Men zegt dat het moeilijk is om verklaringen te zoeken voor dingen die
we niet (meteen) begrijpen. Het is inderdaad niet evident om inzicht te
krijgen, te begrijpen en uit te leggen. Van zodra mensen zich
onderscheiden hebben van dieren hebben ze de nood gevoeld om dit te gaan
doen. Is dit moeilijk? Op het eerste zicht zijn daar 2 mogelijke
antwoorden op: Ja of nee. Ja het is moeilijk om existentiële kwesties te
gaan verklaren. Elke beschaving heeft zijn eigen godsdienst met
bijhorend scheppingsverhaal. De ontwikkeling van de wetenschap is trager
gegaan dan die van de godsdienst, maar ondertussen worden er vanuit de
fysica verklaarbare oorzaken gezocht en voor waarheid aangenomen. Dus
het antwoord is misschien negatief: er is voor elke vraag, elk
fenomeen, elk probleem wel een verklaring of oplossing. Het is alleen
een kwestie van tijd eer we die vinden.
Tot daar geen enkel probleem. Maar ik denk dat we een dimensie missen. De
drang om een verklaring te zoeken zit hem in het veilig gevoel dat het
ons geeft. Als je iets perfect kunt uitleggen, geeft het bevestiging of
kun je het voorkomen in geval van iets negatief. Waarom was er een tsunami? Waarom is die misdaad gepleegd? Mensen trekken die lijn door naar situaties waarin de waarom-vraag niet relevant is. En
dat is volgens mij de ware moeilijkheid; namelijk inschatten wanneer je
die vraag wel/niet moet stellen en het effectief ook kunnen loslaten
als ze niet van toepassing is.
Ik zat in de 2e dimensie, mede versterkt door mijn op logica gerichte profiel. Ik wil van alles de reden weten. De vraag die me de afgelopen dagen/weken bezighield is: waarom hebben wij mekaar ontmoet? Ik ben niet het type dat spelletjes speelt met mensen en toch deed ik het. Jij sprak me zelf aan. Waarom is dat gebeurd? Toeval?
Ook dat is een term die werd uitgevonden om de lading te dekken. Zaken
die je niet onmiddellijk kan verklaren kan je gemakkelijkheidshalve
onder toeval steken.
Ik weet niet eens of mijn redeneringen
correct zijn. Maar eerlijk gezegd interesseert het mij niet. Het is de
denkoefening zelf die alweer telt (hopelijk was die niet te saai deze
keer). Je maakt om één of andere reden mijn geest scherp. Ik weet niet hoe en ik weet niet waarom, maar het is het resultaat dat telt. Als men mij zou vragen wat de reden is waarom we mekaar hebben leren kennen is dat op dit moment het antwoord. Maar dan rijd ik mezelf alweer vast in de 2e dimensie. Ik laat het los; je komt in mijn leven en hebt niks dan positieve invloeden. Dat is een objectieve vaststelling, zonder verklaring.
Wat er ook van zij en hoe dit ook afloopt, ik ben blij dat onze wegen mekaar gekruist hebben. En ik hoop heel erg dat ze nog even samen blijven lopen. In welke richting dan ook.
Ik voel het, het is er. Waar komt het plots vandaan? Wat betekent het
precies? Moet ik er aandacht aan besteden of het juist negeren? Ik wil
het niet voelen. Denk ik. Ik weet het niet. Dat hangt ervan af.
Zou
het een positief of negatief gevoel zijn? Ik wil enkel nog voelen wat
goed voor me is, enkel nog gedachten hebben die me in de juiste richting
sturen. Je bracht me aan het denken. Alweer. Ik dacht al even geen
pessimist meer te zijn. Fout gedacht dus. Misschien wel al een heel
stuk minder dan vroeger. Maar het is er nog, meestal goed verborgen om
dan af en toe onverwacht te saboteren. Ik wil en zal er vanaf geraken. Vastberadenheid. Alvast een positieve overtuiging!
Maar goed, gemis dus. Waaronder moet ik dit catalogeren? Het leunt aan bij wensen, bij verlangen, bij dromen. Dat is goed, toch? Niet als mijn droom niet uitkomt, mijn niet wens vervuld wordt en mijn verlangen niet ingewilligd. Ik
betrap mezelf opnieuw op een negatieve gedachte. Maar ik heb ze even
nodig, ik moet kunnen indelen in pro en contra. Is gemis misschien een
variant van afgunst? Een soort van jaloezie voor iets wat je niet kan
hebben? Betekent het dat ik niet gelukkig kan zijn zonder hetgeen ik
mis? Wat zegt dat over mij? Neen, dat is het niet. Ik was gelukkig en ben het nu nog steeds, ondanks het gemis. Waarom mis ik dan?
Een moment van verlichting lijkt het. Een ingeving. Ja, ik heb het. Ik moet het snel neerschrijven. Het
ingewilligde verlangen doet niet enkel het gemis verdwijnen, het laat
alle puzzelstukjes in mekaar passen, al was het maar voor even.Het gemis
maakt plaats voor voor een opperste staat van gelukzaligheid. Het is zoals de endorfine-rush na een zware fysieke inspanning. Of
zoals de voldoening na een foutloos verlopen dans, waarbij de 2
partners zich een paar minuten lang compleet hebben verloren in het
moment, volledig gefocust op zichzelf, de ander en vooral het ritme van
de muziek. Ja, dat gevoel wil ik wel. En ook al ben ik niet zeker
dat ik de fysieke inspanning tot een goed einde zal brengen, de dans
foutloos zal verlopen of mijn verlangen ingewilligd wordt, ik besluit
overtuigd het gevoel toe te laten; Ik mis je...