De geschiedenis van de olietanker begint aan het einde van de 19e eeuw, maar het transport van olie gaat terug tot de oudheid.
De geschiedenis betreft vervoer over water, dus binnenwateren, zeeën of oceanen, van plantaardige olie, dierlijke olie of aardolie met schepen. In de oudheid gebeurde het vervoer in amfora's, later in vaten. Hoewel de Chinezen al in de 8e eeuw olie in bulk vervoerden, ontstonden de echte tankers pas aan het einde van de 19e eeuw. Vooral na 1967 trad een schaalvergroting op die leidde tot enorme schepen, zoals de Batillus en de Seawise Giant, die beide aanspraak maken het grootste schip ter wereld ooit te zijn geweest.
De meeste olietankers zijn eigendom van Griekse maatschappijen, op afstand gevolgd door Japan en de Verenigde Staten, maar ze varen vooral onder Panamese of Liberiaanse vlag.
Naarmate het vervoer van olie toenam, deden zich ook meer en grotere milieurampen voor met tankers. Die hebben geleid tot steeds strengere regels.
Zeetransport en binnenvaart zijn niet snel, maar vaak goedkoper dan luchttransport.
Luchttransport wordt gebruikt als de goederen snel vervoerd moeten worden. De capaciteit van vliegtuigen is echter beperkt.
Vervoer over land is vooral geschikt voor transport binnen Europa en Noord-Afrika. Uiteraard is vrijwel alle lucht- en zeevervoer weer gekoppeld aan vervoer over de weg: van (lucht)haven naar opslagplaats.
Vervoer per trein is vooral geschikt voor bulkgoederen, maar wordt beperkt door beschikbaarheid van rails en stations.
Vervoer of transport is het verplaatsen van personen of goederen (juridisch "zaken"). Dit kan met bijvoorbeeld de auto, fiets, trein, per vliegtuig, enzovoorts.
Bij vervoer kan het gaan om tastbare zaken van dingen (bijvoorbeeld goederenvervoer), vloeistoffen (bijvoorbeeld olietransport), gassen (bijvoorbeeld aardgas), dieren (bijvoorbeeld veetransport) of mensen (personenvervoer), maar ook om niet direct tastbare zaken zoals energie (bijvoorbeeld elektriciteitstransport of warmtetransport) of informatie (bijvoorbeeld datatransport).
Voor het vervoer wordt gebruikgemaakt van vervoermiddelen. Elk type vervoer kent hiervoor zijn eigen specifieke vervoermiddel(en). Het proces van verplaatsingen wordt verkeer genoemd. Bij deze vormen van vervoer verandert het vervoermiddel van plaats en daarmee de zaken. Maar er is ook vervoer door middel van vervoermiddelen die op hun plaats blijven, zoals pijpleidingen, kabels, e.d.
Het woord "transport" is samengesteld uit het Latijnse trans dat over betekent, en portare, wat dragen betekent. Ook kan gewezen worden op de link tussen "trans" (doorheen) en "porta" (poort), waardoor het begrip zeehaven ("seaport") een duidelijke betekenis krijgt als "zeepoort". Transport bijgevolg kan dus evengoed begrepen worden in de zin dat goederen, personen en data met behulp van dragers EN door interfaces (knooppunten, poorten) hun uiteindelijke bestemming bereiken.
Welke voedingsstoffen bestaan er allemaal? Koolhydraten en vetten (en in mindere mate eiwitten) leveren de energie die je nodig hebt. Hoeveel energie een voedingsmiddel je bezorgt, wordt uitgedrukt in calorieën (kcal) of joules (kJ) (1 kcal = 4,2 kJ). Complexe koolhydraten (of zetmeel) worden ook de gezonde energieleveranciers genoemd.
Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen. Zij zorgen ervoor dat we groeien, maar houden daarnaast ook de weefsels en spieren in vorm.
De verschillende soorten vitaminen (bv. B1, B2, C, A, D, E) zijn nodig voor de goede werking van ons lichaam. Ze zorgen er mede voor dat we niet ziek worden.
De verschillende soorten mineralen (bv. calcium, ijzer, magnesium) zijn net als eiwitten belangrijke bouw- en onderhoudsmaterialen. Later leren we nog alles over calcium, niet te missen als je stevige botten wil.
Voedingsvezels houden onze darmen gezond. Ze zorgen ervoor dat al het overbodige gemakkelijk ons lichaam kan verlaten als we op het toilet zitten.
In vers geperst sap zit meestal meer vitamine C dan in sap uit een pak of fles. Sinaasappelsap met vruchtvlees bevat nog meer vitamine C en er zitten ook voedingsvezels in.
Na het openen van een fles of pak sap neemt het vitamine C-gehalte af. Voor zure sappen, zoals sinaasappelsap, neemt het gehalte aan vitamine C af met maar ongeveer 2% per dag. Door sap te schudden kan er meer vitamine C verloren gaan. Dat komt door de zuurstof die door het schudden in het sap komt.
Vruchtensappen bevatten ook calorieën, voornamelijk door de aanwezigheid van vruchtensuikers, zoals fructose. In 1 glas vruchtensap zitten gemiddeld 65 kilocalorieën. Vruchtensappen bevatten daardoor wat meer calorieën dan andere dranken. Drink daarom niet te veel vruchtensap per dag.
Werking van het smaakzintuig
Bij mensen bestaat het smaakzintuig uit smaakpapillen op de tong en achterin de mondholte, die 'smaakknoppen' bevatten welke daarop aangetroffen chemische samenstellingen omzetten in actiepotentialen naar drie van de twaalf hersenzenuwen.
De zevende gezichtszenuw, de nervus facialis, draagt (via een aftakking, de chorda tympani) smaaksensaties van voorste twee derde van de tong, terwijl de nervus glossopharyngicus de smaaksensaties van het achterste één derde van de tong draagt. De nervus vagus ontvangt de smaaksensaties van de rug van de mondholte.
De informatie van de schedelzenuwen wordt verwerkt door het smaakcentrum in de hersenen.
Primaire smaken
Als algemene regel is de smaak een perceptie van de interactie van de fundamentele smaken van zoet, zuur, bitter, zout, en umami.
De gevoeligheid van de voor de smaakwaarneming verantwoordelijke chemoreceptoren is vele male geringer dan die van de chemoreceptoren in de neus. Hierbij moet wel aangetekend worden dat alcohol een van de weinige zuivere stoffen is die zowel een smaak- als een geursensatie veroorzaakt.
Zuur is gerelateerd aan een hoge concentratie van waterstofionen.
Zuivere zoutsmaak wordt slechts opgewekt door NaCl.
Zoet kan worden opgeroepen door suikers, maar er is geen eenduidig verband tussen de mate van zoetheid en een specifieke chemische eigenschap.
Ditzelfde geldt voor bitter.
Umami geeft een indruk van hartigheid, heeft een stimulerende invloed op de perceptie van andere smaken en wordt veroorzaakt door aminozuren, met name mononatriumglutamaat (Ve Tsin).
Bij experimenteel onderzoek wordt gebruikgemaakt van: azijn voor zuur, rietsuiker voor zoet, kinine voor bitter, NaCl voor zout en mononatriumglutamaat voor umami. Alle smaken kunnen worden gemaakt door menging van deze primaire smaken met uitzondering van de zeepsmaak waarvoor alkalische stoffen nodig zijn.
Andere indrukken De hete smaak van peper wordt veroorzaakt door invloed van de werkzame stof op de TRP-ionenkanalen van thermo- en chemoreceptoren. De werkzame stoffen zijn allylisothiocyanaat, capsaïcine, piperine en allicine. De stoffen werken via hetzelfde mechanisme ook op nocireceptoren.
Menthol werkt op thermoreceptoren in de mond en neusholte en geeft een indruk van koude.
Naast de verbindingen waaruit het voedsel is samengesteld heeft ook de textuur ervan invloed op de smaakbeleving. Hier speelt de tastzin een rol.
Doordat de haven van Antwerpen de grootste fruithaven van Europa is, heeft de provincie de rol van Europese draaischijf voor fruit op zich genomen. 80 procent van de Europese fruitaanvoer gebeurt via Antwerpen. Fruit wordt aangeleverd in functie van de verschillende oogsten wereldwijd. Hierdoor is er dan ook in de loop van het jaar een groot verschil in aanvoer zowel op vlak van fruitsoort als herkomst.
De behandeling en het vervoer van fruit moeten onder bijzondere omstandigheden gebeuren.
Zo moet men ervoor zorgen dat het fruit niet rijpt tijdens het transport. Ook ongediertebestrijding tijdens het transport en bij de opslag is erg belangrijk. Bovendien is fruit erg kwetsbaar, dus moet de behandeling erg voorzichtig gebeuren.
Het transport van fruit gebeurt met speciale koelschepen of met koelcontainers aan boord van containerschepen. In beide gevallen wordt de temperatuur tijdens het transport erg laag gehouden en gebruikt men speciale gassen zodat de rijpingscyclus onderbroken wordt. Koelschepen worden doorgaans ingezet indien één of meerdere havens op het traject niet beschikken over een goede containerinfrastructuur. Doordat de containerinfrastructuur wereldwijd steeds beter wordt, wint het vervoer met koelcontainers aan belang.
De verdere verdeling van het fruit over Europa gebeurt voor grote partijen per binnenschip of trein. Zo vertrekt er dagelijks een "bananentrein" vanuit Antwerpen naar Zwitserland. Kleinere partijen worden per truck naar alle uithoeken van Europa vervoerd. Uiteraard moet ook tijdens het natransport de temperatuur continu onder controle gehouden worden.
Uitgebreid
Het gebruik van koelinstallaties voor fruit dient met de nodige omzichtigheid opgevolgd te worden. Bij een te lage temperatuur kan het fruit beschadigd worden, terwijl bij schommelingen of hogere temperaturen het rijpingsproces ingezet kan worden. De haven van Antwerpen kan bij het ontvangen van ladingen dan ook kwaliteitscontroles uitvoeren.
De Gentse firma Sea-Invest is één van de belangrijkste fruitbehandelaars in de haven van Antwerpen. Recent hebben ze een nieuwe installatie in gebruik genomen waarbij fruit volledig geautomatiseerd behandeld kan worden. Opslag en verwerking (behandelen, labeling, herverpakking) behoren ook tot de mogelijkheden. Deze activiteiten, de kwaliteitscontroles en de aangepaste infrastructuur voor opslag en rijping laten toe een grote toegevoegde waarde te genereren.
Het laden en lossen van fruit kan betrekking hebben op zowel gecontaineriseerde als niet-gecontaineriseerde ladingen. In beide gevallen moet men naast koeling ook een aangepaste luchtcirculatie voorzien, zodat de temperatuur overal in de vervoerseenheid op hetzelfde peil gehouden kan worden. Anders bestaat het risico dat de partij fruit te hard gekoeld wordt aan de ene zijde van de lading terwijl de andere zijde een te hoge temperatuur verkrijgt.
Vaak kan fruit bij slechte weersomstandigheden niet gelost of geladen worden. In Antwerpen maakt men gebruik van kranen met metalen kooien om de goederen droog op de kaai te brengen. In vele West-Europese landen is dit toch een belangrijke beperking die omzeild kan worden door het voorzien van overdekte kaaien en door het gebruik van overdekte transportbanden.
Door de bijzondere kwetsbaarheid van fruit zal men bij transport met koelschepen vaak gebruik maken van een "pre-slung". Dit betekent dat men in de laadhaven de lading al voorziet van het juiste aanslagmateriaal. Zo vermindert men het risico op beschadiging bij lossing door het gebruik van verkeerd aanslagmateriaal.
Er zijn grofweg drie verschillende vruchtensappen te onderscheiden. Deze drie zijn:
vers puur sap
puur sap
sap uit concentraat
Voordat deze bewerkingen plaatsvinden worden de vruchten eerst voorbewerkt. Dit staat los van de eerder genoemde bewerkingen. De voorbewerkingen zijn het sorteren, het wassen, het ontstelen en het kneuzen van de vruchten. Soms wordt het fruit nog behandeld met enzymen om een hogere sapopbrengst te krijgen. Bij alle verdere bewerkingen is het noodzakelijk om het fruit direct te persen om het bederf van het sap tegen te gaan. Bij vruchtendranken en vruchtensappen die helder van kleur zijn, wordt het vers geperste sap eerst nog gecentrifugeerd. Bij dit centrifugeren worden alle vaste bestanddelen uit het sap gehaald en houdt men een heldere drank over.
Verse lime- en granaatappelsap
Vers puur sap
Vers persen van de vruchten is het direct persen van de vruchten. Nadat het sap verkregen is wordt het direct verpakt. Deze dranken zijn zeer beperkt houdbaar.
Puur sap
Een puur vruchtensap is -net zoals de verse pure sappen- alleen het sap wat uit vruchten komt. Ook deze vruchtensappen zijn direct uit de vrucht geperst. Door te pasteuriseren worden de bacteriën onschadelijk gemaakt waardoor het product langer houdbaar blijft dan de verse pure sappen. Er worden geen ingrediënten (suikers, water) of voedingsstoffen (vitamines, insuline) toegevoegd. Het zijn dus 100% puur, natuurlijke sappen.
Sap uit concentraat
Na het persen wordt het water uit het sap onttrokken in een vacuüm dampinstallatie bij een temperatuur van 25 °C. Er komt dan een dikke brij tot stand die tot tien keer kleiner in volume is: het concentraat. Dit geconcentreerde sap kan nu worden getransporteerd. Op de plaats van bestemming kunnen er weer water en andere additieven aan worden toegevoegd, zoals suikers en voedingsstoffen. Indien er niet gepasteuriseerd wordt ook conserveermiddelen. Het aanlengen met water wordt gedaan om weer drinkbaar vruchtensap te krijgen. Doordat de transportkosten vanwege het kleinere volume veel lager zijn, zijn deze producten over het algemeen een stuk goedkoper dan de andere twee soorten sappen. Het merendeel van de te verkrijgen sappen wordt op deze manier gemaakt.
Deze sappen worden in pakken of flessen meestal ongekoeld aangeboden. Sommige merken zijn in het koelvak geplaatst. Deze sappen bevatten geen of weinig conserveermiddelen of zijn niet gepasteuriseerd.
Een ander geconcentreerd sap is diksap. Dit sap moet door de consument zelf worden aangelengd.
Opwekking van elektriciteit
Met de ontwikkeling van de elektriciteit in de negentiende eeuw werden ook pogingen ondernomen om elektriciteit te winnen met behulp van windenergie. Door de hoge investeringskosten was elektriciteitsproductie door windenergie alleen op kleine schaal economisch in gebieden waar nog niet was geïnvesteerd in infrastructuur van elektriciteitstoelevering. Ulrich Hütter bouwde 1957 in Duitsland een 100 kW horizontaleaswindturbines met aerodynamisch gevormde glasfiber vleugels met hoekverstelling (zie Windturbine-aerodynamica), het oermodel van de moderne windturbine.[bron?] De jaren 60 en 70 van de twintigste eeuw kenmerkten zich door veel kleine particuliere initiatieven. Eenvoudige windmolens met generatoren van enkele kW tot enkele tientallen kW verrezen in polders op plaatsen waar behoefte was aan elektriciteit. Dankzij subsidiëring waren sommige experimenten zelfs rendabel. Pas na het doemscenario van de Club van Rome en de oliecrisis van 1973 begon het besef te groeien dat fossiele energie eindig is en dat te zijner tijd alternatieven zullen moeten worden gebruikt. De overheid stelde subsidies ter beschikking en er werd geëxperimenteerd met alternatieve bronnen van energie. In Tvind, Denemarken, verrees 1977 de eerste Europese megawatt windturbine.[bron?] Nieuwe verticaleaswindturbines als de Darrieus- en de Savoniusrotor werden onderzocht. Maar al snel werd ontdekt dat het niet makkelijk was om de gewonnen energie terug te leiden in het net.
Verschillende landen startten projecten om op grotere schaal elektriciteit te winnen. In 2003 was het vermogen mondiaal opgelopen naar 31 GW, tegen 2 GW twaalf jaar daarvoor.
Waterkracht
(Doorverwezen vanaf Waterenergie)
Watermolen in Brazilië
Waterkracht is de naam voor energie die wordt ontleend aan water, hetzij door gebruik te maken van een hoogteverschil hetzij door gebruik te maken van de stroomsnelheid van water. Men spreekt ook van "witte steenkool". Met het "witte" doelde men vooral op de kleur van het schuimende water en op het schone karakter van dit type energie.
Tegenwoordig wordt vrijwel alle waterkracht omgezet in elektriciteit in waterkrachtcentrales, in het verleden werd de opgewekte mechanische energie ook wel meteen gebruikt, bijvoorbeeld om water op te pompen met een watermolen.
Achtergrond
Het gebruik van waterkracht is al eeuwen oud. Reeds in het Oude Egypte en Mesopotamië werd waterkracht gebruikt voor irrigatie. In India en het Romeinse Rijk kende men reeds systemen om molens en wielen aan te drijven met waterkracht. In China werden sinds de Handynastie watermolens op grote schaal toegepast, bijvoorbeeld voor het delven van erts.
Tegenwoordig kent men waterkracht vooral van waterkrachtcentrales, waarin stroom wordt opgewekt. Dit principe werd voor het eerst toegepast in 1886 door Westinghouse en Stanley. Een stuwdam kan smelt- en regenwater opvangen in een kunstmatig meer. Een waterkrachtcentrale met stuwdam levert vooral bij grote hoogteverschillen (Noorwegen, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk) veel vermogen. Een riviercentrale heeft geen waterreserve om de schommelingen in het debiet op te vangen.
Bij een pompcentrale of spaarbekkencentrale wordt water in de daluren opgepompt naar hoger gelegen bekkens. Tijdens de piekuren stroomt het water terug en drijft de turbines aan. Op deze manier kan men elektriciteitscentrales die bij voorkeur op constant vermogen draaien (met name kolencentrales en kerncentrales) economisch beter benutten.
Aardolie
Jaknikker, een instrument voor oliewinning uit lagedrukolievelden
Aardolie, ruwe olie of petroleum is een brandbare vloeistof bestaande uit een mengsel van koolwaterstoffen dat is ontstaan uit organische resten. Het is als meest verhandelde commodity van groot belang voor de wereldeconomie, evenals de producten die via raffinage en kraken uit de aardolie worden verkregen. Als belangrijkste energievorm is aardolie van groot strategisch belang, wat versterkt wordt door het beperkt aantal winplaatsen, waarvan een deel dan ook nog in politiek minder stabiele gebieden ligt.
Aardolie bevat de categorieën alkanen (paraffinen), cycloalkanen (naftenen), aromaten en bitumen. Door de verwerking in de petrochemische industrie worden deze gescheiden in fracties of producten als de lichtere benzine en smeerolie en de zwaardere diesel en stookolie. Naast brandstoffen worden er ook grondstoffen voor allerlei kunststoffen van gemaakt. Ook de fijnchemie gebruikt aardolie als grondstof, onder andere voor medicijnen. Bijna elke organische stof die gebruikt wordt in het dagelijks leven wordt gewonnen of gesynthetiseerd vanuit een verbinding uit aardolie.
Het verbruik van aardolie is vooral vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw enorm toegenomen en mede verantwoordelijk voor de sterke economische groei in die periode. Gaandeweg is echter ook het besef gegroeid dat dit gepaard gaat met milieuverontreiniging en klimaatveranderingen. Daarnaast is er de zorg dat de voorraad olie eindig is en dat de piek bereikt wordt.
Steenkoolwinning in België
Steenkoolvelden in België
Een versteende boom uit de steenkoolmijn van Houthalen
In Wallonië loopt een steenkoolgebied van Luik tot aan Bergen, dat in Frankrijk eindigt in het steenkoolbekken van Nord/Pas-de-Calais. Men schat dat de winning van steenkool in Wallonië reeds begon in de Romeinse tijd. Vanaf 1229 vindt men sporen van reglementen over de uitbating van "carbonières". In het midden van de 16e eeuw werd rond Luik ook veel steenkool gewonnen, dat ook naar Nederland werd uitgevoerd. Met de invoering van de stoommachine begint de echte ontwikkeling van de mijnbouw, met name in de Borinage, het Centrum (de streek rond Charleroi) en Luik. Henegouwen produceerde in 1810 meer dan 1 miljoen ton steenkool per jaar. In 1831 lag de totale Belgische steenkool productie op 2,3 miljoen ton en steeg naar 16,9 miljoen ton in 1880[5]. Er waren op het hoogtepunt in totaal 149 steenkoolmijnen.
In 1901 vond André Dumont de eerste steenkool in As (Limburg), de start voor het Kempens steenkoolbekken. In 1917 startte de productie in de mijn van Winterslag. Later volgden de mijnen van Beringen, Eisden, Waterschei, Zwartberg, Zolder en Houthalen.
Ook in België werd de eigen steenkoolwinning langzaam minder rendabel in de periode na de oorlog. Vanaf 1952 tot 1965 daalde het aantal Belgische mijnzetels dramatisch van 143 naar 54; alleen Waalse mijnen werden in deze periode gesloten. Op 8 augustus 1956 vond de mijnramp van Marcinelle plaats, waarbij 262 mensen omkwamen. In 1964 fuseerde de mijn van Houthalen met die van Zolder, niet alleen bedrijfsmatig maar ook letterlijk: ze werden ook onder de grond met elkaar verbonden. In 1966 werd de mijn van Zwartberg gesloten, hetgeen gepaard ging met bloedige stakingen.
Jaar Aantal mijnzetels Productie (x 1000 ton) Ondergrondse arbeiders
1952 143 30.400 119.700
1957 120 29.100 109.400
1965 54 19.800 52.600
In 1980 sloot de mijn van Blegny als laatste in het Luikse bekken. De site van deze mijn wordt thans toeristisch uitgebaat. De steenkolenproductie in Wallonië nam een einde met de sluiting van de Roton-mijn te Farciennes in 1984.
In 1992 sloot Zolder als laatste Kempense mijnzetel.
Zonnepanelen zetten zonlicht om in elektriciteit via PV-cellen, Tegenwoordig vaak Zonnestroom genoemd.
Zonnecollectoren zetten zonlicht om in warmte. Vooral goedkope, grote versies, zoals buizen in asfalt, buitenwanden en dakbedekking, kunnen in combinatie met warmteopslag in grondwater en een warmtepomp juist in Nederland en België tot enorme CO2-reducties in de verwarmingssector leiden.
Energiedaken zetten eveneens zonlicht om in warmte (zonder zichtbaar te hoeven zijn in/op een gebouw).
Thermische zonne-energie. Dit is een algemene term voor 3 soorten energietoepassingen. De eerder genoemde zonneboiler en ruimteverwarming, zoninstraling door ramen in gebouwen, dus benutting zonder speciale apparaten, en Concentrated Solar Power (CSP) genoemd in het Engels. Dit is vooral in zuidelijke landen toepasbaar. CSP is het door middel van spiegels concentreren van zonlicht op een te verhitten medium, dat op zijn beurt gebruikt wordt om stoom op te wekken voor de aandrijving van turbinegeneratoren. Een techniek die uitsluitend, maar zeer bruikbaar is voor grootschalige energieopwekking, zoals bij de sinds midden jaren tachtig in bedrijf zijnde zonnekrachtcentrale bij Kramers Junction, Californië (USA).
Zonnetoren - Door middel van zonnewarmte wordt er in een verticale pijp een constante luchtstroom ontwikkeld. Dit systeem kan een vermogen hebben gelijk aan een conventionele elektriciteitscentrale.
Foto-elektrochemische cellen. Deze hebben in plaats van twee lagen vaste stof als elektroden, één halfgeleidende vaste stof als elektrode en een vloeistof als de andere. Ze kunnen zonlicht direct gebruiken om water te ontleden in waterstof en zuurstof. De Engelse term PEC (Photoelectrochemistry) wordt gebruikt om aan deze technieken te refereren. Dit geldt natuurlijk alleen als een duurzame vorm van energie als de grondstoffen niet uit fossiele brandstoffen worden gemaakt.
Passieve zonne-energie. Passieve methoden voor het winnen van zonne-energie. Hierbij kan gedacht worden aan huizen en gebouwen die zo worden gebouwd dat de zon direct maximaal de ruimtes kan verwarmen, bijvoorbeeld met grote ramen aan de zonkant en kleine raampjes aan de schaduwkant. Wel is het dan verstandig een manier te bedenken om in de zomer de zon buiten te kunnen houden. Dit kan bijvoorbeeld een boom met bladerval zijn. Maar ook een overstek waar de zon in de winter onderdoor schijnt en in de zomer niet. Deze overstek kan dan ook dienen om bijvoorbeeld zonnepanelen op te plaatsen.
Iemand die acht uur per dag achter een bureau doorbrengt, maakt veel kans om vroeg of laat gezondheidsproblemen te krijgen. Maar het goede nieuws is... je kan daar iets aan doen! Door een goede houding, zal je veel minder snel problemen ondervinden! Lees dus zeker deze tips van Partena.
Zorg voor een afstand van 50 tot 70 cm tussen je ogen en het scherm.
Zet, indien mogelijk, het scherm vlak voor je.
Zet het scherm op de juiste hoogte.
Zet je toetsenbord zo plat mogelijk op je bureau.
Hou voldoende afstand tussen het toetsenbord en de rand van je bureau (10 à 15 cm) zodat je je onderarm en polsen op je bureau kan laten rusten.
Maak voldoende plaats onder je bureau voor je benen.
Zet je scherm goed recht.
Zorg ervoor dat er geen rechtstreeks zonlicht op je scherm valt.
Zet je stoel op de juiste hoogte (zodat je armen een hoek van 90° vormen als je je onderarmen op je bureau legt).
Controleer of je je voeten plat op de grond kan zetten als je stoel op de juiste hoogte staat. Zoniet, gebruik dan een voetsteun.
Blijf niet te lang in dezelfde houding zitten. Beweeg regelmatig.
Reinig regelmatig je scherm.
Als je je aan deze tips houdt, is de kans veel kleiner dat je last zal krijgen van pijn in je rug of geïrriteerde ogen. Wij wensen je alvast veel succes op het werk.
Uw persoonlijke webpagina volledig op maat of een soort van dagboek op Internet waarin u vrijuit kunt vertellen. Snel, eenvoudig een eigen website maken zonder enige technische kennis en dit GRATIS . Een plaats voor uw ervaringen. Uw eigen website waar u regelmatig nieuwe dingen op kan plaatsen, wat dit ook is. Uw eigen stek op internet waarop u creatief aan de slag kunt met uw eigen ervaringen , uw hobby, actualiteit , de politiek, commentaar, over uw activiteiten, plaatselijk nieuws , over uw mailgroep, huisdieren,... Een blog is wat u zélf wenst dat het is.
Binnen de hackersgemeenschap wordt wel onderscheid gemaakt tussen hackers en crackers. Een veelgenoemd verschil tussen hackers en crackers is dat hackers hun handelingen vaak verrichten als uiting van constructieve creativiteit ("voor de kunst van het bouwen") of als goedbedoelde handelingen (zoeken naar veiligheidslekken om deze later te kunnen dichten). Soms huren bedrijven hackers in om de beveiliging van hun systemen te testen. Crackers handelen uit crimineel, ideologisch of vernielzuchtig oogpunt.
Hackers zelf noemen degenen die uit criminele oogmerken een systeem "kraken" ook wel black-hat hackers. Zelf noemen ze zich white-hat hackers, analoog aan cowboyfilms waarin de "kwaden" zwarte hoeden droegen en de "goeden" witte hoeden, ofschoon hackers zichzelf niet als zodanig benoemen. Ook zijn er grey-hat hackers, een kruising tussen crackers en hackers. Het komt voor dat crackers proberen hun activiteiten te verhullen door zich als hacker voor te doen.
Hackers hebben ook normen, de zogenaamde hackersethiek. Deze is terug te vinden in de indeling "black-hat/grey-hat/white-hat hackers". Ook is het zo dat een hacker in de wereld van de hackers status kan verwerven door zijn of haar kennis te delen met anderen. Dit doet men door opensourcesoftware te schrijven en hun kennis te delen.
Woordenboeken maken geen onderscheid tussen 'goede' en 'kwade' hackers. Zo omschrijft de Van Dale een hacker als: "iem. die inbreekt in een computer om gegevens te achterhalen of te wijzigen, meestal met het doel de zwakke plekken aan te tonen". Het Amerikaanse woordenboek Merriam-Webster definieert de term als: a person who illegally gains access to and sometimes tampers with information in a computer system.
Babysite: een weblog die door ouders wordt gemaakt voor hun baby.
Mamablog: weblog gericht op moeders en vaak ook vaders.
Clublog: feitelijk meer een uitgebreide vorm van een gastenboek dan een zuivere weblog. Het verschil zit hem in het enigszins besloten karakter van een clublog. Het is weliswaar geen besloten log (en is dus voor eenieder toegankelijk), maar verreweg de meeste bezoekers van een clublog zullen deel uitmaken van een bepaalde club, vereniging of organisatie waarvan de leden nieuwtjes en wetenswaardigheden over hun club publiceren.
Corporate blog of businessblog: een themablog dat officieel aan een specifiek bedrijf is verbonden. Het blog kan zowel intern als extern zijn en het blog dient daarbij vooral als communicatie- en marketingkanaal. Het blog wordt geschreven door een werknemer of een ingehuurde redacteur.
Facelog: Ook wel space blog genoemd. Dit type van weblogs is geïntegreerd in Social-networkingsites zoals het Facebook en Hyves. Dit type blog combineert 2 elementen die beiden onder social networking vallen, enerzijds het Facebook-principe en anderzijds het logprincipe. Mogelijkheden tot modificatie worden gelijk getrokken aan normale blog sites, integratie van bijvoorbeeld YouTube en foto's zal tot de mogelijkheden gaan behoren.
Fashionblog: Op fashion blogs delen veelal vrouwen hun laatste mode aankopen en informatie over de laatste trends. Ook komt het vaak voor dat inspiratie foto's worden gedeeld en soms worden webshops gepromoot. Een bekend fenomeen op fashion blogs zijn de 'outfit of the day' posts waarin wordt getoond wat de blogster die dag draagt.
Filmblog: Geeft dagelijks filmnieuws, filmbesprekingen, trailers en filmposters.
Fotoblog: een weblog dat bestaat uit foto's met al dan niet een korte beschrijving of commentaar.
Klasblog: een weblog waarop leerlingen en leerkrachten berichten, en foto's plaatsen over wat er zoal in de klas gebeurt, meestal aangevuld met studietips en informatie. Deze blog trekt meestal enkel leerkrachten (al dan niet van de klas waarover de klasblog gaat), leerlingen van de klas en familie van de leerlingen.
Lifelog: een weblog waarop regelmatig berichten geplaatst worden over gebeurtenissen in het leven van de beheerder van de lifelog. Een soort online dagboek.
Linkdump of linklog: een weblog dat niet zozeer drijft op eigen content, maar vooral links brengt naar andermans leuke, grappige, ontroerende of sexy bijdragen. Doorgaans worden deze wel voorzien van persoonlijk commentaar. Op linkdump-weblogs wordt doorgaans minder gereageerd dan op de zogenaamde lifelogs of shocklogs.
Moblog: een weblog dat wordt bijgehouden vanaf een mobiel gadget met een camera (zoals veel mobiele telefoons en smartphones), vaak vooral met foto's die vanaf die telefoon zijn genomen.
Muzieklog: een weblog over muziek in de breedste zin des woords. Het aanbod is gevarieerd; op sommige muzieklogs verschijnen alleen besprekingen van nieuwe albums en artiesten, terwijl anderen zich richten op specifieke genres, artiesten, stromingen of zich beperken tot het plaatsen van linkjes naar albums.
Nieuwslog: een online krant in weblogvorm waardoor de interactiviteit met betrekking tot het nieuws toeneemt. Een nieuwslog wordt meerdere keren per dag geüpdatet, speelt in op actualiteiten en is vaak onderhouden door meerdere redactieleden.
Politiek weblog: een persoonlijke weblog van een politicus of een weblog van een politieke partij.
Reisblogs: weblogs die gewijd zijn aan specifieke reizen die mensen ondernemen, het internetequivalent van een reisdagboek. Soms wordt het weblog onderweg bijgehouden, maar veel vaker achteraf op basis van een tijdens het reizen bijgehouden dagboek.
Shocklog: probeert door middel van een schokkende en agressieve inhoud veel publiek te trekken, of door onafhankelijk en niet gehinderd door gevestigde journalistieke grenzen van het oldschoolnetwork in de branche met een scherpe pen verslag te doen van de actualiteit en wat er in de wereld speelt.
Stadsblog: een weblog waarop berichten geplaatst worden met als onderwerp een bepaalde stad of gemeente. Typisch komen hierbij lokale actualiteiten aan bod, zoals allerlei culturele en sportieve evenementen, of persoonlijke observaties rond de gemeente/stad. Het doel van een stadslog omvat het kritisch volgen van de gebeurtenissen in een gemeente/stad zonder zelf politiek gekleurd te zijn. Zulke stadslogs komen vaak tot stand vanuit een samenwerkingsverband tussen een aantal lokale loggers.
Superblogger: een verzameling weblogs onder 1 hoofdsite waarin individuele gebruikers een compleet blogsysteem per weblog toegewezen krijgen in plaats van een aangepaste multisite met veelal beperkte mogelijkheden. Een superblogger typeert zich door zeer veel instelmogelijkheden voor complexe blogs met verregaande interactie tussen bloggers onderling en tussen blogger en bezoeker.
Themablog: een weblog waarop berichten staan over een onderwerp of professie. De mensen die schrijven hebben een passie voor het onderwerp en hebben vaak veel kennis van het onderwerp. Er zijn tegenwoordig webloguitgevers die deze vorm van weblogs professioneel inzetten.
Tv-blog: een weblog dat informeert over allerlei zaken die te maken hebben met televisie (programma's, kijkcijfers, marktaandelen ...)
Wijkblog: ligt in het verlengde van een stadsblog, waarbij de focus uitgaat naar een wijk of buurt in de stad.
Het concept van een weblog of een groepsweblog ontstond op natuurlijke wijze uit de 'online dagboeken' die mensen vanaf 1994, na de uitvinding van het HTTP-protocol (http), begonnen bij te houden. Jorn Barger is de bedenker van het woord 'weblog' op 17 december 1997. Het ging indertijd immers om het 'loggen van wat er op het web gevonden werd'. Het woord 'blog' werd bedacht door Peter Merholz, die bij wijze van grap het woord weblog schreef als we blog in de zijbalk van zijn Engelstalig weblog peterme.com rond mei 1999. In augustus 1999 werd het bedrijf Blogger opgericht, met de site www.blogger.com. Omdat Blogger als een van de pioniers de term 'to blog' publiek uitdroeg, spreken de meeste Amerikanen nu van 'blogs' in plaats van weblogs.
Het voor zover bekend eerste Nederlandstalige weblog, Daily Wacko, begon op 1 december 1997.[1]
Een van de eerste groepsweblogs was Camworld. Jesse James Garrett, een editor van Infosift, begon eind 1998 met het bijhouden van een lijst van interessante sites die hij bezocht. De lijst met URL's verstuurde hij naar Cameron Barrett, die de lijst publiceerde op de site Camworld. Meer personen begonnen met het insturen van interessante links.
Je wast je haar met shampoo, doet de afwas met afwasmiddel en was je handen met handzeep. Zeep maakt schoon, dat weet iedereen, maar weten ze ook hoe dat allemaal in zn werk gaat?
Moleculen en atomenEen stof bestaat uit moleculen, iedere stof heeft zijn eigen molecuulsoort. Moleculen bestaan op hun beurt weer uit atomen. Een atoom bestaat uit een positief geladen kern, met daaromheen negatieve deeltjes (elektronen) die om de kern heen bewegen. Ionen zijn negatief geladen atomen.
Het zeep-molecuul
De molecuulformule van een stearaation (het zeep-ion) word op de volgende manier weergegeven: C17H35COO-
De C laat zien dat er koolstofatomen inzitten. Het getal 17 geeft aan dat er 17 van die koolstofatomen aan wezig zijn. De H staat voor het waterstofatoom, daar zitten er dus 35 van in enz.
Het stearaation zie je in grote aantallen op de afbeelding. Het heeft een geladen kop en een staart die bestaat uit koolwaterstofionen.
Micellen
De stearaationen bevinden zich in eerste instantie aa het wateropppervlak. Hierbij steekt de staart boven het water uit en bevind de kop zich in het water. Maar zodra het oppervlak vol is, zoeken ze een andere uitweg, en dit doen ze door micellen te vormen. Een micel is een microscopisch klein structuur waarbij de uiteinden van de staarten zich naar elkaar toe keren, waardoor de stearaationen een structuur krijgt zoals op de afbeelding, maar dan zonder iets erin.
De zeepwerking
Wanneer je iets schoonmaakt in een teiltje water, zullen de vuildeeltjes in het water terecht komen. Hier kunnen ze echter niet opgelost worden. Maar als je zeep gebruikt, zullen de micellen het werk doen. Dat is de situatie die op de afbeelding staat beschreven aan de hand van een vuildeeltje. Deze stearaationen houden het vuildeeltje vast, en deze met vuil gevulde micellen zullen met het spoelwater worden weggevoerd.
Luchtbellen!
Wanneer je een bak water met daarin zeep heftig schud, kunnen de micellen zich vullen met lucht. Hierdoor ontstaan de luchtbellen. Veel zeepbellen samen vormen schuim
Het eerste bewijs voor het gebruik van zeep is bijna vijfduizend jaar oud en stamt uit Babylon. Een cilinder van klei uit 2800 v.Chr. bleek een zeepachtige substantie te bevatten, en ook werd een Babylonisch kleitablet van 2200 v.Chr. gevonden waar een samenstelling op staat beschreven die mogelijk een zeepachtige substantie op zou leveren als er lang genoeg wordt gekookt. Ook de Oude Egyptenaren gebruikten regelmatig zeep, waarbij de oliën van zowel dierlijke als plantaardige afkomst waren. Romeinse plattelandsvrouwen zouden de reinigende werking van zeep bij toeval ontdekt hebben. De klei van de oevers van de rivier de Tiber bleek te helpen bij het schoonmaken van hun was, doordat het vermengd was met dierlijk vet en as. Dit zou afkomstig zijn van de tempel van de berg Sapo, een naam die in veel talen terugkomt in het woord voor zeep. Er bestaat echter geen berg Sapo en meestal wordt aangenomen dat dit een verzinsel is.
Romeinen en Grieken kenden van oorsprong de zeep namelijk helemaal niet; zij gebruikten oliën om hun huid te reinigen. Het laat-Latijnse woord sapo wordt voor het eerst door Plinius genoemd. Het is een leenwoord uit het Germaans: *saipo-, getuige een zeer vroege Germaanse ontlening in het Fins: saippua. Oorspronkelijk was het de term voor de rode haarverf waarmee Germaanse krijgers een schrikwekkend uiterlijk poogden te verkrijgen. Uit het Germaanse woord ontstonden het Engelse soap, het Friese sjippe, het Duitse Seife en het Nederlandse zeep. Via het Latijn belandde het woord in het Italiaanse sapone, het Franse savon en Spaanse jabon[1].
Zeep werd tot de Tweede Wereldoorlog veel als schoonmaakmiddel gebruikt, maar gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw is zeep bijna geheel verdrongen door andere detergenten zoals natriumdodecylsulfaat (ook wel natriumlaurylsulfaat genoemd).