Tijdens onze tocht naar de Eenzame Berg hebben we veel gevaarlijke
avonturen meegemaakt. Toch was er één belevenis die ik mij nog zeer goed kan
herinneren. Het was een stormende nacht en we werden achtervolgd door Aardmannen.
Ze waren veel te snel voor ons dus splitsten we. Ik belandde in een duistere
grot en daar was waar mijn nachtmerrie begon
Toen ik door de gangen rondliep op zoek naar een uitweg hoorde
ik een vreemd rochelend geluid. Ik volgde het geluid en hield mij verborgen
tussen een bos paddenstoelen. Daar trof ik een klein slijmerig schepsel aan met
twee ronde fletse ogen in een mager gezicht. Het trok een Aardman met zich mee
en schreeuwde met een afschuwelijk slikkend geluid zijn naam: Gollem. Terwijl hij wild aan het trekken
was aan de Aardman viel een gouden ring op de grond. Ik raapte het op en stopte
het in mijn zak. Toen ik hem tot aan een donker meer had gevolgd leek hij mij
gehoord te hebben. Hij draaide zich bruusk om en sprak me aan. Ik stelde me
voor want ik moest toch op een of andere manier mij uit deze grot zien te
geraken. We besloten om een spel van raadsels te spelen. Als ik alle raadsels
kon oplossen dan zou hij mij de weg naar buiten tonen. Anders was ik zijn
volgende maaltijd. Ik liet hem beginnen dus siste Gollem:
Wat heeft wortels die niemand
ziet
Is hoger dan bomen
Rijst op in t
verschiet
Zonder hoger te komen?
Gemakkelijk! Een berg natuurlijk antwoordde ik. Nu was het
mijn beurt. Het idee om opgegeten te worden nam mij nogal in beslag dus bedachte
ik een eenvoudig raadseltje.
Dertig witte paarden
op een heuvel rood,
Eerst kauwen ze,
Dan stampen ze,
Dan staan ze dood.
Vrijwel meteen zei hij Ouwe mop! Tanden, mijn liefje!. Hij
begon aan zijn tweede raadsel. Zo deden we even door, met steeds moeilijkere en
moeilijkere raadsels. Toen ik echt begon te vrezen voor mijn leven werd hij
ongeduldig. Stel ons een vraag! siste de schizofrene Gollem. Radeloos vroeg
ik Wat heb ik in mij zak?. Ik gaf hem drie kansen want hij leek zeer
geïrriteerd. Na een tijdje opperde hij furieus Handen!, en daarna Mes en
tot slot Niets!. Vreselijk geërgerd liep hij naar de rand van het donkere
meer en praatte hij tegen zichzelf. Wat heeft hij in zijn zakskes?. Opeens
sloeg hij in paniek. Het is weg! We zijn het kwijt! brulde hij. Hij draaide
even rond in cirkels terwijl hij alles woedend weg schopte. En toen werd alles
stil. Ik hoorde plotseling gesis vlak achter mij. Het is de hobbit! Vuile
steler! hoorde ik en hij zette de aanval in. Ik kon nog maar net ontsnappen
uit zijn greep en deed de ring die ik had gevonden om. Mijn gezichtsvermogen
werd zeer wazig en ik werd onzichtbaar. Even had ik de kans om het schepsel te
vermoorden met mijn zwaard maar ik schonk hem genade. Achteraf gezien was deze beslissing
misschien wel het domste wat ik ooit gedaan heb
Ik hoorde in de verte Gandalf
en sloot me aan bij hem om mijn avontuur naar de Eenzame Berg door te zetten.
|