Hij was een jongeling van achttien jaren Die bij z'n meisje de liefde kwam verklaren Maar toen hij haar had van haar eer ontrukt Liet hij haar zitten met haar ongeluk
's Morgens kwam hij om haar te spreken Men zag de tranen van droefheid breken Zij sprak : Jongeman ziet wat gij doet Hetgeen ik draag is van uw vlees en bloed
Hij nam haar dadelijk mee naar buiten In 't groen waar al die vogels fluiten Hij nam haar mee naar een rivier En sprak : uw laatste rustplaats is hier
Hij heeft haar dadelijk vastgegrepen En nam een mes en gaf haar zeven steken Ja zeven steken, zij viel voor zijn voet Zij lag te baden in haar eigen bloed
Adieu mijn vader, adieu mijn moeder Adieu mijn zuster, adieu mijn broeder Nu ga ik scheiden van de wereld af En ik ga rusten in het duister graf
Ziet nu zo een moordenaar eens lopen Geen rust of duur om iets te hopen Nu loopt hij met zijn ogen vol getraan En kan z'n leven naar de gevangenis gaan
't Smidje - Lais
Wie wil horen een historie Al van ene jonge smid Die verbrand had zijn memorie Daaglijks bij het vuur verhit
Was ik nog, nog met mijnen hamer Was ik nog met geweld op mijn aambeld
'k Geef den bras van al dat smeden Ik ga naar de Franse zwier 'k Wil mij tot den trouw begeven Nooit een schoner vrouw gezien
Was ik nog, nog met mijnen hamer Was ik nog met geweld op mijn aambeld
't Is de schoonste van de vrouwen Maar nooit was er zo'n serpent Nooit kan zij haar bakkes houden Nooit is zij wel eens content
Was ik nog, nog met mijnen hamer Was ik nog met geweld op mijn aambeld
Nooit mag ik een pintje drinken Nooit mag ik eens vrolijk zijn Nooit kan ik iemand beschinken Met een glaasje bier of wijn
Was ik nog, nog met mijnen hamer Was ik nog met geweld op mijn aambeld
'k Geef den bras van al dat trouwen Werd ik maar eens weduwnaar 'k Zou mij in een hoeksken houden En mij stellen uit gevaar
Was ik nog, nog met mijnen hamer Was ik nog met geweld op mijn aambeld Was ik nog, nog met mijnen hamer Was ik nog met geweld op mijn aambeld
De wereld vergaat - Lais
Vrienden 't is tijd om uw pakske te maken. Roept al uw pottekes en pannekes bijeen. Tracht als ge kunt nog wat vreugde te smaken, vreugd en verdriet springen 't langst op de been. Want de aarde die is al aan 't verdoven. 't Schijnt dat de zon en de maan ons verlaat. Niemand verplicht ik toch mij te geloven, maar 't is de roep dat de wereld vergaat.
Sommigen zeggen : 't is triestig om te horen, dat heel het mensdom zal worden verbrand. Anderen zeggen : men zal ons versmoren. 't Een en en het ander en is niet plezant. 't Was verduiveld wat ver toch gedreven, ons te behandelen als vis en gebraad. 't Is om te schrikken, te schudden en te beven als ge 'r aan denkt dat de wereld vergaat.
Waarom nog goed ons te wassen en te scheren? Waarom nog goed een nieuw hemd aan te doen? Laat ons maar drinken en laat ons maar smeren. Laat ons maar gans ons fortuintje opdoen. Toe Jan, gij moet nog kiekens halen, kiekens die lopen toch genoeg op straat. 't Is onnodig ervoor te betalen, aangezien dat toch de wereld vergaat.
Is er hier iemand die kleren wil kopen? 'k Laat heel mijn boel aan de prijs van factuur. Ik ben van zin in mijn hemd rond te lopen. 't Is nog te goed voor de warmte van 't vuur. Ik ga mijn gereedschap verkopen omdat er het werken tot niets meer en baat. 'k Neem er geen stukskes nie meer van mien handen, aangezien dat toch de wereld vergaat.
Eindelijk 't moest er toch eens van komen. 't Werd ons voorspeld door de ster met de steert. Ik heb gelukkig mijn voorzorg genomen, mijn laatste cent is goddank reeds verteerd. Ben ik gedwongen nu schulden te maken, zet men mij morgen of heden op straat, 'k lach ermee want 't kan mij toch niet raken, aangezien dat toch de wereld vergaat...