Voortplanting

De paartijd verschilt per gebied. In Scandinavië duurt dit van februari tot april. Het nest van een wolf bevindt zich in een grot of een hol, verscholen onder boomwortels of tussen rotsen. Soms graaft hij zijn eigen hol, of vergroot hij het hol van een vos of een dassenburcht Tussen maart en mei, na een draagtijd van 63 dagen, worden de welpjes -drie tot zeven per worp- geboren. Beide ouders zorgen voor de jongen. Ze krijgen daarbij hulp van de andere roedelleden. De reu brengt voedsel aan het zogende teefje.
Na acht weken zijn de jongen gespeend en ze blijven minstens een jaar bij de roedel. Vaak blijven ze langer bij de roedel, maar soms verlaten één- of tweejarigen de groep, vooral als ze worden gedomineerd door broertjes en zusjes en andere roedelleden en ook afhankelijk van het voedselaanbod en de jachttechniek. In gebieden met grotere prooidieren, zoals eland, bizon en edelhert is het voordelig een grote roedel te hebben.
Wolven kunnen vijftien tot twintig jaar oud worden in gevangenschap, maar worden in het wild niet zo oud; iets van 5 tot 10 jaar.
|