De Fransen en de Belgen werkten samen en ze wonnen de oorlog. (Milla, Céline en Nunjez)
Bij het graf van Rodenbach stond een mooie leeuw. (Milla, Céline en Nunjez)
Een heel belangrijke soldaat verdiende ook een praalgraf. (Milla, Céline en Nunjez)
We zijn bij het klooster van de Arme Klaren. De boeren brachten eieren en dachten dat de zon dan ging schijnen. (Elena, Milan Ibe)
We zijn in de Sint-Michielskerk en Julien moest een klok van 3000 kg in beweging krijgen.
(Elena, Milan Ibe)
We zijn binnen in de Sint-Michielskerk. We stappen op de dunnen trappen en zijn op weg naar boven. (Elena, Milan Ibe)
Yassameen mocht op de beiaard spelen. (Elena, Milan Ibe)
Michel leert ons veel bij. (Marte, Florian, Leander)
Dit is de orgel van de klokkentoren. (Marte, Florian, Leander)
We zijn hoog in de toren geweest en we zijn blij dat we terug beneden zijn. (Marte, Florian, Leander)
Reinhart en Warre zitten op de plaats van de trouwers in de trouwzaal van het stadhuis. (Ode, Sébastien, Leander)
We zijn in het stadhuis van Roeselare. (Ode, Sébastien, Leander)
Dat is de vergaderzaal van de gemeenteraad. (Ode, Sébastien, Leander)
We staan rond het wapenschild van Roeselare (Lara, Cynthia en Elina)
We zijn bij de maquette van de Grote Markt. (Lara, Cynthia en Elina)
We stonden bij Peegie van de Botermarkt. (Lara, Cynthia en Elina)