Gisteren lag ik op tijd in mijn bed en om 7h20 was ik deze
morgen al wakker. De laatste dag fietsen. Ik neem mij voor om het vandaag op t
gemakske te doen en te genieten van wat er komt. Wanneer ik om 10 uur langs de
oever van de Donau fiets is het al behoorlijk warm. Veel drinken is de
boodschap. Enkele kilometers verder gaat het mooie fietspad lang de Donau over
in een brede zandweg. Volgens het kaartje moet ik hier op de weg gaan fietsen,
maar de zandweg lijkt goed berijdbaar en dus neem ik die. Veel kan er niet mis
gaan, want de weg blijft ook de Donau volgen. Een kilometer of twee gaat het
best goed. Dan wordt het pad smaller en ligt er veel vuil aan de kanten. De weg
ligt steeds hoger boven mij en het pad stopt plots in de Donau. Ik fiets 500
meter terug. Daar is een klein padje omhoog. Ik duw mijn fiets naar boven, haal
de achterste tassen er af, zet hem over de vangrail en hang alles terug op zijn
plaats. Ook dit was dus niet voor herhaling vatbaar.
Na 25 km moest ik een veerbootje nemen. Ik ga kijken wanneer
het vaart. Ieder uur. En het is net tien minuten weg. Dus ga ik op de hoek iets
drinken en een taartje eten. Ik vind het niet echt lekker, maar eet het rustig
op. Wanneer het bootje aankomt stap ik op. Wanneer het tijd is om te vertrekken
blijft de schipper rustig op zijn stoeltje zitten. Vijf minuten later stopt 200
meter verder de autobus aan de straat. 2 oude mensen slenteren naar het bootje.
Hadden zij een uur geleden aangekomen, dan was ik met de vorige boot over
geweest. Nu duurt het gewoon wat langer.
Maar de weg op het eilandje loont de moeite. Het alternatief
was een drukke weg met 7 tunnels. 20 km later brengt een veerbootje mij terug
naar de oever. En dat gaat veel vlotter.
Ik blijf de weg op mijn GPS volgen. Soms is het een mooi
asfaltpadje, dan weer een heel slecht asfaltpadje en op sommige plaatsen een
slechte zandweg. En dan duikt plots het begin van de stad op. En even later,
aan de andere kant van de Donau, het prachtige parlementsgebouw. Op dat moment
komt het besef dat de reis alweer bijna gedaan is.
Eventjes later kom ik twee mensen tegen. De man is een Duitser
en de vrouw een Nederlandse. Ze vertellen mij dat de camping een beetje verder
is. We maken eventjes een praatje. Zij zijn van Wenen naar hier gefietst en
fietsen langs de andere Donauzijde terug. Ik ga verder op zoek naar een hotel.
Wanneer ik voorbij het Mercure hotel fiets ga ik toch maar eens vragen of zij
nog plaats hebben en wat het kost. Ik boek gelijk voor twee nachten en het er
een kwartiertje later al veel spijt van. Da kamer is wel mooi, maar het stinkt
hier vreselijk. Ik wil het raam open zetten, maar dat kan hier niet. In de
winkel ben ik luchtverfrisser gaan kopen, maar zelfs na drie keer flink met de
spuitbus rond gaan stinkt het hier nog. Dit vind ik niet zo leuk. Ik heb het
met mijn zus ook eens voorgehad dat we een hotelkamer hadden waar het vreselijk
stonk, maar de hotelbediende rook niets. Daar vrees ik hier ook voor. Anders verhuur
je die kamer toch niet.
Ach, binnen 48 uurtjes slaap ik terug in mijn eigen bed.
Zoiets als een hotel met 6 sterren. Onbetaalbare luxe!
De wellness van het hotel had gisteren deugd gedaan, maar
het koelkastje in de kamer iets minder. Dat bleef gans de tijd draaien. Ik heb
dus geslapen met stopjes in mij oren en was deze morgen nog vóór de wekker wakker.
Het ontbijt smaakte me. Om 10h45 zat ik terug op mijn fiets. De route was nog
even bijkomstig. Ik wilde eerst nog eens terug naar het trainingscenter. Langs
het meertje reed ik helemaal tot achteraan het hek en langs de straatkant
fietste ik terug. Aan de straatkant kon ik de looppiste zien waar er mensen aan
het trainen waren. Daarna kwam ik aan de hoofdingang, deed mijn fiets op slot
en ging binnen. In de hal hingen fotos van turners met medailles om hun nek.
Waar ze de meisjes hier halen weet ik niet, maar de receptioniste was alweer
een erg knappe verschijning. Ik vertelde haar dat ik een sterk vermoeden had
dat ik hier 15 jaar geleden komen trainen ben. Zij antwoorde dat het mogelijk
was en dat ik binnen eens mocht rondkijken als ik daar zin in had. Daar zeg ik
geen nee tegen. Er waren een aantal zaken die ik dadelijk herkende zoals de
deur naar de eetzaal en de ingang van de grote sporthal. Ik was nu 100% zeker
dat dit de plaats is waar wij komen trainen zijn. Mijn dag kon al niet meer
kapot. Terug aan de receptie stond de receptioniste naar mijn fiets te kijken. Ze
mocht van mij op t stoeleke zitten als ze meewou. 18 jaar geleden zou ik het
haar ongegeneerd gevraagd hebben. Spijtig genoeg is daar veel verandering
ingekomen.
Mijn weg ging verder. Ondertussen was het al middag. Via
mijn GPS was ik zo terug op het juiste pad. Een pad dat vandaag behoorlijk
omhoog ging. En wanneer ik dan eindelijk mocht afdalen moest ik erg hard remmen
omdat de weg daar erbarmelijk slecht lag. Het stond al beschreven in het boekje
met opletten voor de kuilen in de weg en dat was zacht uitgedrukt. Buiten
kuilen lag er ook veel grint op het pad. En als ik mijn remmen even loste zat
ik zo aan 45 km/h zonder een trap te geven. Het duurde dan ook niet lang of ik
kon terug beginnen trappen, op weg naar de volgende helling.Uiteindelijk vond ik het helemaal niet zo
erg. De mooie uitzichten maakten veel goed.
Om 15h30 kwam ik aan in Esztergom. Mijn drinken was op en
dus ben ik eerst een terrasje gaan doen en daarna pas op zoek gegaan naar een
slaapplaats. Hard heb ik niet moeten zoeken met dank aan het meisje dat achter
de toog stond. Vandaag is het een klein gezellig hotelletje. Op een geweldig
mooie kerk na, valt er ook in dit stadje niet veel te bekijken. Dat zal morgen
wel iets anders zijn. Dan moet ik nog 80 km fietsen en kom ik aan in Boedapest.
Binnenplaats van het hotel van het trainingscenter in Tata.
Gisteren avond heb ik dus nog de route voor vandaag en
morgen uitgetekend en op mijn GPS gezet. Het werd alweer half twee. Gelukkig
was het vandaag niet te ver. Er stond een dikke 70 km op de teller wanneer ik
mijn fietske in de kelder van het hotel zette. Het verschil met gisteren was
vooral dat het niet meer plat ging. Er zaten al enkele leuke klimmetjes tussen.
En morgen wordt het nog veel erger. Ik heb al in mijn boekje gezien dat er een
stukje van 2 km aan 7 à 9 % bijzit. Bij dit weer wordt dat een hele opgave. Het
stukje dat ik morgen wil doen is ongeveer 55 km. Als ik daarna nog verder wil
fietsen zou het terug vlak moeten zijn. Maar dan wordt het wel terug wind op
kop.
Ieder jaar dat ik fiets komt er één gedachte terug. Meestal
duurt het maar één dag en dit jaar was dat vandaag. Ik zou graag eens een half
jaar loopbaanonderbreking willen nemen en met de motor een toertje rond de
wereld maken. Vanuit Portugal zoals Columbus overvaren naar America. (daar zit
probleem nr.1. Ik heb het zo niet met boten) Dan America en Canada door, in het
noorden naar Rusland. In Rusland richting China. Dan een vreedzaam gebied
zoeken om aan de zwarte zee te geraken en van daar de limes terug naar huis. Ik
zit dan uren op die fiets te denken hoe ik dat ga regelen met de lening van mijn
huis, financiering van de brandstof en overnachtingen, loopbaanonderbreking,
noem het maar op. Het passeert allemaal de revue. En uiteindelijk schiet ik het na een paar uur
naar de maan omdat ik denk dat het financieel niet gaat lukken en vooral omdat
ik veel te veel stress zou hebben om zo ver weg te gaan. Nochtans zou volgend
jaar van april tot oktober de beste periode kunnen zijn in mijn leven om zoiets
te doen. In januari ga ik terug naar een ploeg, maar ik weet nog niet de welke.
Dus is het ook niet zo moeilijk om op voorhand te zeggen wat er in het
verschiet ligt en dat ze dus met de verlofregeling niet in de problemen komen.
Misschien blijft het idee deze keer wel een beetje rijpen. We zullen wel zien.
Verder gebeurde er vandaag alweer iets heel vreemds. Ik had
eergisteren al verteld dat ik 15 jaar geleden naar Hongarije geweest ben om te
komen trainen. Weet ik veel waar dat was? Ik zat in de bus en die heeft ons
ergens afgezet.
Wel, ik kom hier in dit stadje aan, fietsend lans een
onwaarschijnlijk mooie locatie. Een waterburchtje dat tegen een groot meer ligt.
Ik vind het prachtig. Net als die honderden andere mensen die hier rondlopen.
Na enkele fotos fiets ik verder, in de veronderstelling dat er een mooi stadje
komt. Na 2 km zoem ik uit op mijn GPS en zie dat ik de stad al voorbij ben. Ik
kijk eens in het boekje naar de hotels en één van de 2 hotels uit het boekje
staat ook op de GPS. Voilà, een stukje terug kom ik voorbij het hotel. Alles
donker. Duidelijk gesloten. Een ander hotel op de GPS brengt mij naar hotel
Kristaly. Ik sta voor de deur en denk dit kanik niet betalen. Toch ga ik uit nieuwsgierigheid binnen. 81 euro inclusief
ontbijt, gratis gebruik van de wellness en ik kan de fiets parkeren in de
garage. De knappe receptioniste kijkt mij aan. Ik zie haar denken dat ik dit
veel te duur vind. Ik hoef niet te denken. Gisteren betaalde ik 90 euro om in
de Ibis de mogen blijven. Moet je maar eens verder surfen hoe dit hotel
eruitziet. Alweer pal achterover dus.
Na een heerlijke douche wil ik toch wel eens zien hoe dit
stadje eruitziet. Wel, er is hier een groot meer, een klein meer, een burchtje
en een mooie, aan de buitenkant te renoveren, kerk. Meer heb ik niet gevonden.
Alhoewel! Ik vraag aan dezelfde receptioniste een kaartje van de stad en vraag
haar waar het centrum zich zoal bevindt. Ze duidt aan waar we zijn en zet een
cirkel rond het vermeende centrum. En ik ga op stap. Normaal lukt mij dat
heel goed. Maar het lot Brengt mij vandaag erg in de war. Ik loop 180 graden in
de verkeerde richting. En aangezien er aan de twee kanten van de straat een meer
is, valt het niet direct op. Tot ik opmerk dat dit meertje toch niet dat grote
meer is dat ik daarnet had gezien. Ik neem mijn kaartje en ontdek mijn fout. De
weg ligt enkele 100 meters van waar ik sta. En als ik die over ben kom ik terug
aan het grote meer. Ik kijk eens rond. Naar de weg kan ik niet, want er staat
een enorm hek aan die kant. Plots krijg ik een vreemd gevoel. Deze plek die ken
ik. Het kan niet, en toch is het zo. Ik wandel terug en blijf het hek volgen.
Steeds raak ik meer en meer zeker van mijn stuk. Ik blijf naast het hek
wandelen, van het meertje weg en kom bij een poort met aan beide zijden een
stenen muurtje. Ik ga eens tot aan de slagboom. Plots staat er een rare man bij
mij. Het enige niet-Hongaase woord dat hij kent is trainingcenter. Ik heb het
daarnet opgezocht op het internet. Tatai Edzötábor. De infrastructuur kan ik
mij nog perfect herinneren. Het blijkt dat hier Hongaren zich komen voorbereiden
op de olympische spelen. Volgens de receptioniste mogen de mensen die hier
wonen geen gebruik maken van deze infrastructuur. Het doet mij toch iets.
Verkeerd lopen en vinden wat je nooit verwacht had te vinden. De speld uit de
hooiberg die je zelf komt prikken. Er stond echter geen stenen muur rond. Die staat
alleen aan het poortje. Maar het hek dat rond dit domein staat is ook niet om
even over te springen. Nostalgie die ik ga meenemen tot in Boedapest. Daar zijn
we toen op daguitstap geweest. Samen met een andere turnvereniging. Die zelfde
zomer ben ik ook de eerste keer op fietsvakantie geweest. Ik was hier achter de
trampoline gesprongen en had een barst in mijn hielbeen. Het moest van de
dokter in het gips en ik moest zes weken rusten. Ik heb dat geweigerd, want ik
zou en moest gaan fietsen in Ierland. Die eerste week heb ik zwaar afgezien. Ik
kon mijn twee compagnons niet volgen. Na een bezoekje bij de apotheek en de
befaamde fluorescerende pilletjes hadden we ruzie want toen konden zij niet
meer volgen. Ja, Tim. Ik hoop dat jij vrijdag de piloot bent van mijn
terugvlucht. Ik zou het zo leuk vinden. (Tim en Wim waren mijn compagnons in
Ierland).
Trouwens, Gert, als je mijn blog leest. Van harte een
gelukkige verjaardag.
Gisterenavond deed ik een minder prettige ontdekking. Vanaf
Bratislava heb ik niet de Limes route op de GPS staan, maar eurovélo 6. Die
fietst aan de andere kant van de Donau en blijft dus een stuk langer in
Slovakije. Twijfel alom. Van eurovélo 6 heb ik echter geen boekje bij met de route-
beschrijving in. Bovendien zie ik ook nergens een stadje op een haalbare afstand
om een hotel te vinden. De kans dat een hotelletje in een klein dorpje op
zondag gesloten is blijft voor mij reëel en daarom wil ik dit liever niet
proberen. Dus ben ik gisteren avond in alle haast begonnen om de route tot Györ
te tekenen op mapsource. En deze morgen heb ik die dan in mijn GPS gezet, want
daar had ik gisteren om 1h30 geen zin meer in. Straks ga ik die voor morgen
uittekenen en op de GPS zetten. Ik weet dus nog wat te doen vanavond.
Om iets vóór elf stond ik met al mijn spullen aan de uitgang
van het hotel deze morgen. De piccolo bracht mijn fiets tot voor de deur, hielp
alles dragen en hield mijn fiets vast tot alle tassen eraan hingen. Wat een
service. Ondertussen vertelde hij over zijn voettocht van St. jean-pied-de-Port
naar Santiago de Compostella en vertelde dat hij het geweldig vond dat ik die
reis met de fiets van thuis gemaakt had.
Nadat ik de brug over de Donau terug over was kreeg ik toch
een beetje stress. Hongarije? Ik heb er geen idee van wat ik er mij moet bij
voorstellen. Ik meen mij te herinneren dat de douanierser ongeveer 15 jaar geleden door de bus
wandelde om de mensen te tellen. Toen kwam ik met de turnvereniging naar hier
op stage. Dat was in een ommuurde sportinfrastructuur om U tegen te zeggen,
maar er werd toen gezegd dat het buiten de muren gevaarlijk was voor westerse
mensen om beroofd te worden.
Vandaag de dag ziet de grenspost er als volgt uit:
En de mensen geven je zeker niet de indruk dat ze zo
dadelijk uw fiets gaan stelen. (laat mij hopen dat ik hier niet moet op terug
komen). Daar moest ik dan zenuwen voor hebben.
Maar eerst viel er dus nog een dik uurtje te fietsen in
Slovakije. De wind en het zonnetje maakte er een beetje de hel van, maar het
uitzicht was werkelijk hemels. Een prachtig fietspad in de natuur en tientallen
inlineskatende engeltjes. De ene al wat eleganter dan de andere. Ja, wat was
het warm!
Op enkele plaatsen op het pad stond een stalletje waar je
iets te eten en te drinken kon krijgen. Aan het laatste vóór de grens heb ik de
eerste keer wat verfrissing gezocht. Daarna was het ook gelijk down to earth. Ik
moest afdraaien en fietste even later de grens over. Vanaf hier geen engeltjes
meer, maar beenharde realiteit. 35 graden en windkracht 4 van voor op het
gezicht. Muziek verzacht de zeden. En vandaag kon ik mijn i-pod goed gebruiken.
Soms voelt het aan alsof mijn lichaam het fieten helemaal overneemt en ik naar
buiten zit te kijken alsof in met de wagen rijd met wat muziek op. Andere
momenten weet je maar al te goed waarmee je bezig bent. Dan maakt de wind
zoveel lawaai om je oren de hij de muziek overstemt.
Op een kleine 20 km voor Györ ontmoet ik een Duitse
fietstoerist die onderweg is naar China. Hij wil daar tegen oktober zijn. Ik
mag gerust mee als ik wil. Hij stelt voor om een stukje samen te fietsen. Eigenlijk
was ik even moeten stoppen om de batterijtjes van mijn GPS te vervangen en nu
zit ik plots opgezadeld met een gepensioneerde Duitser. Na enkele kilometers
rijd hij, bij het passeren van een tegenligger, van het fietspad af. Ik stop om
te kijken of hij iets heeft. Nee, hij had alleen de tegenligger te laat zien
komen. Ik stel voor dat hij al doorrijd want ik wil een banaantje eten en iets
drinken. Ach, dan eet hij ook wel even een banaantje zeker! Als de banaan op is
zijn we terug weg. Het is nog 15 km tot Györ, altijd rechtdoor. Er staat
eindelijk nog eens wat begroeiing naast de weg en het fietst vlot. Althans toch
voor mij want mijn Duitse vriend heeft ergens moeten afhaken. Ik vind het
helemaal niet erg om mensen te ontmoeten onderweg en een gezellige babbel te
doen. Maar ik hou er echt niet van om afhankelijk te worden van zomaar
iedereen. Onderweg naar Santiago heb ik zo 2 mensen ontmoet waar het wel bij
klikte om een stukje samen te fietsen. Maar als je jezelf constant moet
inhouden of omkijken om te zien of die voor mij- vreemde persoon nog volgt,
dan hoeft het echt niet. Zijn instelling was ook heel anders dan de mijne.
Bratislava had hij niet gezien want dat hoekje kon hij inkorten. Ik had het
eigenlijk voor geen geld willen missen.
Györ is ook wel best een leuk stadje. Een volledig verkeersvrije
kern met een sfeervol pleintje in het midden.
Waar ik morgen ga landen weet ik nog helemaal niet. Dan is
het niet alleen vechten tegen de wind, maar gaat het ook nog omhoog. En het
wordt alweer heel warm. Dat belooft.
De catamaran die van Wenen naar Bratislava vaart in één uur
en 15 minuten.
Zonet om 21h00: Het is al donker. De thermometer geeft nog
steeds 29°C
aan. Ik wandel naar mijn hotel. Aan een kleine poort waar het oude gedeelte van
de stad begint stopt de ene taxi na de andere. Waar ze allemaal naartoe gaan is
mij een raadsel. Het zal er straks enorm druk worden. Er lopen hier
ongelofelijk mooie vrouwen rond. En ook erg gespierde mannen. Langs de ene kant
zou ik straks nog wel eens willen terug gaan, maar eigenlijk ben ik erg moe.
Stadspoort
Ik was deze morgen veel te vroeg wakker. Gisteren had ik het
raam open gezet en deze morgen om 7 uur waren de bouwvakkers aan de andere kant
van de straat al aan het werk. Tijdens het wakker worden heb ik dan alles
rustig ingepakt. Aan het ontbijt was het super druk. Uiteindelijk zat ik om 10
uur op mijn fietske. Het was al lekker warm. Na 400 meter draaide ik af naar
links en fietste los het groen in. Bijna 4 km over een perfect geasfalteerde
dreef, tussen de bossen, aan de rand van Wenen.
Joggers, fietsers, skeelerende mensen, mensen die met de
kleine achter de buggy joggen. Je kan het zo gek niet bedenken of het loopt
daar in grote getalen rond. Daarna moet ik naar links. Een stukje het water
over tot op een eiland in de Donau. Deze brug dient echter alleen voor de
metro. Ik vraag het aan een gehaaste dame en zij zegt dat ik Aspernstrasse
moet volgen. Dat betekend dus dat ik de metro moet nemen met de fiets. En hop,
ik ben niet de enige.
Aan de andere kant van de Donau ben ik eigenlijk al te ver.
Een klein stukje verder loopt er een leuk bruggetje tot op het eiland in de
Donau. Voilà. Ik zat terug waar ik moest zijn. Enkele kilometers later ga ik
terug een brug over naar de linker zijde van de Donau. Ook daar veel natuur!
Verdorie toch. Hier begint een kilometers lang naaktstrand waar geklede,
schaars geklede en ongeklede mensen vrolijk door elkaar lopen. Wat gaan we
doen vandaag schat? Ach, laat ons lekker wat gaan zonnen. Awel, ze waren
zeker niet alleen. Het lag daar vol. Het was dan ook best warm. Alles goed
insmeren was de boodschap. En dan bedoel ik wel ALLES hé.
Daarna fietste ik langs een indrukwekkende depot van Shell.
En waar die ophield fietste ik nationaalpark Donau Auen in. Over een oude verhoogde
spoorwegbedding, dwars door het natuurgebied.
Een blakende zon en weinig tegenwind. Wel erg warm, maar
heerlijk om te fietsen. Eens ik daar door was, moest ik geen 20 km meer tot
Bratislava. Het is de hoofdstad van Slovakije en dus niet van Slovenië zoals ik
gisteren had geschreven. De grenspost was verlaten en men betaald hier net
zoals bij ons in euro. De taal valt niet uit te spreken en nog minder te
verstaan, maar Engels of Duits verstaan de mensen hier nog wel. In Bratislava
toch.
Het prijsverschil tussen Bratislava en Wenen is ook enorm.
Voor een pizza en drinken betaalde ik hier 7,5 euro en vandaag leg ik 18 euro
bij om van Ibis in Wenen naar Crowne Plaza in Bratislava te gaan. En als je dan
naar het kwaliteitsverschil gaat kijken val je stijl achterover. Ja, ik ben
blij dat ik in Bratislava gestopt ben.
Gisteren avond nadat ik mijn verslag op de blog had gezet,
ben ik eventjes gaan kijken op het internet of ik nog twee dagen Wenen kon
boeken. Ja, maar niet onder de 450 euro. Anders waren het hotels die minstens
12 km van Wenen af lagen. Lichtjes ongerust kroop ik mijn bedje in. Maar bij
het ontwaken was mijn instelling enigszins veranderd. Als ik één nacht kan
blijven ben ik tevreden.
Om half één sta ik in het centrum van Wenen. Het eerste
hotel dat ik zie is het Novotel. Dus ga ik even vragen of zij nog een bed vrij
hebben. Hoera! Ik kan het hele weekeinde blijven aan 230 euro per nacht. Die
man had mij al eens goed bekeken, want hij begon direct vragen te stellen
zoals, waar fiets je naartoe en waar ben je vertrokken. Die schrok meer van
mijn antwoord als ik van zijn prijs. Meteen stelde hij voor om te informeren
naar een goedkoper hotel. Het leek mij geen slecht idee. In het Ibis was nog
een bed vrij voor maar 90 euro per nacht. Oké, die neem ik. Nog even wat uitleg
waar ik naartoe moet en hoe ik er best geraak en enkele minuten later sta ik
aan de receptie van het Ibis. Vandaag is er nog plaats, maar morgen niet. Het
was al lang geen teleurstelling meer. Ik vermoed dat de voetbal morgen er voor
iets tussen zit. Als ik het goed gezien heb speelt Wenen morgen thuis.
Maar niet getreurd. Om twee uur sta ik fris gewassen te popelen
om de stad te doorkruisen. En wees maar zeker dat ik best veel gezien heb. Er staan
meerdere bleinen onder mijn voeten en dan heb ik nog stukken met de metro
gedaan. Eén plaats wil ik eigenlijk nog wel doen en dat is kasteel Schönbrunn.
Dat ligt niet in de altstad en zelfs een heel eindje weg van waar ik op hotel
ben. Ook de fietsroute loopt er niet langs. Maar mijn metropasje kan ik morgen
voormiddag nog gebruiken en ik moet het hotel pas om 12 uur buiten zijn.
Misschien ga ik morgen wel eens snel kijken. Maar ik ga het mijzelf niet beloven.
Er moet ook nog gefietst worden.
Deze avond ben ik hier naar wat klassieke muziek gaan
luisteren. Iets kleinschaligs kamerorkest-achtig. Voor de pauze was het Mozart
en na de pauze Strauss. Het was best goed. Ik ben niet beginnen knikkebollen,
wat na zo een dag al een hele prestatie is wanneer ik dan op een stoeltje naar
wat muziek ga luisteren.
Het was iets voor tien uur gedaan. In de winkelstraat was
het erg druk. Alhoewel alle winkels al toe waren, leek het alsof het koopzondag
was. Allemaal slenterende mensen die doelloos rondwandelen.
Morgen hoop ik dus naar Pressburg (Bratislava) te fietsen. Daardoor
passeer ik eventjes door Slovenië. Al is het maar een klein stukje. Afhankelijk
van welke route ik neem wordt het 70 à 75 km. Ik denk dat ik best op tijd
vertrek. Kasteel Schönbrunn gaat niet lopen en dan heb ik een reden om nog eens
terug te komen. Want dat wil ik zeker ooit doen. Een weekeindje naar Wenen.
Maar dan niet alleen.
Stephansplatz
St. Peter kerk. Hier was om 15h een gratis concert op het
orgel. Ook best mooi.
Gisteren avond had ik maar een klein tafeltje op mijn kamer.
Ik was dus met mijn computer op mijn bed gaan zitten. Plots werd ik wakker. Om
2 uur. Met mijn kleren nog aan en mijn hoofd naast de computer. Omstreeks 22h30
is gewoon mijn lichtje uit gegaan.
Maar niet gevreesd. Vandaag kwam alweer de zon op en dat kon
ik ook zien door mijn kleine piepertjes deze morgen. Ik zat samen met een Duitser
aan de ontbijttafel die hier was voor zijn werk. Na een prettige conversatie
kwam ik om 9 uur terug op mijn kamer. Alweer al mijn spulletjes in de tassen
puzzelen en dan de fiets op. Net geen 10 uur. Dat viel nog mee. Nog even langs
de winkel om eten en hup, naar de mooie blauwe Donau. Het is echt mooi weer
vandaag, maar er staat en erg sterke wind en die komt uit een wel heel slechte
hoek. Pal op kop. Tot er ergens een bochtje in de Donau kwam. Dan was het eerder een beetje schuin van
voor. Dit kon je moeilijk nog een briesje noemen. On de Donau verschenen kleine
golfjes met hier en daar witte kopjes. Pijnlijk veel wind dus.
De eerste 26 km heb ik gereden in 2 uur. Toen kwam ik in
Melk. Ik had al meermaals gehoord dat de abdij zeker de moeite loonde om te
bezoeken. En ik kan dit alleen maar bevestigen. Als je hier met de fiets
voorbij komt zonder hier een bezoek te brengen, dan heb je echt wel iets
gemist. Het gebouw op zich is al indrukwekkend. Maar de kapel in de abdij is
echt adembenemend. Persoonlijk vind ik ze mooier dan de St. Pietersbasiliek in
Rome. Ja, dit is zeker één van de hoogtepunten op deze reis.
Daarna had ik het nog een tiental kilometer moeilijk. Op een
bepaald ogenblik zag ik te laat dat ik van de borduur ging rijden. Het enige
dat ik nog kon doen was hard aan mijn stuur trekken en met twee wieltjes tezamen
landen. Sindsdien piept mijn stuur en ik vind niet wat er juist aan scheelt.
Hopelijk breekt het één van de dagen niet af als ik omhoog aan het fietsen ben
in Hongarije.
Daarna begon mijn dieseltje op temperatuur te komen. Er kwam
ook meer begroeiing naast de Donau zodat ik niet altijd vol in de wind moest
rijden. Om half zeven heb ik Tulln bereikt. Nog doorrijden tot Wenen zat er
helaas niet meer in. Dat zal iets voor morgen zijn. Nog 40 km. En dan een dag
welverdiende rust.
Van Hongarije weet ik echt niet wat ik moet verwachten en
dat maakt mij wel een beetje onzeker. Ik spreek geen woord Hongaars en moet nog
eens uitvissen hoe ik de munt moet omrekenen naar euros. Ik zal morgen al maar
eens naar de bank gaan om wat geld af te halen, want zondag ga ik het nodig
hebben. Hopelijk ben ik dan in Bratislava.
Oké, er mocht dus niets misgaan. En zoals je ziet komt
Melk niet in de titel voor. Alweer zit een veerbootje er voor iets tussen. Om
10 uur was ik deze morgen weg. Wat voor mij nog best te doen is. Het weer was
goed en de route was aangenaam om te fietsen. Na 16 km buigt de hoofdroute af
over de stuwdam naar de andere kant van de Donau. Even later kom je dan in het
oudste stadje van Oostenrijk Enns. Ik volg als een trouwe hond mijn GPS die
mij naar de monding van de rivier Enns in de Donau brengt. Daar neem je dan
het veerbootje (ik had het gisteren gelezen en er helemaal niet meer aan
gedacht) dat vaart van mei tot september. Ben ik hier toch wel een week te
vroeg zeker. Er zat dus niets anders op dan terug tot het stadje te fietsen en een
andere uitweg te zoeken. Wanneer ik aan de volgende brug ben gekomen heb ik
echt wel veel tijd verloren. Wanneer ik stop aan de weg komt er een
vriendelijke Oostenrijker tot bij mij gefietst. Hij vraagt of hij kan helpen en
vertelt mij dat de weg langs deze kant van de Donau veel mooier is dan de kant
die mijn kaartje volgt. Zo ben ik dus aan de rechtse kant van de Donau blijven
fietsen. Of het mooier is weet ik niet, maar langer zeker wel. En dan had ik
nog heel veel wind op kop.
Iets voor Grein raak ik met een Oostenrijker aan de praat
die met zijn koersfietske aan het fietsen is. Letterlijk een fietske uit de
tijd van Eddy Merckx. Op een bepaald moment moet hij een brug over en gaat mijn
weg rechtdoor. We stoppen aan de brug en hij blijft maar praten. Ik had al
enkele keren gezegd dat ik verder moest, maar ik moest nog even luisteren naar
de grote toeren die hij al allemaal gefietst heeft in zijn leven. En ik moest
en zou volgens hem in Grein blijven slapen. Aldus werd Melk een onhaalbare
kaart. Maar Ybbs had ik hoe-dan-ook als mijn minimum aangestipt. Al moest ik doorfietsen
tot s morgens. Het was 18h15 wanneer ik hier aan kwam. Vandaag nog 26 km
verder fietsen leek mij gekkenwerk. Morgen komt er nog een dag. En dan wil ik
tot Tulln zodat ik er vrijdag nog 40 moet tot Wenen.
Sorry dat dit berichtje met vertraging op de blog komt. Maar
in dit hotelletje hebben ze spijtig genoeg geen internet.
Omdat ik het veerbootje naar Mauthausen niet kon nemen heb
ik het monument van het uitroeiingskamp gemist. Dat vind ik wel een beetje
spijtig.
Wachten op het veerbootje dat niet komt.
Een enige keer dat een glimp van de alpen te zien is.
Deze morgen liep de wekker af. Ik zette de snoeze-functie
uit en maakte de fout om mij nog eventjes om te draaien. Ik zat dus pas na
negen uur aan het ontbijt en stond pas om elf uur aan de receptie om mij uit te
checken. Ik had mij gekleed op een fris weertje en kon na tien minuten al
beginnen met iets uit te doen. En na een uur nog eens want ik had het veel te
warm.
Na 33 km staat er een splitsing aangegeven. De ene donau-radweg
gaat over de brug en de andere loopt
rechtdoor. Ik moest rechtdoor volgens de GPS, maar dan moest ik na 7 km een
veerbootje nemen over de Donau. Ik hou niet echt van bootjes en dus probeerde
ik het alternatief over de brug. Ik had in het boekje gelezen dat de beschreven
route niet altijd de echte Donau-radweg volgt en dus zag ik hier ook geen
probleem.
Het ging gestaag bergop, en na een tweetal kilometer stond
er een bord van wegenwerken. Aangezien er bij de fietsroute geen omleiding stond
aangegeven (wat anders wel het geval is) reed ik er gewoon door. Het viel mij
al op dat er echt niemand te zien was. En na nog eens 4 km omhoog en omlaag
kwam ik bij de wegenwerken aan. Ik mocht van een bouwvakker proberen om er door
te komen, maar dan moest ik mijn fiets wel enkele tientallen meters over de
grote rotsblokken heffen. Werkelijk, hier was geen doorkomen aan. De enige
oplossing was terug draaien en het veerbootje nemen. En dat bootje was eigenlijk
gewoon zalig. Dat stond sneller aan de andere kant dan ik het met de fiets kon.
Door de vertraging die ik opgelopen had wilde ik nog even
wachten met eten tot ik ongeveer 60 km gereden had. En iets voor drie was het
zover. De locatie was best te genieten. Vanaf het punt waar ik verkeerd gereden
was, kwamen er 40 prachtige kilometers aan. Bijna vergelijkbaar met de lange,
smalle fjorden in Noorwegen. Bijna zeg ik wel! Want de fjorden evenaren zou
erg moeilijk zijn. Maar het loonde zeker de moeite. Tijdens het eten heb ik
terug al mijn regenspullen aan gedaan. Ik zag de bui al een beetje komen. En
ja, 10 km verder is het echt beginnen regenen. En niet van die sappige regen
voor de sla hé. Nee, ijsregen! Het probleem was niet echt de regen, maar vooral
de koude. De eerste 20 km viel het nog best mee. Maar dan moest ik alweer een
veerbootje nemen en die stond nog aan de andere kant van de Donau. Autootjes
erop, overvaren, autootjes eraf, ik en nog autootjes er terug op. In het
wachthokje gaan zitten. En tegen dat we over waren had ik het berenkoud van
stil te zitten. Ik moest de batterijtjes van mijn GPS vervangen en kreeg hem
nog nauwelijks open. En dan zat ik nog super hard te prutsen om met mijn verkleumde
vingertjes die batterijtjes uit dat apparaat te halen. Ik moest nog 9 km langs
een drukke weg. Iedere vrachtwagen die voorbij kwam dreef een extra wolk vies
regenwater mijn richting uit. Om half zes kwam ik dan eindelijk aan in Linz.
Het toeristenbureau was net een half uurtje gesloten. Even op de GPS een
hotelletje uitpikken. Voilà! Even ernaartoe fietsen en dat was al enige tijd
buiten gebruik zo te zien. Geen receptie, alles donker en geen gordijnen aan de
ramen. Twee straten verder stop ik bij een drie sterren hotel. Oei, menheer!
Er is hier deze avond iets te doen (ik weet echt niet meer wat het was) en alle
hotels in de stad zijn volgeboekt. Fiets je richting Wenen?Euh, ja? Wel, als je wil zal ik even kijken
wat er verderop nog vrij is. Kijk, ik heb er nog één net buiten het centrum van
de stad, in het haventje. Het Siegenberger hotel. Het kost wel 95 euro per
nacht. Zal ik het voor je reserveren? Dan sta je daar, helemaal verkleumd van
de ijsregen. Zeg dan maar eens neen. Je zou goed gek zijn. Dus belde zij het
hotel, zei dat ik er binnen een half uurtje ging zijn en legde mij uit hoe ik
er kon geraken. En werkelijk. Een half uurtje later mocht ik na 112 km mijn fietsje
parkeren in de garage. De warme douche was heerlijk. En het eten peperduur.
Maar ik had geen zin meer om terug een half uur naar de stad te fietsen. Dus
nam ik een bord soep, een bord spaghetti, pannenkoeken met ijs en een grote
appelschorl voor maar liefst 28,5 euro. Sorry, maar hier vond ik een fooi echt
ongepast. Ik vond het eten wel lekker, maar als het op was moest ik iedere keer
een kwartier wachten voor dat ze mijn bord kwamen afruimen. Er liepen daar drie
obers rond voor minder dan 15 mensen. Dan is dit toch wel erg ongepast.
Voor de nabije toekomst wordt het weer beter. Het doel
morgen is terug 112 km naar Melk. Deze keer zonder ommetjes, want anders ga ik
mijn doelstelling niet halen. Ook dat zou geen ramp zijn, want ik lig nog
steeds twee dagen voor op mijn vooropgestelde schema. Misschien had ik er
vandaag beter één van gebruikt.
Toch wel een rare bedenking. Bij mijn aankomst in het hotel
bij de receptioniste die mijn huidig hotel heeft geregeld, zij die vrouw dat
het wel meeviel, want dat ik maar een half uurtje regen gehad had. Ze schrok
toen ik vertelde dat ik al twee uur door de regen had gefietst. Dus was ik
niet verkeerd gereden, of had ik mij vanmorgen niet nog eens omgedraaid wanneer
ik de wekker afzette, dan was ik vandaag niet nat geworden en was de toeristendienst
nog open geweest bij mijn aankomst in Linz.
Too sad.
Shit happens. Tomorrow is an other day and than well make things better.
Nog een laatste blik op Passau.
Dit is een prachtig, uit hout gekapt beeld van een
zeemeermin. Er staat echter nergens een naam bij van de beeldhouwer.
Om 10 uur stond mijn ezel alweer gepakt te wachten voor de
bakker. En wanneer de broodjes opgeborgen waren fietste ik nog een keer terug
voorbij het hotel de wijde wereld tegemoet. De meisjes die even daarvoor het
ontbijt en de receptie deden, stonden de ramen te lappen en lachte nog eens
vriendelijk wanneer ik hen passeerde. Het was nog berenkoud, maar de zon was al
aanwezig en dus probeerde ik toch om niet mijn jasje, maar de windstopper aan te
doen. Eventjes de koude verbijten om na een half uurtje blij te zijn dat ik het
op deze manier had gedaan.
Tegen de middag werd het ook echt aangenaam warm in het
zonnetje. En ook al had ik wind tegen, toch vlogen de kilometers voorbij. Op de
middag heb ik een croissantje en een banaan gegeten. En om 2 uur heb ik mij
neergeploft op een bankje met zicht over de Donau om mijn 4 keizerpistoleekes
op te eten. Tegen die tijd had ik er al 70 van de 98 opzitten. Ik hoefde mij
dus helemaal niet te haasten en het was daar goed in het zonnetje. En iets na
vijf uur had ik hier in Passau een leuk hotelletje. Zoals meestal deed de
douche weer erg veel deugd en terug opgefrist ben ik eens door de stad
gewandeld. Wanneer ik thuis vertrok wist ik niet welke schoenen ik moest
meenemen om s avonds aan te doen. Onder mijn fietsschoenen staan ijzertjes om
in mijn pedalen te klikken, en daar kan je best niet overal mee rondlopen. Dus
had ik het stof eens van een paar oude schoenen gedaan en die meegenomen. Toch
stonden die daar niet voor niets in dat hoekje stof te vangen en vandaag had ik
er echt genoeg van. Ik ben een nieuw paar schoenen gaan kopen en morgen blijven
de oude hier in het vuilbakje achter. Dat lijkt mij de beste plaats voor die
oude schoenen. En dan maar hopen dat ik de nieuwe snel gewoon wordt.
Voila, hier kan ik dan het gedeelte in Duitsland bijna
afsluiten. Morgen steek ik de grens over met Oostenrijk. Ik blijf er bij dat
Duitsland een prachtig land is. De mensen zijn er erg vriendelijk en de steden
op de Limes zijn vaak echte pareltjes. Ik heb 3 maal Italiaans gegeten en
voor de rest heb ik altijd echte Duitse restaurants opgezocht. Braadworst met
zuurkool heb ik er niet gegeten, maar er valt zeker nog wat anders te eten dat eigenlijk
wel lekker is. Dit land heeft mij twee jaar na elkaar aangenaam verrast. Als ik
echter één opmerking mag geven dan is het wel dat je hier best niet zelf je route
begint uit te tekenen, maar vasthoud aan de route die beschreven is. De
NRW-routeplanner is volgens mij niet gericht naar de lange-afstandsfietsers of
de gepensioneerde die zijn fietske eens mee naar de Moezel brengt. Zelfs als je
de alternatieve route uit het boekje van Clemens Sweerman zou volgen net na
Koblenz, zal dit zeker zwaar genoeg zijn.
En morgen begint dan de echte Donau-radweg. Spijtig genoeg
geven ze twee dagen slecht weer. Maar dat zien we morgen dan wel weer. Nu ga ik
mijn koppeke op mijn kussen leggen. Slaapwel.
Enkele sfeerbeelden van onderweg.
De Dom van Passau. Eén toren staat in de stelling dus heb ik
er maar strategisch een beeldje voor getrokken.
Pelgrimeren deden de mensen vroeger om verschillende reden.
Sommigen omdat ze het moesten, anderen deden het voor het avontuur en dan waren
er nog mensen die gewoon op zoek waren naar een beter leven. Een deel van hen
kwam terug als de duifjes, anderen stierven onderweg door ontbering of ziekte.
Maar er waren er ook een deel die zich thuis voelde ergens op hun pad en zich
elders vestigden. Wel, hier in Bayern zou ik het precies goed kunnen uithouden.
Vandaag heb ik hier een wandelingetje gemaakt en het voelt aan alsof ik thuis
door mijn huis loop. Wanneer ik de eerste keer naar mijn huis ging kijken, had
ik ook een speciaal gevoel. Dat huis was oud, met kleine kamertjes, het toilet
was een gat boven de beerput in de stal en een keuken of een badkamer was er
niet aanwezig. Water kon je nemen in de kelder of buiten en de elektriciteit
was beperkt tot één ballonnetje in iedere kamer met de kabels tegen de muur en
er dan over behangen. Tamara, mijn toenmalig vriendinnetje moest er niets van
weten. Maar ik voelde mij daar direct thuis. En nog voor ik het gekocht had, wist
ik al wel dat ik er hard in moest werken om het naar mijn zin te veranderen.
Tegenwoordig is thuis komen van waar dan ook een echte verademing. Ik voel mij
daar thuis en kom er ook tot rust. Hier, in Straubing, heb ik dat dus ook. Het
voelt aan alsof ik hier al eeuwen kom. En hoe raar het ook is, de fotos en tekeningen
die hier in het museum hangen laten zien dat het centrum hier er al eeuwen
hetzelfde uitziet. Toch vind ik hier nauwelijks verloederde huisje die er in
Italië en Spanje wel vaak zijn. Als er sprake is van een eeuwenoud kasteel, dan
haal ik mij direct zoiets als het kasteel van Horst voor de geest. Maar hier
ziet zo een kasteel met een ridderzaal er toch wel enigszins anders uit. Bij
ons wordt dat een monument en moet de gemeente ophoesten om de stenen op zijn
plaats te houden. Hier staat dat ten diensten van het volk of wonen daar gewoon
nog mensen in en wordt er ook nog zorg voor gedragen. Natuurlijk zijn er bij
ons ook gemeenten die dat goed doen zoals Westerlo, die het gemeentehuis
vestigen in één van hun kastelen. Maar als ik dat van Westmeerbeek bekijk begin
ik bijna te huilen. Een mooi kasteel met een prachtige tuin staat daar gewoon
weg te kwijnen.
Waar ik eigenlijk naartoe wil, is dat ik een echte rustdag
heb gehad. Ik heb gekeken naar de regen en heb mijn oogjes dan nog maar eens
toe gedaan. En na een frisse neus en lekker eten kan ik alweer een nachtje gaan
rusten. Morgen wil ik op tijd uit de veren (letterlijk en figuurlijk) want dan
fiets ik naar Passau. De laatste stad op Duits grondgebied. Daarna komt de
beroemde Donau-radweg die mij 321 km lang van Passau naar Wenen voert.
Het binnenplein van het plaatselijke kasteel dat een
onderdeel is van de stadsmuur.
Naast deze st. Petrusbasiliek uit 1180 staat een klein
kapelletje ter ere van Agnes Bernauer. Dit was een boerendochter die Hertog
Ernst von Bayern in 1435 als heks liet verdrinken omdat ze met zijn zoon wilde
trouwen. Later kreeg de Hertog wroeging en liet hier dus een kapelletje voor
haar bouwen. Dit jaar, op 21 oktober, zal Agnes Bernauer door de Paus Heilig
worden verklaard.
Ook het hotel waar ik slaap heeft een band met Agnes. De
gelagzaal is naar haar genoemd en de muurschildering rond het uitstekende raam is
gewijd aan haar. Het kasteel op de eerste foto is één van de plaatsen waar ze
de Zoon van de Hertog regelmatig ontmoete.
Amai, ik lag gisteren avond veel te laat in mijn bed. Ik
moest mij deze morgen dan ook erg haasten om tegen 11 uur het hotel uit te
zijn. Aan de fietsbroek van vandaag te zien blijkt de vorm ervan toch nog mee
te vallen. Ze zat een beetje strakker, maar mijn stem gaat er volgens mij nog
niet van naar omhoog. Voor de fleece die gisteren iets minder goed uit de was
is gekomen, heb ik vandaag gewoon een nieuwe gekocht. Een dunne die ik in mijn
vestje kan ritsen. Ja, Jack Wolfskin winkels vind je hier in het kleinste
stadje en naar mijn mening hebben ze daar echt wel leuke kleren.
Ik reed de stadsport uit om 11h30. Eén ding stond toen al
vast. Van de drie opties die ik gisteren had bleef er maar één meer over. Een
rustdag was het niet, want ik zat al op de fiets en 145 km fietsen als ik pas s
middags vertrokken ben, was ook uitgesloten. Het is dus een tochtje geworden
van net geen 60 km.
Tijdens de eerste 25 km had ik de wind in de rug. Die gingen
dan ook heel erg vlot. Op een kleine onenigheid na. Het was namelijk zo dat ik
gisteren gelezen had over de Walhalla tempel. Die ligt zo een 10 km buiten Regensburg
boven op de Bräuberg (t is maar 100 meter klimmen). Dan even uit het boekske:
deze tempel werd gebouwd tussen 1820 en 1842 in opdracht van koning Ludwig 1 von
Bayern ter ere van illustere Germaanse grootheden in zijn gebied, waarvan 126
bustes in de centrale hal bevinden waaronder: Bach, Beethoven, Kant, Mendel,
Gutenberg, Met zijn allen daarheen dus. Wanneer ik ter hoogte van de parking
kom zie ik een mobilhome terug draaien. Die moest wellicht te veel betalen om
zijn kar daar te mogen parkeren. Voor de parking liep een aarde weg naar links
omhoog die afgesloten was met een bareel. En daarop stond dat dit enkel voor de
brandweer was. Ik ben bij de brandweer( op het werk toch) en kon er met mijn
fiets nog vlot door. Na wat puffen en zweten kom ik dus aan het Walhalla aan.
Ik duw mijn fietsje over de structuur die gemaakt is voor rolstoelgebruikers en
wande met mijn fiets aan de hand tussen de enorme marmeren zuilen tot aan de
ingangN Daar plant ik mijn fiets neer en na het nemen van enkele mooie fotos
ga ik binnen. Moet je weten, gans de expositie is één grote hal met vooraan een
kioskje . Het viel mij al direct op dat ze er renovatiewerkzaamheden aan het
doen waren, want het stond daar vol met stellingen. Wanneer ik aan het kioskje
kom zit daar een madammeke dat mij gewoon direct terug de deur wijst. Ik heb
mijn fiets mee tot voor de deur gebracht en dat mag niet. Ik moet hem eerst
naar de parking gaan doen en mag dan pas binnen. Die parking is terug een heel
eind naar beneden en ik zie het voor geen geld zitten om mijn fiets daar
onbeheerd achter te laten. Ik vertel aan dat vrouwtje dat daarbuiten een
kapitaaltje staat van 3000 euro en dat ik het niet zie zitten om dat zo ver weg
te laten staan. Een fiets van 3000 euro bestaat niet! is haar antwoord. Op
die moment voel ik mijn bloed op temperatuur komen. Het is spijtig dat de
onwetendheid van zulke mensen me niet toelaten om deze tempel, zonder angst
voor gestolen goederen, te bezoeken. Maar je zal wel verstaan wat zij kon met
haar tempeltje! Tot twee uur heb ik gefietst op adrenaline. Zo begon ik uit te
rekenen of ik er niet te veel naast zat met mijn 3000 euro. Eerlijk, ik durf
het bedrag hier niet te vernoemen waar ik aan kom als ik alles bij elkaar tel
wat ik hier meesleep. Maar met 3000 euro fiets ik in mijn blootje, want dan heb
ik mijn kleren nog niet gerekend.
Ach ja, ook het adrenalinepijl zakte daarna. En tijdens het
eten droomde ik zover weg, dat ik nog niet meer wist op welke planeet ik
woonde. Een uur vloog voorbij als had ik geslapen. Weer op de fiets werd het
alsmaar bewolkter. 6 km vóór de meet ben ik gestopt om mijn regenkleren aan te
trekken. En wanneer de bui passeerde die ik had zien hangen, kon ik net gaan
schuilen onder een brug. Alweer droog gebleven dus. Hip hip Hoera! (dit is in
één keer ook voor mijn petekind Filip die vandaag 14 jaar is geworden.
Proficiat! De cadeau komt binnen 2 weken)
Wanneer ik de bewoonde wereld terug binnenkom in Straubing kom
ik voorbij een enorme fietsen en moto zaak. Ik stap daar binnen en ga eens vragen
aan de man van de herstellingsdienst of hij eens kan kijken naar mijn
versnellingsapparaat. Wanneer ik bergop moet of aan een licht optrek begint het
soms te kraken of slaathet over. Ik
weet dat dit wijst op een versleten ketting en dito tandwielen, maar met een
XT-groep en ketting mag dat volgens mij niet zover zijn na 3000 km. En toch.
Hij neemt zijn meetapparaatje en leest de afwijking af. Het vele bergop rijden
vorig jaar en dit jaar hebben duidelijk hun tol geëist. 80 euro is het verdict.
En waar ik thuis een paar uur aan lig te prullen doet hij op 25 minuten. En zo
kan ik al niet meer met mijn tuut(enkelvoud) op de baar gaan wanneer er nog
eens een heuveltje aankomt of wanneer ik eens stevig optrek aan een op groen
springend licht. Ook mijn drinkbussen irriteerde mij al gans de week. De dichtingen
lekken als een vergiet waardoor ik meer mors op mijn handen en kleren dan dat
ik door mijn keel krijg. Twee mooie nieuwe zijn nu mijn deel.
Ook dan was het leed nog niet helemaal geleden vandaag. Voor
mijn verjaardag had ik een mooie Oregon horloge gekregen met een hoogte meter
en een barometer. Wanneer ik in mijn hotelkamer kwam stond er plots niets meer
op. Ik dus na het douchen enkele winkels afgelopen om te vragen of ze er een
nieuwe batterij konden inzetten. Maar noppes hé! Heb ik van armoede maar een
nieuwe gekocht. Soms kan een bankkaart wonderen doen. En als ik thuis kom
waarschijnlijk een klein hartinfarct als ik naar mijn uittreksels kijk. Maar
dat zijn zorgen voor later. Iedere dag gewoon kijken naar wat de dag brengt en voor
morgen is dat met de pootjes omhoog kijken naar de regen. Rustdag dus!
Vrijdag 20 april 2012: Van Dietfurt naar Regensburg
Even kort samenvatten wat de dag zoal heeft gebracht. Deze
morgen hingen er zware wolken in de lucht. Maar voor het middageten hebben ze
zich goed gedragen. Waar ik fietste scheen zelfs vaak de zon tussen de donkere
wolken door. Tijdens de eerste 15 kilometer Fietste ik voorbij een aantal infoborden
die de toeristische dienst van de streek hier heeft neergezet met informatie
over de streek zoals: welke vissen er in de altmühl voorkomen, de uitgravingen
van het Main-donau kanaal, vondsten over volkeren die hier eeuwen geleden
leefde, enz.
Bij sommige van de infoborden heeft men dan ook een visueel
aspect getoond zoals een replica van hutten uit lang vervlogen tijden, of een
offercirkel uit de middeleeuwen. Er staat dan ook een praatpaal bij waar je kan
kiezen tussen duits of engels en dan vertelt die paal je een verhaal over het
item dat je op die moment ziet.
Ik vond het best leuk gemaakt en heb dan ook twee uur gedaan
over de eerste 18 km. Daarna heb ik een dik uur goed kunnen doorrijden en werd
het tijd om iets te eten. Tijdens het eten zag ik de donkere wolken steeds dreigender
op mij af komen. En de moment dat ik terug op mijn fiets wou springen begon het
effectief te druppelen. Ik had net tijd genoeg om mijn regenbroek en dito
handschoenen aan te trekken voor het echt begon door te regenen. Een uur heb ik
dan door de regen gereden en toen stopte het toch gelukkig terug. Maar de
paadjes uit boskiezel hadden op vele plaatsen hun hardheid verloren en trokken
mijn wielen precies meer aan dan ik gewoon ben. Pfff. Ik zal eens aan de
werkgever moeten vragen of hij niet een beetje asfalt wil sponseren om in
Duitsland de fietspaden te asfalteren. Ach nee, dat is ook geen goed idee. Op
de meeste plaatsen duwen de boomwortels het asfalt omhoog en dat is nog veel en
veel erger dan aangezogen worden door een paadje en een vuile uitrusting.
Om drie uur kwam ik in Regensburg aan. Twijfel alom Ik
vertrek dan met het voornemen om Na dik 70 km te stoppen in Regensburg en als
ik er dan ben vind ik het opeens te vroeg en te kort om nu al te stoppen. Op zo
een moment moet ik mijzelf dan erg overtuigen om toch te blijven. Wel, ik moest
kleren wassen en dat heeft mij toch enigszins overhaald. Bij de toeristische
dienst vertelde men mij dat het vanavond De lange nacht van de toeristische
informatie was, en ik kreeg een papiertje waarop stond wat er allemaal te
gebeuren viel. Leuk, leuk!
Wanneer ik mij gesetteld had in mijn hotelsuite heb ik de
was gesorteerd. In de wasserette was het een beetje zoeken hoe het er hier aan
toe ging, maar het was mij gelukt om het machine aan de praat te krijgen. Na een
uurtje lezen kon alles de droogkast in. Alweer een uur??? Dan ben ik tussendoor
maar iets gaan eten. Ik was terug wanneer de droogkast haar laatste zucht gaf,
trok ze open en schrok mij rot. Een vloek verliet ongewild mijn mond toen ik
voelde hoe warm mijn kleren waren. Allemaal synthetische kleren die handenvol
geld kosten. Een ruwe schatting brengt mij op 1500 euro voor de inhoud van deze
wasmachine. Mijn merinowollen T-shirt had ik er vergeten uit te halen na de was
en had nu een elektrisch lading waarmee je een lamp kon doen branden. En de
rits van één van de fleeces die ik mee had gewassen stond gloeiend heet en ging
alle richtingen uit. Al mijn fietsbroeken trekken in een vreemde richting. Maar
ik hoop dat die zich nog wel goed zullen zetten wanneer ik ze aandoe. Anders
wordt het hier wel een erg kostelijke grap.
Vanavond ben ik dan nog maar eens door de regen gelopen (met
een paraplu van het hotel) om eens te gaan kijken wat mij interesseerde van de
lange nacht der toeristische informatie van Regensburg. Ik ben naar een korte
rondleiding geweest van de folterkamer in het oude stadhuis. Dat ging over de
rechtspraak in de middeleeuwen en was best interessant. Maar de dongons in
Engeland en Schotland vind ik toch steeds spectaculairder. Al moet ik zeggen
dat de praatpaal deze voormiddag die vertelde over het offeren van weeskinderen
van 16 in de periode kort voor onze jaartelling, echt wel van zulk een lugubere
aard was dat ik mijn croissant terug weggestoken heb en gehouden heb voor de
middag.
Na de rondleiding stonden er twee gitaristen het beste van
zichzelf te geven en daarna was er een act met vuurspuwende mensen. Dat was
best een leuke afsluiter van de avond. Wat ik morgen ga doen weet ik helemaal
nog niet. Het is een dilemma tussen een korte fietstocht van 50 km, een lange
van 145 km of rusten. Misschien moet ik er eerst eens een nachtje over slapen.
De dagen gaan hier veeeeeeel te snel. En wanneer komt dat
goede weer nu eigenlijk!
Huisjes uit de bronstijd of zo.
Dit beeld wil ik ook wel in mijn tuin. Op een bepaalde
plaats reflecteert dit het geluid van het kletterende water dat ernaast naar
beneden stroomt. Echt ongelofelijk.
19 april 2012: van Weissenburg naar Dietfurt an der Altmühl
Deze morgen ben ik veel te laat vertrokken. Het was al 11
uur wanneer mijn Koga-ezeltje beladen was. Dan nog langs de bakker en om
bananen en zo was het al half twaalf wanneer ik Weissenburg in Bayern uit reed.
Het was nog steeds aardig koud, maar het zonnetje scheen wel en dat maakte het best
aangenaam fietsweer. Na een kilometer of zeven kwam ik voorbij de Europese Waterscheiding
tussen de Main en de Donau. Eigenlijk één van de vele waterscheidingen, maar
het is toch leuk om hier eens eventjes bij stil te staan. Op zo een punt staat
dan een bakje. Het water dat aan de ene kant uit het bakje loopt komt via de
Main en de Rijn na ongeveer 1000 km in de Noordzee terecht. Het water dat uit
de andere kant uit het bakje loopt, vloeit via de Altmühl en de Donau na meer
dan 2000 km de zwarte zee in. Aangezien ik daar op 425 meter boven de
zeespiegel sta, kan er dus geen sprake zijn van hoge watervallen in dit stuk
waterloop. In de Donau zal het hoogteverschil van het water dus gemiddeld
ongeveer 20cm zakken per kilometer. En die route ga ik vanaf hier volgen. Het
ziet er dus goed uit wat klimmen betreft! Ik rij alleen nog bergaf. Al is het
niet zo stijl dat ik er ook maar iets van ga voelen.
Verder was het vandaag gewoon aangenaam fietsen. Al gaat dat
vlakke fietsen niet overal zoals je het zou verwachten. Het fietspad loopt
immers niet steeds naast het water en regelmatig komt er nog een helling aan te
pas of komt de wind van voor in de open vlakte.
Wat ik ook wel iets leuk vind zijn de talrijke
overnachtingsterreinen voor kajakkers die in meerdere dagen de Altmühl afvaren.
Er zijn dan afstap steigertjes in het water voorzien en je kan er op een
terreintje uw tentje zetten, een vuurtje stoken en men heeft er toiletten
voorzien. Om te douchen zal je in het water moeten springen denk ik.
Op dit moment zit ik in gasthaus Zur Post in Dietfurt an
der Altmühl. Wie dit op een landkaart vindt heeft zeker niet de kaart van gans
Duitsland genomen. Misschien staat het op die van Bayern. Als ze erg gedetailleerd
is. Om negen uur kwam de waardin afrekenen en vlogen alle mensen die hier niet
overnachten buiten. Vijf minuten later was ook zij weg en brandde er geen enkel
licht meer in gans het hotel. Op de gang kwam ik nog één man tegen, maar dat
kon evengoed de klopgeest zijn die hier al enkele honderden jaren woont. Als
hij het vannacht maar rustig houd want ik zou graag uitgeslapen zijn om morgen
door de voorspelde regen naar Regensburg te fietsen. Dat is maar 70 km. En dan
hopen dat ik mijn kleren eens kan wassen in een wasserette.
Voilà, terug op het goede spoor. Ja, het verslag van
gisteren heb ik nog een beetje aangepast. Ik had in de trein mijn laptop op
mijn schoot staan en dan zag ik niet echt optimaal wat ik aan het typen was,
waardoor er toch wel enkele woorden en zinnen fout waren genoteerd. Hopelijk is
het nu een beetje verstaanbaar.
Deze morgen zat ik pas om 9 uur aan tafel. De misnoegde man
die mij gisteren binnenliet, liep daar nog wat in het rond, maar zijn nachtrust
had hem niet bepaald opgevrolijkt. Gelukkig was het zijn vrouw die het ontbijt
regelde. Ik heb eventjes moeten nadenken wat ik vandaag zou doen. Er waren
volgens mij drie keuzes. Ofwel ging ik met de trein terug naar Aschaffenburg, ofwel nam ik de trein naar Gunzenhausen, of ik
probeerde met de fiets in Tauberbischofsheim te geraken. Dat zou het punt op de
route zijn dat het dichtst bij de plaats lag waar ik mij bevond. Een dik uur in
de trein zitten om terug te staan waar ik gisteren vertrok zag ik niet zitten.
En een fietstochtje ondernemen zonder te weten hoe ik er kon komen leek mij ook
niet de beste optie in dit bijna Ardeense landschap. Laat staan dat ik langs
een B-weg in Duitsland zou moeten fietsen zonder te weten of er een fietspad
langs ligt, met het risico dat de mensen tegen 100 km/h langs je voorbij razen.
Nee, geen risico. Met de trein naar Gunzenhausen leek mij het beste idee. Maar
ik had geen haast en dus stond ik pas rond een uur of elf mijn ezeltje te
laden. Ik heb eerst wel eens nieuwe olie op de ketting gedaan. Hij kon wel een
vidancheke gebruiken.
Ergens gaan slapen waar ze mij gisteren niet wilde helpen
was ook zeker uitgesloten. Wanneer ik dus iets vóór twee uur uit de trein
stapte was het niet de bedoeling om direct een slaapplaats te gaan zoeken. Maar
mijn reserve voorraad bijvullen moest wel als eerste werk gebeuren. Je weet
maar nooit
Om half drie heb ik een boterhammetje gegeten en beslist dat
ik tot Weissenburg in Bayern zou fietsen. Echt op het gemakje, want ik moest
maar 25 km meer. Hier aangekomen ben ik naar het touristenkantoor geweest om
een slaapplaats te vragen en om vijf uur kon ik mijn aluminium ezeltje van zijn
last verlossen. Nadat ik lekker opgefrist was, heb ik dat eens een wandeling
door dit mooie, oude stadje gemaakt. De drukke toeristen hadden plaatsgemaakt
voor de rust die deze plaats uitstraalt. Dit stadje heeft nog een prachtige
omwalling waar je de ridders zo in kan terug plaatsen. De huisjes tegen de
stadswallen lijken authentiek te zijn en de modernere huizen binnen de
stadswallen lijken zo ontworpen te zijn dat ze het karakter van dit stadje niet
beïnvloeden. En achter zo een oude gevel schuilt dan een supertof hotelletje
met ruime, mooie kamers en een heerlijke douche waar je maar 55 euro moet
betalen voor een kamer met ontbijt.
Ik begin stilletjes aan het gevoel te krijgen dat die Limes
mij wel eens heel erg zouden kunnen boeien.
Langs hier ben ik Weissenburg in Bayern binnen gereden.
17 april 212 Limburg a.d. Lahn naar Aschaffenburg!
Dit verslag schrijf ik de 18de in de trein naar
Gunzenhausen. Hoe ik daartoe kom lees je iets verder wel. Ik denk dat de
problemen begonnen zijn met kamernummer 113. Ja Kamer 13 op de eerste
verdieping. Nochtans een prachtige kamer met een geweldig goed bed en ik heb
ook erg goed geslapen. s Morgens is het echt prachtig weer, maar bitter koud.
En dat is ook de ganse dag zo gebleven. Ik had de avond daarvoor al eens
gekeken naar de hoogteverschillen die ik alweer moest overwinnen en het leek op
het eerste gezicht minder dan de vorige rit. Maar nu kwam alles in de eerste
helft van de dag. Als ik in Frankfurt was, zou het ergste zeker voorbij zijn.
Ik dacht er dan ook aan om eventueel in Frankfurt te blijven wanneer het echt
te veel zou zijn. En het was ook echt te veel. Die hoogteverschillen zijn
namelijk niet het ergste. Meer dan de helft van de dag is een mountainbike parkoers
door het grote woud. Geen probleem met een aangepaste fiets. Maar met een
toerfiets, gepakt als een muilezel is dit echt niet zo simpel. Het resultaat
laat zich raden. Pas om half vier kwam ik aan in Frankfurt.
Ik was echt al behoorlijk leeg gereden. Maar deze stad gaf
mij energie om verder te gaan. Anders gezegd, ik zag het gewoon niet zitten om
in deze ontzettend grote en drukke stad naar een slaapplaats te gaan zoeken. En
maar gelukkig ook, want later op de dag heb ik vernomen dat er zeker geen bed
meer vrij zou zijn.
Het verdere stuk naar Aschaffenburg was ook heel bosrijk,
maar bijna plat. En dat deed deugd. In het bos is er nauwelijks wind en die
stond op alle open stukken die ik had gefietst behoorlijk in mijn gezicht te
blazen. Als dan de weg door het bos nog mooi is aangelegd met fijne,
hardgereden grindpaden is dat heerlijk fietsen. Op dit stuk ben ik regelmatig
gestopt om iets te eten en te drinken, zodat ik energie genoeg bleef houden om
het tot Aschaffenburg uit te houden. Na 118 km kwam ik om 19 uur in
Aschaffenburg aan. Ik heb daar ooit al eens geslapen op de heenreis naar
Oostenrijk en wist dat er in het centrum wel leuke hotels waren. Bij het eerste
hotel waar ik voorbij kwam hing een bordje aan de deur dat ze volgeboekt waren.
In het tweede hotel heb ik meer dan een uur gestaan. Die vriendelijke en behulpzame
receptionist heeft alle hotels afgebeld in een straal van 20 km rond
Aschaffenburg. Door een grote messe in Frankfurt waren alle hotels in de
buurt van Frankfurt volgeboekt. De man zij dat ik waarschijnlijk pas een kamer
kon vinden als ik nog meer dan 20 km verder zou fietsen. Ondertussen was het al
donker geworden en zag ik dit helemaal niet meer zitten. Ik heb dan beslist om
naar het station te fietsen en daar eens te kijken waar ik naartoe kon. Met
mijn mapje van de Limes fietsroute in de hand heb ik aan de infobalie
gevraagd of ik met de trein naar een ander dorp geraakte dat op mijn route lag.
Gunzenhausen was het eerste waar ik met de trein naartoe kon. Ik zou dan één
maal moeten overstappen in Würzburg en om 00h35 aankomen in Gunzenhausen. Ik heb
dan gebeld naar het enige hotel dat in mijn boekje onder Gunzenhousen stond,
maar die vrouw zag het niet zitten om wakker te blijven tot kwart voor één om
mij op te vangen. Het eerste pension dat ik belde uit het boekje bleek al
enkele jaren niet meer te bestaan en dus heb ik het opgegeven. Ik heb dan maar
een ticket naar Würzburg genomen in de hoop daar toch nog een bed te kunnen
vinden.
Het eerste hotel waar ik binnenging was dan wel prijs, maar
een vriendelijk ontvangst was er niet bij. De man was vergeten af te sluiten en
nu zat hij nog met mij opgescheept. Maar voor 50 euro mocht ik toch blijven.
Hoera! Het was al elf uur voorbij wanneer ik al mijn gerief op mijn kamer staan
had en kon genieten van een verademende douche. Iets gaan eten zat er niet meer
in, dus heb ik mijn noodrantsoen even aangesproken. Twee harde broodjes, een
stukje chocolade en een banaan. Die heb ik echter voor de helft moeten
wegwerpen door de overheersende zwarte kleur. Het was kwart vóór één wanneer ik
als een blok in slaap viel.
Oké, ik had geschat dat deze dag best lastig kon zijn. Maar
dit had ik echt niet zien aankomen.
Deze morgen wilde ik zeker goed op tijd vertrekken. Ik had
mij namelijk voorgenomen om tegen de middag vlak vóór Koblenz te zijn. Vanaf daar
heb ik zelf een alternatieve route uitgetekend via Limburg an der Lahn, door
Frankfurt naar Aschaffenburg door middel van een site om fietstochten uit te
tekenen in Nordrhein-Westfalen. Dat leek iets te zijn zoals onze knooppunten,
maar is in werkelijkheid erg slecht aangegeven en eigenlijk niet gemaakt voor
een gemiddelde vakantie-fietser. Dat heb ik vandaag aan den lijve ondervonden
Om de chronologie een beetje te respecteren zal ik beginnen
bij deze morgen. Ik was weldegelijk om 6h45 wakker en zat om 9h10 op de fiets.
Tot daar liep alles volgens plan. Rond 10h30 fiets ik voorbij een wandelaar met
een grote rugzak en een trekkarretje achter zich aan. Dus stop ik even om te
vragen waar die zoal naartoe wil gaan. Blijkt het een Hollander te zijn die het
in Nederland niet meer zag zitten. Hij
heeft in Servië een villa en nog enkele huisjes laten bouwen en wil daar een
bedrijfje oprichten dat bootjes maakt om deze dan in Nederland te verkopen. Om
al zijn zorgen even achter zich te laten stapt hij nu van Eindhoven naar nieuwe
thuis. Hij had gisteren echter 70 km afgelegd en zijn voeten deden erg veel
pijn. Ik denk dat ik ongeveer een uur met die man heb staan praten, met als
gevolg dat ik niet echt meer op mijn schema zat. Het was dan ook al 13h30
wanneer ik ging eten en toen had ik pas 55km gefietst en moest het dus allemaal
nog beginnen. Het platte stukje naast de Rijn was dan ongeveer gedaan en toen
begon het bergop te gaan.
In de voorbije twee jaar ben ik nooit van mijn fiets moeten
stappen omdat het te stijl was. Meermaals heb ik mij afgevraagd hoe stijl het
dan zou moeten zijn. Wel, vandaag weet ik het. Op het asfalt krijg ik het
wanneer ik op het kleinste verzet geen 6 km/h meer haal, in het bos op de
kiezeltjes moet ik stappen wanneer of mijn voorwiel wegschuift, of mijn
achterwiel patineert en op een stijl onverhard bospad ben ik al blij dat ik
mijn fiets tot boven geduwd krijg. Ja, ik heb er vandaag wel enkele keren
kunnen naast lopen. En dat ben ik helemaal niet gewoon. Als ik het goed gezien
heb op mijn GPS had ik vandaag iets meer dan 1000 hoogtemeters geklommen. Dat
leek mij veel meer dan ik eigenlijk in gedachten had. Ook waren er naar
schatting 20 kilometers bosweg bij. En een groot deel daarvan was bergop in
kiezeltjes. Echt, om kapot te gaan. Het was precies of ik ging mountainbiken
nadat ik eerst een toertje van 60 km had gedaan.
Al bij al, het loonde de moeite om langs hier te komen.
Limburg is echt wel een mooi stadje.
Nog eventjes genieten van de lunch.
Niet te doen!
Omhoog over de losse kiezeltjes in het bos.
Volgens de GPS is het naar hier. Een echt fietspad kon ik
het niet noemen.
Amai, hier was ik blijkbaar een beetje aan toe. Slapen als Doornroosje.
Weliswaar geen honderd jaar, maar twaalf uur is voor mij toch wel een unicum.
Meestal gebeurt dit alleen als ik ziek ben, en die toestand kan ik de komende
drie weken erg missen. Vooral niet aan denken!
Op mijn programma voor vandaag stond maar één item. Een
bezoek brengen aan het Beethovenhuis. Daarom wilde ik de rustdag ook absoluut
in Bonn. 1770 (°), 1827 (), zijn sympathie voor de ideeën van de verlichting en het
feit dat hij niet terug naar zijn geliefde Bonn kon komen door de bezetting van
de Fransen na de Franse revolutie in 1789, zal ik niet snel vergeten. Het leuke
aan deze reis is dat ik zijn enkele reis naar Wenen zowat overdoe. Ook Mozart
en Hayden en waarschijnlijk nog vele andere grootmeester hebben dit traject
ooit gedaan. Het is Hayden die, op doortocht van een reisje naar Engeland, Beethoven
uitnodigt om hem les te geven in Wenen. En daar werd hij echt wereldberoemd. Ik
kijk er al naar uit om daar te passeren.
Maar laat het niet te snel gaan. Morgen hoop ik tot Limburg
an der Lahn te fietsen. Ik heb al eens naar de weersverwachtingen gekeken en
morgen zou het iets beter kunnen worden. Woensdag wordt de slechtste dag van de
week en vanaf overmorgen zou ik de rest van de week tegen de wind in moeten
rijden. Ja, het weer lijkt mij dit jaar niet echt mee te willen zitten, maar
daar kan ik echt niets aan veranderen. Het is de kunst om van iedere dag het
beste te maken.
Daarnet, na het eten, heb ik nog een klein wandelingetje
gemaakt tot op de brug over de Rijn. En alweer viel het mij op dat er
ongelofelijk veel slotjes waren vastgemaakt aan de leuning van de brug. Vorig
jaar had ik dit ook al gezien in Heidelberg. Maar toen dacht ik dat dit een
plaatselijk gebruik was omdat de brug over de Main in Heidelberg zo een
romantiek uitstraalt. Maar het is dus blijkbaar een gebruik in Duitsland dat
mensen, wanneer ze huwen, een slotje laten maken met hun namen en de trouwdag
op en dit bevestigen aan een brug over het water. Ik vind het een geweldig
idee. Als het ooit aan mij is doe ik het gegarandeerd ook! Ooit dus
Een van de bruggen over de Rijn in het grote Bonn. Als je
goed kijkt zie je de slotjes hangen.
Voor hen die minder goed zien zal ik even inzoemen. Echt scherp
is hij niet. Maar geloof mij, ik zou erg blij zijn wanneer mijn links oog zo
scherp kon kijken. Momenteel moet ik er niet aan denken om deze tekst met mijn
links oog na te lezen.
Vandaag heb ik 94 km gefietst. En het ging alweer behoorlijk
bergop en bergaf. Wanneer ik deze morgen naar het ontbijt wandelde in het Mercure
hotel, had ik eens door de krant gebladerd op zoek naar het weerbericht. Max.
13 graden, bewolkt met enkele buien en soms een beetje zonneschijn. Die buien
heb ik regelmatig zien hangen. Het bleef bij mij maar tot enkele druppels tot
vanavond wanneer ik na het eten enkele honderden meters van het hotel
verwijderd was. Toen viel er wel wat uit. Maar de rest van de dag wisselde de
wolken en de zon elkaar regelmatig af. De gevoelstemperatuur wisselt dan wel
sterk. En daardoor heb ik regelmatig van kleren moeten wisselen.
Over de tocht zelf valt niet zo veel te vertellen. Hier en
daar was het wel langs druk bereden wegen, maar over het algemeen vond ik het
wel aangenaam mooi. Twee maal ben ik aangesproken geweest door benieuwde Duitsers
die vroegen van waar ik kwam en waar ik naartoe ging. Dat vind ik wel leuk,
maar ze vergeten soms precies dat mijn moedertaal geen Duits is, waardoor ik
het soms moeilijk heb om hen volledig te verstaan.
Net zoals de twee vorige dagen had ik voor vandaag en morgen
op voorhand een hotel geboekt. Viel dat tegen wanneer ik hier aankwam. Vandaag
is het een piepklein, basiceenpersoonskamertje
in een enigszins verouderd hotelletje. Mijn fiets kunnen ze nergens zetten, dus
die staat nu beneden in de gang. Maar ja, het kan niet iedere dag Mercure hotel
zijn hé.
Nu ga ik van mijn welverdiende rust genieten. En morgen
wandel ik eens naar het Beethovenhuis en door de stad. Wat moet een mens anders
zoal doen op zij rustdag.
De eerste 136 km zit er alweer op. Oorspronkelijk had ik gedacht
om in één dag van thuis naar Aken te rijden. Na de rit van vandaag ben ik erg
blij dat ik het in twee heb gesplitst. Tot Maastricht was het best rustig
rijden. Het stuk in Hasselt was best leuk en daarna is het grotendeels fietsen
langs het Albert kanaal. Ze waren daar wel op twee plaatsen aan het werken.
Voor de eerste werken was er een omleiding voorzien, Maar tegen Lanaken waren
ze ook aan het werken en kon ik helemaal niet door. Daar gaan ze vannacht een
brug opblazen. Ik heb dan een ommetje gemaakt, maar daar waren ze dan weer met
graafmachines en bulldozers aan het werken. Het gevolg was dat de weg een
enorme modderpoel was geworden. Slijk tot aan de velgen van mijn fietske. Mijn
wielen zagen er niet uit en de rest van mijn fiets is ook niet echt proper meer
te noemen. Het heeft daarna wel enkele keren wat gedruppeld, maar dat was lang
niet voldoende om de slijkklonters van mijn fietske te spoelen.
En dan kwam ik in Maastricht. Hoog tijd om iets te eten. Ik
stop aan een taverne en bestel pannenkoeken met suiker. En wat had meneer op
zijn pannenkoek gewenst? Gevolgd door een opsomming van allerlei hartige
voedingswaren die ik niet direct associeer met een hartige pannenkoek. De vraag
overviel meeen beetje en dus zei ik :
Doe maar spek. Dat leek mij het meest normaleingrediënt uit haar lijstje. En zo zat ik dus op een terrasje in
Maastricht met een smoothie van ananas en aardbei en een pannenkoek met spek en
bloemsuiker. Wat een combinatie.
Maar het was welgekomen. Want na het eten volgde er een
tochtje door een glooiend landschap. Om het even te situeren. Het ligt tussen
Voeren en Landgraaf en heeft dezelfde eigenschappen. Heel erg mooi, maar veel
bergop. Het was dan ook al voorbij vijf uur wanneer ik voor mijn hotel stond.
Ik denk dat mijn gereden gemiddelde vandaag maar een dikke 16 km/h was. Maar ik
ben er geraakt zonder veel regen en zonder noemenswaardige problemen.
Aken is best wel een leuk stadje. Toch gaat de rit morgen
weer verder. Tot Bonn zou het ongeveer 100 km moeten zijn. En het hoogteverschil
dat ik morgen moet klimmen is ongeveer het dubbele van vandaag. Daarbij geven
ze bewolkt weer en max. 12 graden. Op tijd vertrekken en alles rustig aan doen
is de boodschap. En dan is zondag de rustdag welgekomen.