdeling Natuur heeft het natuurreservaat grotendeels in eigendom, en ontwikkelt het moerasgebied verder door verlanding tegen te gaan (door afgraving), amfibieënpoelen aan te leggen, het moeras te vergroten,...

De rivieren mogen hier onbeperkt buiten hun oevers treden na hevige regenval. Dit levert een uiterst zeldzaam en prachtig moeraslandschap op met erg hoge natuurwaarde. Het landschap absorbeert het overstromingswater, zodat bebouwde gebieden gespaard blijven van wateroverlast.

Op deze is Scheps met zijn overstromingen van kapitaal belang als waterbergingsgebied.

Dat vele water betekent geenszins dat Scheps een eentonig landschap biedt: U vindt er een boeiende afwisseling van broekbossen, moerassen en weilanden. De weiden worden gericht beheerd als weidevogel- of hooiland.

Er wordt niet bemest en er worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt. Er wordt ook niet gehooid of gemaaid voor 15 juni, om vernietiging van vogelbroed te voorkomen.


n Flora

Scheps bestaat grotendeels uit veengrond en vochtige zandgrond.

Kwelwater borrelt kalk en mineralen uit diepere aardlagen naar boven. Door regelmatige overstromingen wordt het gebied op tijd en stond voorzien van water met een hoog ijzergehalte. Wat ook de 'roeste' waterkleur verklaart.

Water van prima kwaliteit trouwens (wat ook het brede gamma aan vissoorten mogelijk maakt), ondanks dat bruine kleurtje.

Zelfs het olielaagje dat soms op wateroppervlakken in Scheps te zien is, is puur natuurlijke olie die uit onderliggende aardlagen opgestuwd werd.

Deze bodemgesteldheid creëert de juiste leefomgeving voor bijhorende flora:

Eén van de typische moerasplanten die u in Scheps kan vinden, is de Moerasaardbei. Een vrij zeldzame, inheemse plant die van zon of halfschaduw houdt. De paarsrood tot purperrode bloem heeft iets weg van de bloem van de aardbei, vandaar de benaming.
 
Ook Adderwortel komt u hier tegen. Deze geneeskrachtige plant stond al in de 15e eeuw bekend om haar bloedstelpende eigenschappen. Het jonge blad werd ook veel als groente gegeten.

Ook Waterviolier kan u er bewonderen, een winterharde plant die bekend staat als uitstekende zuurstofleverancier. De plant groeit onder water, maar maakt mooie bloemstengels die tot 60 centimeter boven het water uitsteken. De bloemen zijn bleekpaars tot wit.

Ook de zeldzame Slangewortel, een plant uit de Aronskelkfamilie, treft u in Scheps aan. De bloei met het fraaie witte schutblad loopt van juni tot september. Daarna worden er giftige bessen gevormd.

De wortelstok van deze plant kronkelt -zoals een slang- vanuit het water de oevers op en omgekeerd. De plant groeit in de halfschaduw of volle schaduw. Naarmate de zomer vordert, zal u merken dat de bladeren van deze plant leerachtig worden. Op deze wijze verliest de plant minder vocht.

Ook de Gewone Engelwortel treft u hier aan. Deze groeit in rietlanden, wateroevers, vochtige bermen en natte hooilanden van het Scheps. De plant is een lid van de schermbloemenfamilie en kan tot twee meter hoog worden.

De Gewone Engelwortel is een waardplant voor onder andere de v-dwergspanner, één van onze kleine nachtvlinders.

Op de bloemschermen van de Gewone Engelwortel treft u dikwijls hele kolonies Kleine Rode Weekschildkevers aan. Deze insecten zijn betrouwbare weermannetjes: Ze kondigen onweer uren van tevoren aan door massaal te verhuizen naar de onderkant van plantendelen.

Waar voldoende vocht is, vindt u doorgaans ook Gewoon Speenkruid. Zo ook in het Scheps.

Een minder zeldzaam kruid, maar daarom niet minder mooi of boeiend: Dit plantje is de eerste leverancier van vitamine C in het voorjaar.

Vandaar dat de blaadjes van de plant vroeger gebruikt werden als middel tegen scheurbuik. In het Duits is dit kruid trouwens bekend onder de benaming 'Scharbockskraut', wat letterlijk 'scheurbuikkruid' betekent.

Wie zich aangetrokken voelt de blaadjes van het speenkruid in een gezonde vitamine-C-salade te gebruiken, moet er wel op letten de gele bloemetjes voor te blijven: Na de bloei worden de blaadjes giftig!

Nog een liefhebber van vochtige grond, met een voorkeur voor halfschaduw: Digitalis Purpurea of Vingerhoedskruid. Dit is een tweejarige plant: Het eerste jaar vormen zich de groene bladeren, het tweede jaar volgt de mooie toorts van purperachtige bloemen.

Deze plant is lid van de Helmkruidfamilie. De giftige stof digitaline uit deze plant wordt gebruikt om de hartspier te beïnvloeden.

Holpijp kent zijn ontstaan wel érg ver terug in de tijd: Deze uiterst primitieve plant stamt nog uit het tijdperk van de dinosauriërs. Ze bestond reeds toen er nog geen bomen of grassen of zaadplanten bestonden, en ze was zelfs de varens vóór. De plant vermenigvuldigt zich door middel van sporen en via wortelstokken.
 
Het is een nog vrij algemeen voorkomende, maar achteruitgaande soort.

Waar Holpijp voorkomt, groeit die dikwijls weelderig. Zo ook in Scheps: zowel in nat weiland als in het moeras (langs het 'knuppelpad') kan u deze prehistorische stengeltjes de kop zien opsteken, 30 centimeter tot een meter hoog. De dinosauriërs in het moeras moet u zich er maar bij dromen.

En dan is er nog de bekendste moerasplant, die gek is op stevige waterschommelingen, en zich dus prima voelt in het Scheps: het sierlijke Pitriet of Pitrus.

Deze vaste wilde grasachtige plant vormt bossen glanzend groene stengels.

Via het sponsachtig weefsel binnenin de stengels kan de plant zuurstof naar de wortels transporteren, waardoor pitriet of pitrus ook in zuurstofloze moerassen kan overleven.

De oorsprong van de benaming van deze plant is boeiend: het 'riet' spreekt voor zichzelf. De 'pit' slaat op het oude gebruik van het witte merg binnenin als lampenpit: Er bestaan meldingen van meer dan 2000 jaar geleden van het gebruik van deze witte kern als wiek voor olielampen. Ook in de tweede wereldoorlog werd bij gebrek aan kaarsen terug op deze wijze verlicht in de huiskamers.

Pitrus werd ook erg op prijs gesteld voor het vlechten van stoelzittingen, fuiken en matten.

Het Engelse "skep" betekent 'gevlochten mand'. Misschien ligt hier de oorsprong van de benaming Scheps, dat met al zijn moerassen ongetwijfeld een leverancier was van pitriet, waar men manden mee vlocht.


n Sensibilisering en bescherming

Eind 2005 ontstond Natuur- en recreatiewerkgroep Grote Heide uit een groep buurtbewoners die bezorgd waren om het behoud van de hoge natuurwaarden en zachte recreatie in deze regio. De werkgroep tracht natuurbeleving en zachte recreatie uit te bouwen in de Vallei van de Grote Nete.

De naam voor de werkgroep was snel gekozen:

Op oude landkaarten kreeg deze regio de naam Grande Bruyère of Grote Heide mee: de Franse geograaf Nicolas Le Fer legde dit gebied rond 1700 op kaart vast.

Dorpen die aan de rand van de heide lagen, waren Olmen, Balen, Lommel, Eksel, Hechtel, Helchteren, Houthalen, Koersel en Heppen.

Leopoldsburg bestond toen nog niet. Als men vanuit Olmen richting Hechtel ging was die heide zo'n  20 km breed.

Uit respect voor ons natuurlijk erfgoed en om te verwijzen naar de rijke landbouwtraditie, wilden we de naam Grote Heide in ere houden.

Werkgroep Grote Heide sensibiliseert in het bijzonder rond natuur- en landbouwgebied Grote Heide en de natuurparel van Olmen:

Moerasgebied Scheps, woonplaats, broedplaats, overwinteringshabitat, doortrekzone of jachtgebied voor de grote zilverreiger, ijsvogel, blauwborst, roerdomp, porseleinhoen, aalscholver, Europese zeearend, rans- , kerk- en steenuil, blauwe reiger, wulp, scholekster, roodborsttapuit, sprinkhaanrietzanger, sperwer, havik, bruine kiekendief, torenvalk, kievit, bosrietzanger, vlaamse gaai, buizerd, kleine bonte specht, grote bonte specht, zwarte specht, groene specht, ooievaar, bruine kiekendief, blauwe kiekendief, kraanvogel, boomvalk, hermelijn, bunzing, steenmarter, egel, vos, ree, snoek, beekprik, bermpje, paling, kwabaal, vinpoot- en alpenwatersalamander, levendbarende hagedis...

Ook de zeldzame en beschermde Rivierdonderpad werd bij staalnames door het INBO aangetroffen bij de Hoolstmolen, aan de rand van Scheps. Mits oplossen van enkele vismigratieknelpunten zoals bijvoorbeeld molenstuwen, is deze welkome vis op termijn ook in Scheps te verwachten.

De steenuil en de kerkuil pik ik er graag even tussenuit:

Deze steenuil heeft de gewoonte verrassend dikwijls trajecten al wandelend af te leggen. Ook over autowegen... Verkeer is dan ook de grootste verliespost bij het overlijden van de steenuil.

Ook wat de kerkuil betreft, wordt het hoogste percentage aan overlijdens veroorzaakt door het verkeer.

Geen goed idee dus om in de omgeving van Scheps, Grote Heide en Gerheserheide meer of bredere wegen aan te leggen om deze regio toegankelijk te maken voor de harde recreatie die tussen deze mooie gebieden plaatsvindt... 'Ontsluiting' heet dat met een mooi woord in de gemeentelijke plannen.

Ontsluiting van het gebied druist in tegen beleidsplannen op provinciaal, gewestelijk, nationaal en Europees niveau: Die dringen net aan op het aan mekaar schakelen van zoveel mogelijk groene oppervlaktes en het vrijwaren van open ruimtes. Dit om onze planten- en diersoorten een kans op overleving te geven, en mensen de broodnodige ontspanning en rust in de natuur te gunnen.

Natuurgebied Scheps is tussen haakjes internationaal erkend als habitatrichtlijngebied: Scheps ligt binnen habitatrichtlijngebied "Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor".

Scheps werd ook als gewenst Vlaams Ecologisch Netwerkgebied afgebakend, en deze regio werd door provincie Antwerpen geselecteerd als potentieel stiltegebied.

Tenslotte vormt de hele zone van domein De Merode tot aan Scheps één aaneenschakeling van natuurgebieden, Regionaal Landschap "Vallei van de Grote Nete" genoemd.

Dit Regionale Landschap kreeg reeds de medewerking van de gemeenten Westerlo, Geel, Herselt, Hulshout, Laakdal en Meerhout.

Rond deelname van Olmen-Balen aan dit Regionaal Landschap onderhandelt Provincie Antwerpen binnenkort -nogmaals- met gemeente Balen... Voor de zomer zouden deze onderhandelingen rond moeten zijn.

Een mysterie waarom het adembenemende Scheps nog niet de bescherming verkreeg die het verdient...

 


n Historiek

Scheps is de bakermat van Balen: Toen Balen rond ± 800 nog niet bestond, was ‘Scheps’ reeds een enclave waar een kerk stond en een kasteel dat door de Noormannen werd vernietigd. Later kwam daar een pastorij bij.

In de jaren 1000 tot 1700 teisterden roverbendes die rechtstreeks door Frankrijk gestuurd werden onze regio.

Frankrijk en Engeland waren aartsvijanden in deze periode en stonden op voet van oorlog: Beide landen vochten hun zogenaamde 'honderdjarige oorlog' uit, die in realiteit meer dan driehonderd jaar duurde.

Wat Frankrijk niet zinde, was dat Vlaanderen goede betrekkingen met Engeland onderhield. Ondermeer importeerde Vlaanderen wol uit Engeland voor de textielnijverheid.

Een situatie waar Frankrijk grip op probeerde te krijgen via plunderingen door hun roversbendes. Later volgden officiële Franse delegaties die bescherming tegen deze bendes aanboden, in ruil tegen annexatie van onze regio bij Frankrijk...

Deze roversbendes, hongersnood, wolvenplagen en ziektes zorgden in de Kempische streek voor armoede en ellende. Maar het Scheps bleef nog vrij leefbaar door de moerassige afgelegenheid en het harde labeur van de bewoners in deze vruchtbare delta.

Aangezien een centraal gezag ontbrak, moesten leefgemeenschappen zichzelf toendertijd maar beschermen tegen de roversbenden: Er werden ‘schansen’ gemaakt ter bescherming tegen de roversbenden. Dit waren hoger gelegen plaatsen met een wal die tot twee meter hoog kon zijn, en een sloot er rondom. Iedereen keek er op toe dat eerlijkheid stand hield op straf van zware boete.

Voorposten alarmeerden in geval van nood, zodat iedereen zich met zijn belangrijkste bezittingen kon 'verschansen', zich op de schansen veilig kon stellen. Dit gebeurde ook in het Scheps: Restanten van de schans van Scheps zijn nog zichtbaar op luchtfoto's. In het totaal kende Balen zo'n twaalftal schansen.


n Ethymologie

In 1267 wordt Scheps voor het eerst vermeld toen Nicolaes van Olmen de "curia de Sceps" aan de abdij van Averbode schonk.

Hij schonk toen een "hof" ( grote boerderij uitgebaat door een pachter, enkele stukken grond met een huisje van min of meer vrije boeren en percelen grond waarop cijns moest betaald worden aan de heer of de abdij).

Nicolaas van Olmen had het goed zelf van de abdij van Munsterbilzen.

Latere vermeldingen komen voor in Latijnse documenten van de abdij van Averbode b.v. in 1304 toen men het goed "Scapis" noemde.

Scheps kan ook de naam zijn van een vroegere eigenaar van het hof (er zijn nu nog veel mensen die Scheps heten), of verwijzen naar de ligging van het goed.

Als we in verwante talen gaan kijken dan vinden we in het engels skep, dat betekent "gevlochten korf of mand".

En in het Duits bestaan er uitdrukkingen als "scheef en scheps" (Ned. schots en scheef) en "zich scheps lachen" (ned. zich krom lachen?).

Scheps kan dus ook staan voor "kromming", naar de bocht die de Grote Nete in de buurt van Scheps(-kapelletje) maakt.

Ofwel is de benaming onstaan zoals beschreven onder 'Flora/pitrus':

De naam Scheps kan afgeleid kan zijn van het Engelse "skep", wat gevlochten mand betekent.

Best mogelijk, gezien onze vroegere sterke economische banden met Engeland, de aanwezigheid van Engelsen (en Fransen) in onze contreien tijdens de honderdjarige oorlog, en vooral vanwege al dat pitriet in onze moerassen, dat ongetwijfeld voor het weven van manden gebruikt werd!

Rodrik Steverlynck

Met uitdrukkelijke dank aan Frans Jennen van de Olmense Vereniging voor Heemkunde en Geschiedenis!


n Reeën

In verband met de reeën uit één van onderstaande artikeltjes vernam ik dat De Most een eigen populatie reeën heeft, net zoals het Scheps een eigen reeënpopulatie heeft.

Ook Gerheserheide heeft een eigen reeënpopulatie (11 stuks), die je kan opmerken in de Gerheserbossen.

Ook op de aansluitende akker- en weilanden van de Grote Heide kan u reeën opmerken. In het bijzonder in de middelste van de drie vijverclusters die tussen Gerheserheide en Schoorheide gelegen zijn: De Asbeekse Watertuinen, een domein waar de rust en de bescherming van de reeënpopulatie gewaarborgd wordt. 

Vier dicht bij elkaar gelegen natuur- en landbouwgebieden met vier aparte reeënpopulaties dus. Maar er heerst zeker geen hermetische scheiding tussen die verschillende groepen: Eenmaal de jonge reeën volwassen zijn, worden ze verdreven uit de groep en het natuurgebied waar de ouderdieren toe behoren.

Deze verstotelingen komen zo in populaties van de aangrenzende natuurgebieden terecht. Die 'verhuizingen' zijn uiteraard enkel bevorderlijk voor de genetische diversiteit.

Rodrik Steverlynck
Dank aan Rescue Wildlife Heusden-Zolder voor de foto van de ree! Zie voor website bij de links.


n Salamanders

De Vinpootsalamander en Alpenwatersalamander komen gebiedsdekkend voor in Scheps.

De Kamsalamander niet. Deze doet het in heel Vlaanderen niet goed en is niet voor niets een sterk beschermde soort.

Meestal zijn de populaties vernietigd door vissen. Kamsalamanders en vissen gaan niet samen. De larven van de Kamsalamander jagen in de waterkolom terwijl de larven van de overige salamanders op de bodem jagen, dikwijls tussen wtareplanten, of in ondiepe plassen zonder vissen opgroeien.

Larven die onbeschut in open water rondzwemmen, zijn uiteraard veel kwetsbaarder voor vissen. Zeker met exotische vissen zoals Amerikaanse Zonnebaars, de Aziatische Blauwband Grondel en de Amerikaanse Hondsvis.

Andere oorzaken zijn de verzuring, chemische vervuiling en het feit dat zij diepe, helderen poelen nodig hebben voor de voortplanting en deze verdwijnen door verlanding. Door toegenomen vermesting tenslotte ontstaan in veel poelen te veel algen waardoor de helderheid vermindert.

Het is al bij al dus een klein mirakel dat er rond Leopoldsburg nog twee plaatsen zijn waar de Kamsalamander voorkomt.

Rodrik Steverlynck
Met dank aan Gijs Damen!


n Anti-kikkerkanaal beschermt Scheps

Kikkers die de oversteek van natuurgebied Griesbroek naar Scheps willen maken, stoten op het kanaal tussen Straalmolen/Griesbroek en Scheps.

Dit kanaal vormt een onoverkomelijke barrière: Overzwemmende kikkers verdrinken allemaal. Tragisch voor onze streekeigen amfibieën.

Dit verhaal heeft echter een positief kantje ook: In Vlaanderen zijn er momenteel vier reproductieve populaties brulkikkers bekend. Eén ervan bevindt zich in vijvers in de vallei van de Grote Nete tussen Balen-Hulsen en Westerlo.

In juni 2007 haalde de brulkikkerplaag in het Griesbroek de media.

Het dodelijke 'anti-kikkerkanaal' is gelukkig ook moordend voor deze exotische kikker, zodat Scheps gevrijwaard blijft van een invasie van deze ongewenste gast.

Ongewenst omdat de brulkikker namelijk regelrechte ravages aanricht onder onze 'eigen' amfibieën en hun habitat inpalmt...

Bovendien kent deze kikker geen natuurlijke vijanden in ons land:

Zijn huid smaakt zo slecht, dat de kikker meestal ongedeerd weer wordt uitgespuwd als bijvoorbeeld een vos of reiger al een poging onderneemt een brulkikker op te eten...

Rodrik Steverlynck mei 2008

Met dank aan Robert Jooris en het ANB.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vollemaan-Wandelzoektocht

Grote Heide nodigt u van harte uit voor een nachtelijke wandelzoektocht.

Een avontuurlijk gebeuren dat bijgelicht wordt door een volle maan, als de wolken een beetje willen meewerken...

Plaats van afspraak is het einde van de Grote Heideweg nabij de Asbeek in Olmen, en dit op zaterdag 27 oktober, om 20 uur.

In kleine groepjes met een wegbeschrijving van een zestal kilometer dwalen we doorheen het Hams en Balens natuurschoon van Gerheserheide en Scheps.

Als u een emailadres opgeeft, dan wordt u een uitnodiging met plannetje en wegbeschrijving in pdf-formaat doorgemaild.

Deelname aan deze activiteit is, zoals gewoonlijk, gratis.

Meer dan welkom!

Rodrik Steverlynck
Oktober 2007


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grote Heide

Hier is ze dan: de beloofde ochtendwandeling in landschap Grote Heide, in de vorm van een foto-verslag.

Vreemd genoeg stelt gemeente Balen aangaande dit landschap, of de straatnaam Grote Heideweg, ik wil het even kwijt zijn, dat er een nieuwe naam gekozen dient te worden, aangezien "de naam Grote Heide niet meer strookt met de invulling van het terrein".

Wat kan het nieuwe voorstel zijn? Grote Weide? Dat zou ik ook nog zien zitten...

Alleen blijf ik met de vraag zitten: Als de naam Grote Heide moet verdwijnen, wat moet er dan gebeuren met straatnamen als Heistraat, Schoorheide, Heidehuizen, Hamsehoeven, Gorishoeven, Ploegstraat, Schootse Heide, Klaashoevenweg, Heivoort, Veldstraat, Heikestraat... ?

Moet Gerheserheide, dat aan de Grote Heide grenst, dan ook maar herdoopt worden?

En de benamingen van de rivieren Heiloop en Hoefkensloop zijn dan ook dringend aan vervanging toe.

Al deze namen klinken mijns inziens perfect in ons waardevol agrarisch landschap, wat zo staat landschap Grote Heide ingekleurd op de waarderingskaarten.

Geschiedkundig bekeken speelt de Grote Heide een veel te grote rol voor Olmen om deze naam zomaar te schrappen. Historisch gezien is Olmen steeds erg nauw met de Grote Heide verbonden geweest: Olmen ontstond aan de rand van de Grote Heide, die zich over een groot gedeelte van Noord-Limburg uitstrekte.

Op oude landkaarten kreeg deze regio reeds de naam Grande Bruyère of Grote Heide mee: de Franse geograaf Nicolas Le Fer legde dit gebied rond 1700 op kaart vast. Dorpen die aan de rand van de heide lagen, waren Olmen, Balen, Lommel, Eksel, Hechtel, Helchteren, Houthalen, Koersel en Heppen. Leopoldsburg bestond toen nog niet. Als men vanuit Olmen richting Hechtel ging, was die heide zo'n twintig kilometer breed.

Aan de Nete en haar bijriviertjes (de Asbeek, de Heiloop, de Overheidsloop, de Luikse Beek, de Hanske Selsloop,...) vonden boeren een geschikte plek voor het aanleggen van hun akkers en weiden.

De boerderijen werden halfhoog tussen de beken en de heibergen die in het centrum van Olmen lagen. Rond Olmen liep een weg die deze boerderijen verbond.

Hier en daar verdichtten de boerderijen zich en ontstonden gehuchten zoals Hamsehoeven, Germeer, Gerheide, Gervoort, Heivoort, Stotert, Bukenberg, Straal en Zandvliet.

Ook vóór het ontstaan van deze gehuchten moet Olmen een rijke voorgeschiedenis hebben gehad, wat blijkt uit de vondst van een stenen bijl en een bronzen teugelring van een kar in de Broekstraat, en de restanten van een Romeinse villa op Straal.

De Grote Heide kende een bloeiende schapenteelt in de veertiende en vijftiende eeuw.

Dit verklaart de grote kerktoren van Olmen, voor zo een klein dorp. "De rijke Kempische torens werden op schapenmest gebouwd", zegt men terecht.

De schapen zochten hun voedsel op de Grote Heide. De wol werd ter plaatse verwerkt en verkocht aan kleine textielcentra in Mol en Geel.

Vanaf de zestiende eeuw verdwenen de grote schapenkudden in Olmen geleidelijk aan.

Toen telde Olmen nog twintig schapenkudden, die beetje bij beetje vervangen werden door kuddes runderen.
Olmens ligging bij de Nete en haar kleine bijrivieren voldeed prima voor de aanleg van graasweiden en hooilanden voor de runderen.

De boeren wonnen op hun akkers koren, boekweit, haver en gerst. De granen werden gemalen in de watermolens van Straal en Hoolst. Later kwamen er twee windmolens bij op Bukenberg.

Hennep of Kemp werd gezaaid na de winterrogge. Zowel het zaad als de stengels werden gebruikt. Uit het zaad plette men de kempolie. Kempkoek werd als voedsel aan de dieren gegeven. Door het schillen van de stengels kreeg men linten die tot touwen of 'zelen' verwerkt werden.

Hooi was ook belangrijk voor het boerenbedrijf: De boeren hadden het nodig voor de voeding van de dieren. Ook hooispurrie, rapen en oliehoudende planten werden voor het vee geteeld.

Uit de zaden van de oliehoudende planten werd smout gewonnen in de watermolens en in de negentiende eeuw in de manège-molen in de Schoolstraat.

Het afval werd als raapkoek aan het vee gevoederd.

Vanaf 1759 kwam er de aardappelteelt bij, die zich snel ontwikkelde als belangrijk voedingsmiddel voor het gezin.

Tot de twintigste eeuw was het overgrote deel van Olmens bevolking landbouwer, of werzaam in een sector die de landbouw ondersteunde zoals hoefsmeden en smeden voor landbouwalaam. De smeden installeerden zich in het centrum van Olmen, zoals de smeden Smis, Dillen, Jennen, Wuyts, Vliegen, Vandervloet, Boelaers, Van Meensel en Willems.

Er waren maar weinig bakkers in Olmen. De meeste mensen bakten zelf hun brood.

Pas vanaf de negentiende eeuw vestigden bakkers zich in Olmen, zoals bakkers Schrijvers, Raus, Cuyvers, Van Krunkelsven, Jennen en Geys.

Lange tijd was Olmen een heerlijkheid. Een plaatselijke heer bezat in de Middeleeuwen zo goed als alles in Olmen. De eerste heer die we bij naam kennen, was Nicolaes van Olmen.

Zijn pachter runde een grote omwalde hoeve in de vallei van de Nete, waar nu de straat "De Lei" ligt. Hij en zijn voorgangers hadden ook de rechten op alle grond. Hij stelde geleidelijk aan zijn gronden ter beschikking van boeren als cijnsgoed of leengoed.

Olmens geschiedenis is duidelijk onlosmakelijk verbonden met de Grote Heide.

Het zou dan ook onvergeeflijk zijn de benaming 'Grote Heide' te gaan schrappen...

Rodrik Steverlynck  Sept. 2007

Bron:
"25 jaar speuren naar de geschiedenis van Olmen" uitgegeven door de Olmense Vereniging voor Heemkunde en Geschiedenis.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Wijers


Vandaag nog eens de provinciegrens met Limburg overgestoken om te kijken hoe ze het daar met Regionale Landschappen doen. De keuze viel op natuurreservaat De Wijers. Hier leeft een onopvallende jongen die niet vies is van moeras, rietkragen en waterpartijen: de roerdomp!

Je hoort hem sneller dan je hem ziet, vanwege zijn teruggetrokken leefwijze in rietkragen. Het geluid wordt doorgaans omschreven als de klank van iemand die over een lege fles blaast. Mij doet het geluid wat denken aan de claxons in voetbalstadia. In Scheps zal u deze vreemde roep niet horen: de waterpartijen en rietkragen zijn daar niet groot genoeg naar zijn zin.


In De Luysen komt deze speciale reiger wél voor, zoals u eerder kon lezen op dit blog. Maar erover lezen is natuurlijk nog altijd niet hetzelfde als er eentje zíen: In de uitgestrekte wetlands van De Wijers werd de roerdomp in zijn vlucht door natuurfotograaf Staf De Prince pas pakkend vastgelegd! Dank voor de foto, Staf!

Deze 700 hectare water en riet zijn een schoolvoorbeeld van grensoverschrijdende samenwerking: Het reservaat loopt over de gemeentegrenzen van Zonhoven, Hasselt, Genk, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren. Een partnerschap tussen deze gemeenten, Provincie Limburg, de Vlaamse Overheid en talloze lokale partners leidde tot bescherming van het gebied, dat valt onder het Regionaal Landschap Lage Kempen.

Naast de roerdomp herbergt deze omgeving ook de visarend en de boomkikker als vermeldenswaardige bewoners!

De 1.175 vijvers van dit natuurgebied nodigen zeker uit tot een wandelmiddag, waarbij vooral de totale stilte u zal opvallen. Op heerlijke natuurgeluiden na dan, zoals de energieke kikker-concerten die u er dezer dagen kan bijwonen. Of de soundmix van de vele zangvogels.

Of de claxon van de roerdomp...

Rodrik Steverlynck zondag 27 april '08
Met dank aan Staf De Prince:  http://www.belgiandigital.be

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Griezel en Charmeur

De bovenste bijgevoegde griezel, het mannetje van de schorpioenvlieg, ziet er verschrikkelijk uit!

Toch is hij een ongevaarlijke charmeur, die weet hoe vrouwen aan te pakken!

Zijn versiertrucje lijkt zelfs sterk op wat mensen presteren: Hij biedt het wijfje een maaltijd aan. Hij legt een druppeltje voedsel op een blad dichtbij het wijfje.

In wat er dan volgt, verschilt de strategie van de schorpioenvlieg licht van de menselijke strategie:

Terwijl het vrouwtje van het druppeltje voedsel eet, paart het mannetje met haar. Voor veel mensen zou dat iets te snel zijn.

Als de paring voorbij is, neemt het mannetje wat overblijft van de maaltijd terug mee, op weg naar een volgend vrouwtje. Iets wat je als 'mensenman' toch beter niet probeert...

De angel is ongevaarlijk en dient slechts om het wijfje mee vast te nemen tijdens de paring. In hoeverre u dit als man met uw vrouw moet proberen, laat ik liever aan uw eigen voorkeur en inschattingsvermogen over...

De onderste foto toont mevrouw griezel.

Mevrouw heeft geen angel, maar ziet er toch ook niet bepaald gezellig uit...

Rodrik Steverlynck

Met dank aan Gijs Damen voor deze mooie fotografie!

Deze schorpioenvliegen werden gefotografeerd in Scheps.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over reggae en spinnen...

Nóg een diertje dat zijn voordeel doet met het warmer wordende klimaat, en zijn naam dankt aan tijgerstrepen: de tijgerspin.

 

Een vijftal jaar geleden merkte ik het diertje in België voor het eerst op toen ik mijn ogen opende in mijn tentje op ‘Reggae Geel’: daar hing ze, pal boven mijn gezicht, in de nok van de tent.

“Een kleurige, exotische spin, per ongeluk meegereisd met al even kleurige exotische muzikanten.”, dacht ik toen.

 

Maar ik merkte deze ‘reggae-spin’ later ook op andere plaatsen op, en nu vind ik jaarlijks meerdere tijgerspinnen in struikjes in mijn eigen tuin. Deze spin, die oorspronkelijk enkel rond de Middellands Zee aangetroffen werd, installeert zich nu ook in noordelijkere streken zoals de onze.

Aan het web alleen al zie je zó dat je met een tijgerspin te maken hebt: van ongeveer in het centrum van het web loopt een zig-zag-draadje naar beneden toe. 
 

Het web hangt vrij laag boven de grond, want deze spin heeft een voorkeur voor sprinhanen. Ik heb de sabelsprinkhaan, die al een aantal dagen een meter hoger dan de spin in een spur-struik zat te tsjirpen, maar alvast gewaarschuwd.

 

Een overbodige waarschuwing, denk ik: sabelsprinkhanen houden zich doorgaans hoger dan de tijgerspin op.
 

Of wespspin, zoals ze ook genoemd wordt. Ook weer vanwege die strepen. Het toeval wilde dat er op het moment van de foto ook een wesp mooi ingesponnen in het web hing, klaar om als vieruurtje te dienen. De sabelsprinkhaan is van het levenseinde van die wesp misschien toch geschrokken: ik heb hem sindsdien niet meer gehoord of gezien in die struik...

Rodrik Steverlynck   
3 september '07


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwammen over water


Zomer, terrasjes…

 

Ik schrijf erover in een niet echt zonnige periode.

 

Maar ook (regen-)water is natuurlijk interessant genoeg om over te schrijven.

En onmisbaar voor elk levend organisme. Sommige zeedieren bestaan voor 97% uit water. De mens bestaat voor 66% uit water.

Maar water is zelfs voor onze kleinste organismen onmisbaar. Zoals ook voor het Kleverig Koraalzwammetje:

 

Een mooie, fluo-oranje zwam die op rottend naaldhout leeft.
 

Bij zonnig, droog weer verschrompelt het zwammetje tot een hard klompje, en wacht zo op vochtiger tijden.

En in nattere periodes steekt de zwam weer zijn vier tot acht centimeter lange ‘gewei’ in de lucht.

 

Ook voor grotere organismen als de mens, en in grotere volumes, is water puur genot: zo worden onze landschappen gevoed én getekend door beekjes, stromen, vijvers,…

 

Maar teveel is, ook in het geval van water, teveel.

 

Dan eindigen we met water in onze kelders, zoals in West-Vlaanderen kort geleden het geval was.

Enkel een argument meer om onze natuur- en waterbegingsgebieden naar waarde te schatten en te koesteren.

 

Gebieden zoals de vallei van de Grote Nete, met haar moerassen van Scheps bijvoorbeeld…


Rodrik Steverlynck   
23 augustus '07


  • Red De Rust
  • Marien Ecologisch Centrum
  • Vogelbescherming Vlaanderen vzw
  • Activiteitenkalender Landschap vzw
  • Kemp vzw - begrazingsprojecten
  • Natuurgrenspark "De Groote Heide"

                                               Valk 50! Een verhaal met een staartje...

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

               Grote Heide Natuurgrenspark 6000 hectare groot  6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    HET KLEINE BEGIN...
     
    Deel 2: Lucht en leven aan land 6
    Met dank aan de KMDA / Zoo van Antwerpen, Frans Desfossés 
    en Jankees Schwiebbe


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    HET KLEINE BEGIN...
     
    Deel 1: Leven en licht in zee 6

    Met dank aan de KMDA / Zoo van Antwerpen, WWF-België, Frans Desfossés (Vereniging Onderwijs i/d Biologie), S. Button en Roman Cuynen.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    In Consciences voetsporen...  
    25 maart: Ankona organiseert een begeleid bezoek achter de schermen van de Zoo van Antwerpen / KMDA
    6


    Foto

    Foto

    Heidelandschap in historisch winterkleed...
    de Grote Heide, Olmen-Balen, 9 januari 2009
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Lichte steentjes...
    Een Belgische klimaatwet, in navolging van de 'Climate Change Bill'?  
    6


    Foto

    Foto

    Hartverwarmend  6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Eco & Eco International  6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Liefde langs de waterkant...
    Herfstpinnen (Meta Segmentata) en Tengere Pantserjuffer (Lestes Virens)
    aan het ven 'Tus' in Gerheserheide.  
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    'Wild Olmen'? 6


    Foto

    'Kameleon-Spin'
    Viervlekwielwebspin in Gerheserheide  
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Sperwers en spalken...
    Purperreiger, Sperwers en Purperkoet in VOC Heusden-Zolder, aug.'08
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Levendbarende Lichtpuntjes
    Jonge Levendbarende Hagedissen, Scheps 11 augustus '08
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Nationale Feestdag  6


    Foto

    Netevalleipad en Zammelsbroek
    Wandeling 7,5 km. Start aan Sportcentrum Netevallei, Eindhoutseweg in Geel-Oosterlo  
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Fladder-gasten
    Gewone Dwergvleermuis  
    6


    Foto

    Foto

    Vaste stamgasten...
    Bruine Kikker 2 juni '08
    6


    Foto

    Foto

    Over eregasten en koningen...
    Ijsvogel in Scheps' moeras  30 mei '08
    6


    Foto

    Onhandig eco-ambassadeurtje
    Grote Heide Olmen 18 mei '08  
    6


    Foto

    Oude landwegel 'Verloren Kost' heropend in Grote Heide
    Olmen 16 mei '08  
    6


    Foto

    Foto

    Natuurreservaat Scheps
    Weidepad en Moeraspad 
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Grote Heide 
    (Ochtendwandeling Olmen, 8 juli '07)  
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    De Wijers
    Regionaal Landschap Lage Kempen
    in Zonhoven, Hasselt, Genk, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren
     
    6


    Foto

    Foto

    Foto

    Griezel en Charmeur
    Foto: "Schorpioenvlieg in het Scheps" © Gijs Damen (
    gijs.damen@scarlet.be) 6


    Foto

    Foto

    Over reggae en spinnen 6


    Foto

    Foto

    Zwammen over water 6


    Foto

    Foto

    Rupsen en terrasjes
    ( Rups doodshoofdvlinder: juli '07, Bree / Rups ligusterpijlstaart: augustus '05, Olmen) 
    6


    Foto

    Foto

    Domein 'De Merode' (Westerlo-Herselt-Laakdal) 6


    Foto

    Foto

    Foto

    De Most   Balen 6


    Foto

    Foto

    Foto

    Langven ( Ham, provincie Limburg, 31 juli '07) 6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Gerheserheide  (met het ven "Den Tus")  6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Scheps  (Olmen, 7 juli '07)  6


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    WANDELPADEN SCHEPS

    Dankzij de bewegwijzering met paaltjes, kan u tegenwoordig ook individueel gaan wandelen in het Scheps. Het moeraspad is 5 kilometer lang, het weidepad 7 kilometer.

    Plaatsen waar deze bewegwijzering start, zijn:

    l de kruising van de Broekstraat met de Heiloopstraat                      l de Odradastraat   l de Halflochtdijk   l de Zillendijk (Het Pick Nick Eilandje ligt op 50 meter van de Zillendijk)   l Bruine Kolk

    Voor fietsers: de route tussen de fietsknooppunten 31, 32, 33 en 39 lopen doorheen of langs Scheps.


    Rodrik Steverlynck


    Interessante Links :
  • Koninklijke Vereniging voor Natuur- en Stedenschoon
  • Natuurpunt
  • Bond Beter Leefmilieu
  • Interuniversitair Centrum voor Wetgeving
  • vzw Atlantis: rondvaarten natte Kempen
  • INBO, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
  • Kempense Meren
  • Velt vzw
  • vzw Kempens Landschap
  • Antwerpse Koepel voor Natuurstudie

  • Asbeek Natuurcentrum
  • Gezinsbond Olmen
  • Google: Routebeschrijvingen
  • Rooiveld, lawaai der Kempen
  • Plantentuin Universiteit Gent
  • Wildlife Rescue H - Z
  • Tandem
  • De Vijver Vraagbaak ( forum over tuinvijvers )
  • Heemkundige kring Olmen
  • Agentschap voor Natuur en Bos

    Startpagina !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs