Latijnse thematische bloemlezing
Latijn lezen aan de hand van het continuum
Ga terug
  • naar lijst met teksten en onderwerpen
  • 18-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel II / Caput 18 Liefde en verlangen 8

    18. "Vrijheidsliefde"

    18.1. Overwinning en verovering impliceren nederlaag en onderdrukking aan de kant van de verliezende partij. De vrijheidsliefde is nochtans een zo sterk ontwikkelde drang bij de mens, dat de heerser bestendig op zijn hoede moet zijn, wil hij niet hetzelfde lot ondergaan als zijn slachtoffer. De Romeinen hebben dat vaak ervaren, zowel in de veroverde gebieden als in eigen land, waar ze zich lieten dienen door een slavenbevolking. Dat ook deze mensen de vrijheid lief was, bewijzen opstanden als die van het jaar 73 v. C., waarbij de Thracische gladiator Spartacus een leger van naar schatting 90.000 slaven wist samen te stellen en de Romeinen enkele verschrikkelijke klappen toebracht. De opstand werd in 71 door Crassus neergeslagen. De naam Spartacus werd echter spoedig een legende en als symbool van verzet tegen tyranniek gezag vereerd.





















    18.2. Het Communisme interpreteerde de Spartacus-opstand, waarvan Karl Marx (1818-1883) een pseudo-historische reconstructie samenstelde, als een voorbeeld van het verzet van de proletarische arbeidersklasse tegen de kapitalistische dwingelandij. Men moet de belangstelling van kunstenaars in de voormalige Sovjet-Unie voor het Spartacus-thema in dat kader zien. Zo werd het gebruikt door de beroemde componist A. Chatsjatoerian (1903-1978) voor het libretto van zijn ballet "Spartacus", dat in 1954 werd gecreëerd :



    18.3. De Amerikaan Howard Fast (1914-2003) verwerkte die opstand tot een historische roman "Spartacus" (1952), waaruit hieronder een paar fragmenten volgen :

    Toen waren hun voorbereidingen in de gladiatorenkazerne snel getroffen. Zij namen de messen van de dode drilmeesters en uit de keuken haalden ze alles wat als wapen kon dienen : hakmessen, braadspitten, grote vorken, stampers, vooral deze laatste, die gebruikt werden om graan fijn te stampen voor de pap en waarvan er minstens twintig waren, stevige houten stokken met een zwaar blok eraan, die zowel als knots konden worden gebruikt als om ermee te gooien. Tot het brandhout toe pakten ze mee en, bij gebrek aan iets anders, beenderen;  en potdeksels bij wijze van schild. Elk had een wapen, hoe dan ook, en toen, met de vrouwen als achterhoede, smeten ze de zware deuren open en trokken naar buiten om aan te vallen. De slaven, die werkten op de glooiende velden in de omgeving van de school, merkend dat er iets ongehoords en geweldigs gaande was, kwamen toegelopen en stonden in groepjes hier en daar toe te kijken en toen Spartacus hen zag, werd hem in al zijn eenvoud volkomen duidelijk wat hem nu en in de toekomst te doen stond. Hij riep David bij zich en gaf hem een order, waarop de Jood zich snel naar de slaven begaf. Spartacus had zich niet vergist : David kwam terug met driekwart van hen. Zij kwamen op een draf aanhollen, groetten de gladiatoren en kusten hun handen. Zij hadden hun schoffels bij en op eenmaal waren dat geen gereedschappen meer, doch wapens.
    .......
    Drieduizend soldaten werden door Rome uitgestuurd om de slaven, die zich op de hellingen van de Vesuvius verschanst hadden, te straffen. Ze sloegen hun kamp op aan de voet van de berg. De mannen in dat kamp was het slechts om één ding te doen : te bekomen van de vermoeienissen. De soldaten van de Stadstroepen lagen op hun rug brood te kauwen en naar de sterren te kijken, voor zover ze geen tenten hadden. En zo kwam de slaap over hen, de zoete slaap, over de meer dan drieduizend soldaten van Rome, die in zuidelijke richting waren getrokken naar de Vesuvius om de slaven te leren begrijpen dat ze hun hand niet mogen opheffen tegen hun meesters.
    ......
    "Ik was ingeslapen en toen werd ik wakker doordat er iemand schreeuwde. Tenminste, ik dacht dat er iemand schreeuwde, maar toen ik wakker was geworden, merkte ik dat er overal geschreeuwd en gegild werd. En dat geschreeuw hield maar niet op. Toen zat ik recht overeind in een grote plas bloed en ik wist niet of het mijn eigen bloed was of niet, maar overal om mij heen lagen de doden in het maanlicht en op de plaats waar ze in slaap gevallen waren, en het hele kamp was vol slaven die gewapend waren met vlijmscherpe messen en die messen gingen maar op en neer, je zag ze flikkeren in het maanlicht en op die manier werden wij gedood, meer dan de helft van ons allen, terwijl we sliepen. En wanneer er een overeind sprong, werd hij ook afgemaakt. Hier en daar vormden een paar soldaten een kleine groep, maar ze hielden het niet lang vol tegen de slaven te vechten. Ik heb nog nooit zoiets verschrikkelijks gezien in mijn leven; de slaven hielden maar niet op. Toen raakte ik mijn bezinning kwijt en begon ook te schreeuwen.
    (Spartacus, deel 4, hoofdstuk 9 en deel 5, hoofdstuk 6; vertaling Johan de Molenaar)

    18.4. De antieke verslaggevers over de opstand laten zich, voor zover ze aristocraten zijn, erg negatief uit over de figuur van Spartacus. Voor de geschiedschrijver Publius Annius Florus (2de eeuw n. C.) betekende de hele episode een schande voor het Romeinse volk :

    Enimvero servilium armorum dedecus feras : nam et ipsi per fortunam in omnia obnoxii, tamen quasi secundum hominum genus sunt, et in bona libertatis nostrae adoptantur. Bellum Spartaco duce concitatum, quo nomine appellem, nescio : quippe cum servi militaverint, gladiatores imperaverint, illi infimae sortis homines, hi pessimae, auxere ludibrio calamitatem.
    Spartacus, Crixus, Oenomaus, effracto Lentuli ludo, cum triginta haud amplius eiusdem fortunae viris eruperunt Capua; servisque ad vexillum vocatis, cum statim decem amplius milia coissent hominum, non modo effugisse contenti, iam vindicari volebant. Prima velut ara viris mons Vesuvius placuit. Ibi cum obsiderentur a Clodio Glabro, per fauces cavi montis vitineis delapsi vinculis, ad imas eius descendere radices; et exitu invio, nihil tale opinantis ducis subito impetu castra rapuere : inde alia castra. Deinceps Coram, totamque pervagantur Campaniam : nec villarum atque vicorum vastatione contenti, Nolam atque Nuceriam, Thurios atque Metapontum terribili strage populantur. Affluentibus in diem copiis, cum iam esset iustus exercitus, e viminibus, pecudumque tegumentis, inconditos sibi clipeos, e ferro ergastulorum recocto gladios ac tela fecerunt. Ac ne quod decus iusto deesset exercitui, domitis obviis gregibus, paratur equitatus, captaque de praetoribus insignia et fasces ad ducem detulere. Nec abnuit ille de stipendiario Thrace miles, de milite desertor, inde latro, dein in honore virium gladiator : qui defunctorum quoque proelio ducum funera imperatoriis celebravit exsequiis, captivosque circa rogum iussit armis depugnare, quasi plane expiaturus omne praeteritum dedecus, si de gladiatore munerator fuisset. Inde iam consulares quoque aggressus, in Apennino Lentuli exercitum percecidit : apud Mutinam C. Cassii castra delevit. Quibus elatus victoriis, de invadenda urbe Romana, quod satis est turpitudini nostrae, deliberavit. Tandem etiam totis imperii viribis contra mirmillonem consurgitur; pudoremque Romanum Licinius Crassus asseruit, a quo pulsi fugatique (pudet dicere) hostes in extrema Italiae refugerunt. Ibi circa Bruttium angulum clusi, cum fugam in Siciliam pararent, neque navigia suppeterent, ratesque ex cratibus, et dolia connexa virgultis in rapidissimo freto frustra experirentur, tandem eruptione facta, dignam viris obiere mortem; et, quod sub gladiatore duce oportuit, sine missione pugnatum est. Spartacus ipse in primo agmine fortissime dimicans, quasi imperator, occisus est.
    (Epitome II 8)

    Voetnoten
    1. servilium armorum : zinspeling op de slavenopstanden waarover Florus in een vorig hoofdstuk gesproken heeft / obnoxius : blootgesteld aan (in + acc.)
    2. adoptare : opnemen in (in + acc.)
    4. ludus, i : gladiatorenkazerne / Capua : hoofdstad van Campanië (= landstreek ten Z. van Latium) / vexillum, i : vlag, vaandel
    5. vindicari : zich wreken
    6. fauces, ium : (hier) kloof / vitineus : uit wijnranken gevlochten / ad imas ... radices : "tot aan de voet van de berg" / invius : onbegaanbaar / opinari : vermoeden
    7. Cora : stad in Latium / Nola : stad in Campanië
    8. Nuceria : stad in Campanië / Thurii, Metapontum : steden in Lucanië (Zuid-Italië) / strages, is : slachting / vimen, inis : vlechtwerk van twijgen
    9. tegumentum, i : bedekking / inconditus : ruw, primitief / clipeus, i : rond schild / ergastulum, i : werkhuis (voor slaven) / recoquere, coxi, coctum : omsmeden / gregibus : sc. equorum
    10. abnuere : weigeren / stipendiarius Thrax : een Thracische huurling
    11. in honore virum : omwille van zijn lichaamskracht / defunctus : gesneuveld / rogus, i : brandstapel
    12. consulares : sc. exercitus (mv.!)
    13. elatus : trots
    15. cratis, is : vlechtwerk van rijshout / dolium, i : vat
    16. virgultum, i : struikgewas, twijgen / sine missione : "tot de dood"

    Addendum :
    Voor ontcijfering van de tekst aan de hand van de "Tolle, lege"-lectuurmethode (Coghe-Vermeersch) klik hier.



    18-07-2008, 00:00 geschreven door Willy Moerman  
    Reacties (0)
    Foto
    Mijn favorieten
  • Alles voor leraar en student klassieke talen

  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs