Dit genus bevat veel soorten die voornamelijk zwarte veren hebben, zwarte kop en zwarte, lange hals. Typisch voor deze soort zwarte ganzen is de witte band van de keel tot over de wangen. De zwarte hals gaat over in een witachtige borst. Dit in tegenstelling tot de soorten van het genus Anser. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 55 tot 100 cm en het gewicht 3 tot 6 kg.
Er zijn veel verschillen in lichaamsgrootte tussen de beide seksen. Het mannetje wordt gemiddeld zo'n 60-64 cm hoog en heeft een spanwijdte van 155-159 cm. Vrouwtjes zijn forser en breder in de schouders met een hoogte van zo'n 65-70 cm en een spanwijdte van 165-190 cm. De maximale leeftijd is 75 jaar. Vrouwtjes vallen al rustend op een uitkijkpost vrijwel direct op door hun ietwat afhangende verenkleed, dat 'te groot' lijkt. Mannetjes maken over het algemeen een 'atletische' indruk met vleugels die strak op het lijf gedragen worden. De oehoe is door zijn grootte, zijn massieve lichaam en dikke kop met geen andere uilensoort in Europa te verwarren. Kenmerkend aan het gezicht van de oehoe zijn de grote ogen en de vaak lange oorpluimen. De oogkleur varieert van felgeel tot vuur-oranje. De oorpluimen zijn overwegend zwart van kleur en worden gevormd door een groepje veren die door een aparte spier op het hoofd worden bewogen. De snavel is zwart en ligt verzonken in een witgevederde huidplooi; de keelplooi.
Het verenkleed is overwegend geel-bruin van kleur met zwarte accenten. De zwarte accenten treden op de rug en de bovenzijde van de vleugels het meest naar voren. Op de borst is het verenkleed kenmerkend okergeel gekleurd en met een witte vlek. De poten van de oehoe eindigen in fors geklauwde tenen. De klauwen zijn gemiddeld zo'n 2-4 cm lang en zijn in staat zeer uiteenlopende prooien te grijpen.
De buizerd heeft een zeer variabel gekleurd verenkleed, dat meestal bruin is met kleine, witte vlekken. Er zijn echter ook vogels met een verenkleed dat vrijwel geheel wit is. In de vlucht is de buizerd te herkennen aan de brede, hoekige vleugels, de korte hals en de gespreide, korte staart. In de vlucht laat de buizerd regelmatig een luide miauwende roep horen.
De buizerd is de meest voorkomende roofvogel van Nederland. Op warme dagen is de buizerd vaak hoog in de lucht te zien, waar de vogel in cirkels op de opstijgende warme lucht zweeft. Als het weer hiervoor niet geschikt is, dan jaagt de vogel zittend vanaf een hoge uitkijkpost. Het voedsel bestaat voornamelijk uit muizen, konijnen en andere kleine dieren. Buizerds worden vaak gezien in de buurt van autowegen, waar de vogels speuren naar dieren die het slachtoffer zijn geworden van het verkeer.