Vragen
en overwegingen
In het licht van dat
alles, lijken deze vragen en overwegingen gewettigd.
Primo.
Het katholiek onderwijs wordt grotendeels bekostigd door de overheid, dus met
belastinggeld van alle burgers. Daardoor zijn katholieke scholen functionele
openbare diensten, die zich moeten houden aan door de overheid opgelegde normen
(inzake eindtermen, hygiëne, brandveiligheid, enz.). Daarom worden zij
regelmatig gecontroleerd en geïnspecteerd. Moet ook niet juridisch of ethisch
worden nagegaan of zij wel positief bijdragen aan de (individuele)
identiteitsontwikkeling en aan de (maatschappelijke) cohesie? Want uit
wetenschappelijk onderzoek rijzen daaromtrent twijfels, zoals blijkt.
Vervult de katholieke school wel (al) de functies die in een open,
democratische en pluralistische samenleving mogen worden verwacht van een
openbare instelling (al heeft die een privaatrechtelijk statuut)?
Daarbij komt dat velen aangewezen
zijn op een katholieke school. Het aanbod van openbare scholen is beperkt en in
sommige regios, bv. de Noorderkempen, haast onbestaande. Hebben ouders, bij
gebrek aan voldoende alternatieven, wel een echt vrije keuze (ook dat recht
maakt deel uit van de grondwettelijk gewaarborgde vrijheid van onderwijs).
Kortom, hoever reikt de gesubsidieerde vrijheid van onderwijs?
Secundo.
Is het echt vanzelfsprekend dat het vak katholieke godsdienst wordt opgelegd aan alle leerlingen in het
vrije net (minimaal drie kwart van de jongeren in VL)? De vraag is o.i.
relevant, niet alleen in het licht van de financiering met gemeenschapsgeld en
het bijna-monopolie in zekere landsdelen (vorige alinea), maar ook in het besef
dat een grote meerderheid van die leerlingen ca. 70 procent én hun leraren
gewoon niet katholiek zíjn (in een
continuüm van vele nuances, gaande van onverschillig, over niet-kerkelijk
tot atheïstisch).
Uiteraard is de tijd van zieltjeswinnerij en platvloerse indoctrinatie voorbij.
De (godsdienst)lessen zijn niet meer primair catechetisch, d.w.z. inwijdend in
de geloofsleer met het oog op inlijving in de geloofsgemeenschap. De Vlaamse
confessionele scholen noemen zich graag katholieke dialoogscholen. Hun leerplannen en handboeken benaderen de
levensbeschouwelijke diversiteit respectvol.
Maar doen ze dat ook op een open wijze?
De dialoog wordt aangegaan vanuit de katholieke identiteit en verwacht wordt
dat men langs die weg (de) eigen levensbechouwelijke identiteit [
] ten volle
op het spoor komt. De katholieke dialoogschool realiseert zich dus vanuit een preferentiële keuze voor de
katholieke traditie en onderscheidt zich hierbij van de kleurrijke school die
alle religies en levensbeschouwingen in een kader van formele tolerantie als
nevenschikkend beschouwt en de kleurloze school waarin enkel het formele
principe van tolerantie geldt (onze cursivering) en Doorheen de dialoog
verrijkt de katholieke school zichzelf, en vernieuwt ze haar christelijke
inspiratie in de actuele context (Pollefeyt s.d.).
Formele tolerantie
: quid? Kleurloze school:...quid?
Twee overwegingen daarbij. Vooreerst, zou het bereiken van levensbeschouwelijke
maturiteit niet de eindfase i.p.v. het
beginpunt, van de
(levensbeschouwelijke) vorming moeten zijn? Als men niet principieel uitgaat
van een open einde, dreigt de opvoeding dan niet dogmatisch te worden
(ervaren)? Sluit men het kind dan niet op in een vast denkkader? Of, indien
niet zo bedoeld, bestaat het risico niet dat de jongere zich gefnuikt voelt in
zijn gewetensvorming en -vrijheid? De ouderlijke verantwoordelijkheid hierin is
natuurlijk niet minder groot; de ouderlijke macht over kinderen is niet
onbeperkt. Ouders mogen en moeten via de opvoeding hun kinderen wegwijzers
aanreiken, maar op het einde van de rit moet steeds de vrije keuze primeren (er
is een verschil tussen een levensovertuiging hebben, en die aan iemand anders
opleggen). De jongere moet in staat zijn en heeft het recht om zelf zijn eigen
levensbeschouwelijk parcours vorm te geven.
Patrick Loobuyck (2014):
Het is mij onduidelijk
waarom lesgeven vanuit een christelijk binnenperspectief noodzakelijk is om
bij jongeren levensbeschouwelijke bedachtzaamheid op te wekken, hen bewust te
maken van de pluraliteit aan levensbeschouwingen en hen uit te nodigen en
uit te dagen om in alle vrijheid hun eigen levensbeschouwelijke weg te
ontwikkelen (citaten van theologen die op die leest de rooms-katholieke
godsdienstles verdedigen). En: Hoe open het vak godsdienst ondertussen ook
is, het blijft een confessioneel vak, georganiseerd door de rooms-katholieke
Kerk, waarin de leerkracht uiteindelijk vanuit zijn geloof moet getuigen en
waarin het christendom in alles de voorkeursoptie is.
Daarmee belanden we vanzelf bij onze tweede
overweging. Door uit te gaan van de katholieke identiteit de preferentiële
keuze (Pollefeyt, supra) geeft men
de leerling, zo al niet expliciet, dan toch op zijn minst impliciet, de
boodschap dat het rooms-katholieke geloof als leidend, als superieur moet
worden beschouwd. D.i. zonder meer het principe van het Eigen Grote Gelijk. Men
vertrekt dan niet vanuit de gelijkwaardigheid van de verschillende
overtuigingen, maar vanuit de voorkeur voor één levensbeschouwing.
Laten we ook niet vergeten dat identiteit (waaronder waarden) een dynamisch
gegeven is nooit af is, maar in opbouw door de zoekende mens (homo viator) in confrontatie met de en
het andere en in de bereidheid eigen
standpunten bij te stellen.
En nog iets. Ook al zou in katholieke scholen het toelichten van de r.-k.
gezindte uiterst discreet gebeuren of is het katholieke vernislaagje er zeer
dun geworden, toch kan alleen al het zichzelf afficheren als katholieke school van grote invloed zijn op de
leerlingen. Er bestaat nl. zoiets als een latent curriculum. En dat heeft
kennelijk een sterke drijfkracht. Uit het TOR-onderzoek Hebben scholen een invloed op de waarden van jongeren? blijkt dat de
scholen een belangrijk effect op de waardevorming hebben. Merkwaardig nu en (h)eel
opvallend is de haast totale afwezigheid van invloeden van het formele
curriculum: lessen, projecten,
Zeer belangrijk is daarentegen het verborgen
(hidden) curriculum. Dit kan worden omschreven als de onbewuste en
onbedoelde elementen uit de leeromgeving die een invloed kunnen hebben zowel op
de prestaties als op de houdingen van de leerlingen (Elchardus, Kavadias en
Siongers 1998, 309-314).
Tertio.
Is de (grondwettelijk gewaarborgde) vrijheid van onderwijs niet dringend aan
herziening toe?
Hierboven zijn al argumenten aangereikt. Ook Leni Franken (2015a, 2015b) houdt
een krachtig pleidooi voor een nieuwe invulling van genoemde vrijheid.
Zoals men weet, heeft die vrijheid twee facetten, een aanbod- en een
vraagzijde: het recht onderwijs te organiseren (scholen te stichten dus) en het recht (van ouders) naar goeddunken een school
te kiezen. I.v.m. die vraagzijde, de
vrije schoolkeuze dus, rijst bij ons deze vraag: is dat recht tot hiertoe niet
te veel bekeken vanuit ouderlijk
perspectief? Stelt men de ouders centraal, dan leidt dat tot verticaal pluralisme (ook eilanden- of
zuilenpluralisme genoemd). Zou (het belang van) de leerling in het brandpunt komen, dan krijgt het horizontaal pluralisme een reëlere kans
op doorbraak. Wij denken dat dit open of (inter)actief pluralisme de voorkeur
geniet in een open samenleving, gekenmerkt door diversiteit. In een verzuilde
maatschappij leven de verschillende (culturele, etnische, ideologische) groepen
naast elkaar. Elke groep bevindt zich op een eilandje en zorgt zelf voor het
doorgeven van de eigen cultuur in als het ware verticaal naast elkaar
opgestelde categoriale instellingen. Misschien is een dusdanige segregatie
ooit nuttig geweest mogelijk is de emancipatie van de arbeidersklasse daarvan
een voorbeeld , maar vandaag wordt ze (vrij) algemeen als onwenselijk gezien.
Het hanteren van het kindperspectief bij de schoolkeuze sluit mooi aan bij
het VN-verdrag inzake de rechten van het kind (20.11.1989). Denk bv. aan de
artn. 12.1 (het kind mag een eigen
mening vormen), 13.1 (het kind heeft het recht op vrijheid van meningsuiting;
dit recht omvat mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook
te vergaren en te ontvangen), 14.1 (het recht van het kind op
vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst), 15.1 (de rechten van het kind op
vrijheid van vereniging), 17.1
(waarborgt het kind toegang tot informatie en materiaal uit een verscheidenheid
van bronnen), 19.1 (gebiedt alle passende maatregelen bv. op opvoedkundig
gebied om het kind te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of
geestelijk geweld, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing, nalatige
behandeling,
).
Ter afsluiting lijkt
ons de volgende overweging gewettigd. Is het, op grond van al de
voornoemde redenen én in naam van (en
uit respect voor) het kind, niet raadzaam af te zien van godsdienstles, van
confessioneel onderwijs en trouwens ook van doop e.a. sacramenten, van
(jongens)besnijdenis e.a. ingrijpende rituelen vóór de leeftijd van achttien?
Geciteerde
bronnen
Achterhuis, Hans. 2015. Essay Parijs: Monotheïsme
en geweld. Houwt in op hun nekken. De Groene Amsterdammer, 18 november.
Allen,
Susie. 2015. Religious upbringing associated with less altruism, study finds.
Website van de Universiteit van Chicago, 5 nov. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://news.uchicago.edu/article/2015/11/05/religious-upbringing-associated-less-altruism-study-finds.
Billiet, Jaak. 1989. "Verzuild onderwijs als
vorm van sociale beheersing: een vergelijking tussen België en Nederland."
In De school: keuzen en kansen.
Onderwijssociologische studies, red. Patricia Vogel, 20-38. Muiderberg:
Coutinho.
Boudry, Maarten. 2015. Religie is een struikelblok
voor de integratie. Liberales 465, 4
dec. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.liberales.be/columns/maartenreligie.
Braeckman, Johan. 2015. Over het vermeende verbond
tussen religie en moraal. Liberales
463, 20 nov. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.liberales.be/essays/verbond.
De Groof, Jan. 1985. Het levensbeschouwelijk karakter van de onderwijsinstellingen.
Brugge: Die Keure.
Delrue, Kaat, Patrick Loobuyck, Koen
Pelleriaux, Sven Sierens & Mieke Van Houtte. 2006. Uit het verdomhoekje
van het Vlaamse onderwijs: comprehensief secundair onderwijs,
concentratiescholen en meertalig onderwijs. In Onderwijs onderweg in de immigratiesamenleving, red. Sierens et.al., 191-214. Zie verder, sub Sierens.
Desmedt, Ella & Ides Nicaise. 2006. Etnische
segregatie in het onderwijs: horen, zien en zwijgen? In Onderwijs onderweg in de immigratiesamenleving, red. Sierens et.al., 91-108. Zie verder, sub Sierens.
de Wijk, Rob. 2015. Het religieuze terrorisme lijkt
in een nieuwe fase beland. Trouw, 15
nov. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.trouw.nl/tr/nl/37461/Aanslagen-Parijs/article/detail/4187031/2015/11/15/Het-religieuze-terrorisme-lijkt-in-een-nieuwe-fase-beland.dhtml.
Dijkstra, A.B. 2000. Opbrengsten van
onderwijsvrijheid. Over de effecten van verzuild onderwijs. In De vrijheid van onderwijs, de ontwikkeling
van een bijzonder grondrecht, red. T.J. Van der Ploeg et al., 243-260. Utrecht: Boom.
Elchardus, Mark & Dimokritos Kavadias &
Jessy Siongers. 1998. Hebben scholen een
invloed op de waarden van jongeren? Een empirisch onderzoek naar de
doeltreffendheid van waardevorming in het secundair onderwijs, reeks TOR 1998/15. Brussel: Vrije Universiteit
Brussel, Vakgroep Sociologie, Onderzoeksgroep TOR. Het motto van de
Onderzoeksgroep luidt: Tempus Omnia
Revelat.
Elchardus, Mark
& Dimokritos Kavadias & Jessy Siongers. 1999a. Instroom
of school? De invloed van scholen en andere socialisatievelden op de houdingen
van leerlingen. Mens & Maatschappij
74, 3: 250-268.
Elchardus, Mark & Dimokritos Kavadias &
Jessy Siongers. 1999b. Kunnen scholen opvoeden? Over de invloed van de scholen
op de waarden van jongeren. TORB
1998-99, 5-6, mei-aug.: 305-316. TORB: Tijdschrift voor Onderwijsrecht en
Onderwijsbeleid.
Elchardus, Mark & Dimokritos Kavadias &
Jessy Siongers. 2000. Hebben scholen een
invloed op de waarden van jongeren? Samenvatting van het onderzoek [
],
reeks TOR 2000/46. Brussel: Vrije
Universiteit Brussel.
Franken, Leni. 2013.
Liberalisme en overheidssteun voor scholen met een
levensbeschouwelijk karakter: hoe en waarom? In Ethiek & Maatschappij, 15, 1: 21-38. Ook
digitaal: http://www.ethiekenmaatschappij.ugent.be/wp-content/uploads/2015/03/EM_151-2013_Franken.pdf.
Geraadpleegd 6 jan. 2016.
Franken, Leni. 2015a. Levensbeschouwingen in de
Belgische Grondwet. Liberales 446,
27 maart. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.liberales.be/essays/frankengrondwet.
Franken, Leni. 2015b. Onze grondwet en
levensbeschouwelijke ideologieën. Liberales
465, 4 dec. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.liberales.be/essays/frankenonze.
Glorieux, Ignace et
al. 2014. De instroom in het hoger
onderwijs van Vlaanderen [
], Research
paper SSL. Leuven: SSL. SSL is het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen,
een samenwerkingsverband van KU Leuven, UGent, Vrije Universiteit Brussel,
Lessius Hogeschool en HUB.
Herbots, Kim. 2002. Stadsvlucht teistert vrije
scholen. De Morgen, 18 maart.
Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.demorgen.be/plus/stadsvlucht-teistert-vrije-scholen-b-1412195259959/.
Heyvaert, P. 1987.
"Differentiële socialisatie-effecten tussen het openbaar en vrij
onderwijs." Tijdschrift voor
sociologie, 8 (1): 27-53.
Hooghe, Marc (red.). 2012. Jongeren, politiek en burgerschap. Politieke socialisatie bij Belgische
jongeren. Leuven: Acco.
Huisman, Pieter, en Raf Verstegen. 2000. Over de
grenzen van publiek of privaat heen? Nieuwe ontwikkelingen in het
onderwijsbestel in Nederland en Vlaanderen. TORB 1999-2000/5, mei: 351-369.
Johannes Paulus II. 1998. Dies Domini. Over de
heiliging van de zondag. Apostolische Brief, 31 mei. Geraadpleegd op 6 jan.
2016. http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=402&id=350.
Klaassen, Cees. 1996. Socialisatie en moraal. Onderwijs en waarden in een laat-moderne tijd.
Dl. III. Leuven-Apeldoorn: Garant, 75-100.
Knuver, Johanna. 1993. De relatie tussen klas- en schoolkenmerken en het affectief
functioneren van leerlingen. Proefschrift [
] (reeks Monografieën onderwijsonderzoek, 15). Groningen: RION (Instituut
voor Onderwijsonderzoek).
Kuppens, Toon en Mark Elchardus. 2003. Een verkennend onderzoek naar regionale
verschillen in studieprestaties in Vlaanderen en de oorzaken ervan. Eindrapport
[
]. (reeks TOR 2003/41). Brussel: Vrije Universiteit Brussel. Samenvatting:
Elchardus, Mark en Toon Kuppens. 2004. "'Mi moaten, mi moaten'.
Conformisme, groepsbinding en studieprestaties", TORB. 2003-04 (6), juli-aug.: 483-493.
Levin, Jesse.
2002. Essays in the Economics of
Education. Academisch
proefschrift [
] (The Tinbergen Institute Research Series 297). Amsterdam:
Universiteit van Amsterdam: Tinbergen Institute.
Loobuyck, Patrick. 2014. Katholieke scholen, schrap
de verplichte godsdienstles. Liberales
416, 9 mei. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.liberales.be/essays/schrap.
Loobuyck, Patrick. 2015. Jongeren worden in het
onderwijs op levensbeschouwelijk vlak misleid Knack, 8 nov. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.knack.be/nieuws/wetenschap/jongeren-worden-in-het-onderwijs-op-levensbeschouwelijk-vlak-misleid/article-opinion-623745.html.
Neckebrouck, Valeer. 2012. Naar de hel met de hel? Essay over een groot mysterie. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
OECD, 2001. Knowledge and Skills for Life. First Results
from The OECD Programme for International Student Assessment (PISA) 2000. Paris:
OECD. Ook te raadplegen op http://www.oecd.org/edu/school/programmeforinternationalstudentassessmentpisa/33691596.pdf.
Laatst bezocht op 6 jan. 2016. OECD: Organisation for Economic Co-operation and
Development, in het Nederlands OESO.
Ooghe, Erwin & Erik Schokkaert. 2009. School
accountability: (how) can we reward schools and avoid cream-skimming?,
reeks Discussion paper series 09.22. Dec.
S.l. [Leuven: Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen: CES (Centrum voor
economische studiën) / Louvain-la-Neuve: CORE (Center for Operations Research
and Econometrics)]. 38 pp. Internetpublicatie: https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/252863/3/DPS0922.pdf.
Laatst geraadpleegd: 26 jan. 2016.
Ooghe, Erwin
& Erik Schokkaert. 2013. School
Accountability: Can We Reward Schools and Avoid Pupil Selection?, reeks IZA DP (Discussion Paper Series) 7420, May. Bonn: IZA (Forschungsinstitut
zur Zukunft der Arbeit/Institute for the Study of Labor). 36
pp. Ook digitaal gepubliceerd: http://ftp.iza.org/dp7420.pdf.
Laatst geraadpleegd: 26 jan. 2016.
Ornelis, Frank. 2001. De identiteit van het
gemeentelijk en provinciaal onderwijs. TORB
2000-2001/4, maart-april: 281-303.
Pollefeyt, Didier. S.d. [2014 of later]. Wat is de katholieke dialoogschool? Website
Thomas (KU Leuven). Geraadpleegd op 6 jan. 2016. http://www.kuleuven.be/thomas/page/dialoogschool/#block139593.
Schmeets, Hans & Marieke van Herten & Frans
Frenken. 2009. Vrijwilligerswerk en informele hulp. In Religie aan het begin van de 21ste eeuw, red. CBS, 47-52. Den
Haag/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Sieckelinck, Stijn
& David Kenning & Micha de Winter. 2015. Leer jongeren vreedzaam
vechten voor hun idealen. De Morgen, 30 dec. Geraadpleegd op 6 jan. 2016. www.demorgen.be/opinie/leer-jongeren-vreedzaam-vechten-voor-hun-idealen-b32669e2/.
Sierens, Sven, Mieke Van Houtte, Patrick Loobuyck,
Kaat Delrue
& Koen Pelleriaux (red.). 2006. Onderwijs onderweg in de immigratiesamenleving.
Gent: Stichting
Gerrit Kreveld/Academia Press.
Sinnott-Armstrong,
Walter. 2009. Morality Without God?
New York: Oxford University.
Sloterdijk,
Peter. 2008.
Het Heilig Vuur. Amsterdam: Boom.
Spruyt, Bram. 2006. Ongelijkheid en segregatie in het onderwijslandschap; effecten op
etnocentrisme. Eindverhandeling [
]. Bussel: Vrije Universiteit Brussel.
Temmerman, Marleen. 2015. Als je als ziekenhuis
abortus en euthanasie weigert, moet je het ook durven zeggen; meer
transparantie in de informatievoorziening van ziekenhuizen. De Morgen, 30 dec. Geraadpleegd op 6
jan. 2016. http://www.demorgen.be/opinie/als-je-als-ziekenhuis-abortus-en-euthanasie-weigert-moet-je-het-ook-durven-zeggen-bdff7b1b/.
Teunissen, F. 2006². Levensbeschouwelijke en politieke verscheidenheid in het onderwijs.
In Pedagogiek van de levensloop (reeks
Kinder- en jeugdstudies, 1), red.
A.J. Dieleman & P. Span, 131-145. Leuven/Heerlen: De Tijdstroom.
Van Crombrugge, Hans, Bruno Vanobbergen & Nancy
Vansieleghem. 2003. De leerkracht en zijn levensbeschouwing. In Kleur(en) (be)kennen. Onderwijs,
levensbeschouwing en religie, red. Hans Van Crombrugge & Nancy Vansieleghem,
137-150. Gent: Academia Press.
Van Damme, Jan et
al. 2004. Maakt de school het
verschil? Effectiviteit van scholen, leraren en klassen in de eerste graad van
het middelbaar onderwijs. Een exploratie van LOSO-gegevens (reeks LOSO-boek, nr.3). Leuven: Acco. LOSO
staat voor Longitudinaal Onderzoek Secundair Onderwijs.
Van Houtte, Mieke. 2004.Sociaal kapitaal in
katholieke en gemeenschapsscholen in Vlaanderen: een vergelijking. Pedagogische Studiën, 81 (1): 28-41.
Van Petegem, Karen. 2004. Kwaliteitsindicatoren op microniveau (ppt-presentatie op de VFO-studiedag, 26 nov., 16 dia's) en
ongepubliceerde paper (11 p.). S.l. [Gent]: Universiteit Gent. VFO staat voor
Vlaams Forum voor Onderwijsonderzoek.
Verbeeck, Bengt. 2008. Neutraal en toch divers. Een
te moeilijke evenwichtsoefening voor het onderwijs in Vlaanderen? In Ethiek &
Maatschappij, 11, 3: 13-25. Ook digitaal: http://www.ethiekenmaatschappij.ugent.be/wp-content/uploads/2012/11/EM_113-2008-Verbeeck.pdf.
Verhoeven Jef & Leen Dom. 2005. Organisatie en processen op school,
Leuven: Centrum voor Sociologisch Onderzoek (KU Leuven).
Verhofstadt, Dirk. 2013. Atheïsme als basis voor de moraal. Antwerpen: Houtekiet.
Vogel, L. et
al. 1999. Pedagogische waarden in het
basisonderwijs (reeks De pedagogische dimensie,
7). Amsterdam: Instituut voor de Lerarenopleiding.
Wijnberg, Rob. 2009. Religieus vertrouwen. Nrcnext 4 aug. Geraadpleegd op 6 jan.
2016. www.nrcnext.nl/columnisten/2009/08/04/religieus-%E2%80%98vertrouwen%E2%80%99/.
Ysebaert, Tom.
2015. Het
eigen grote gelijk hoort niet op school. Interview Raymonda Verdyck over
neutraliteit als noodzaak. De Standaard,
23 okt. Geraadpleegd op 6
jan. 2016. http://www.standaard.be/cnt/dmf20151022_01933596).
|