Twee druppels vallen op het water en deinen uit in steeds
grotere cirkels. Steeds meer verandert het wateroppervlak in een woelig
strijdtoneel met her en der snel herstelde inslagen. Sombere wolken ontbinden
zich. Achter één van de wolken gloort een zonnestraal die zijn weerkaatsing
vindt in een verre regenboog. Een vlinder fladdert er ongestoord doorheen,
tussen bladeren hoor ik geritsel, gefluit. Het bos ontwaakt. Ik luister, ik
adem. Ik neem waar en ik geniet. Ik kijk naar jou, een familielid, een vriend.
Ik ervaar dat ik ben.
De wereld kan net zo goed doordraaien zonder mij. De
maatschappij zal mij niet missen, de geschiedenis zal er niet om huilen. Niets is voor altijd; er zijn geen universele waarden. Er is niets om voor te vechten, niets om voor te sterven. Ik heb geen rol en geen toekomst, geen doel of reden.
Ik ben niets.
Geen doel en geen reden, geen rol of toekomst. Dat is geen
bezwarende gedachte, noch zet ze aan tot pessimisme. Ze toont de kracht en de
vrijheid van het leven. Ik kies zelf mijn idealen, waarvoor ik wil leven en
waar ik voor zou willen sterven. En tegelijk zijn die idealen zo veranderlijk en relatief.
Ik shop waarden, ik leef zoals ik wil. Deze vrijheid gaat gepaard met kracht.
De krachtige mogelijkheid om zelf het leven te bepalen, te creëren.
Ik ben alles.
Die krachtige mogelijkheid moet tegelijk ook krachtig
ingevuld worden. Er is kracht nodig om met deze krachtige mogelijkheid te
kunnen omgaan. Vanwaar haal ik deze kracht, als er geen meer, geen verder, geen
oneindig meer is?
Ik ben niets en ik ben alles.
09-06-2009, 16:07 geschreven door Wouter 
|